Etapa 5: L'Eliana - Observatorio Astrofísico de Javalambre, 170,7 kmNieuwe dag, nieuwe massasprint. Daar leek iedereen zich bij neer te leggen, dus zagen we een kopgroep bestaande uit slechts twee renners wegrijden. Jelle Wallays en Jorge Cubero waren de enige twee die zo gek waren om de hele dag voor het peloton te gaan rijden. Achteraan het peloton stapte Steven Kruijswijk al vrij snel uit koers, net als zijn nieuwe kopman heeft hij last van de knie. Uiteindelijk toch gesneuveld dankzij het kinderzwembadje, een roemloze aftocht. De rest van de rit gebeurde er niet veel, al zagen we tussendoor Uran Uran nog wel een keer op z'n bek gaan dankzij zijn ploeggenoot Mitch Docker. Gezien zijn gebrek aan stuurmanskunst is de man uit Maaskantje een levensgevaarlijke knecht, Vaughters heeft er weinig van begrepen. Op de enige beklimming van de dag gebeurde er ook vrij weinig, al begon het wel te regenen. Dat duurde niet lang, de weersvoorspellingen zaten er behoorlijk naast. Vooraan zagen we tegen die tijd dat Cubero alle moeite van de wereld had om het wiel van Wallays te houden. Na een tijd kraakte de Spanjaard van Burgos, zogenaamd vanwege een schakelprobleem. Wallays ging alleen verder, maar hij kon niet op tegen het peloton. Ruim op tijd werd hij ingerekend, waarna het peloton in razende vaart naar El Puig reed. Dankzij de hoge snelheid en het open karakter van de finale wapperden er nog wat renners af aan het eind, maar daar zaten weinig grote namen tussen. In het laatste dorpje voor El Puig werd het peloton op een lint getrokken. Cavagna ging wat harder door de bochten dan de rest en had buiten het dorp ineens een kleine voorsprong. Hij besloot vol door te trekken en liep snel uit op het peloton. Even leek hij op weg naar de overwinningen, maar ze wisten de boel daarachter toch nog te organiseren. Daardoor werd Cavagna voor de laatste kilometer ingerekend, waarna de sprint kon beginnen. In de straten van El Puig deed Quick Step het perfect, terwijl Sam Bennett zijn hele ploeg al op had moeten roken en zichzelf moest zien te positioneren. Bij een rotonde nam hij de verkeerde kant en dat zorgde ervoor dat hij een aantal posities verloor. Het treintje van Quick Step zette Richeze en Jakobsen in een ideale positie af. Richeze trok de sprint aan en al snel kwam Jakobsen eruit. Hij leek makkelijk te kunnen winnen, totdat Bennett toch nog snel kwam opzetten. Op de finish was het verschil amper te zien, maar na het bekijken van de finishfoto werd het toch duidelijk dat Jakobsen had gewonnen. Vooral met dank aan zijn ploeg, zonder het fantastische werk van zijn ploeggenoten had hij nooit gewonnen. Bennett was veel sneller, hij loopt een zege mis door het werk van de ploeg waar hij volgend jaar waarschijnlijk voor gaat rijden. Walscheid was de beste van de rest, tot hij even later gedeklasseerd werd omdat hij in volle sprint een kopstootje uitdeelde aan Molano. De Colombiaan werd zelf ook teruggezet, maar zijn land- en ploeggenoot Gaviria staat nu wel mooi als derde in de uitslag. Na twee massasprints achter elkaar gaan we nu de bergen in. We hebben er een aantal dagen op moeten wachten, maar het is tijd voor de eerste aankomst bergop.
![7c494]()
![5dc90]()
Van start gaan we in een stad waar de renners gisteren ook al zijn geweest. Op weg naar de enige gecategoriseerde klim van de dag reden we langs L'Eliana, de plaats met 18.000 inwoners waar we nu aan het vertrek staan. De renners reden niet dwars door het centrum, maar bleven een beetje aan de rand van de plaats hangen op de doorgaande weg met de nodige rotondes. Nu gaan we midden in het centrum van deze sportieve plaats van start. In L'Eliana beweren ze dat ze over de beste sportfaciliteiten van heel Valencia beschikken. Als bewijs daarvoor dragen ze aan dat er tijdens de Olympische Spelen in Rio de Janeiro vijf atleten uit deze omgeving namens Spanje actief waren. Namen noemen ze niet, maar in het verleden was in ieder geval Concepción "Concha" Montaner actief op de Olympische Spelen. Deze verspringster sneuvelde altijd voortijdig, maar toch. Er is een groot sportcomplex in L'Eliana, waar ruim 2500 mensen 20 verschillende sporten beoefenen. L'Eliana is een jonge stad, waardoor er vrij weinig culturele hoogtepuntjes te bewonderen vallen. Aan de rand van de stad staat de Torre del Virrey, een gebouwtje met een torentje. In het centrum komen we nog een fraaie kerk tegen en dat is het dan wel zo ongeveer. De burgemeester moet na deze schaarse hoogtepunten al verwijzen naar een paar lokale parkjes, dan weet je wel hoe laat het is. Toch staat er verderop in het centrum nog wel een grappig gebouwtje, een oude Ermita. Een kapelletje, dat er al een paar eeuwen staat. Dit gebouwtje is tegenwoordig alleen volledig ingekapseld door omliggende flatgebouwen en doet dienst als restaurant. Eigenlijk hoef je in L'Eliana alleen langs te komen als ze een van hun feesten vieren, of als ze de Juegos Deportivos organiseren. Een sportevenement dat bijna twee weken duurt, ze houden hier echt van bewegen. Het zijn dan wel grotendeels minderwaardige sporten die worden beoefend, voor de echte fijnprover is er ook nog een Ciclopaseo in oktober.
![Ermita_de_L%27Eliana_%284%29.jpg]()
Tijdens de neutralisatie rijden de renners door het weinig boeiende centrum van L'Eliana. Ze rijden richting het sportcomplex en slaan dan af richting het lokale industrieterrein. Voorbij het industrieterrein begint de rit echt, in de eerste officiële kilometers rijden we over een brede en vlakke weg met uiteraard weer een aantal rotondes. Na een tijd begint de weg in de buurt van Benisanó, waar ze een kicken kasteeltje hebben, een beetje vals plat omhoog te lopen, terwijl we in deze omgeving nog wat meer bochten en rotondes tegenkomen. Van Benisanó rijden de renners naar Llíria, waar het peloton na negen kilometer aankomt. In en rond Llíria komen we ook weer een stuk of 10 rotondes tegen, want dat is vet. Als we de voorlopig laatste rotonde achter de rug hebben gaat het 13 kilometer min of meer rechtdoor over een weg die grotendeels vals plat omhoog gaat. In deze kilometers komen we een meter of 250 hoger uit, gemiddeld gezien gaat het dus aan een procent of twee omhoog. Stelt niet veel voor, de rit kent een makkelijke aanloop. De laatste kilometer van dit lange stuk rechtdoor is wel wat lastiger, het gaat aan 4,5% omhoog. Aan het eind van dit lange stuk rechtdoor komen we uit bij een nieuwe rotonde, waar officieel de voet van de eerste gecategoriseerde klim van de dag ligt. We slaan linksaf en dan begint de Puerto de Alcublas, een beklimming van de tweede categorie. Die klim begint nog vrij makkelijk met een vals platte kilometer, daarna gaat het twee kilometer omhoog aan 7%. Vervolgens gaat het nog twee kilometer omhoog aan 5%, waarna het in de slotkilometer van de klim nog even omhoog gaat aan 3,3%. Na 32 kilometer komen we boven op deze klim die volgens de organisatie zes kilometer lang is aan 4,7% gemiddeld. In totaal gaat het 15 kilometer omhoog, aan 3,6%.
![vuelta-a-espana-2019-stage-5-climb-5e509fb57f.jpg]()
![10068002Master.jpg]()
Na de klim gaat het twee kilometer licht naar beneden over een rechte en brede weg. We rijden dan het dorpje Alcublas binnen, waar er wat bochtenwerk op de renners ligt te wachten. In Alcublas begint de weg opnieuw omhoog te lopen, we klimmen nog eens acht kilometer verder naar Sacañet. Het grootste gedeelte van deze weg loopt vals plat omhoog, maar we komen tussendoor ook nog een keer een stuk van twee kilometer aan 5% tegen. Na 44 kilometer rijden we langs Sacañet. Het is even vlak, maar voorbij het dorp gaat het nog een keer anderhalve kilometer vals plat omhoog. Vervolgens gaan de renners zes kilometer afdalen over een brede maar bochtige weg. Ze rijden door een behoorlijk kaal landschap en komen toch een paar vervelend scherpe bochten tegen. Eenmaal beneden begint de weg bijna meteen weer omhoog te lopen, richting Bejís gaat het twee kilometer aan 2,5% omhoog. Een paar kilometer voor we dit dorp bereiken zien we het al liggen, het ligt namelijk boven op een heuvel. Helemaal op de top van de heuvel treffen we uiteraard weer een kasteel aan, hoewel je eerder moet spreken over een ruïne. De weg richting Bejís is wat bochtiger en smaller, maar als we na 54 kilometer het dorp binnenrijden gaat het bij een rotonde naar rechts, daarna meteen naar links en dan mogen we af gaan dalen over een bredere weg.
![village37487.jpg#panoramio]()
Die afdaling is overigens niet zo lang, amper twee kilometer later gaan we weer verder met het volgende deel in stijgende lijn. Het gaat ongeveer zes kilometer aan iets van 4% gemiddeld omhoog. Aanvankelijk rijden we over een brede weg, maar in de buurt van Torás slaan de renners linksaf en dan rijden ze over een wat smallere weg verder. Deze weg is eerst vrij bochtig, maar na een tijd wordt ie steeds rechter. In één rechte lijn rijden we naar Barracas. Na zes kilometer klimmen vlakt de weg af en dan rijden we simpelweg acht kilometer rechtdoor over een vlakke weg. Links en rechts staat er af en een boom, maar het is toch vooral behoorlijk leeg hier. Daarom komen we ook een aantal windmolens tegen, lijkt me een prima uitgekozen locatie voor dat soort dingen. Langs het spoor rijden we tussen de windmolens door naar Barracas, dat we na 69 kilometer bereiken. In Barracas komen we ouderwets een paar bochten en rotondes tegen, buiten dit plaatsje gaat het dan weer een aantal kilometer rechtdoor. Tien kilometer lang rijden de coureurs over een brede en goeddeels vlakke weg. Het gaat een keer kort een kilometer omhoog, maar buiten dat stelt dit stukje rit geen reet voor. Genieten van de omgeving is er voorlopig ook nog niet bij, we rijden langs de snelweg en zien vooral veel dor gras in beeld. Uiteindelijk komen we uit in
Venta del Aire, een klein dorpje waar we vandaag twee keer doorheen mogen fietsen. In
Venta del Aire slaat het peloton rechtsaf en dan begint men aan een kleine lus. Als we hier naar links gaan bevinden we ons vrij dicht bij de slotklim, vandaar dat er nog een extra rondje gedaan moet worden. Vermeldenswaardig is verder nog wat de we de autonome regio van Valencia hebben verlaten en ons nu in Aragón bevinden. Na de bocht naar rechts in Vente del Aire rijden de renners twee kilometer rechtdoor over een weg die in eerste instantie vrij breed is maar al snel een stuk smaller wordt. Het is een tijdje vlak, maar daarna begint het licht naar beneden te lopen. Onze rechte weg wordt een stuk bochtiger en dan volgt er een afdaling van zeven kilometer. Een paar jaar geleden was het asfalt hier niet al te fantastisch, zou mooi zijn als er ondertussen een nieuwe laag asfalt ligt. De smalle weg, in combinatie met het slechte asfalt en de vele bochten maakt dit toch best een hinderlijke afdaling. Het gaat niet bijzonder steil naar beneden, dat scheelt dan weer. We rijden door een aantal dorpjes, tegen deze tijd is de afdaling voorbij. Over een weg die smal blijft rijden we naar het dorpje Olba, in dit stuk van vijf kilometer gaat het wat meer op en af. Een stuk of zes korte knikjes omhoog van een paar hectometer, vrij ambetant terrein.
![4466-los-villanuevas.jpg]()
Via Los Villanuevas en nog wat kleine gehuchtjes komen we na 94 kilometer uit in Olba. Het blijft enorm bochtig, en dat blijft na Olba ook zo. De omgeving is wel bijzonder fraai, langs de weg komen we verschillende fraaie rotsformaties tegen. Buiten Olba krijgen we te maken met de volgende officiële klim van de dag, de Alto Fuente de Rubielos. Deze beklimming van de derde categorie is vijf kilometer lang aan 6% gemiddeld. In Olba slaan de renners linksaf en dan gaat het gelijk een kilometer aan 9,5% omhoog. De weg omhoog is een stuk breder, waardoor het niet zo steil lijkt te zijn. Toch moeten we niet in dit gezichtsbedrog trappen, het gaat echt zo heftig omhoog. Duurt alleen niet zo lang, in de volgende kilometer gaat het nog maar aan 5% omhoog. Na nog een zware kilometer aan 7% zwakt de klim in de slotfase af naar 6% en de laatste kilometer stelt gemiddeld gezien al helemaal niets meer voor, hoewel dat ook ligt aan een klein stukje afdaling. In de buurt van het plaatsje Fuente de Rubielos komen we boven, na 98 kilometer. Het is meer dan een kilometer vlak na de klim, waarna er een korte afdaling van anderhalve kilometer volgt over een brede en niet al te bochtige weg. We fietsen richting Rubielos de Mora, een plaats waar we ook morgen doorheen gaan fietsen. In de buurt van Rubielos gaat het kort omhoog, met daarna nog een laatste stukje afdaling waarna het in het dorpje zelf zo goed als vlak is. Rubielos de Mora ligt op een paar kilometer van Mora de Rubielos, de startplaats van de volgende rit. Verwarrende namen, maar het zijn toch echt twee verschillende dorpjes. Rubielos de Mora is de kleinste van de twee, maar er is desondanks genoeg te zien. Het kleine centrumpje is bijzonder fraai, zo moet je bijvoorbeeld onder een mooie poort door om het centrum überhaupt te bereiken. Het is een kunstzinnige stad, er komen blijkbaar allemaal schilders en kunstenaars vandaan. Daar hebben de renners verder geen boodschap aan, zij rijden na 104 kilometer dwars door Rubielos de Mora en gaan dan na wat bochten in het dorp over een rechte en brede weg verder daarbuiten.
![31903502460_b0ecfbf424_b.jpg]()
De brede weg buiten Rubielos de Mora loopt drie kilometer zo goed als rechtdoor. Het blijft ook drie kilometer vooral vlak, hoewel we aan het eind van dit stuk nog even kort naar beneden gaan. Uiteindelijk wordt de weg wat bochtiger en dan gaan we drie kilometer iets meer dan vals plat omhoog. We reden eerst door een vrij kaal gebied, maar komen nu weer in een groener gebied terecht. Een best fraaie omgeving, maar als het na het klimmetje vijf kilometer naar beneden gaat met een aantal scherpe bochten onderweg is er voor de renners weinig gelegenheid om daar aandacht aan te besteden. Aan het eind van deze afdaling gaat het weer een aantal kilometer vals plat omhoog. In eerste instantie is het nog wat bochtig, maar uiteindelijk rijden we over een vrij rechte weg terug naar
Venta del Aire. Vlak voor dit plaatsje, waar we al eerder waren, komen we nog twee rotondes tegen. Hier hebben ze een lelijk kunstwerk neergezet, om het rotondeleven wat op te leuken. In
Venta del Aire slaan we rechtsaf en dan laten we deze lus achter ons. Buiten
Venta del Aire rijden we over een viaduct en daarna gaat het kort rechtdoor over een brede en vlakke weg. Lang duurt dat niet, al snel slaan we linksaf en dan gaan we over een smalle en slechte weg naar Albentosa rijden. Deze weg loopt anderhalve kilometer omhoog, waarna het net buiten het dorp vlak wordt. Eenmaal in Albentosa gaan we afdalen over een bochtige en nóg smallere weg. Een lastig afdalinkje, zo valt ook te lezen in het roadbook. Precaución! Na een paar lastige bochtjes in dit dorp rijden we aan de rand van Albentosa over een smalle brug, waarna de weg weer direct omhoog begint te lopen. Deze smalle en bochtige weg omhoog biedt na een tijd mooi uitzicht over het stenen viaduct van Albentosa, een brug waarvan je kan bungeejumpen als je daar zin in hebt. Je kan ook gewoon jumpen, dat valt evenwel minder aan te raden. Vroeger was het een spoorbrug, maar omdat er jaren later geen enkele trein meer passeerde heeft men er een fietspad van gemaakt. Niet dat de renners er nu gebruik van maken, maar beneden is het uitzicht ook leuk.
![2126767565_fb95d9bde6_b.jpg]()
We klimmen 2,5 kilometer. Gemiddeld gezien gaat deze smalle en bochtige weg aan iets van 3% omhoog, dat valt op zich nog wel mee. Boven op dit klimmetje bevinden we ons ineens in een volledig kaal terrein. We slaan linksaf en rijden dan over een brede weg verder naar de tussensprint van de dag. De komende kilometers rijden de renners vooral rechtdoor, voorlopig komen we geen gekke bochten tegen. Het lijkt heel vlak, maar schijnbaar gaat het toch nog een beetje vals plat omhoog de volgende vijf kilometer. Aan het eind van dit wel heel erg vals platte stuk vals plat gaat het drie kilometer redelijk rustig naar beneden. Brede weg, geen gekke bochten, leuk afdalinkje. De brede weg komt uit in Manzanera, waar na 135 kilometer gesprint gaat worden. We bevinden ons hier op ongeveer 35 kilometer van de finish, de finale kan gaan beginnen. Manzanera is een kleine dorpje in de Sierra Javalambre, er valt hier weinig te beleven. Het hoogtepunt is de Portal de Abajo, een oude poort die onderdeel uitmaakte van een groter geheel. Van het lokale kasteel is amper iets over, maar deze poort staat nog fier overeind. Na de tussensprint, die volgt na de doortocht in het centrumpje van Manzanera, rijden de coureurs de volgende kilometers vooral rechtdoor over een brede weg door een groene omgeving.
![village23050.jpg]()
De eerste kilometers buiten Manzanera is het behoorlijk vlak, maar al snel gaat de weg omhoog. We fietsen richting Torrijas en onderweg naar dit plaatsje komen we een meter of 300 hoger uit. Dat is niet het hele verhaal, want het gaat onderweg ook nog een paar keer kort naar beneden, zonder dat we gevaarlijke bochten tegenkomen. Verder gaat het vooral vals plat omhoog, met af en toe een steilere strook ter afwisseling. Meer valt er eigenlijk niet echt te melden. We rijden min of meer in een rechte lijn rechtdoor over een brede weg, die is voorzien van een hoop bomen langs beide kanten van de weg. Af en toe zien we wat mooie rotswanden verschijnen, het is zeker niet het lelijkste stukje Spanje waar we doorheen fietsen. Aan het eind van dit lange stuk veredeld vals plat komen we na 149 kilometer uit in Torrijas. Buiten dit plaatsje volgt er nog een korte knik omhoog na een klein stukje bergaf, daarna gaat het langer naar beneden. Richting Arcos de las Salinas wordt er acht kilometer gedaald. Aanvankelijk gaat het heel rustig en heel voorzichtig naar beneden, maar dan komen we kort achter elkaar vier haarspeldbochten tegen. Na deze haarspeldbochten gaat het weer een paar kilometer wat rustig naar beneden, maar dan komen we in de buurt van Arcos de las Salinas een nieuwe bochtige passage tegen. Stelt niet heel veel voor, dus kunnen we zonder problemen na 159 kilometer Arcos de las Salinas bereiken. In Arcos de las Salinas wordt de weg meteen wat smaller en als we na een tijd in het dorp rechtsaf slaan is het helemaal smal. We bevinden ons nu op 11 kilometer van de meet, aan de voet van de slotklim.
![arcos_de_las_salinas_-_gudar_javalambre.jpg]()
In het best leuke dorpje begint de slotklim naar het Observatorio Astrofísico de Javalambre. Na een steile aanzet vlakt het heel snel weer af, waardoor het de eerste kilometer slechts aan 3% omhoog gaat. We rijden tussen de huizen door en de straat lijkt steeds een beetje smaller te worden. Buiten Arcos de las Salinas is het nog steeds niet breed, als we beginnen aan de tweede kilometer van de klim. Weer een makkelijke kilometer, het gaat aan 4,4% omhoog. Ook de derde kilometer is niet direct de lastigste van allemaal, aan 5% gaan we verder. Vervolgens krijgen we te maken met de eerste lastige kilometer van deze slotklim, het gaat aan 8% omhoog. Dit is het punt dat er geen Streetview meer is, maar gelukkig is daar Perico. Zoals ieder jaar maakt hij weer leuke filmpjes onder de noemer Pericopuertos. We zien hem omhoog stoempen over een wat bredere weg waar gravel ligt. Dat gravel zou ondertussen verdwenen moeten zijn, als het goed is hebben ze dit deel van de klim recentelijk van een nieuwe laag asfalt voorzien. Perico laat ons ook zien dat de omgeving tijdens dit deel van de klim vrij mooi is, maar daar hebben de renners weinig aan. Het gaat nog eens een kilometer stevig omhoog, aan 10% gemiddeld. Daarna vlakt het af richting vijf procent, waarna er zelfs een kort stukje in dalende lijn volgt. Van de vers geasfalteerde weg stappen we over op een andere weg, die er al een tijdje lag. We rijden al vrij snel een bos in, waar het vrij bochtig is. Vrij steil ook, de laatste vijf kilometer van de klim is het een enorm onding. Na het kleine stukje in dalende lijn gaat het een kilometer aan 13% omhoog, met stroken tot 16%. Daarna gaan we vrolijk verder met een kilometer aan 11% gemiddeld en eentje aan 10% gemiddeld. Na nog een kilometer aan 10% gemiddeld verlaten we het bos weer en werken we het laatste stuk van de klim af in open terrein, hier kan de wind dan weer z'n ding doen. In de laatste meters van de rit gaat het aan 9% omhoog, het wordt nooit meer echt makkelijk. Na 11 kilometer klimmen aan 8% gemiddeld komen we boven op de Alto del Javalambre, een beklimming van de eerste categorie.
![ed785]()
In de laatste meters van de rit komen de renners een aantal bochtjes tegen, als het een sprintje met een groepje wordt is de positionering ook niet onbelangrijk. Al zal het na zo'n zware aankomst natuurlijk geen echte sprint worden. We komen boven op Pico del Buitre, zoals ze deze berg ook wel noemen. Boven op de berg ligt de Observatorio Astrofísico de Javalambre, een observatorium waar ze de sterren in de gaten houden. Het zou een van de beste plaatsen op aarde moeten zijn om dit te doen, vanwege de geringe lichtvervuiling. In 1992 begon men met het project, maar naar goed Spaans gebruik werd dit vanwege gebrekkige financiering onderbroken. Een paar jaar later werd het geheel alsnog afgemaakt en sindsdien doen ze hier hun best om alle zichtbare ruimte in kaar te brengen. Een vrij ambitieus project, maar daar houden ze hier wel van. Zo besteden ze ook een deel van hun tijd aan het zoeken naar een negende planeet in ons zonnestelsel. Het observatorium heeft een eigen
site, waar ze warempel in het Engels bespreken wat ze allemaal doen. Als je zo'n nerd bent die wil weten wat voor telescopen ze hebben en dat soort werk mag je zelf aan de bak. Geinig feitje is wel dat ze hier tussen de verschillende gebouwen een ondergronds gangenstelstel hebben gebouwd, zodat de werknemers zich toch kunnen verplaatsen als het een keer slecht weer is op de berg. Voor Spaanse begrippen best slim. Het is overigens de eerste keer dat we hier aankomen, net zoals het de eerste keer is dat we in Arcos de las Salinas passeren. De lokale alcalde wil graag ook nog even wat aandacht voor Galáctica, een onderwijscentrum en tentoonstellingsruimte net buiten Arcos de las Salinas. Blijkbaar staan er ook een aantal kleinere observatiekoepels, waar je zelf door een telescoop kan koekeloeren. De deuren van het gebouw worden speciaal geopend voor fietstoeristen die toevallig in de buurt zijn. Voor de renners hier passeren kun je dus eerst nog alles leren over het observatorium en het heelal.
![mainpage_module1_1.jpg]()
In L'Eliana, waar we van start gaan, wordt het overdag 29 graden. Er is geen kans op regen, het slechte weer blijft beperkt tot dat ene minuscule buitje. Er staat wel weer aardig wat wind, vanuit het oosten. In het begin staat die wind dan wat schuin in de rug, daarna alleen nog maar schuin. In de aanloop naar de slotklim zal het dan weer volledig in de rug staan, maar ik heb niet het idee dat het veel gaat uitmaken. In Arcos de las Salinas, aan de voet van de slotklim, wordt het 's middags 27 graden. Ook hier geen kans op regen en net wat minder wind. Boven op de Pico del Buitre zal het een paar graden frisser zijn, maar verder is het weer aardig vergelijkbaar. Er lijkt niet heel veel wind te staan op de berg, wat met het oog op de kale slotfase vrij gunstig is. Van start gaan we om 12:51, de uitzending begint ook vandaag opnieuw om 15:00. Tegen die tijd hebben we ongeveer 80 kilometer afgewerkt en zijn we voor het eerst in
Venta del Aire. De finish wordt verwacht tussen 17:20 en 17:52.
![Perseidas-en-familia-Gal%C3%A1ctica-meteoros-que-dibujan-estelas-en-el-cielo-nocturno-190724-comunicacion-bajo-aragon.-cba-gif.gif]()
Het is de Vuelta, dus dit zou zomaar een rit voor de vluchters kunnen zijn. In Spanje zien we vaker van dat soort rare fratsen. Soms lijkt iedere bergrit wel naar de vluchters te gaan, ook nu moeten we daarvoor vrezen. Vorig jaar ging de eerste bergrit bijvoorbeeld naar Ben King, nachtmerriemateriaal. Ook in de jaren daarvoor zagen we dat de klassementsrenners al snel ritten begonnen uit te delen aan figuren als Geniez en dat soort idioten. Moeten we nu dus ook rekening mee houden, want we hebben al een keer een strijd tussen de klassementsrenners gehad. Onderweg naar Calpe deden ze al hun best, dus nu misschien wel niet. Toch ga ik vandaag uit van de goede wil van de klassementsrenners. Dit is een serieuze aankomst bergop, niet zo'n halflauwe berg van een kilometer of vijf aan een procent of vijf. Dit is serieus werk, alle renners zijn ervan overtuigd dat hier grote verschillen gaan ontstaan. Is ook niet gek, met een aantal kilometer aan 10%. Volgens bepaalde renners gaat op deze klim meteen blijken wie over goede benen beschikt. Het geniet dan wel de voorkeur om dat te ontdekken zonder een groepje met De Gendt en King op kop. Naast een ritoverwinning staat hier ook de rode trui op het spel, de voorsprong van Roche op zijn concurrentie is niet groot. Bij Sunweb hebben ze het briljante idee om de trui zo lang mogelijk te verdedigen, wellicht gaan ze dus de boel controleren voor Roche. Movistar zou hier ook wat moeten doen, dit lijkt een aankomst voor Valverde en Quintana. Misschien dat er ook nog ploegen zijn die Roglic en Uran willen testen, na hun valpartijen. Genoeg redenen om te rijden. Vandaag eventjes een mooie strijd tussen de klassementsrenners, kunnen ze daarna richting Ares del Maestrat rustig aan gaan doen. Dat is toch een kutklim, deze is te mooi om niets mee te doen. 11 kilometer aan 8% is serieus genoeg, als je daar niets mee doet kun je net zo goed meteen weer naar huis gaan.
1. Higuita. Ik heb zin om out of the box te denken. Tijdens zo'n eerste serieuze aankomst bergop wil er nog wel eens iemand aan de aandacht van de rest ontsnappen. Higuita zou zo iemand kunnen zijn. Dat ze allemaal naar Uran aan het koekeloeren zijn en dat hij er dan vanonder kan muizen. Zo'n scenario zou ik wel grappig vinden. Voor Higuita is deze week ook wel de week van de waarheid, logischerwijs gaat hij gezien zijn jongere leeftijd de tweede en de derde week wat minder presteren. Als het ooit kan, dan nu. Met een sterk eindschot zou hij eventueel ook nog wat kunnen doen als er een groepje bij elkaar blijft, al weet ik niet hoeveel zijn eindschot nog waard is als het aan 9% omhoog gaat.
2. Lopez. Ondanks zijn abominabele optreden in Polen heb ik wel hoge verwachtingen van Lopez. Lijkt me toch een van de sterkste klimmers in koers, dan zal hij eigenlijk meteen vandaag het verschil moeten maken. Daar is de klim lastig genoeg voor, als hij er op tijd aan begint krijgen we een topshow voorgeschoteld.
3. Valverde. We blijven onder de 2000 meter, dus Valverde kan dit makkelijk aan. In principe vond ik hem in de rit naar Calpe bijzonder sterk rijden. Hij sleurde er een paar keer aardig aan. Uiteindelijk profiteerde niet hijzelf maar ploeggenoot Quintana van dat werk, wellicht is het nu andersom.
4. Chaves. Die heeft volgens iedereen fantastische benen en gaat zijn oude vorm weer hervinden. Nou, ik ben benieuwd. Als iedereen het zegt wil ik het best een keer uitproberen. Het kan zomaar, want wielrennen is en blijft een merkwaardige sport. He.
5. Pogacar. Nog een beetje out of the box, we moeten de talenten hypen nu het nog kan. Ik verwacht dat Pogacar de komende dagen ook nog heel goed gaat zijn. In hoeverre hij dat drie weken vol kan houden is nog maar de vraag, maar de eerste paar bergritten moet hij toch tussen de favorieten eindigen. Het is niet zomaar gezegd dat Bernal en Evenepoel in de toekomst alle prijzen gaan verdelen, deze jongen komt er ook aan. Roglic en Uran gaan trouwens een mindere dag hebben na hun valpartij, noteer maar vast.