De hele samenleving bestaat uit een samenspel van competitie, dominantie en als resultante macht. In de politiek, in het bedrijfsleven, in relaties. Dat is dus niet zozeer een onderscheidend kenmerk van de "rechtse cultuur"; je zou hooguit kunnen stellen dat die beweging die inherent menselijke eigenschappen onderkent en, een beetje afhankelijk van welke smaak je precies kiest, in meer of mindere mate kanaliseert door dat spel te kaderen met wet- en regelgeving en vangnetten te creëren.quote:Op zondag 24 november 2019 11:16 schreef deelnemer het volgende:
De rechtse cultuur is een machocultuur van dominante mannetjes.
Met jou is er ieg niets mis gelukkig.quote:Op vrijdag 29 november 2019 12:09 schreef Tijger_m het volgende:
[..]
Dan is er wat mis met jou. Maar goed, dehumaniseren is makkelijk, natuurlijk, dan hoef je niet te accepteren dat wat er mis gaat toch echt altijd aan mensen ligt.
Dat kloptquote:Op vrijdag 29 november 2019 13:17 schreef EvaBron het volgende:
[..]
Met jou is er ieg niets mis gelukkig.
Zit veel in, in wat je zegt en toch blijft het een vraag voor mij allemaal. Een cultuur waarin ongelijkheid prima is en gezorgd wordt voor een soort gelijkwaardigheid is hetgeen waar de meeste mensen niet in geloven. Ook niet willen, die twee hangen vaak samen mijns inziens.quote:Op vrijdag 29 november 2019 12:16 schreef nostra het volgende:
[..]
De hele samenleving bestaat uit een samenspel van competitie, dominantie en als resultante macht. In de politiek, in het bedrijfsleven, in relaties. Dat is dus niet zozeer een onderscheidend kenmerk van de "rechtse cultuur"; je zou hooguit kunnen stellen dat die beweging die inherent menselijke eigenschappen onderkent en, een beetje afhankelijk van welke smaak je precies kiest, in meer of mindere mate kanaliseert door dat spel te kaderen met wet- en regelgeving en vangnetten te creëren.
Het zal nooit werken om een samenleving in te richten waarbij die impulsen (of althans de beloningen daarvan) gedwongen worden weggenomen. Dat heeft de praktijk al zo veel keren uitgewezen of lees gewoon iets simpels als Animal Farm in een uurtje uit.
Die machocultuur van dominante mannetjes is ook broodnodig. Je kan de meeste bedrijven nu eenmaal niet laten leiden door een technocratische bestuurder. Maar ook daar is voldoende ruimte voor nuance, die in jouw binaire wereldbeeld van winnaars en verliezers continu maar lijkt te ontbreken.
Competitie is ook een vorm van menselijke gedrag, namelijk strijd. Neoliberalen geloven teveel dat het marktmodel (als managementsysteem) het machtsprobleem goed oplost. Alleen op papier. Het machtsspel maakt er gehakt van, want de spelregels zijn niet absoluut, maar zelf ook weer inzet van het spel. Alles vermengt zich tot iets, dat ver verwijderd is van het idee van een simpel marktmodel.quote:Op vrijdag 29 november 2019 12:16 schreef nostra het volgende:
[..]
De hele samenleving bestaat uit een samenspel van competitie, dominantie en als resultante macht. In de politiek, in het bedrijfsleven, in relaties. Dat is dus niet zozeer een onderscheidend kenmerk van de "rechtse cultuur"; je zou hooguit kunnen stellen dat die beweging die inherent menselijke eigenschappen onderkent en, een beetje afhankelijk van welke smaak je precies kiest, in meer of mindere mate kanaliseert door dat spel te kaderen met wet- en regelgeving en vangnetten te creëren.
Het zal nooit werken om een samenleving in te richten waarbij die impulsen (of althans de beloningen daarvan) gedwongen worden weggenomen. Dat heeft de praktijk al zo veel keren uitgewezen of lees gewoon iets simpels als Animal Farm in een uurtje uit.
Die machocultuur van dominante mannetjes is ook broodnodig. Je kan de meeste bedrijven nu eenmaal niet laten leiden door een technocratische bestuurder. Maar ook daar is voldoende ruimte voor nuance, die in jouw binaire wereldbeeld van winnaars en verliezers continu maar lijkt te ontbreken.
Wat een ontzettend bekrompen kijk op het begrip 'survival of the fittest' waarmee jij een soort 'sociaal darwinisme' probeert te rechtvaardigen. Enorm kortzichtig ook.quote:Op vrijdag 29 november 2019 12:16 schreef nostra het volgende:
[..]
De hele samenleving bestaat uit een samenspel van competitie, dominantie en als resultante macht. In de politiek, in het bedrijfsleven, in relaties. Dat is dus niet zozeer een onderscheidend kenmerk van de "rechtse cultuur"; je zou hooguit kunnen stellen dat die beweging die inherent menselijke eigenschappen onderkent en, een beetje afhankelijk van welke smaak je precies kiest, in meer of mindere mate kanaliseert door dat spel te kaderen met wet- en regelgeving en vangnetten te creëren.
Het zal nooit werken om een samenleving in te richten waarbij die impulsen (of althans de beloningen daarvan) gedwongen worden weggenomen. Dat heeft de praktijk al zo veel keren uitgewezen of lees gewoon iets simpels als Animal Farm in een uurtje uit.
Die machocultuur van dominante mannetjes is ook broodnodig. Je kan de meeste bedrijven nu eenmaal niet laten leiden door een technocratische bestuurder. Maar ook daar is voldoende ruimte voor nuance, die in jouw binaire wereldbeeld van winnaars en verliezers continu maar lijkt te ontbreken.
Het artikel gaat verder.quote:How the right’s radical thinktanks reshaped the Conservative party
In the wake of the Brexit vote, ultra free market thinktanks have gained exceptional access to the heart of Boris Johnson’s government. By Felicity Lawrence, Rob Evans, David Pegg, Caelainn Barr and Pamela Duncan
When Boris Johnson assumed office as prime minister in July 2019 and proceeded, without the mandate of a general election, to appoint a cabinet that was arguably one of the most rightwing in post-second world war British history, many commentators called it a coup. The free market thinktank the Institute of Economic Affairs felt self-congratulation was more in order, however. “This week, liberty-lovers witnessed some exciting developments,” the IEA said in an email to its supporters. The organisation, whose mission is to shrink the state, lower taxes and deregulate business, noted that 14 of those around the Downing Street table – including the chancellor, Sajid Javid, the foreign secretary, Dominic Raab, and the home secretary, Priti Patel – were “alumni of IEA initiatives”.
The IEA had good reason to boast about its influence. Just a few years earlier, on the occasion of its 60th birthday in 2015, Javid had declared that it had “reflected and deeply influenced my views, helping to develop the economic and political philosophy that guides me to this day”. In a speech to the IEA the same year, Raab also enthused about the organisation’s effect on his younger self. A few years back, he told the audience, he had been on a beach in Brazil. He’d had a couple of drinks, and had gone in to the sea to mull over an idea: that New Labour had “eroded liberty” in Britain and created a “rights culture” that had fostered a nation of idlers. Lost in thought, the tide had dragged him far from his starting point, and back on the beach, he had trouble locating his family among all the “scantily clad Brazilians”. On stage, he thanked the IEA for helping him develop this idea, which became the starting point for the book Britannia Unchained, an anti-statist tract, co-written with other MPs who would go on to join Johnson’s new cabinet – Patel; Elizabeth Truss, now trade secretary; Kwasi Kwarteng, business minister; and Chris Skidmore, then health minister.
The authors were also members of a parliamentary faction called the Free Enterprise Group, whose aim was to rebuild confidence in free market capitalism in the wake of the financial crisis, and for which the IEA has organised events, co-authored papers and provided administrative support. Other members included future Johnson ministers Andrea Leadsom, Matt Hancock, Robert Buckland, Julian Smith, Alister Jack, Alun Cairns, Jacob Rees-Mogg, James Cleverly and Brandon Lewis.
Libertarian thinktanks in the US, such as the Heritage Foundation and the American Enterprise Institute (AEI) have had this sort of close relationship with incoming Republican administrations for years, furnishing them with staff and readymade policies. Thinktanks – non-governmental organisations that research policies with the aim of shaping government – have long been influential in British politics, too, on both left and right, but the sheer number of connections between Johnson’s cabinet and ultra free market thinktanks was something new. In the period immediately before the Brexit referendum and in the years since, a stream of prominent British politicians and campaigners, including Johnson, Michael Gove, Nigel Farage and Arron Banks, have flown to the US to meet with thinktanks such as the AEI and the Heritage Foundation, often at the expense of those thinktanks, seeking out ideas, support and networking opportunities. Meanwhile, US thinktanks and their affiliates, which are largely funded by rightwing American billionaires and corporate donations, have teamed up with British politicians and London-based counterparts such as the IEA, the Legatum Institute and the Initiative for Free Trade, to help write detailed proposals for what the UK’s departure from the EU, and its future relationships with both the EU and the US, should look like, raising questions about foreign influence on British politics.
The organisations involved in this collaboration between the US and UK radical right are partners in a global coalition of more than 450 thinktanks and campaign groups called the Atlas Network, which has its headquarters in Arlington, Virginia. Members of the network operate independently but also cooperate closely in fighting for their shared vision of ultra free markets and limited government. They call themselves the “worldwide freedom movement”, collectively they have multimillion-dollar budgets, and many of their donors, board members, trustees and researchers overlap.
Brad Lips, the chief executive of Atlas, has said that his organisation takes inspiration from monetarist economist Milton Friedman’s famous insight that “only a crisis – actual or perceived – produces real change. When that crisis occurs, the actions that are taken depend on the ideas that are lying around. That is our basic function: to develop alternatives to existing policies, to keep them alive until the politically impossible becomes the politically inevitable.”
As an umbrella organisation, Atlas took no position on Brexit itself, and many of its European partners were opposed, but directors of UK groups in the network were prominent in the official campaign to take Britain out of the EU. Matthew Elliott, the chief executive of Vote Leave, was founder of the TaxPayers’ Alliance, a pressure group to cut taxes, which is an Atlas partner. It also won lucrative prizes from Atlas for its work. The Conservative MEP Daniel Hannan, a long-term Eurosceptic and also a director of Vote Leave, has been a frequent visitor to the US Atlas partners, and went on to become director of two British thinktanks that were also in the network. The IEA took no position as an institution before the referendum, either, but its director, Mark Littlewood, explained in 2017, in Freedom’s Champion, the Atlas Network’s quarterly magazine, why the leave victory was so galvanising for the libertarian movement: “Brexit provides us with a once-in-a-generation opportunity to radically trim the size of the state and cut the regulatory burden.”
For many conservatives, Brexit was also an opportunity to revitalise the World Trade Organization and its drive towards unfettered globalised free trade, which had ground to a halt in 2014 as it became increasingly unpopular. Back in 2015, Raab predicted a “tectonic struggle” over the future of transatlantic trade in which “the IEA’s strength will be like the warm, irresistible tide on that Brazilian beach, gently, powerfully, sometimes without us even knowing it, shifting the debate to a whole new place”.
After the referendum, thinktanks in the US and UK seized the crisis moment. Two UK Atlas partners, the IEA and the Legatum Institute, gained exceptional access to ministers as they advocated for a hard break from the EU and provided constant briefings to the radical Brexiter MPs in the European Research Group (ERG). “They had lots of meetings with ministers because politicians like people promising simple answers, but often those answers were not there,” Raoul Ruparel, a former special adviser to Theresa May on Europe, told us.
British voters, and even some MPs, are barely aware of the deep influence of these thinktanks, yet with help from members of this network, a once politically impossible kind of Brexit became inevitable. “It seemed almost faith-based,” a senior Whitehall source said, “[the idea that] … if only the UK would do a free trade agreement with the US, opening up almost unilaterally, it would be the equivalent of doing one with the whole world – prices would drop, we’d all be better off.” He added: “It was staggering, really. Not even Margaret Thatcher or monetarism at its height had contemplated such shock therapy.”
Volkomen terechte nuancering die je maakt hoor; ik wilde met die reactie ook helemaal niet het tegendeel beweren. Sterker nog, egoïsme enerzijds en samenwerking en empathie anderzijds zijn vaak helemaal niet tegengesteld, maar juist complementair aan elkaar. Een individu staat ook sterker met een grote familie en/of vriendengroep en een firma verdient simpelweg meer geld met een tevreden personeelsbestand dan één dat ze uitzuigt. Dat is ook wat me juist zo stoort een de eenzijdige beeldvorming van deelnemer, die de hele huidige maatschappij ziet als een verzameling machtsspelletjes met binaire uitkomsten.quote:Op vrijdag 29 november 2019 20:54 schreef Tomatenboer het volgende:
Samenwerking en empathie bleek uiteindelijk voor de grote groep een veel belangrijkere rol te spelen in het voortbestaan van diersoorten.
Dit geldt voor mensen net zo en onze samenlevingen.
Dat is niet waar.quote:Op zaterdag 30 november 2019 12:05 schreef nostra het volgende:
Dus inderdaad, voor de samenleving als geheel zijn samenwerking en empathie ook belangrijke factoren, waarbij die samenleving zelf zoekt naar het voor haar geschikte optimum.
Dat hoeven individuen ook niet bewust te doen. Dat doet een wolf in een roedel ook niet.quote:Op zaterdag 30 november 2019 14:58 schreef Papierversnipperaar het volgende:
Dat is niet waar.
De samenleving bestaat uit individuen en organisaties met verschillende belangen en verschillende machtsposities. Daarnaast is er geen individu die objectief beoordeeld wat het optimum is en hoe en of dat bereikt word.
Dan zijn we nog nooit buiten dat impliciete optimum geweest, noch zullen we er ooit uit kunnen treden (en zonder er ooit iets van te kunnen begrijpen). Een dooddoener dus.quote:Op zaterdag 30 november 2019 17:46 schreef nostra het volgende:
[..]
Dat hoeven individuen ook niet bewust te doen. Dat doet een wolf in een roedel ook niet.
De wolf was uitgestorven in Nederland, weet je nog?quote:Op zaterdag 30 november 2019 17:46 schreef nostra het volgende:
[..]
Dat hoeven individuen ook niet bewust te doen. Dat doet een wolf in een roedel ook niet.
twitter:kees_bosch twitterde op donderdag 28-11-2019 om 12:11:03 ?@ewaldeng? interviewde joseph stiglitz en vertelt daar mooi over in https://t.co/giHnZ71S8Y https://t.co/iHvK07Kcir reageer retweet
quote:Ewald Engelen: Rebel in maatpak (over zijn interview met Joseph Stiglitz)
[...]
De politieke strijd van Stiglitz is in de eerste plaats vooral een ideeënstrijd. Het eerste deel van "Winst voor iedereen" laat zich lezen als een frontale aanval op het neoliberalisme van Friedman en consorten. Zo heet het in de inleiding over de neoliberale theorie dat groei meer marktwerking vereist: ‘Helaas heeft deze theorie de afgelopen veertig jaar in ons land veel invloed gehad. Het is de gedachte dat de economie het beste presteert als alles zoveel mogelijk aan ongebreidelde marktwerking wordt overgelaten.’
Om vervolgens uit te wijden over de middelen die voorstanders van deze theorie hebben gebruikt om burgers van de juistheid ervan te overtuigen: je stopt simpelweg met spreken over armoede en ongelijkheid, schrapt woorden als macht en uitbuiting uit je vocabulaire, en hebt het uitsluitend nog over het grote belang van marktconcurrentie en de inefficiëntie van overheden. ‘Pak er maar eens een standaard leerboek over economie bij. Het woord concurrentie kom je op elke pagina tegen, het woord macht op maar een of twee. De term uitbuiting komt er vermoedelijk helemaal niet in voor, daar hebben nette economen het allang niet meer over.’
Tientallen pagina’s wijdt Stiglitz aan zijn weerlegging van de neoliberale dogmatiek binnen de economische wetenschap. Hij wijst op haar medeplichtigheid bij het optuigen en legitimeren van een mondiaal economisch systeem dat mens, dier en planeet meedogenloos uitbuit.
Het is exact dezelfde strijd die Keynes voerde. Beiden kantten zich fel tegen de economische orthodoxie van hun tijd, die ongeacht de specifieke sociale en economische ontwikkelingen telkens opnieuw hetzelfde pleidooi hield voor een kleine overheid, hard geld, de prioritering van inflatiebestrijding boven werkloosheidsbestrijding, de maximalisatie van aandeelhouderswaarde als hoogste doel van de onderneming, en meer marktwerking en concurrentie, omdat dat de belangrijkste motor achter technologische innovatie en economische groei zou zijn.
In het geval van Keynes was de strijd er een met de klassieke fantoomliberalen van na de Eerste Wereldoorlog die het welvaartstrucje van eerder wilden herhalen. In het geval van Stiglitz is de strijd er een met de neoliberalen van de jaren zestig die, onder leiding van Friedman en Friedrich Hayek, de keynesiaanse crisis van de jaren zeventig met succes hadden aangrepen om hun radicale marktagenda te realiseren.
Tijdens het gesprek dat ik met hem heb in het Amsterdamse Ambassadehotel, een paar dagen na de Nederlandse boekpresentatie bij het John Adams Institute, vertelt hij geanimeerd over de debatten die hij in de jaren zeventig en tachtig met Friedman voerde. ‘Economische ideeën doen ertoe’, zegt hij. ‘Zij hebben het politieke debat van de laatste vijftig jaar in hoge mate mede bepaald. De ironie wil dat juist op het moment dat de neoliberale doctrines van Friedman politiek opgang maakten, het onderliggende theoretische model van mens, bedrijf, markt en economie aan de meeste prestigieuze economiefaculteiten van de Verenigde Staten werden verworpen. Markten waren niet efficiënt, niet machtsvrij, individuen waren niet rationeel, niet volledig geïnformeerd, en economieën neigen niet uit zichzelf naar maatschappelijk wenselijke evenwichtstoestanden.
Mijn eigen werk uit de vroege jaren zeventig over de rol van informatieverschillen op financiële markten liet duidelijk zien dat markten niet efficiënt waren. In het midden van de jaren zeventig bewees ik dat het maximaliseren van aandeelhouderswaarde, anders dan de friedmanianen beweerden, juist niet tot een maatschappelijk optimale uitkomst leidde. En in het midden van de jaren tachtig toonde ik aan dat privatiseren maatschappelijk niet optimaal was, maar grote uitbuitingsmogelijkheden creëerde voor bestuurders. En ik was niet de enige. Speltheoretici onderzochten de invloed van machtsverschillen op marktuitkomsten. En de gedragseconomie, die sinds de crisis van 2008 zo’n grote vlucht heeft genomen omdat ze wijst op de irrationaliteit van menselijke keuzes, wortelt in het baanbrekende werk van Kahneman en Tversky uit de vroege jaren zeventig.
Ik ben altijd van mening geweest dat Friedman, ook al ontleende hij zijn publieke invloed aan het degelijke economische werk dat hij in de jaren vijftig had gedaan, vanaf het midden van de jaren zestig steeds meer een polemist en ideoloog was geworden die zich niet meer zoveel gelegen liet liggen aan de theoretische economie en zich ook niet meer hield aan de wetenschappelijke mores van hypothese, bewijs en weerlegging. Ik heb meerdere malen met hem gesproken in die jaren. Onder meer over mijn bewijs dat markten niet efficiënt zijn. Het waren wonderlijke sessies; hij kon mijn bewijsvoering volgen, kon haar niet weerleggen, maar was desalniettemin niet in staat mijn conclusies te accepteren. Hij bleef maar herhalen dat markten efficiënt moesten zijn, als in een liturgie. Ik kwam er vandaan met de overtuiging dat de man een gelovige was geworden, niet langer een wetenschapper.’
Dat geldt volgens Stiglitz voor het merendeel van de neoliberale economen. ‘Hun gedachtegoed is oppervlakkig, theoretisch makkelijk te weerleggen, en als je naar de uitkomsten van politieke experimenten met neoliberale ideeën kijkt, overduidelijk verkeerd. Doordruppeleconomie? Onzin! De laffercurve, die stelt dat belastingverlaging tot meer belastinginkomsten leidt? Bullshit! Aandeelhoudersmaximalisatie die ten goede zou komen aan allen? Flauwekul! Wie naar de bewijzen kijkt, is automatisch links. Rechts heeft geen bewijzen. Alle bewijzen zijn van links.’
[...]
Toch wel typisch. Onder leiding van de neoliberaal Rutte is de Nederlandse economie een van de meest concurrerende maar ondertussen hebben gehandicapten het dus steeds moeilijker, is het aantal daklozen verdubbeld, staan er rijen voor de voedselbanken, stagneren de lonen van de werkenden en staan leraren, politie en zorgpersoneel steeds meer onder druk.quote:Belangenbehartigers: positie van mensen met een beperking verslechterd
De positie van mensen met een beperking is niet beter geworden sinds Nederland zich verbond aan het VN-verdrag Handicap. Dat stelt de Alliantie VN-verdrag in een schaduwrapportage. Het is de afgelopen drie jaar juist moeilijker geworden om volwaardig mee te doen in de maatschappij.
Volgens de Alliantie stijgt de werkloosheid onder mensen met een beperking en ook hebben meer van hen te maken met armoede. Er is een tekort aan betaalbare aangepaste woningen en er is een groeiend aantal kinderen dat vanwege hun beperking is uitgesloten van het reguliere schoolsysteem.
In de Alliantie zijn vijf belangenbehartigers verbonden voor mensen met een fysieke, psychische of geestelijke beperking. De schaduwrapportage is gebaseerd op de ervaringen van mensen met een beperking en op bronnenonderzoek. De bevindingen worden aangeboden aan het VN-mensenrechtencomité in Genève.
Twee miljoen mensen
Het VN-verdrag Handicap trad op 14 juli 2016 in Nederland in werking. Doel ervan is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. Er moet gestreefd worden naar zoveel mogelijke zelfstandigheid van mensen met een handicap. Daarnaast moet geprobeerd worden om de drempel zo laag mogelijk te maken om ze mee te laten doen in de samenleving. In ons land zijn zo'n 2 miljoen mensen met een beperking.
De Alliantie VN-verdrag vindt dat er veel te vrijblijvend met de afspraken wordt omgegaan en wijt de verslechtering aan de decentralisatie van zorg. Zonder duidelijke afspraken zijn de verplichtingen uit het verdrag bij gemeenten komen te liggen. Mensen met een beperking krijgen in veel gevallen moeizaam toegang tot zorg en ondersteuning en de overheid legt geen sancties op als mensen met een beperking toch uitgesloten worden.
Sinds het VN-verdrag zijn er twee wetten aangenomen. Een moet de gelijke behandeling van mensen met een handicap of chronische ziekte garanderen. Ook is de Kieswet gewijzigd. Sinds 1 januari van dit jaar moeten stemlokalen voor iedereen toegankelijk zijn.
NOS
.quote:De effectieve belastingdruk voor bedrijven is de laatste tien jaar met een kwart gedaald. Dit terwijl de bedrijfswinsten in 2018 opnieuw een recordniveau aantikten, tien procent hoger dan het vorige record in 2017. Er was meer te belasten, het gebeurde minder.
https://www.groene.nl/artikel/malieveld-model
Erfpacht is dan ook inefficiënt, willekeurig en overbodig voor doelmatige belasting.quote:Op donderdag 5 december 2019 10:55 schreef Klopkoek het volgende:
VVD wil een wet maken om erfpacht te verbieden. De gore mongolen.
Het wantrouwen en de behoefte om altijd zo hard mogelijk te straffen, is slechts een aspect van machtsspel.quote:Als gesprekken over integere politici in feite over de nationale integriteit gaan
[...]
Het ging om een debatverslag uit december 1995 met Kamerlid en toenmalig coalitiegenoot Saskia Noorman-Den Uyl (PvdA). Linschoten wilde hard optreden tegen mensen die een kleine fout begingen, en Noorman-Den Uyl vroeg hem naar het voorbeeld van iemand die zijn baan verliest omdat hij 25 euro leent en vergeet een briefje achter te laten.
Linschoten vond dit voldoende „verwijtbaar” – „de hoogte van het bedrag is niet relevant” – om zijn uitkering te korten.
Zo is dit land dus al 25 jaar bereid de zwaarste sancties voor de futielste vergrijpen op te leggen.
Noormans vader, PvdA-leider Joop den Uyl, verzette zich hier in de jaren zeventig tegen, in fameuze debatten met VVD-voorman Wiegel. Wiegel won. Zijn argument – dat je de verzorgingsstaat ondermijnt als je misbruik ongemoeid laat – werd in de jaren negentig ook gemeengoed in de PvdA.
En zoals dat gaat: daarna zwenkte het debat verder naar rechts. In 1998 klaagde het extreemrechtse Kamerlid Elshout (CD) over „massale fraude van minderheden”. En toezichthouders, zoals de Rekenkamer in 2000, rapporteerden dat uitkeringsfraude te weinig werd aangepakt.
Dus in 2003, kort na de zege van Fortuyn, gelastte de jonge staatssecretaris Mark Rutte (Sociale Zaken, VVD) gemeenten specifiek onderzoek te doen naar uitkeringsfraude onder Somaliërs; later veroordeelde de rechter dit als aanzetten tot discriminatie.
Nadat Wilders zich in 2004 afsplitste van de VVD, werd de toon giftiger. De PVV eiste in 2007 levenslange stopzetting van een uitkering na fraude. VVD en PVV vroegen dat jaar samen in de Kamer zo nodig „etnische achtergrond” te betrekken bij fraudeonderzoek.
Dus je had politici die zich de laatste maanden keerden tegen etnisch profileren van de Belastingdienst in de toeslagenzaak. Maar feit is dat de grootste twee partijen van de huidige Kamer dit twaalf jaar geleden al bepleitten.
En in 2011, tijdens Rutte I, de gedoogcoalitie met de PVV, voerde staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken, VVD) de strengheid verder op. Wie misbruik van een uitkering maakte moest verdubbeld terugbetalen. Ook toeslagen voor bijvoorbeeld kinderopvang. Als burgers te laat of bij vergissing verkeerde informatie verstrekten, volgden „sancties”.
De toeslagenaffaire zat ook hierin aangekondigd: het gemak waarmee hoogopgeleide politici aan gewone burgers onredelijke eisen oplegden, en daarbij hun zelfredzaamheid overschatten – zodat ze door toedoen van de overheid ook in de schulden werden gedrukt.
En het ontluisterende was: intussen bleef al die jaren ongewis of de uitkeringsfraude ook groeide. In 1995 kon het WODC van het ministerie van Justitie daar „geen betrouwbare uitspraken” over doen. In 1999 schreef Sociale Zaken hetzelfde. Soms meldde een bewindspersoon daarna een stijging, dan weer een daling. Zo bleef het diffuus, tot en met dit jaar.
Het maakte in zoverre niet meer uit dat ook de linkse partijen, GroenLinks uitgezonderd, strenger werden. In 2004 keerde Jan Marijnissen (SP) zich tegen „het tillen van de sociale kassen”, hoe „moeilijk” mensen het financieel ook hadden. In 2009 klaagde Karabulut (SP) dat misbruik beneden de 6.000 euro niet vervolgd werd. In 2010 toonde toenmalig Kamerlid Hans Spekman (PvdA) „begrip” voor weerstand tegen alle controle. „Maar wij moeten doorzetten.”
Evengoed was het dezelfde Spekman die de contouren van de toeslagenaffaire al in 2010 schetste toen hij sprak van een „toeslagenfabriek” waardoor „administratief onbekwamen” door de overheid werden gedwongen „grote schulden” te maken.
Maar toen in 2013 de Bulgarenfraude uitbrak, waarbij Bulgaren zorgtoeslagen in hun vaderland pinden, riep ook de PvdA in de Kamer op tot „een drastische aanpak”. Het was, achteraf, voor de Belastingdienst een extra motivatie om mensen met toeslagen als potentiële fraudeur te benaderen.
Ziehier de politiek van Nederland: over vrijwel de volle breedte zijn de vaak zwakste burgers decennia als verdachte behandeld, ook al was er geen bewijs voor structurele groei van uitkeringsfraude.
Dus de politiek én de kiezer mogen best eens naar zichzelf kijken.
Natuurlijk kunnen we het hebben over de integriteit van politici, dat is goed voor ze. Zeker voor VVD’ers als Dijkhoff, die de schappelijke behandeling kregen die zoveel mensen met een uitkering moesten missen. Maar ook de VVD als partij: haar verscherpte retoriek bracht wel veel controle maar verder weinig goeds.
Een houding die sinds begin deze eeuw vaak is gesteund door links, en verergerde door de PVV.
En je kunt dit die partijen verwijten, maar het echte onderwerp is natuurlijk groter. Dit gaat niet alleen over politieke integriteit, dit gaat over nationale integriteit. Dit gaat over massa’s kiezers van bijna alle politieke gezindten die van politici eisten dat onschuldige mensen op geen enkele schappelijkheid konden rekenen.
Dus er verandert pas iets als het land, niet alleen de politiek, in staat is dit debat op te tillen naar iets hogers. Naar een gesprek over het onvermogen mensen op hun woord te geloven. Over de behoefte altijd naar De Ander te wijzen. Over vertrouwen dat je pas krijgt als je het kunt geven.
quote:Paul Verhaeghe, hoogleraar psychologie: 'We kweken psychiatrische patiënten bij de vleet'
Bijgewerkt op 03/12/19 om 16:25
Bron : Knack
'Psychiaters en psychologen moeten pleiten voor structurele maatschappelijke hervormingen', schrijft de Gentse hoogleraar psychologie Paul Verhaeghe in zijn nieuwe essay Over normaliteit en andere afwijkingen. Hij ziet met lede ogen aan hoe almaar meer kinderen en volwassenen met psychologische problemen kampen, terwijl de onderliggende oorzaken ongemoeid worden gelaten.
quote:Een van de vragen die aan het begin van het essay worden opgeworpen, luidt: is er een uitweg uit die pathologiserende trend?
Verhaeghe: Eerst dit: het is niet omdat ik het huidige diagnostische systeem in twijfel trek, dat ik ontken dat er problemen zijn. Wel integendeel, er zijn hoe langer hoe meer kinderen met ernstige moeilijkheden. Maar dan moet je je afvragen hoe het komt dat in zo'n korte tijd zo veel mensen - kinderen en volwassenen - met psychologische of psychiatrische aandoeningen te kampen hebben. Ook het aantal langdurig zieken in België rijst de pan uit, net als de groep mensen met een burn-out. Dat betekent dat er maatschappelijk iets grondig fout loopt. En dan vind ik dat de hedendaagse psychiatrie en de klinische psychologie hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De klassieke geneeskunde heeft in de voorbije eeuw enorme vooruitgang geboekt dankzij maatregelen zoals vaccinaties en collectieve gezondheidszorg. De levensverwachting is daardoor spectaculair gestegen. Vandaag zouden de klinische psychologie en de psychiatrie ook moeten pleiten voor structurele hervormingen, om mensen mentaal gezond te houden.
Wat moet er veranderen?
Verhaeghe: Heel veel. Om te beginnen moeten we ophouden met mensen individueel te beschuldigen. Dat gebeurt nu doorlopend. Zelfs goedbedoelende psychiaters, die zeggen dat we ook met wat minder tevreden moeten zijn, doen daaraan mee: ze leggen de oorzaak bij het individu. De samenleving legt die onhaalbare verwachtingen van alle kanten op. Als individu kun je je daar moeilijk tegen verzetten.
Twee concrete gebieden waar we vrij snel zouden kunnen ingrijpen, met op middellange termijn grote baten voor de geestelijke gezondheid, zijn de kinderopvang en onze arbeidsorganisatie. Kleine kinderen ondervinden vaak al stress zodra ze wakker zijn. Wij hebben geen tijd meer voor hen, want wij investeren als samenleving niet in kinderen. Er zijn te weinig crèches, te weinig scholen, te weinig goed opgeleide kleuterjuffen, onderwijzers en leraren. Dan mag het niet verbazen dat zo veel jonge kinderen diagnoses als ADHD of ODD (opstandig gedrag, nvdr) opgespeld krijgen. Medisch-psychiatrische nepdiagnoses, daar niet van, maar dat neemt niet weg dat steeds meer kinderen psychische problemen hebben.
Er zijn heel veel verschillende richtingen binnen de psychologie, maar over één ding zijn ze het eens: de kindertijd is ontzettend belangrijk. Dat betekent voor alle duidelijkheid niet dat moeders opnieuw moeten thuisblijven voor de kinderen, wel dat de samenleving moet zorgen voor voldoende geld, tijd en ruimte om jonge kinderen in een veilige omgeving te laten opgroeien.
En ook de huidige arbeidsorganisatie moet over een heel andere boeg?
Verhaeghe: Het is toch geen toeval dat wij termen als 'citroenloopbaan' gebruiken? België heeft een van de hoogste productiviteitsratio's in Europa, en tegelijk de kortste loopbaan. Er is heus wel een verband. Mensen houden het gewoon niet vol. Ook bij het bestuderen van fenomenen als burn-out moeten we veel meer gaan kijken naar hoe organisaties functioneren. Maar opnieuw kijkt men naar het individu. Is die persoon wel stressbestendig genoeg, moeten we zijn veerkracht niet wat bijspijkeren? Dat is een uitdrukkelijk schuld-inducerende benadering. En ze werkt. Mensen met een burn-out voelen zich doorgaans heel schuldig. Hetzelfde zie je bij mensen met een depressie. Zij hebben ook het gevoel dat ze hebben gefaald.
We gaan kapot aan het ideaalbeeld waaraan we proberen te beantwoorden, schrijft u.
Verhaeghe: Wat vandaag geldt als normaliteit vind ik eigenlijk heel afwijkend - vandaar ook de titel Over normaliteit en andere afwijkingen. Werkelijk alles draait rond werk. We werken ons te pletter en we zijn er trots op. Je identiteit is je professionele identiteit. Dat is iets van de laatste tien à vijftien jaar. Het foute van dat dwingende, op neoliberale leest geschoeide ideaalbeeld, is dat alles altijd moet blijven groeien: de economie moet groeien, wij moeten groeien. Er is een soort collectieve waanzin om steeds meer, harder en beter te doen. En dan brand je op. In die zin is de term 'burn-out' niet slecht gekozen.
De nieuwe aandoeningen, die epidemische proporties aannemen, zijn stuk voor stuk stressaandoeningen. Veel mensen hebben dat ook wel door, maar het is moeilijk om eraan te ontsnappen. Hard werken is een pensée unique geworden, en het is lastig om met een alternatief voor de dag te komen. De enige oplossing die we kunnen bedenken, is niet langer vijf maar vier dagen per week werken. Maar dan blijkt dat mensen dan vaak nóg harder werken om die verloren vijfde dag in te halen.
https://www.vrt.be/vrtnws(...)g-van-de-democraten/quote:Historicus Thomas Frank over bedrog van de Democraten: "Clinton en Obama vergaten gewone werkmens"
De Democraten willen graag het Witte Huis heroveren op 3 november 2020. Kunnen ze Donald Trump van een tweede ambtstermijn afhouden? Wat liep er eigenlijk fout in 2016? Waarom verloren de Democraten toen zo'n flink deel van hun achterban aan Donald Trump? Wat moeten ze doen om hen terug te winnen? Welke valkuilen moeten ze vermijden? Björn Soenens, onze man in Amerika, duikt in de geschiedenis. Hij kreeg daarbij de hulp van Thomas Frank, historicus en schrijver, een man die bijna alles weet van de Democraten. Lees hieronder verder of beluister de podcast.
Björn Soenens
Amerikacorrespondent van VRT NWS. Hij woont in Brooklyn, New York City. | Voor meer van Björn Soenens, klik hier.
Björn Soenens
za 07 dec 10:32
De derde weg socialisten. Hun verwaarlozing van de gewone man is een afgezwakte vorm de radicale volksverlakkerij van rechts in de VS. In een twee-partijen systeem zal iedere partij zijn standpunten zo kiezen dat ze een maximale kiezersgroep naar zich toetrekken. Iets linkser dan rechts dekt de hele linker vleugel af. Iets linkser dan rechts is in de VS erg rechts. Electorale logica betekent dat politiek vaak sterk afwijkt van wat de kern van hun achterban wil.quote:Op dinsdag 10 december 2019 15:52 schreef zakjapannertje het volgende:
[..]
https://www.vrt.be/vrtnws(...)g-van-de-democraten/
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |