Hier gaat het verrassend goed eigenlijk. Er is wel stress over de ziekte natuurlijk. Maar ik merk dat deze situatie ook positieve kanten heeft.
Zoals het gebrek aan gezeur in de kranten en het journaal. Elke dag hetzelfde liedje. Kamerleden die relletjes schoppen om maar even in beeld te zijn. Verongelijkte groepjes die ergens boos over zijn. Beroemdheden die iets roepen op Twitter en anderen die daar dan weer wat van moeten vinden. Geklaag over een procentje meer of minder. Hullie zijn de schuld van.... Enzovoort.
De laatste week is al die onzin langzaam naar de achtergrond verdwenen. Het gaat alleen nog maar over wat nu echt belangrijk is: de crisis en hoe wij die op kunnen lossen.
De ruis valt weg. Het blijkt ineens toch wel te kunnen om die dagelijkse geld-verdien en uitgeef machine een paar tandjes lager te zetten. Het blijkt dat ik ook prima zonder wellnessweekendjes en diner-arrangementen kan. En ik besef me hoe bijzonder het eigenlijk was dat ik al die dingen kon doen. En dat ik het allemaal heel vanzelfsprekend vond.
Het dagelijkse leven wordt simpeler. Slapen, eten, werken. In de avond ontspannen met een boek, hobby of de TV. That’s it. Geen ingewikkelde weekendplanningen meer. Geen ‘keuzestress’ meer. Wat is dat nu ineens een ironisch woord, eigenlijk ‘keuzestress’.
Ja, ik vind het eigenlijk ook wel heel verfrissend.
Misschien dat ik na een half jaar enorme verveling en een paar overleden dierbaren wel anders piep. En dan is er ook nog de dreiging van economische crisis Ik zit op dit moment bepaald niet gebakken qua werk, dus dat ga ik dan zeker merken. Hoop maar dat dat allemaal niet gebeuren zal! Maar dat zien we dan wel weer.
This too, shall pass…