Aanvulling op een eerder mij geopend topic: De schotkwaliteit van de nieuwe lichting spelers. De huidige opinie is, je hoort het analytici (met name Perez en Bruggink) week na week zeggen, dat je beter geplaatst kunt schieten dan hard. Typisch voorbeeldje van voetbal anno 2020:
quote:
Zaterdagavond tegen Vitesse kwam Malen na 18 minuten schuin voor het doel in schietpositie. En toen werd het interessant: hij had volle bak op doel kunnen rammen. Maar hij koos voor een geplaatst schot binnenkant voet. Precies zoals Boudewijn Zenden hem op het trainingsveld altijd meegeeft als ze daar kansrijke situaties nabootsen. ‘Schieten hoeft niet op 100 procent, 80 procent is beter’, hoort Malen dan. In de studio van FOX Sports herkende ook analyticus Marco van Basten de ‘typische spitsengoal’. Zenden, Van Basten; ze weten uit eigen ervaring dat alles een kwestie van bewustwording is.
Mij valt juist op dat spelers in Nederland veel minder hard schieten dan vroeger, en dat dit heel vaak ook ten koste gaat van de effectiviteit. Welke speler kan er nog echt lekker hard een bal richting de kruising jagen? Extreem voorbeeld blijft natuurlijk Frenkie, maar het geldt voor veel meer spelers.
Spelers zoals Robben, Van der Vaart en Van Persie hadden een harde én geplaatste trap. Waarom lukt het de nieuwe lichting niet om deze 2 factoren te combineren?
[ Bericht 2% gewijzigd door #ANONIEM op 23-10-2020 12:39:23 ]