abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 03:19:31 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_188780633
Etapa 11: Saint-Palais - Urdax-Dantxarinea, 180 km

Een tijdrit is altijd slecht materiaal voor een uitgebreide nabeschouwing. Zeker de tijdrit van gisteren, want de koers zit er na gisteren misschien wel op. Het technische parcours bleek perfect te zijn voor Primoz Roglic, hij schroeide iedereen naar huis. Alleen Paddy Bevin en Remi Cavagna bleven enigszins in de buurt, maar die zijn voor het klassement niet interessant. De mannen die voor het klassement wel interessant zijn verloren allemaal gigantisch veel tijd. Tadej Pogacar deed het van die jongens nog het beste, maar hij moest al anderhalve minuut toegeven. Valverde verloor nog een paar seconden meer, Lopez werd op de finish bijgehaald door Roglic en verliest derhalve twee minuten. Quintana kende helemaal een rampzalige dag, hij verloor meer dan drie minuten. Roglic neemt de leiderstrui over, ook nu is er weer een andere leider. De kans is aanwezig dat hij de leiding wel wat langer vast gaat houden dan een dag, al weet je dat deze Vuelta maar nooit. Valverde volgt op bijna twee minuten, Lopez op twee minuten en een beetje en Quintana staat op drie minuten. Pogacar volgt op 3:05 en de rest is helemaal niet meer relevant. De Vuelta is misschien wel voorbij, want waar gaat de rest zoveel tijd goedmaken op Roglic? Het kan natuurlijk wel, Madrid is nog ver. Astana en Movistar zijn natuurlijk ook wel bij uitstek de ploegen die nog met een slinks plan kunnen komen, daar moeten we dan maar op hopen. Linksom of rechtsom een unieke prestatie van Roglic, hij wint weer een rit in een grote ronde. Begint ondertussen een bijzondere statistiek te worden, in iedere grote ronde die hij tot nu toe heeft gereden wist hij een rit te winnen. Vijf grote rondes, zes etappes. Nu lijkt hij bovendien op weg naar de eerste eindwinst, maar ergens halverwege de Giro dachten we dat ook. Het was verder geen al te spectaculaire tijdrit. Gelukkig bleef bijna iedereen op z'n fiets zitten, alleen Edward Theuns vond het nodig om op z'n bek te gaan. Hij weet nog niet of hij verder kan gaan, maar daar komen we vanzelf achter als het peloton een dag door Euskal Herria mag rijden. Een fantastische dag, nu al. Ik heb er zin in.




We bevinden ons de dag na de tijdrit nog steeds op Frans grondgebied. De renners vertrekken vanuit Saint-Palais, een klein dorpje met 1800 inwoners in het departement Pyrénées-Atlantiques. Saint-Palais ligt in Frans-Baskenland, dus heeft de plaats ook een Baskische naam: Donapaleu. Vroeger lag Saint-Palais in het hart van het Koninkrijk Navarra, dankzij Hendrik II is het zelfs een aantal jaar de hoofdstad van dit koninkrijk geweest. Tegenwoordig ligt Saint-Palais alleen nog maar in het hard van Frans-Baskenland, in de driehoek tussen Bayonne, Dax en de stad die niet bestaat. In Saint-Palais passeren jaarlijks veel mensen, hier komen namelijk drie van de belangrijkste routes richting Santiago de Compostela samen. De moderne route van de Via Podiensis loopt bijvoorbeeld dwars door deze plaats, wat voor het nodige toerisme en een flinke aantal pelgrims zorgt. Daarom vinden we in de buurt van het lokale stadhuis, dat er best mooi uitziet, een flink aantal barretjes en restaurants. Tegenover het stadhuis vinden we dan weer de lokale VVV, gevestigd in een pand dat symbool staat voor deze streek. Witgeschilderd, met voor ieder raam rode luiken. Als je in een van de restaurants hier gaat eten moet je de lokale specialiteit zeker proberen, ze hebben hier zo'n hekel aan duiven dat ze geflambeerd geserveerd worden. Saint-Palais ligt ingesloten tussen twee rivier, de Bidouze en de Joyeuse. Dat lijkt verder niet heel relevant te zijn, maar het wordt overal benoemd dus dan zal het toch wel belangrijk zijn. In het centrum van Saint-Palais vinden we enkele bewijzen dat dit vroeger inderdaad een belangrijke stad was, zo is de oude verblijftplaats van de koning nog te bewonderen. Daarnaast is er het adellijke huis van Erdoy-Oyhenart en een oud gebouwtje waar men vroeger muntgeld maakte. Ook staan er een paar kerken in dit dorpje, ontkom je niet aan als je aan de weg naar Santiago de Compostela ligt. Van start gaan de renners in de buurt van het lokale sportcomplex, waar men vooral aan rugby doet. Toch zijn de Baskische invloeden ook nooit ver weg, pelota is hier naar het schijnt ook enorm populair. In de zomer wordt er iedere week een toernooi georganiseerd, de versie van het spel dat men dan speelt heet Joko Garbi. Geen idee wat dat inhoudt, maar toch gaaf. De zomer is sowieso een prima tijd om af te zakken richting Donapaleu, in augustus houden ze hier ook ieder jaar het festival de la fuerza vasca, een soort van sterkste man ter wereld. Met commentaar van de Baskische variant van Koert Westerman zie je dan mensen met een txapela op hun kop een boomstam doormidden zagen of met een zandzak op hun nek over straat lopen. Moet je meemaken. Cultureel dorpje, niks mis mee.



Saint-Palais is tevens de geboorteplaats van Pierre Cazaux, de voormalig prof die als een van de weinige Franse Basken ooit actief was voor Euskaltel-Euskadi. Cazaux bleef niet lang hangen in Saint-Palais, hij vertrok al snel naar Ustariz. De renners blijven ook niet lang in dit dorpje, er wordt na een tocht door het centrum vrij snel koers gezet richting het zuiden. Voor één renner in het huidige peloton zal het een bijzondere start zijn, de enige Franse Bask in het Vueltapeloton bevindt zich op een kilometer of 15 van zijn geboortegrond. Cyril Barthe, renner van Euskadi-Murias, komt uit Sauveterre-de-Béarn en dat is hier vrij dichtbij. Helaas voor hem zullen we niet richting zijn voormalige woonplaats rijden, maar familie en vrienden zullen waarschijnlijk wel naar Saint-Palais afreizen. Als de rit officieel begint buiten Saint-Palais bevinden de renners zich meteen op geaccidenteerd terrein. In de eerste kilometer van de rit is het nog behoorlijk vlak, terwijl de renners over een bochtige weg door een bos rijden. Na deze kilometer volgt er een stuk vals plat omhoog van drie kilometer richting Lohitzun-Oyhercq. Aan iets van 2% gemiddeld rijden we over een bochtige maar redelijk brede weg richting dit dorpje, buiten het dorp rijden we nog eens zes kilometer verder aan 3% gemiddeld richting Ainharp. Toch zegt dat gemiddelde niet veel, het gaat vrij onregelmatig omhoog. Voorbij Lohitzun-Oyhercq komen de renners op een smallere weg terecht, nu heb ik pas echt het Baskische gevoel te pakken. Deze bochtige weg, die naar Ainharp leidt, kent enkele steile stroken. Tussendoor is het een paar keer vlak, daarom kom je dus op zo'n laag gemiddelde uit. Toch wel een lekkere strook voor de vluchters van de dag, hier kunnen wel wat sterke jongens wegrijden. Als de renners bijna boven zijn op deze klim hebben ze een fantastisch uitzicht over de omgeving, ook het Franse gedeelte van het Baskenland is een buitengewoon geweldige streek. Na de klim gaat het zeven kilometer naar beneden over een weg die wel wat breder is, maar nog steeds vrij bochtig. De eerste vier kilometer stelt deze afdaling niets voor, maar het laatste stuk is toch wat technischer. Aan het eind van de afdaling komen de renners na 17 kilometer uit in Viodos-Abense-de-Bas, waar de lokale kerk het predikaat opvallend mag dragen.



De laatste meters voor Viodos-Abense-de-Bas rijden de renners over een smallere weg. Eenmaal in het dorp wordt het vrij bochtig, maar na een rotonde buiten het dorp gaat het wat langer rechtdoor over een bredere weg. We rijden naar Chératue en rijden daarna verder naar Hoquy. Tijdens dit stuk van drie kilometer is het vrij recht, terwijl de weg een beetje vals plat omhoog loopt. In Hoquy wordt de weg wat bochtiger, maar het is hier zo breed dat het voor de renners alsnog aangenaam fietsen zal zijn. Al loopt het dus wel omhoog, iets wat het voorbij Hoquy ook nog een kilometer blijft doen. Daarna gaat het een kilometer naar benede, zonder onoverkomelijke bochten. Na een vlakke fase van een kilometer of drie moet er vervolgens opnieuw geklommen worden, richting Barcus gaat het vier kilometer omhoog aan 5%. Een stevig klimmetje, zeker omdat het op sommige punten een stuk steiler omhoog lijkt te gaan. Eenmaal boven op dit klimmetje gaat het twee kilometer naar beneden, tot in Barcus. Dit is een vrij listige afdaling, want de renners komen onderweg een paar vervelende bochten tegen. Gelukkig maar dat het niet lang duurt, na 30 kilometer koers komen ze uit in Barcus. In het Baskisch noemen we dit dorp Barkoxe, wat natuurlijk ook gewoon een megagave naam is. Barkoxe ligt in de Baskische provincie Soule, daar we bevinden we ons nu al een aantal kilometer. We begonnen in Neder-Navarra en later op de dag gaan we ook nog naar Labourd, alle Frans-Baskische provincies komen aan de beurt. In Barkoxe volgt er een scherpe en linke bocht naar rechts, waarna we over een smallere weg het dorp richting het zuiden verlaten.



Buiten Barcus rijden de renners zeven kilometer over een licht glooiende weg. Het is relatief vlak, maar halverwege gaat het toch nog een keer een halve kilometer wat steviger omhoog. Er wordt over een bochtige weg gereden, dwars door het bos. Soms wordt het bos onderbroken door een paar lappen landbouwgrond, met de bijbehorende boerderijen. Aan het eind van deze strook door het rurale gedeelte van Frans-Baskenland volgt er een ongecategoriseerde beklimming van twee kilometer. De renners bedwingen de Harpazkete, in de komende twee kilometer gaat het aan 7% gemiddeld omhoog met uitschieters dik boven de 10%. Dat begint al meer op een Baskische klim te lijken, de weg omhoog is ook nog eens een smal geitenpad. Het is ook een vrij bochtig klimmetje, omdat het tijdens een van die bochten naar beneden gaat is het gemiddelde van de klim dus eigenlijk nog wat hoger. Eenmaal boven volgt er een korte afdaling van iets meer dan een kilometer richting Lanne-en-Barétous, met onderweg een paar lastige bochten. Twee haarspeldbochtjes na elkaar met zo'n smalle weg is nooit een feest. Als we uitkomen in Lanne-et-Barétous slaan de renners rechtsaf, waarna ze over een bredere weg verder gaan fietsen richting Montory. Na een rotonde aan de rand van het dorp gaat het een kilometer of vijf vooral rechtdoor richting Montory, terwijl de weg in het begin vlak is. Dat duurt niet lang, na een tijd begint de weg weer wat vals plat omhoog te lopen. Heel veel indruk maakt dat niet, maar we pakken toch weer honderd hoogtemeters mee. Na dit stuk omhoog van een kilometer of drie gaat het anderhalve kilometer tot in Montory, waarna het buiten dit dorp een paar kilometer écht vlak zal zijn. Vijf kilometer na Montory komen we uit in Tardets-Sorholus, we hebben in de tussentijd weinig meegemaakt. Een vlakke en brede weg door een groen landschap, zonder gekke fratsen. Tardets-Sorholus is weer zo'n typisch klein Frans-Baskisch dorpje, met de witte huisjes en de rode luikjes. Er wonen hier 500 mensen, wat in vergelijking met andere dorpjes in de omgeving nog best veel is. Het is zeker niet het meest dichtbevolkte deel van Frankrijk, zeg ik met gevoel voor understatement. Wel een leuk dorpje hoor, na een smalle passage in het centrum rijden de renners over het dorpsplein, dat mag er zijn.



Voorbij het gezellige dorpsplein is het nog even smal, maar buiten Atharratze-Sorholüze, zoals het in het Baskisch heet, wordt de weg weer breed. Het gaat kort een kilometer een beetje omhoog, maar al snel wordt het weer vlak als we via Trois-Villes richting Gotein-Libarrenx. In dit stuk van iets minder dan tien kilometer is het vooral vrij recht en vrij vlak, terwijl we langs de akkers rijden. Af en toe komen we in het midden van de weg wat vluchtheuvels tegen, verder is het voorlopig eenvoudig fietsen. Een klein beetje hoogteverschil, maar dat stelt niets voor in vergelijking met datgene wat straks komen gaat. Voorbij Gotein-Libarrenx gaat het nog eens drie kilometer voornamelijk rechtdoor over een vlakke weg, daarna slaan we op het industrieterrein van Mauléon-Licharre linksaf. We steken de rivier de Saison over en na nog wat bochten en een rotonde rijden we een paar kilometer langs de andere kant van de rivier verder. Het blijft dus nog even vlak, zo aan de oevers van dit beekje. Al is vlak nooit helemaal vlak, zo gaat het in het dorpje Garindein toch nog even kort vrij pittig omhoog. Toch mag ik wel stellen dat het over het algemeen vijf kilometer zo goed als vlak is, waarna de weg wat stelselmatiger omhoog begint te lopen. We rijden richting Musculdy, waar de voet van de eerste gecategoriseerde klim van de dag ligt. Als we Musculdy binnenrijden gaat het direct stevig omhoog, de Col d'Osquich is onmiskenbaar begonnen. De komende vijf kilometer zal het aan 6% gemiddeld omhoog gaan. Deze beklimming van de derde categorie begint met een strook aan 6,5%. Daarna volgt er buiten Muskildi zelfs een kilometer aan 8%, straffe kost. Na nog een kilometer aan 7% wordt de klim wat makkelijker, richting de top gaat het nog maar aan 4 à 5% omhoog. Na 77 kilometer komen we boven op deze Col d'Osquich, een klim die niet echt bij het Frans-Baskenland past. Het probleem van de meeste beklimmingen hier is dat de weg vrij smal is, maar daar heeft deze klim geen last van. Een prachtige, brede weg, helemaal tot boven. De Oxkixeko lepoa, om het maar weer even Baskisch te houden, is in het verleden twee keer opgenomen in de Tour, wat nog best een prestatie is aangezien de ASO altijd z'n best doet om deze fantastische streek te vermijden.




De afdaling van de Col d'Osquich leidt over een prachtige brede weg door een bijzonder fraai gebied. De vergezichten zijn uitstekend, kan bijna niet beter. De afdaling zelf is ook prima te doen, al worden de weghelften in de buurt van een kruising een keer gesplitst. Op dat feit na gaat het verder vrij gemoedelijk naar beneden, zonder scherpe of onoverzichtelijke bochten. Na een afdaling van vijf kilometer, met tussendoor twee stukken in stijgende lijn, komen we uit in Saint-Just-Ibarre. De passage in dit dorpje is vrij bochtig, maar daarna mogen de renners wel een kilometer of zes zo goed als rechtdoor rijden over een brede en vlakke weg. Vlak is natuurlijk wel relatief, het blijft het Baskenland. Aan het eind van deze niet al te eneverende weg komen we uit in Larceveau-Arros-Cibits, waar er een bocht naar links volgt. Na deze bocht volgt de bevoorrading, daar zullen de renners ondertussen wel aan toe zijn. De komende zes kilometer gaat het tot in Mongelos vooral rechtdoor, maar vlak zal het niet meer zijn. Na een klein eerste stukje omhoog is het een kilometer vlak, tot er een stuk in stijgende lijn volgt van 2,5 kilometer aan iets van 5% gemiddeld. Voorbij dit klimmetje gaat het twee kilometer licht naar beneden over de gigantische brede weg, langs Mongelos. Even later rijden we Lacarre in en hier gaat het weer een halve kilometer vrij steil omhoog. Voorbij Lacarre blijft de weg vrij glooiend, het gaat een paar keer op en af zonder dat het ooit heel lastig wordt. We komen uit in de buurt van Saint-Jean-le-Vieux, waar het bij een rotonde naar rechts gaat. Na deze rotonde rijden we rechtdoor naar Saint-Jean-Pied-de-Port, de ongekroonde hoofdstad van Frans-Baskenland. Het gaat twee kilometer volledig rechtdoor, in licht dalende lijn. Daarna volgt er een bocht naar links en dan rijden we Saint-Jean-Pied-de-Port binnen, na 104 kilometer. Deze stad is vooral voor wielrenners belangrijk, omdat je vanuit pittoreske plaatsje aan een stuk of vijf verschillende beklimmingen kan beginnen. Daarom zou je verwachten dat de Tour hier met enige regelmaat komt, maar niets is minder waar. De ASO heeft er toch wat moeite mee om de hele reclamekaravaan over alle smalle wegen in de omgeving de sturen, dus moeten we het bijna jaarlijks met mindere alternatieven stellen. De Vuelta kwam hier in 2016 wel langs, toen we naar de Aubisque gingen. Een paar kilometer buiten Saint-Jean-Pied-de-Port begonnen we toentertijd aan de Col d'Inharpu, in een rit die later werd gewonnen door Robert Gesink. Nu gaan we dadelijk op weg naar een andere klim, niet ver van deze stad waar de Camino Francés begint. De populairste weg richting Santiago de Compostela, blijkbaar. Naast wat pittoreske plekjes aan het water beschikt Saint-Jean-Pied-de-Port ook over een citadel, geperfectioneerd door Vauban. In het Baskisch noemen we dat een ziutadela, niet alle Baskische woorden blijken vergezocht te zijn.



De doortocht in het fraaie Saint-Jean-Pied-de-Port is behoorlijk bochtig, bovendien gaat het ook nog een paar keer op en af. Een technische passage dus, iets wat buiten de stad niet snel zal veranderen. Buiten Saint-Jean blijft het bochtig, terwijl het kort achter elkaar drie keer op en af gaat. Onder meer een klimmetje van een halve kilometer aan 6% tussendoor, je maakt genoeg mee in dit deel van de wereld. Na deze korte klimmetjes is het een kilometer of twee vlak, terwijl er nog steeds over een verrassend brede weg gereden wordt. Ik ben aan het wachten op de echte geitenpaden, dit is allemaal veel te makkelijk. Aan het eind van het vlakke stuk volgt er een strook vals plat van iets meer dan twee kilometer, waarna we uitkomen in Irouléguy. Voorbij dit dorpje gaat het in dalende lijn naar Occos, waar de renners een paar lastige bochten tegenkomen. Buiten Occos is het dan weer vlak, waarna we naar de voet van de volgende zware klim van de dag gaan rijden. Drie kilometer en een reeks aan bochten later komen we uit in Saint-Étienne-de-Baïgorry, waar de weg wat smaller wordt. Het blijft hier ook vrij bochtig, maar alleen de laatste bocht is echt lastig. Na die bocht beginnen we aan de beklimming van de Col d'Ispéguy, een klim van de tweede categorie. Volgens de organisatie is deze klim slechts zeven kilometer lang, in de praktijk blijkt ie acht kilometer lang te zijn. Direct na de bocht in Baigorri rijden de renners over een smal bruggetje en daarna gaat het aan 6,5% omhoog. In de volgende kilometer gaat de bochtige klim verder aan 7%, waarna er een wat makkelijkere kilometer aan 6% volgt. We laten de bebouwing achter ons en komen in een steeds mooiere omgeving terecht. De weg is hier eindelijk een keer wat smaller, ik krijg een warm gevoel van binnen. Na een steile kilometer aan 8% gaat de klim verder met een wat vlakkere kilometer, door een vlakke passage komt de volgende kilometer uit aan 4% gemiddeld. In de kilometer daarna begint het weer wat lastiger te worden, het stijgt weer aan bijna 6% gemiddeld. Vervolgens gaat het richting de top aan 8% verder, totdat het in de laatste meters wat afzwakt richting 7%. Na 123 kilometer komen we vervolgens boven op de Col d'Ispéguy, op de grens van Frankrijk en Spanje. Een weinig boeiende grens, aangezien we in het Baskenland blijven. De Izpegi is trouwens een klim die in het verleden wel eens voorkwam in de Tour, maar dan praten we over de jaren '70 en '90. Zoals eerder vermeld durft de ASO het tegenwoordig niet meer aan, wat zonde is aangezien het hier echt fan-tas-tisch is.




Direct na de klim gaat het zes kilometer naar beneden over een goed geasfalteerde maar niet al te brede weg. De andere kant van de klim is zo mogelijk nog bochtiger, het wordt een technische afdaling. Eenmaal in Navarra lijken de uitzichten alleen maar mooier te maken, het is simpelweg een klucht dat deze regio zo genegeerd wordt. De afdaling begint vrij lastig, maar naar het eind wordt het nog wat lastiger. Het begin is open, tijdens het tweede deel rijden we dan weer door een bos waar de bomen de renners het zicht op de volgende bocht soms ontnemen. Na zes kilometer verdwijnen de vele haarspeldbochten uit het zicht en vlakt de afdaling enorm af, het gaat hierna nog drie kilometer in licht dalende lijn verder richting Erratzu. In de smalle straatjes van Erratzu komen we wat bochtjes tegen, maar daarna gaat het nog eens twee kilometer relatief rechtdoor verder over een behoorlijk vlakke weg. We komen uit in Ordoki, waar de voet van de volgende klim ligt. Bij een rotonde slaan we rechtsaf, waarna de Col de Otxondo begint. Een beklimming van 7,6 kilometer aan 4,5% gemiddeld, een beklimming die eigenlijk het Baskenland onwaardig is. Vooral omdat we beginnen met drie kilometer vals plat, het gaat in het begin slechts aan een procent of drie omhoog. De weg is ook nog eens 100 meter breed, flopshow. Het tweede deel van de klim is gelukkig wel wat lastiger, al wordt het nooit enorm moeilijk. Toch pakken we nog drie kilometer aan 6% mee, het is beter dan niets. Tussendoor is het ook nog even aan 5% omhoog gegaan, in de laatste meters voor de top zwakt het dan weer af richting 4%. Na 143 kilometer, op 37 kilometer van de finish, komen we boven op deze beklimming van de derde categorie. Al zijn we eigenlijk een stuk dichter bij de finish.




Na de klim dalen we af richting Dantxarinea en tijdens deze afdaling rijden we langs Urdax, de finishlocatie van vandaag. Toch finishen we niet direc,t we gaan eerst nog een extra rondje rijden. Hoewel we de laatste gecategoriseerde klim van de dag achter de rug hebben is de finale nog niet zo makkelijk, er volgt nog heel wat gehobbel in de heuvels. Voor we aan dat werk beginnen gaat het eerst zeven kilometer vrij stevig naar beneden, de andere kant van de Otxondo is een stuk lastiger. Ondanks de brede weg is dit een venijnige afdaling, de scherpe bochten volgen elkaar in hoog tempo op terwijl er door een donker bos gereden wordt. Het is wel vooral de eerste kilometers lastig, richting het eind wordt de afdaling een stuk makkelijker. De hellingsgraad neemt af en de bomen nemen in aantal af, waardoor de resterende bochten beter in het zicht liggen. Toch komen de renners aan het eind van de afdaling kort achter elkaar nog eens drie lastige bochten tegen, maar daarna rijden ze vrolijk door Telleria. In dit gehucht is het echte dalen gedaan, vervolgens gaat het nog een beetje vals plat naar beneden verder na een kort stuk in stijgende lijn. Na heel wat bochtenwerk wordt de weg plotseling een stuk rechter, het is nu in één rechte lijn toewerken naar Dantxarinea. Deze plaats aan de grens kennen we nog uit 2016, toen kwam hier een rit aan. We rijden vandaag twee keer door dit grensdorpje met meer winkels dan inwoners, maar finishen doen we er niet. Dat gaat iets verderop in Urdax gebeuren, maar dat is van latere zorg. Tijdens de eerste passage in Dantxarinea moeten we nog 28 kilometer afwerken tot de finish. Na wat bochten en rotondes en wegen met hinderlijke steentjes in het midden verlaten we Dantxarinea richting het oosten, direct rijden we Frankrijk in. Terug in het Franse gedeelte van het Baskenland, in Labourd om precies te zijn. We rijden over de grote weg naar Ainhoa, wat op de lijst van Les Plus Beaux Villages de France. Deze lijst bestaat uit meer dan 100 dorpjes, maar toch. Richting Ainhoa gaat het direct na de laatste rotonde in Dantxarinea anderhalve kilometer aan ongeveer 5% omhoog, iets wat precies het verhaal van deze finale zal zijn. Na het klimmetje vlakt het weer af, waarna we even later dwars door het centrum van het schilderachtige Ainhoa rijden. We bevinden ons nu op 25 kilometer van de finish.



De passage in het fraaie Ainhoa is vlak, maar toch lastig. De renners komen een paar wegversmallingen tegen, vluchtheuvels, steentjes en aan het eind van Ainhoa stuiten ze ook nog op een rotonde. Hier gaat het naar links, vervolgens rijden ze kort omhoog richting de volgende bocht naar links. Als deze bocht genomen is blijven we drie kilometer op dezelfde weg. Een brede, maar bochtige weg. Een vlakke weg, met af en toe een stukje in dalende lijn. Aan het eind van deze weg slaan we rechtsaf, waarna we nog eens twee kilometer over een brede en zo goed als vlakke weg gaan rijden. We bevinden ons nu in de buurt van Saint-Pée-sur-Nivelle, daar waar tijdens de Tour van 2018 de tijdrit vertrok. Prachtige tijdrit was dat, geweldig. Voor we echt naar Saint-Pée-sur-Nivelle zouden rijden slaan we een keer linksaf, het gaat nu weer twee kilometer verder over een vrij vlakke weg tot aan de buitenrand van Sare. De weg wordt wel wat bochtiger, maar verder is het nog vrij eenvoudig fietsen. Daar komt na een rotonde aan de rand van Sare verandering in, we gaan bij deze rotonde rechtdoor en daarna loopt de weg meteen omhoog. Het gaat een halve kilometer aan 7% omhoog, toch weer best hinderlijk. Vervolgens rijden we na een bocht naar links in licht dalende lijn het lokale martkplein op, waar we tot de conclusie komen dat Sare best een gezellig centrumpje heeft. Het gaat naar rechts, we duiken tussen een van de gezellige café's en de kerk door, richting een smaller straatje. We dalen nog wat verder en komen dan uit bij een rotonde, waar het naar links gaat. Na deze bocht gaat het twee kilometer verder over dezelfde weg, eerst zal het een kilometer vlak zijn en daarna gaat het aan 3% gemiddeld omhoog. Aan het eind van dit klimmetje slaat het peloton scherp linksaf, waarna er een korte uitloper volgt. Vervolgens gaat het een kilometer rechtdoor tot aan de volgende bocht, nu eentje naar rechts. We bevinden ons nu echt op het terrein van de smalle wegen, ik ben helemaal in m'n hum. Na 500 meter in licht dalende lijn over deze weg gereden te hebben slaan we rechtsaf, waarna het nog twee kilometer fietsen is tot de grens. Richting de grens werken we een bochtig parcours af, in het begin op een overwegend vlakke manier. Vlak voor de grens volgt er een smalle bocht naar rechts en dan gaat het nog een kilometer aardig omhoog aan een procent of vier. Op 11 kilometer van de streep bereiken we Spanje weer, bij het restaurant Venta Berrouet.



Mensen met een uitmuntend geheugen kennen dit restaurant, tijdens de rit in 2016 reden de renners namelijk twee keer langs deze vreetschuur. Nu blijft het bij een passage, een bochtige weliswaar. De renners komen van links en moeten aan de rechterkant langs het gebouw, meteen twee bochten achter elkaar. Voorbij het restaurant rijden ze over terrein dat sommige renners nog zullen kennen van 2016, het parcours is een aantal kilometer hetzelfde. Drie kilometer rijden we over een bochtige en niet al te brede weg naar Zugarramurdi, grotendeels in stijgende lijn. Gemiddeld gezien gaat het de komende drie kilometer aan 3,3% omhoog, maar twee vlakke stroken halen het gemiddelde ernstig naar beneden. Er zitten wat steilere stroken tussen, absoluut geen makkelijke finale. Na een laatste steile knik omhoog komen we uit in Zugarramurdi, waar na 172 kilometer de tussensprint van de dag volgt. Heel laat pas vandaag, op acht kilometer van het eind. Zugarramurdi is vooral bekend vanwege de grotten in de buurt, een gevreesde plaats aangezien vroeger alle heksen uit de omgeving zich hier zouden verzamelen. Dat is althans de legende, in het Baskenland zijn ze niet vies van een stevige sage. De grotten zijn tegenwoordig te bezoeken, naar het schijnt een populaire toeristische attractie. Als je wat meer wil weten over de heksen moet je naar het nabijgelegen Baskische heksenmuseum, Museo de las Brujas. Absolute aanrader natuurlijk.



Na de tussensprint duiken we de nauwe straatjes van Zugarramurdi in, waarna er al snel een bocht naar links volgt. Na deze bocht gaat het kort naar beneden over een weg die weer wat breder is. We rijden nu terug naar Dantxarinea, daar waar in 2016 de finish lag. De afdaling is nu dus hetzelfde, na een kort stukje in stijgende lijn gaat het een kilometer of vier naar beneden tot in Dantxarinea. Een brede weg zonder gek veel bochten, deze afdaling stelt weinig voor. Razendsnel fietsen we naar de finishplaats van 2016, waar er op 3,5 kilometer van het eind een bocht naar rechts volgt bij een rotonde. Na deze bocht volgt er al vrij snel een nieuwe rotonde in het vooral toeristisch ingestelde Dantxarinea. Een paar meter later volgt de derde rotonde, ook hier gaan we weer rechtdoor. Na de vierde rotonde, waar het ook rechtdoor gaat, bevinden we ons bijna op twee kilometer van het eind. We laten na deze laatste rotonde de weg die in tweeën wordt gedeeld door steentjes achter ons en trekken over een bredere weg verder naar Urdax. Deze weg loopt toch nog een beetje vuil vals plat omhoog, tot op iets minder dan een kilometer van het eind zal er tegen 3% geklommen worden. Vlak voor we de laatste kilometer binnenrijden volgt er een bocht naar rechts, waarna het naar beneden gaat. Tot op een meter of 300 gaat het naar beneden, met onderweg een paar bochten. Een vrij technische finale op die manier, ook al zijn de bochten niet per definitie lastig. Als mensen hier risico nemen gaat het al snel mis, zelfs als het niet enorm steil naar beneden gaat. Zeker geen finale voor een pelotonsprint, maar dat gaat er ook niet van komen. In de laatste 300 meter van de rit loopt het weer een meter of 100 wat steiler omhoog, waarna het in de allerlaatste meters echt vlak is. Het blijft wel bochtig, de laatste bocht volgt pas op een meter of 100 van het eind. Geen sinecure.




Toch grappig hoe bepaalde dingen lopen. In 2016 verbaasde ik me ernstig over het feit dat de organisatie de finishplaats Urdax-Dantxarinea noemde, terwijl we aankwamen in Dantxarinea. Nu, drie jaar later, noemt de organisatie de finishplaats opnieuw Urdax-Dantxarinea, terwijl de aankomen in Urdax. De cirkel is rond, zou je kunnen stellen. Dantxarinea was een wat grijze plaats aan de grens, waar alleen maar gierige Fransen komen om goedkoper te tanken, dat idee kreeg ik er een beetje bij. Het Kranenburg van Spanje, zoiets. Meer winkels dan huizen, het was geen idyllische locatie. In het roadbook benoemen ze dat ook doodleuk, trots als een pauw op de meer dan 20 winkels waar je onder meer tabak en sterke drank kan kopen. In Urdax hebben ze hun zaken op dat gebied beter voor elkaar, het is een klein edoch lieflijk dorpje. In het Baskisch spreken we over Urdazubi, gelegen in de autonome regio Nafarroa. In dit dorp, op een kilometer of 80 van Pamplona, wonen ongeveer 350 mensen. Het dorp heeft een slagzin: agua y puente. Water en bruggen, toch wel een slogan die blijft hangen. In de nabije omgeving van het dorp komen we meerdere middeleeuwse stenen bruggen tegen over de rivier Ugarana, dat is niet misselijk. Daarnaast gaan ze hier prat op de traditionele bouwstijl van de huizen, je zou voor minder. In Urdazubi komen we een oud klooster tegen, dat heeft te gelden als de grootste attractie van het dorp. Monasterio de San Salvador, gebouwd in de negende eeuw. Door de jaren heen heeft het klooster verschillende functies gehad, tegenwoordig is het een museum. Je kan er genieten van een grote verzameling kunst, de oude binnenplaats staat bijvoorbeeld vol met allerlei abstracte beelden. Daar zullen de lui die onderweg zijn naar Santiago de Compostela waarschijnlijk niet blij mee zijn, die hadden waarschijnlijk gehoopt op een meer religieuze beleving. Dat is verder wel waar Urdazubi het van moet hebben, het toerisme. Andere toeristische trekpleisters bestaan uit de lokale molen, die een jaar of 400 oud is, en de buiten het dorp gelegen grotten van Ikaburu. Volgens de lokale legendes zouden in deze grotten lamia's hebben gewoond, een soort van vrouwelijke demonen. Daardoor durfde niemand ooit naar deze grotten te gaan, wat dan weer tot gevolg had dat de grotten nu nog steeds goed bewaard zijn gebleven. Elk nadeel heb z'n voordeel. Urdazubi dus, mokervet ouwe!



In het gezellige Saint-Palais wordt het overdag 25 graden, prima temperaturen in het fenomenale Baskenland. Geen kans op regen, wel een beetje een briesje vanuit het noorden. In Urdax zal het ongeveer hetzelfde verhaal zijn, daar wordt het 's middags 24 graden. Ook hier geen kans op regen, al zou het hier dan weer wat harder waaien. Vooral vanuit het noorden, wat zou zorgen voor een redelijk snelle finale. Deze nu al onvergetelijke rit begint om 12:51, vanzelfspreken zijn Eurosport 1 en Sporza er pas om 15:00 bij. We missen dus redelijk wat Baskisch genot, tegen de tijd dat we kunnen inschakelen zijn de renners net bezig met de Col d'Osquich. Ze hebben dan al een kilometer of 80 afgewerkt, er blijft nog 100 kilometer kijkgenot over. Aankomen doen we tussen 17:21 en 17:51, als de organisatie zich deze keer tenminste weer niet misrekent.



In 2016 werd de rit naar Urdax-Dantxarinea een prooi voor de vluchters. Vroeg op de dag reed er een groep van 12 weg met de meest waardeloze namen ooit. Wat te denken van Gatis Smukulis, Romain Cardis en Stom Tamsnijder. Die groep was zo ongevaarlijk dat het peloton het parcours lopend kon afwerken, meer dan 33 minuten na de winnaar kwamen ze pas binnen. Conti bleek uiteindelijk de sterkste en de slimste vooraan, hij reed op tijd weg en de rest zag hem nooit meer terug. Notoire nobuddies als Michael Gogl, Danilo Wyss en Vegard Stake Laengen grepen naast de prijzen, jongens toch. Zo'n scenario valt nu ook niet uit te sluiten, dit gaat ongetwijfeld weer een rit voor de vluchters worden. Voor de sprinters is het te lastig, we komen toch weer aan 3000 hoogtemeters. Voor de klassementsrenners is het dan weer niet lastig genoeg, hier valt voor die jongens weinig te winnen. Dus wordt het weer een grote groep, waar waarschijnlijk iedereen in wil zitten. Dus wordt het een loterij om goed te gokken. Ik ben daar bijzonder slecht in, het is onvoorstelbaar hoe moeilijk het voor mij is om tot een paar logische namen te komen. Desalniettemin wagen we gewoon weer een nieuwe poging, dan weet de rest meteen wie ze niet mee moeten nemen.
1. Conti. Nou, die won hier dus in 2016. Of nouja, hier. Dat was in Dantxarinea dus. Misschien dat hij nu een poging gaat wagen in Urdax. Zou best kunnen, maar kan natuurlijk ook niet. We gaan het meemaken!
2. Aranburu. Ja, die moeten we nu tijdens al dit soort ritten gaan noemen he? Ik was er eigenlijk bang voor dat Caja Rural weer een anonieme Vuelta ging rijden na een goede voorbereiding, maar dit jaar doen ze toch behoorlijk mee. De tweede plaats van Aranburu in Igualada was knap, maar hij liet ook duidelijk zien waarom hij niet won. Veel te gretig, iets wat nu alleen maar erger gaat zijn omdat we in het Baskenland zijn. Al is hij nog steeds wel een aardig eind van huis, kan ook zomaar zo zijn dat hij krachten gaat sparen voor de volgende rit. Bilbao is dan toch wat dichter bij huis. Enfin, we gaan het meemaken!
3. De Gendt. Ik blijf hem gewoon noemen tot hij uiteindelijk een keer in de vlucht zit. Zal dat vandaag het geval zijn? We gaan het meemaken!
4. Gilbert. Of Stybar. Een van die twee. Wie? We gaan het meemaken!
5. Guerreiro. Gwereiroe heb ik al vaker in de aanval zien gaan, dus hij staat nu op iedereens standaardlijstje. Dan mag hij bij mij niet ontbreken natuurlijk. Klopt er iets van dat lijstje? We gaan het meemaken!

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 06:33:45 #2
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_188781006
Baskenland _O_
pi_188781269
Baskenlandgenot. Mis het gifje van de vlag in de OP.
Jack does it in real time...
  woensdag 4 september 2019 @ 08:20:08 #4
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_188781429
Wij juichen voor Kagga
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_188781546
Wat kan een mens gelukkig worden van het Baskenland.
pi_188782403
Geen 5 Basken in de voorspelling ;(
pi_188782459
quote:
0s.gif Op woensdag 4 september 2019 09:49 schreef Faraday01 het volgende:
Geen 5 Basken in de voorspelling ;(
Misschien morgen? We gaan het meemaken!
pi_188782704
quote:
0s.gif Op woensdag 4 september 2019 09:53 schreef Frozen-assassin het volgende:

[..]

Misschien morgen? We gaan het meemaken!
Hmmm hmmm.
Jack does it in real time...
  Redactie Sport woensdag 4 september 2019 @ 11:42:08 #9
260853 crew  DeLuna
Luna van Pino O+
pi_188783794
Stukje cringe in de voorspellingen, nooit verkeerd.
❤ Pino112 ❤ | FeanFan | heywoodugod _O_
pi_188784151
_O_ voor jullie grenzeloze vertrouwen vandaag in mijn FPCL renner Aranburu
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 12:08:07 #11
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_188784165
quote:
9s.gif Op woensdag 4 september 2019 07:51 schreef DeeBee het volgende:
Baskenlandgenot. Mis het gifje van de vlag in de OP.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_188784654
quote:
Gaan Basken en Catalanen goed samen? Ik zie wel wat in een onafhankelijk Catalo-Baskenland. Net zoals er vroeger Tsjecho-Slowakije was. :9
  woensdag 4 september 2019 @ 13:01:53 #13
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_188784842
Barthe wint deze rit. Zet het op papier, vertel het je vrienden, kerf het in de stenen, maak een muurtekening.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 13:04:05 #14
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_188784867
quote:
0s.gif Op woensdag 4 september 2019 13:01 schreef Koffieplanter het volgende:
Barthe wint deze rit. Zet het op papier, vertel het je vrienden, kerf het in de stenen, maak een muurtekening.
:').
pi_188784873
quote:
0s.gif Op woensdag 4 september 2019 13:01 schreef Koffieplanter het volgende:
Barthe wint deze rit. Zet het op papier, vertel het je vrienden, kerf het in de stenen, maak een muurtekening.
Je komt ietwat bozig over
  woensdag 4 september 2019 @ 13:05:43 #16
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_188784889
quote:
1s.gif Op woensdag 4 september 2019 13:04 schreef Slobeend het volgende:

[..]

:').
Nans Peters krijgt een opvolger.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 13:06:17 #17
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_188784900
quote:
0s.gif Op woensdag 4 september 2019 12:46 schreef Faraday01 het volgende:

[..]

Gaan Basken en Catalanen goed samen? Ik zie wel wat in een onafhankelijk Catalo-Baskenland. Net zoals er vroeger Tsjecho-Slowakije was. :9
Ze zouden elkaar wel moeten begrijpen, zou je zeggen.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 13:12:56 #18
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_188784976
We noteren een geweldige kopgroep van 11.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_188784990
Aranburu en Madrazo mee

Werkilul heb ik net eruit gegooid

  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 13:15:18 #20
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_188785002
Weer die Arcas. Rojas heeft er geen zin in kennelijk.
pi_188785007
De immer teleurstellende Ben O'Connor.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 13:16:19 #22
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_188785020
Amanuel, Iturria, G. Izagirre, Aranburu. Geef maar 30 minuten, deze groep.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_188785021
Dit is geen leuke kopgroep.
  woensdag 4 september 2019 @ 13:18:27 #24
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_188785056
Barthe in de aanval.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator woensdag 4 september 2019 @ 13:19:19 #25
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_188785072
Nee Stybar, jij mag niet mee. Weg.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')