quote:
Automatisch komt dan direct hét sportieve hoogtepunt van Drent ter sprake. Het duel in De Kuip met Feyenoord op 2 mei 2004. ‘Ik was toen al 34 jaar en niet meer op mijn best. Ik hoopte dat ik zou spelen, maar Ron Jans zette me op de bank. Ik dacht: Maakt niet uit, ik heb aan tien minuten genoeg. Dirk Kuijt zette Feyenoord na rust op voorsprong. Ik mocht warmlopen. Ik geloof niet in God, maar er kwam een enorme gloed over me heen. Het was echt magisch. Ik voelde me zó sterk. Richting de hoek zat een vader met een zoontje. Steeds als ik bij hen kwam, hoorde ik die vader: “Hé, Drent. Homo!” En dan dat piepstemmetje van dat jochie: “Hé, Drent. Homo!” Ik bleef maar lopen en steeds: “Hé, Drent. Homo!” Jans zag me niet staan, ik dacht: Hé, dikke, kom eens op. Negen minuten voor het einde mocht ik erin. Zes minuten later, vrije trap Mile Krstev. Ik loop er zo heerlijk met mijn kop tegenaan, bam: 1-1. Ik sprintte achter het doel langs naar die vader en zoon. Liep ik met mijn slappe handje voor hun langs als een homootje, haha…. Ik kreeg direct zestig aanstekers naar mijn hoofd. Kwam goed uit, ik rookte in die tijd nogal.’
'Wáár ik ook kom, het gaat altijd over die tien minuten bij Feyenoord'
Het kunstzinnige slotstuk moest echter nog komen. ‘Eén minuut voor tijd geeft Krstev op rechts een perfecte bal in de diepte. Ik was helemaal vrij. Edwin Zoetebier kwam uit. Ik dacht: Óf ik ga nu gigantisch op mijn bek, óf het gaat gebeuren. Ik schoot niet, stiftte niet, maar ik schepte. Maatje 47, zo onder de bal. Hij ging tergend langzaam omhoog, en ik wist direct: Die gaat erin. Ik weet niet of je weleens bent klaargekomen, nou, ik kwam ter plekke klaar; 1-2, weer naar die vader en zoon, weer dat homootje en nog meer aanstekers. Het was de allereerste keer dat FC Groningen won in De Kuip. Dan zet je toch iets neer. Wáár ik ook kom, het gaat altijd over die tien minuten bij Feyenoord. Daar heb ik dan vierhonderd wedstrijden voor gespeeld, hahaha!’
Martin DrentGOD