abonnement Unibet Coolblue
  Moderator donderdag 11 juli 2019 @ 03:32:45 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187858118
Etappe 6: Mulhouse - La Planche des Belles Filles, 160,5 km

Nou jongens en meisjes, dit was niet zo best. De vijfde etappe had leuk kunnen worden, maar het viel enorm tegen. Ten eerste hadden we een spannend begin moeten krijgen, met vele vluchtpogingen. Dat leek in eerste instantie nog wel te lukken, maar na een paar aanvallen van Thomas De Gendt zagen we ineens een klein groepje wegrijden met daarin Tim Wellens, Toms Skujins, Simon Clarke en Mads Wurtz Schmidt. Op dat moment was het al duidelijk dat alle scenario's over een vroege vlucht die het tot het eind uit zou gaan zingen richting de prullenbak konden verdwijnen. Het zou anders worden, een rit voor de beter klimmende sprinters. Dat bleek ook zo te zijn. De renners leken er weinig zin in te hebben, voor een groot deel dankzij de rit die nu gaat volgen. Er werd wel hard gereden, maar de knuppel werd op geen enkel moment in het hoenderhok gegooid. In gestrekte draf reden we door de Elzas. Op de klimmetjes aan het eind van de rit werd er tempo gereden, waardoor alleen de slechtste renners moesten lossen. Sprinters als Groenewegen, Viviani en Ewan haakten snel af, maar de categorie Sagan, Matthews en Trentin kon dit tempo probleemloos aan. Het had leuk kunnen worden als een ploeg als Quick Step hard op kop was gaan rijden, maar dat deden ze niet. Het werd ploegen als Sunweb en Bora makkelijk gemaakt. De kopgroep werd op tijd ingerekend en ook op de laatste klimmetjes van de dag viel er geen enkele aanval te noteren. In gesloten formatie reden we over de top van de laatste klim, die van de vijf kastelen. Ook in de afdaling daarna gebeurde er niet veel, er werd vrij rustig naar beneden gereden. Aan het eind van de afdaling leek Alaphilippe misschien nog een poging te willen wagen om er stiekem vanonder te muizen, maar dat gebeurde niet. Het was pas in de straten van Colmar dat we voor het eerst een aanval zagen, Rui Costa deed zijn best om een sprint te ontlopen. Zijn poging slaagde niet, op twee kilometer van het eind werd hij weer ingerekend. Sunweb en Bora deden het meeste kopwerk, omdat Sagan en Matthews nog van de partij waren. In de sprint die uiteindelijk volgde zagen we dat Sagan veruit de snelste was, al kwam volgens de Belgen Van Aert nog aardig in de buurt. Matthews was dan weer nergens te bekennen, een mislukte dag voor Sunweb. Eigenlijk een mislukte dag voor iedereen, wat een verspilling van m'n tijd was dit. Laten we hopen dat de zesde rit leuker wordt. Op papier zou dat in ieder geval moeten. We gaan klimmen. Onderweg naar La Planche des Belles Filles komen we enkele klassiekers tegen, zoals de Ballon d'Alsace en de Grand Ballon. De eerste afspraak voor de klassemenstrenners.




Deze hopelijk wel eneverende rit gaat van start in Mulhouse, een stad met 113.000 inwoners. Het is een plaats met een lange geschiedenis in de Tour, het is namelijk de 17e keer dat de karavaan hier passeert. De laatste passage dateert van 2014, toen Tony Martin in de straten van Mulhouse een grandioze solo wist af te ronden. Na die etappe met aankomst in Mulhouse zou de volgende rit ook vertrekken vanuit deze stad. We reden toen ook richting La Planche des Belles Filles, al zag de route er in 2014 toch wat anders uit. In een verder verleden zagen we in 2005 nog een renner op een epische manier naar de zege soleren. Een van de eerste straffe stoten van Michael Rasmussen, die tijdens die etappe zelfs op het vlakke wist uit te lopen. Vermakelijke renner, we missen dat soort types tegenwoordig. In een nog verder verlenen wonnen ook Lance Armstrong, Laurent Fignon en Bernard Hinault in Mulhouse. In 1971 ging de Tour van start in Mulhouse met een ploegentijdrit, gewonnen door het Molteni van Eddy Merckx. In het kader van de huidige Tourstart nog wel de moeite van het vermelden waard. Als je ooit in Mulhouse bent moet je blijkbaar het centrum bezoeken, in de buurt van de Place de la Réunion. Hier hebben ze volgens de website zininfrankrijk.nl een rijk cultureel aanbod, boetiekjes, fraaie huizen en restauranten. Je moet een aantal kerkjes bezoeken, zoals de protestantse kerk Temple Saint-Étienne of de katholieke kerk Eglise Saint-Étienee. Bijna dezelfde naam, verwarrend. Ook de Chapelle Saint-Jean is de moeite waard, in deze voormalige kapel worden tegenwoordig vooral concerten gegeven. Daarnaast is er het lokale Hôtel de Ville, een renaissancistisch stadhuis uit 1551, sinds 1969 het Musée historique de Mulhouse huisvestend. Dat ziet er zeker wel gaaf uit. Voorts is er het Bollwerk, een overblijfsel van de oude stadsmuur. Dan heb je ook nog de Tour Nessel en de Tour du Diable, twee vierkante torens welke overblijfselen zijn van het voormalig paleis van de bisschoppen van Straatsburg. Buiten dat hebben ze hier een dierentuin, Parc zoologique et botanique, en een stuk of wat musea. Een museum waar je oude auto's kunt bekijken, eentje over de geschiedenis van de Franse spoorwegen en dan vinden we een aantal kilometer boven Mulhouse ook nog eens Le Parc du Petit Prince. Dit is het eerste luchtpark van de wereld, wat dat dan ook mag betekenen. Van start gaan de renners voor het Palais des Sports, de lokale gymzaal van Mulhouse.



Tijdens de vrij lange neutralisatie rijden de renners onder meer langs het voetbalstadion van de lokale voetbalclub, thans actief op het vierde niveau. In het verleden speelden grootheden als Arsene Wenger en Zico Tumba voor deze club, maar de mooie jaren zijn al een tijd voorbij. Voorbij het stadion rijden we nog een tijdje verder door de stad waar Alfred Dreyfus vandaan komt, die van de Dreyfusaffaire. De renners passeren langs de Tour Nessel en rijden dan het centrum van Mulhouse in waar de straten wat smaller zijn omdat men hier vooral veel ruimte heeft gemaakt voor de tram. Als we het echt mooie deel van het centrum dreigen te betreden gaat het linksaf richting het noorden, de stad uit. We fietsen nog even langs het nieuwe stadhuis van Mulhouse, dat verdacht veel lijkt op een bejaardenflat. Vervolgens rijden de renners nog een tijd door de buitenwijken van Mulhouse, waarna 20 minuten later in Richwiller, buiten Mulhouse, de rit pas echt begint. Volgens mij hebben ze in Mulhouse behoorlijk veel geld op tafel gelegd, wat een onmenselijk lange neutralisatie. Enfin, als we eenmaal begonnen zijn is het de eerste 20 kilometer van de rit zo goed als vlak. We zouden rechtdoor de bergen in kunnen rijden, maar we nemen een kleine omweg langs de rand van het gebergte. Zodoende rijden we eerst een tijd over mooie brede wegen, zonder veel obstakels. Een lastig begin voor de jongens die in de vroege vlucht willen zitten, moeilijk om hier het verschil te maken als er veel mannen mee willen in de vlucht. De renners komen in de eerste kilometers wel een aantal rotondes tegen, misschien dat je daar de rest nog kan verrassen door langs de andere kant van de rotonde te demarreren. Het blijft in ieder geval vlak, als we via Wittelsheim richting Bollwiller rijden. Na tien kilometer komen we uit in Bollwiller en na een paar bochten in dit dorp fietsen we verder naar het westen, langzaamaan richting de Vogezen. Als we door de bossen fietsen blijft het vlak, terwijl we rotondeland achter ons hebben gelaten. Een paar kilometer later komen we uit in Hartmannswiller, die plaatsnamen hier zijn wel echt grandioos. Na de bochtige doortocht in dit plaatsje zitten we weer bijna in de bergen, daarom gaan we niet nog verder naar het westen maar volgt er nog een kleine omleiding richting het noorden. Tussen de wijnranken door gaat het over een lichtoplopende weg verder richting Soultz-Haut-Rhin. Ook de passage in dit dorpje is vrij bochtig, maar daarna gaan we weer rechtdoor verder richting Guebwiller. In dit plaatsje met een opvallende kerk komen we na 20 kilometer koers uit.



Voorbij Guebwiller rijden we nog een aantal kilometer verder over een brede en vrij rechte weg die nog steeds behoorlijk vlak is. We zijn op weg naar de tussensprint van de dag, die na 29 kilometer volgt in Linthal. De bergen komen steeds duidelijker in beeld en langzaam begint het dan toch een beetje vals plat omhoog te lopen. Veel stelt dat nog niet voor, pas als we echt de tussensprint benaderen begint het op klimmen te lijken. In de laatste meters voor de tussensprint gaat het aan een procent of vier omhoog, dat lijkt ergens op. Na de tussensprint blijft het een beetje vals plat omhoog lopen tot een paar kilometer later de eerste klim van de dag echt begint. We reden al een tijdje op de Rue de Markstein en nu begint de beklimming van Le Markstein dan echt. Tenminste, volgens de organisatie. Zij maken er een beklimming van die een kleine 11 kilometer lang is aan 5,4% gemiddeld. In totaal zou je het kunnen beschouwen als een beklimming van een kilometer of 23, maar dan tel je wel al het vals plat vanaf Guebwiller mee, met een aantal kilometer aan amper 2%. De Italiaantjes van La Flamme Rouge houden het op een kilometer of 14 en daar valt mee te leven. Eerst een kilometer of vier met minder schokkende percentages, waarna Le Markstein toch nog even lastig wordt. In het donkere bos gaat het een aantal kilometer omhoog aan ongeveer 8%, met daarna nog een kilometer aan 7%. Het lastige gedeelte van de klim wordt daarna onderbroken voor een korte afdaling van een kilometer, richting het Lac de la Lauch. Geen ingewikkeld afdalinkje, het gaat over de brede weg vooral rechtdoor. Al snel begint de weg weer omhoog te lopen, waarna we beginnen aan de laatste kilometers van de klim. Het wordt weer lastig, met een kilometer aan 8% en daarna een kilometer aan 7%. In de laatste meters richting de top wordt het dan weer zo goed als vlak. Na 43,5 kilometer bereiken we de top van deze klim van de eerste categorie. Tijdens de klim reden we steeds door een bos, maar boven op de top is er ineens geen vegetatie meer te bekennen, wat een dooie boel. Le Markstein is een bescheiden skigebied, volgens Wikipedia. Ook wordt hier in de zomer veel aan bergbeklimmen en parapenten gedaan, wat natuurlijk goed kan met al die open ruimte hier. Tevens kan je hier rodelen, heel gaaf. Het is een klim die vaker voorkomt in allerlei koersen , zoals de Tour de Alsace bijvoorbeeld. Ook in de Tour komt de klim wel eens voor, in 2014 nog. Toen in etappe met aankomst in Mulhouse, waar we het al over hebben gehad.




Op de top slaan we meteen linksaf, waardoor de renners de hierboven afgebeelde nederzetting eigenlijk niet eens passeren. Van Le Markstein steken we meteen door naar de Grand Ballon, een van de meest bekende beklimmingen in deze regio. Alle beklimmingen die we vandaag de revue zien passeren zijn populair bij wielertoeristen, waarvoor meerdere redenen zijn te bedenken. Ten eerste is de Elzas niet zo gek ver vanuit Nederland. Ten tweede is het er redelijk rustig. Ten derde kom je hier over het algemeen niet van die gekke stijgingspercentages tegen, tenzij je naar de laatste twee beklimmingen van vandaag gaat. Dit terzijde, na de top van de Markstein is het eerst een kilometer of twee zo goed als vlak. Vervolgens gaat het een kilometer omhoog aan een procent of vier, waarna het kort naar beneden gaat, over een brede en overzichtelijke weg. Daarna loopt de weg weer langzaam vals plat omhoog, tot we nog een klein beetje serieus moeten klimmen. Richting de top van Le Grand Ballon gaat het nog eens anderhalve kilometer aan 8% omhoog, dat mag er zijn. Hoewel het leuker zou zijn om de Grand Ballon in z'n geheel te beklimmen kiezen ze in de Tour vaak voor deze variant, via Le Markstein. Na 50,5 kilometer komen we boven op de Grand Ballon, een klimmetje dat op deze manier slechts de derde categorie waardig is. De Grand Ballon is de hoogste berg (1424 m) in de Vogezen. Kenmerkend voor de Grand Ballon is het radarstation boven op de top. Maar goed, dat weet iedereen dus al, want niet alleen professionele wielrenners bestormen deze klim met enige regelmaat.




Als we de Grand Ballon hebben gerond volgt er een vrij lange afdaling richting Willer-sur-Thur. Een afdaling die in de eerste kilometers vrij makkelijk lijkt, vooral omdat het terrein nog behoorlijk open is. We bevinden ons een tijdje boven de boomgrens, dus ligt alles lekker in het zicht. Daarna duiken we wel het bos in, maar de brede weg lijkt over redelijk goed asfalt te beschikken en daarom zou dit toch wel goed te doen moeten zijn. Er liggen wel wat bochten, maar erg veel ellende zie ik niet. Wel een paar bochten waar er ineens stenen liggen, geen idee wie er op dat idee is gekomen. Ergens halverwege volgt er een lastige bocht naar rechts, waarna de weg een klein beetje smaller wordt en het asfalt wat minder goed. Het gaat nog een aantal kilometer redelijk stevig naar beneden, met onderweg een paar haarspeldbochten. Al bij al vind ik deze afdaling wel meevallen, maar de wielertoeristen zullen het beter weten. Eenmaal in Willer-sur-Thur komen we nog een rotonde tegen, met niet lang daarna een bocht naar links. Dan rijden we een aantal kilometer verder door de vallei, richting Bitschwiller-lès-Thann. Hier slaan we rechtsaf en dan beginnen we eigenlijk meteen aan de volgende klim van de dag, de Col du Hundsruck. Een beklimming van 5,3 kilometer aan 7% gemiddeld, volgens de organisatie. In feite kan je er nog een vals platte kilometer aan toevoegen, waardoor je uitkomt op iets meer dan zes kilometer aan 6,4%. Na een kilometer aan 3,6% gaat het omhoog aan 7,7%, toch weer vrij fors. Na nog een kilometer aan meer dan 7% wordt het wat makkelijker, met een kilometer waarin het aan 5% stijgt. In de laatste twee kilometer richting de top gaat het nog eens aan 7% omhoog. Een redelijke klim, maar niet heel bijzonder. Tijdens de vorige rit zagen we dat het op zo'n klim niet eenvoudig is om mensen om hun moeder te laten roepen. Na 74 kilometer komen we boven op de Col du Hundsruck, een beklimming van de tweede categorie. We rijden over de Route Joffre, vernoemd naar de Franse generaal Joseph Joffre, een weg van 15 km lang welke eind 1914 door het Franse leger werd aangelegd tussen Thann in de vallei van de Thur en Masevaux in de vallei van de Doller.




Als verbinding tussen de valleien van de Thur en de Doller vormde de weg een belangrijke verkeersader tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de bevoorrading van het front bij de Hartmannswillerkopf (Frans: Vieil-Armand); bekend is de strijd om de Hartmannswillkerkopf in 1918. Tijdens de Slag om de Ardennen (winter 1944-1945) heeft de weg een rol gespeeld bij het Duitse tegenoffensief in de Elzas. Een geschiedenisvolle berg dus, onze Hundsruck. De afdaling van de Col du Hundsruck is niet heel lang, maar toch vrij lastig. De weg op de Hundsruck is niet enorm breed, het gaat redelijk stevig naar beneden, er liggen nogal wat bochten onderweg en we rijden deels door een bos. Een aantal bochten zijn vrij lastig in te schatten, waardoor het toch opletten geblazen is. Na een redelijk lastige afdaling van drie kilometer rijden we door Bourbach-le-Haut, waar het wat vlakker is. Ook gaat de weg nog even opnieuw omhoog, het zal anderhalve kilometer vals plat zijn. In Bourbach maken we nog een vreemde passage mee, met wat bochten en wat steentjes, maar buiten dit plaatsje krijgen we weer asfalt in een bos. Het loopt dus even omhoog, zonder dat we schrikbarend hoge percentages aantikken. Na deze onderbreking gaat het nog eens 3,5 kilometer naar beneden, op een stevige manier. We draaien en keren ons een weg door het bos, waarna we na 82 kilometer uitkomen in Masevaux. In Masevaux slaan de renners rechtsaf en dan mogen ze een tijd door een vallei rijden, waardoor het een aantal kilometer redelijk aangenam fietsen zal zijn. Het zal een kilometer of vijf zo goed als vlak zijn, terwijl we af en toe een dorpje passeren. Onder meer Kirchberg en Wegscheid, niet echt de meest tot de verbeelding sprekende plaatsen van de Vogezen. In Wegscheid loopt de weg wel weer wat meer omhoog, voordat we beginnen aan de volgende klim van de dag krijgen de renners eerst nog een aantal kilometer vals plat voorgeschoteld. Via dorpjes als Oberbruck en Dolleren rijden we naar Sewen, terwijl het steeds een beetje omhoog blijft lopen. Voorbij Sewen rijden we langs het Lac de Sewen en als het volgende meertje in zicht komt begint de volgende klim echt. Na een kilometer of vijf vals plat begint in de buurt van het Lac d'Alfeld de Ballon d'Alsace.



In de buurt van het meer van Alfeld hebben we 95,5 kilometer afgewerkt en dan is de Ballon d'Alsace eigenlijk al begonnen. De beklimming van de eerste categorie is 11 kilometer lang aan 5,8% gemiddeld. Het is een klim die direct begint met een aantal korte bochten, richting het meer van Alfeld. Het gaat direct omhoog aan een procent of zes, met daarna een kilometer aan 7% en daar weer na de steilste kilometer, aan 10%. Vervolgens gaat het een kilometer aan 6% omhoog, dat valt nog wel mee. We bevinden ons voorbij het meer inmiddels in een bos, waar de weg na de wat simpelere kilometer toch weer steil omhoog gaat. Twee kilometer aan 8%, maar daarna is het dan ook wel meteen weer voorbij. De laatste vier kilometer richting de top gaat het vals plat omhoog, veel zwaarder dan 3,5% wordt het niet meer. We rijden een tijd door een bos, maar in de buurt van de top wordt het terrein weer open. We zien langs de kant van de weg de nodige hotels en van die aftandse vreetschuren verschijnen. Na 105 kilometer, op 55 kilometer van het eind, komen de renners boven op de Ballon d'Alsace, een berg die in de Tour van 1905 voor het eerst bedwongen werd. Sterker nog, volgens de overlevering is het de allereerste berg die men in de Tour bedwong, ooit. René Pottier zou hier als eerste boven zijn gekomen, in een rit die uiteindelijk werd gewonnen door Hippolyte Aucouturier. 100 jaar later kwam de Tour hier ook nog eens voorbij, omdat heuglijke feit te vieren. In 2019 zijn we er weer, nu meer omdat het toevallig zo uitkomt. Ballon d'Alsace is natuurlijk ook weer een skigebied, want waarom niet? Tevens komen we hier op de top een standbeeld tegen van Jeanne d'Arc, want daar zijn de Fransen verzot op.




Voorbij de top van de Ballon d'Alsace gaan we een aantal kilometer naar beneden. De afdaling begint vrij makkelijk, in de open velden. Daarna komen we al snel weer in het bos terecht en daar wordt de afdaling gelijk bochtig. De renners krijgen met heel wat haarspeldbochten achter elkaar te maken, waardoor de afdaling toch niet supermakkelijk is. Al is de weg wel behoorlijk breed, dat scheelt dan weer. Het asfalt is niet overal even goed, wat dan weer vrij jammer is. Desondanks zou deze afdaling toch prima te doen moeten zijn. Na de eerste reeks van haarspeldbochten gaat het een tijdje wat meer rechtdoor, waarna we als we bijna beneden zijn weer met een nieuwe reeks aan haarspeldbochten worden geconfronteerd. In de buurt van Saint-Maurice-sur-Moselle krijgen we nog wat lastige bochten voorgeschoteld, terwijl we ons inmiddels tussen de huizen bevinden. Een paar bochten later zijn we helemaal beneden in Saint-Maurice en dan slaan de renners linksaf. Ze rijden vervolgens een aantal kilometer rechtdoor, dwars door de vallei. Via Fresse-sur-Moselle rijden de coureurs naar Le Thillot, waar de voet van de volgende klim ligt. In dit stuk van vijf kilometer gaat het twee keer kort omhoog, maar verder is het eigenlijk gewoon vlak. De weg is breed en op een beetje verkeersmeubilair na komen we weinig schokkends tegen. De passage in Le Thillot vindt na 119 kilometer plaats, op 41 kilometer van het eind. Vanaf dit moment bevinden we ons op de route van 2014, toen we ook via de Col des Croix en Col des Chevrères naar La Planche des Belles Filles reden.



In Le Thillot slaan we echt keihard linksaf en dan gaan we direct op weg naar de Col des Croix. Een beklimming van de derde categorie, 3,5 kilometer lang aan 5,2% gemiddeld. Niet direct de meest denderende klim van de dag, hier gaat niemand om z'n moeder roepen. Zeker niet omdat we beginnen met een kilometer aan 4%, en daarna een kilometer aan 5%. Richting de top gaat het dan nog wel even omhoog aan 6,5%, maar in de laatste meters van de klim gaan we dan weer terug naar 5,5%. Na 123,5 kilometer komen we boven op de top van dit klimmetje, bij een ietwat vervallen hotelletje. Even vederop ligt ook nog een oud fort, waar je tegenwoordig kan paintballen ofzo. Tijdens de rit in 2014 kwam Joaquim Rodriguez hier blijkbaar als eerste boven, dat is alweer een tijd verdwenen uit mijn geheugen. Het zal niet heel memorabel zijn geweest.




Na de klim gaan we een aantal kilometer afdalen richting Servance. De afdaling is een stuk langer dan de beklimming, maar ondanks dat gegeven is de afdaling alsnog niet zo lastig. De renners rijden over een brede weg naar beneden, het gaat grotendeels rechtdoor. Onderweg liggen er wel een paar bochten, maar niets om wakker van te liggen. Zonder problemen bereiken we na 129 kilometer Servance, op 31 kilometer van het eind. Na Servance is het nog een paar kilometer vlak en dan gaan we eigenlijk direct door naar de volgende klim van de dag, de gevreesde Col des Chevrères. Ook deze klim lag in 2014 op het parcours, ook toen probeerde de organisatie ons wijs te maken dat de klim slechts 3,5 kilometer lang is. Men leert blijkbaar niet van gemaakte fouten, dat is bijzonder spijtig. In 2014 kwam ik al tot de conclusie dat we voorgelogen werden, want de Col des Chevrères is toch wel net een stukje langer dan 3,5 kilometer. In totaal praten we zelfs over tien kilometer aan 5%, of een kleine negen kilometer aan 5,8% gemiddeld. De Tour neemt alleen het stuk van 3,5% aan 9,5% mee, want dat staat leuk. Voorbij Servance rijden we nog even over de doorgaande weg, maar al snel volgt een bocht naar links. Dan gaat het een kilometer aan 5% omhoog, waarna er een stuk vals plat van twee kilometer volgt. Hierna gaat het iets minder vals plat omhoog, aan 3,5% gemiddeld. Een kilometer aan 5% volgt, daarna weer een vals platte kilometer en dan komen we ondertussen uit bij het enige deel van de klim dat volgens de organisatie van tel is. Dit deel van de klim is dan ook wel meteen onmetelijk zwaar. Een kilometer aan zeven procent, daarna een aan tien en vervolgens de zwaarste, aan bijna vijftien procent, met zelfs een stukje van achttien procent. Dat is behoorlijk zwaar en een goede mogelijkheid om vast aan de finale te beginnen. Dat zal alleen niet gebeuren, want hierna volgt natuurlijk ook nog La Planche. En zelfs zonder die debiel steile kilometer aan het eind van La Planche die ze er nu bij hebben gefantaseerd had niemand hier wat geprobeerd, laat staan nu. Enfin, de Col des Chevrères voert de renners over een smalle weg, door een bos. Een smal en steil geitenpad, dat we voor het eerst bezochten in 2014. Ook op deze berg kwam Rodriguez als eerste boven, ook dat ben ik alweer compleet vergeten. Na 141 kilometer komen we in ieder geval boven op deze zware berg, het is dan nog 19 kilometer fietsen tot het eind. Dankzij die 3,5 kilometer aan 9,5% is het een beklimming van de tweede categorie, dat snap ik wel.




Voorbij de steile Col des Chevrères rijden de renners kort over een smalle weg naar beneden. De afdaling begint dus op een vrij lastige manier, want naast de smalle weg komen ze ook een aantal bochten tegen. Al snel komen ze uit in Belfahy en na dit dorpje wordt de weg wat breder. Na een kort vlak stukje gaat het verder naar beneden, op een relatief eenvoudige manier. De renners komen nog twee à drie lastige bochten tegen, daarna wordt de weg nog een keer wat breder en dan stelt het helemaal niets voor. Op 10,5 kilometer van het eind zijn de renners beneden. Ze slaan linksaf en rijden dan over een nog bredere weg rechtdoor naar Planches-les-Mines, een dorpje dat ik ondertussen als m'n broekzak ken. De altijd in herhaling vallende klootzakken van de ASO krijgen het voor elkaar om hier sinds 2012 voor de vierde keer te passeren. Als zij in herhaling vallen mag ik dat ook, dus pak ik even de voorbeschouwing uit 2017 erbij. De rit was toen behoorlijk anders, maar het einde hetzelfde. Op de laatste kilometer na dan, maar goed.



In Plancher-les-Mines begint de weg al voorzichtig omhoog te lopen, maar de klim begint officieel pas twee kilometer later. De ondertussen welbekende klim naar La Planche des Belles Filles. Na 2012, 2014 en 2017 zijn we hier nu voor de vierde keer en dus weten we ongeveer hoe de klim oorspronkelijk in elkaar zat. La Planche des Belles Filles was eerst 5,9 kilometer lang en 8,5% gemiddeld, vrij steil en lastig dus, zeker voor Franse begrippen. De klim begint meteen steil, met een kilometer aan 9,4%. Daarna zwakt het wat af richting 7%, maar vervolgens krijgen de renners te maken met twee kilometer aan 9,5%. Richting de voormalige top wordt het iets eenvoudiger, met een kilometer aan 8%, maar het venijn zat hier echt in de staart. Heel even vlakt het af, maar dan gaat het in de voormalige laatste meters aan 20% omhoog. Dat was allemaal al erg genoeg, maar ze hebben er dit jaar nog een grotere strontpot van gemaakt. Na de voormalige top gaan we namelijk nog een kilometer door, aan 9,5% gemiddeld. Het is heel kort een paar meter vlak, maar dan volgt er al snel een bocht naar links, richting een geitenpad. Letterlijk een geitenpad, want het laatste deel van de klim is onverhard. Of beter gezegd, was onverhard. Ik leef tenminste in de veronderstelling dat men deze laatste kilometer nog heeft laten asfalteren. Dat maakt het geheel weer net een tikje minder lastig, maar het blijft debiel zwaar. La Planche des Belles Filles was al een Vueltaklim verdwaald in Frankrijk, maar nu is het dat helemaal. In trapjes sterven de renners zich een weg omhoog. Ze krijgen te maken met een strook aan 20%, waarna het weer even wat vlakker is. Dan gaan ze daarna richting de finish nog eens aan 24% omhoog, want het was nog niet zwaar genoeg. De laatste meters gaan een eeuwigheid duren en de gaten die hier ontstaan kunnen significant zijn. In totaal praten we over zeven kilometer aan 8,7% gemiddeld, La Planche des Belles Filles is dus geheel terecht een klim van de eerste categorie.




Het verhaal van La Planche des Belles Filles is ondertussen ook bekend, veronderstel ik. In het kort komt het op het volgende neer: La Planche des Belles Filles heeft natuurlijk een mooi verhaal. Een legende zelfs. Tijdens de Dertigjarige Oorlog zouden Zweedse huurlingen dit gebied hebben geterroriseerd. Meisjes, die niet misbruikt wilden worden door deze wrede barbaren, vluchtten naar deze berg. Ze gingen nog liever dood dan dat ze misbruikt zouden worden. Daarom sprongen ze van het plateau naar beneden, hun dood tegemoet. Vaak kwamen ze dan in het ondergelegen meer terecht, dat de naam Étang des Belles Filles (vijver van de mooie meisjes) draagt. Of het klopt of niet, in ieder geval een bijzonder verhaal. Er is ook een beeld op de top, dat dit hele verhaal moet uitbeelden. Dit heb ik schaamteloos gekopieerd uit mijn voorbeschouwing van de rit van 2014, want als de ASO niet creatief is hoef ik het ook niet te zijn natuurlijk. Sinds de introductie van de klim in 2012 is het nu al de vierde keer dat we hier zijn, wat ik toch ernstig veel op een overkill vindt lijken. De laatste steile kilometer die men nu heeft toegevoegd zie ik in dat kader ook niet echt als een verrijking, aangezien het de renners alleen maar angst zal inboezemen, waardoor ze langer gaan wachten. In principe is deze rit best mooi, maar men had beter voor een andere klim aan het eind kunnen kiezen. Dit is gewoon een gimmick, niet meer en niet minder. Het is een beetje een clowneske klim, en daarom zagen we hier in het verleden toch vooral clowneske renners winnen. Wat te denken van Froome in 2012. Na zijn totaal onverwachte doorbraak in de Vuelta van 2011 kwam hij in 2012 naar de Tour om de luitenant te spelen van Wiggins. Tijdens de eerste bergrit had hij daar lak aan en reed hij naar de overwinning, hoewel kopman Wiggins dan wel weer de gele trui pakte. In 2014 lagen alle favorieten ondertussen al op de grond en daarom kon voodoomaster Nibali probleemloos naar de overwinning rijden. Twee jaar geleden zagen we dan onze enige echte TIA schitteren als nooit tevoren. Ik heb het dan natuurlijk over Fabio Aru, die in zijn prachtige Italiaanse trui vroeg in de aanval ging. Aangezien er verder niemand reageerde reed hij zo vrij eenvoudig naar de overwinning, af en toe zit het mee. Boven op de top van La Planche des Belles Filles ligt er overigens een skistation, dat zal de voornaamste reden zijn dat we hier tegenwoordig om het jaar komen. Ik vind het nu wel leuk geweest. De volgende keer dat ze hier terugkomen worden de renners ongetwijfeld via een of ander wandelpad nog verder omhoog gestuurd. Het begint een tikkeltje lachwekkend te worden.



Voor de renners langzaam gaan overlijden op La Planche des Belles Filles krijgen ze eerst nog wel een aangename dag voorgeschoteld. Het is in startplaats Mulhouse een graad of 23, geen kans op regen en een klein beetje wind. Best prima, eigenlijk. Boven op La Planche des Belles Filles is het wat frisser, 18 graden daar. Geen kans op regen en weinig wind, de klim wordt dus niet nog een tikje zwaarder gemaakt door een ferme tegenwind. Scheelt weer. Beginnen doen we in Mulhouse om 13:05. Na de veel te lange neutralisatie van 20 minuten gaan we in 13:25 dan echt op pad. Eurosport 2 is er vanaf het begin bij, maar omdat niemand dat heeft zijn we afhankelijk van de goddelijke PLAYER. Genieten van Jan Hermsen en Bobbie Traksel, wie wil dat nou niet? Michel en José verlossen ons rond 14:10 uit ons lijden, al kan dat bij de Belg ook zomaar een minuut of 10 later worden. Tegen die tijd beginnen we zo'n beetje aan Le Markstein, er is eigenlijk geen enkel excuus om niet direct in te schakelen. De aankomst op La Planche wordt veracht tussen 17:29 en 17:58.



De vorige voorspelling ging flink de mist in en bij deze heb ik ook een slecht gevoel. Tijdens de vorige aankomsten op La Planche des Belles Filles zagen we steeds een gevecht tussen de klassementsrenners, waardoor er ondertussen een mooie statistiek kan worden opgesteld. Degene die na La Planche de gele trui draagt zal deze trui ook dragen in Parijs. In 2012 droeg Wiggins na deze aankomst de gele trui, twee jaar later was dat ook bij Nibali zo en hoewel Aru in 2017 won ging de gele trui naar Froome. Je zou dus zeggen dat het voor de klassementsmannen een belangrijke dag is. Als ze een beetje bijgelovig zijn zullen ze er alles aan doen om na deze rit in het geel te staan. ONZE Steven Kruijswijk heeft misschien wel de beste papieren, omdat hij heel kort staat in het klassement. 25 seconden achter Alaphilippe, die normaal deze rit niet gaat overleven. Alaphilippe gaat in ieder geval niet het geel naar Parijs brengen, dat durf ik wel te stellen. Toch lijkt me dit niet echt een rit voor Kruijswijk, vooral de laatste twee beklimmingen zijn net wat te explosief. Al gaat op de Chevrères waarschijnlijk niets gebeuren, iedereen gaat alles zetten op de laatste beklimming. En waarschijnlijk zetten ze dan ook nog eens alles op de laatste kilometer van de laatste beklimming. Het zou daarom best een tegenvallende rit kunnen worden. Misschien dat zelfs een groepje vluchters voor de ritzege mag gaan, dat valt niet uit te sluiten. Toch hopen we natuurlijk met z'n allen op een gevecht tussen de klassementsrenners en een ritzege voor een van de sterke klimmers. Daar gaan we dan ook maar gewoon vanuit, anders zou er toch wel sprake zijn van een stevige beflikkering. Een rit met zoveel beklimmingen onderweg hoort te eindigen met een mooi gevecht op de laatste klim. Kom op he, tak tak tak. Goed mogelijk dat we meteen grote verschillen zien ontstaan en dat we ook in dit geval eigenlijk al meteen weten die de Tour gaat winnen.
1. Bernal. Jody gaat hier iedereen vast naar huis fietsen. Waarschijnlijk neemt hij ook meteen de gele trui mee, want 15 seconden achterstand op Kruijswijk maakt hij tijdens zo'n klim gemakkelijk goed. Die 40 seconden op Alaphillipe zijn ook te overbruggen, ik begin me ernstig zorgen te maken als Julian zo dicht in zijn buurt zou kunnen blijven. Bernal moet ook wel meteen vlammen, al was het maar om Thomas voor zijn karretje te kunnen spannen. Ik heb er alle vertrouwen in.
2. Pinot. Ik zou Pinot kunnen noemen omdat zijn vorm goed is, omdat de ploegentijdrit vrij vlotjes verliep, omdat hij attent was in Épernay, maar dat ga ik allemaal niet doen. Ik noem Pinot omdat hij in de buurt van La Planche des Belles Filles woont. Hij komt uit Mélisey, wat blijkbaar op een kilometer of 15 van de finish ligt. Daarom kent hij deze wegen goed, jawel. Tevens werd hij hier in 2014 al een keer tweede. Pinot dus. Gaaf.
3. Fuglsang. Heeft natuurlijk wel al een keer op de grond gelegen, maar buiten dat zou Fuglsang hier op basis van de rest van het jaar ver vooraan moeten verschijnen. Op je 34e even je beste jaar meemaken, dat is wel humor om te lachen. Als hij die vorm doortrekt gaat hij minstens op het podium eindigen in de Tour, maar dan moet hij wel op z'n fiets blijven zitten. Geen sinecure.
4. Quilava. Naast een Pokemon is dit ook een samenvoeging van Quintana, Landa en Valverde. Een van de drie gaat hier ongetwijfeld bij de eerste vijf eindigen, geen zin om daar verder veel aandacht aan te besteden. In het hoofd van Unzue is het altijd Sesamstraat.
5. Bardet. Of Buchmann. Of Dan Martin. Of Adam Yates. Of weet ik veel wie. Geen idee waar ik dat tot nu toe allemaal op zou moeten baseren. Dan Martin heb ik een wat minder goed gevoel bij, maar verder staat iedereen bij mij nog op nul. Dat zijn teksten.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_187858278
Broekje gaat niet meer aan vandaag
Jack does it in real time...
  donderdag 11 juli 2019 @ 06:31:30 #3
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_187858312
Onze tijd is aangebroken. Vandaag zet het Godenkind zijn eerste stappen die ons naar het beloofde land zullen brengen.
Put these foolish ambitions to rest.
  donderdag 11 juli 2019 @ 06:37:49 #4
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_187858324
quote:
Maar een onverharde klim in de Tour de France, vinden de profrenners dat ook een goed idee? Patrick Lefevere is al heel nadrukkelijk geen fan: “Ik ben tegen, ja. Ik dacht dat het hier in de Tour om wegwielrennen gaat en niet om mountainbike? Ja, je kan zeggen dat het spectaculair is, maar ik geloof dat niet: het zijn de coureurs die de koers maken. Met dit soort ‘vernieuwingen’ gaat de bom in hun eigen gezicht ontploffen. De renners gaan alleen maar defensiever koersen. In plaats van op de ware beklimming te beginnen koersen, gaan ze nu wachten tot die laatste strook. En dan zeggen de mensen: We hebben weer maar twee kilometer koers gezien. Maar ze lokken het zelf uit. Ik hoop dat dit in hun muil ontploft.”
Put these foolish ambitions to rest.
  Redactie Sport / Supervogel donderdag 11 juli 2019 @ 06:43:45 #5
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_187858333
Pienjo gaat schroeien _O_
pi_187858495
2 woorden :

Bauke

Mollema
"You can call me Susan if it makes you happy"
pi_187858587
Quilava :D
  Eindredactie Sport / Forummod donderdag 11 juli 2019 @ 07:55:45 #8
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_187858707
Zonder broekje aan naar het werk, ze kunnen me wat.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  donderdag 11 juli 2019 @ 07:59:55 #9
268491 fetX
Al bezig met volgend seizoen
pi_187858724
Vanmiddag vroeg naar huis en zonder broekje op de bank _O_
pi_187858744
Vrije dag vandaag _O_
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:08:42 #11
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_187858786
Heb je Quilava zelf bedacht? In dat geval vind ik je grappig.
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:13:47 #12
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_187858812
quote:
14s.gif Op donderdag 11 juli 2019 06:07 schreef DeeBee het volgende:
Broekje gaat niet meer aan vandaag
Daar staat toch een gevangenisstraf op in de zandbak?
Put these foolish ambitions to rest.
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:27:40 #13
163194 DrDarwin
Novio-magenta
pi_187858913
Weer een mooi stuk.
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:27:58 #14
15221 Falco
Afleidingsmanoeuvre
pi_187858917
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juli 2019 06:31 schreef Koffieplanter het volgende:
Onze tijd is aangebroken. Vandaag zet het Godenkind zijn eerste stappen die ons naar het beloofde land zullen brengen.
Goeie act
<a href="https://www.youtube.com/watch?v=yIl_jGh-LWE" target="_blank" rel="nofollow">Afleidingsmanoeuvre</a>
pi_187858957
Ik denk dat Quintana het wel gaat proberen vandaag.
Het leven is geen krentenbol...
Volg de pijlen.
I am the Lizard King. I can do anything.
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:35:46 #16
479054 Bugno2
Campeone del Mondo
pi_187858978
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juli 2019 08:33 schreef Hallojo het volgende:
Ik denk dat Quintana het wel gaat proberen vandaag.
Een meter of 1,5 ja.
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:39:49 #17
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_187859005
Dit wordt genieten van de werken van Jody
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_187859049
LefevreGod _O_
  Moderator donderdag 11 juli 2019 @ 08:48:05 #19
362868 crew  Slobeend
of all places
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:48:14 #20
479054 Bugno2
Campeone del Mondo
pi_187859088
Froome verloor volgens mij op Peyregudes destijds een seconde of 40 in 700m. Dus slagveld gaat er wel komen. Jammer dat de koers maar een minuut of 8 gaat duren.
  donderdag 11 juli 2019 @ 08:48:18 #21
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187859089
Paar conclusies:
La Planche _O_
Pat is chronisch mad
Uitstekende rit voor Valv.Piti, we gaan niet boven 2km. Haha nee natuurlijk niet, keihard lossen dit dat
IK WIL KOERS
  Moderator donderdag 11 juli 2019 @ 08:54:05 #22
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187859147
Quilava, heerlijk!

Ik ga uiteraard kijken op de PLAYER met het broekje uit hoor
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_187859198
Ik zit op mijn werk, dus ik ben eigenlijk wel genoodzaakt om mijn broekje aan te houden ;(
Het leven is geen krentenbol...
Volg de pijlen.
I am the Lizard King. I can do anything.
  donderdag 11 juli 2019 @ 09:05:55 #24
15221 Falco
Afleidingsmanoeuvre
pi_187859230


Quilava _O_
<a href="https://www.youtube.com/watch?v=yIl_jGh-LWE" target="_blank" rel="nofollow">Afleidingsmanoeuvre</a>
  donderdag 11 juli 2019 @ 09:06:53 #25
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_187859241
Op papier een fraaie etappe...hopelijk gaan Jody en G. elkaar gelijk aanvallen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')