abonnement Unibet Coolblue
  Eindredactie Sport / Forummod dinsdag 28 mei 2019 @ 17:02:28 #1
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_187135140
Tappa 16: Lovere - Ponte di Legno, 194 km

Het is bijna weer voorbij, die mooie Giro. We hebben alweer twee weken koers achter de rug, nog maar één weekje te gaan. De tweede week begon met twee gigantische flopritten. Rit 10, een vlakke rit van 147 kilometer door de Povlakte. Arnaud Demare won, tot iedereens grote verdriet. Die rit werd ook nog eens ontsierd door een grote valpartij in de finale, waar onder meer Pascal Ackermann bij betrokken was. Een dag later kregen we nog een vlakke rit door de Povlakte voorgeschoteld, ditmaal won Caleb Ewan tot iedereens grote verdriet. Ewan ging daarna meteen naar huis, samen met de zegeloze Elia Viviani. Jakub Mareczko stapte de volgende dag nog wel op de fiets, maar in de rit van Cuneo naar Pinerolo werd hij buiten tijd gereden. Tijdens deze rit kwamen we voor het eerst een fatsoenlijke berg tegen, maar dat kon de klassementsrenners niet verleiden tot een mooi duel. Het werd een rit voor de vluchters, met een verrassende ontknoping. Op een lastig kasseienklimmetje in Pinerolo zagen we Eros Capecchi en Gianluca Brambilla op kop rijden, met in hun zog Eddie Dunbar. De drie reden na dit klimmetje richting de finish, maar echt hard gingen ze niet. Daardoor konden Cesare Benedetti en Damiano Caruso in extremis aansluiten. Benedetti won vervolgens het sprintje, een zeldzame zege voor de Italiaan die normaal vooral vaak in dienst van anderen rijdt. In het peloton zagen we dat Landa en Lopez in de aanval gingen, ze pakten wat tijd terug. Gezien hun achterstand in het klassement had dat verder weinig betekenis. De volgende rit had wat meer betekenis. Rit 13 was de eerste rit met een aankomst bergop. Tijdens deze rit zagen we een dappere aanvalspoging van Ilnur Zakarin en Bauke Mollema. Zij schoven mee met een grote groep van een man of 28, waarvan er uiteindelijk een paar overbleven aan de voet van de slotklim. Met een voorgift van een minuut of twee mochten ze aan deze klim beginnen. Het bleek voor Zakarin genoeg te zijn, hij reed nadat Trek lang op kop reed voor Mollema iedereen uit het wiel en won uiteindelijk met meer dan een minuut voorsprong op de vanuit de achtergrond weggesprongen Mikel Landa. Landa ging vroeg op de slotklim in de aanval en niemand volgde hem. Roglic en Nibali keken vooral heel erg naar elkaar, oog voor de rest hadden ze niet. Ook Carapaz wist daarvan te profiteren, hij demarreerde in de slotfase en reed meer dan een minuut weg bij Roglic en Nibali.

Dat was alvast een teken aan de wand. De volgende rit zou ons door Valle d'Aosta voeren. Een korte rit van 131 kilometer met een stuk of vijf beklimmingen onderweg. Op de voorlaatste klim van de dag, de zware Colle San Carlo, ging Carapaz opnieuw in de aanval. Weer volgden Roglic en Nibali niet. Andere renners wilden misschien wel volgen, maar konden niet. Carapaz reed snel een voorsprong van een halve minuut bij elkaar, maar in de afdaling van de Colle San Carlo leek alles weer bij elkaar te komen. Er werd even goed samengewerkt in de achtervolgende groep, maar dat stokte vrij snel. Iedereen keek naar Roglic en Roglic keek terug. Daardoor liep Carapaz snel uit. Hij won uiteindelijk de rit met bijna twee minuten voorsprong op Roglic en Nibali. Dat was genoeg om de roze trui over te nemen. Een eerste roze trui voor Ecuador. Zeven seconden voorsprong op Roglic. Achter hem werd Yates tweede. Yates reed een opmerkelijke koers. Hij bleek niet zo goed te zijn, want hij moest lossen. Door het lage tempo van de rest kon hij alleen terugkeren en daarna zelfs nog demarreren. Er werd vrij defensief gekoerst door een aantal renners, waar de aanvallend ingestelde coureurs dan weer optimaal van wisten te profiteren. Toch was er nog niets aan de hand voor Roglic, zo leek het. Tijdens de laatste rit van de tweede week zou dat allemaal veranderen.

Op zondag kregen we een rit naar Como voorgeschoteld, een variant op de Ronde van Lombardije. Het was lange tijd geen al te beste rit. Vroeg op de dag reden Dario Cataldo en Mattia Cattaneo met z'n tweeën weg. Enkele renners probeerden nog wel in de achtervolging te gaan, maar ze kwamen er niet meer bij. Een duo ging dus op weg naar Como en hun voorsprong groeide snel. Op een bepaald moment hadden ze zelfs 16 minuten voorsprong. Dat was het signaal voor Mitchelton-Scott om toch te gaan rijden. De ploeg van Yates reed er wat minuten af, maar toen de koplopers aan de heilige Madonna del Ghisallo begonnen was de voorsprong nog steeds geruststellend groot. Op de volgende klim, de Colma di Sormano, zagen we Yates in de aanval gaan. Op zijn aanval werd gereageerd door Carapaz en co, maar even later probeerde hij het nog eens. Hij kreeg nu wel wat ruimte, maar richting de top van de klim werd hij toch weer ingerekend. Lopez ging hem voorbij en probeerde de afdaling in te duiken met wat voorsprong. Dat leverde allemaal niets op, waardoor we met een groepje richting de laatste klim van de dag reden. We reden langs het meer over een smalle en bochtige weg met gaten in de weg en allerlei andere ellende. Daardoor ging Joe Dombrowski op z'n muil, arme jongen. Ondanks het feit dat we op weg waren naar de laatste klim van de dag en er dus werd gereden over smalle, slechte en bochtige wegen, vond Jan Boven het toch wel handig om even te gaan pissen. Dat bleek een slechte beslissing te zijn, want net op dat moment reed Roglic zijn derailleur naar de tering. Hij moest een nieuwe fiets, maar de auto was niet in de buurt. Daarom kreeg hij een fiets van Tolhoek, die merkwaardig genoeg nog in de buurt was. Daarna reed Jantje in een recordtempo naar voren, maar het was al te laat. Hij kon alleen nog even een ietwat plakkerige bidon aanbieden aan de Sloveen op de Zeeuwse fiets.

Roglic moest dus op een andere fiets aan de slotklim beginnen. Hij wist wel terug aan te sluiten bij de groep der favorieten, ondanks het feit dat Movistar ineens veel harder op kop begon te rijden. Ze bleven een hoog tempo aanhouden, ook op de klim. We zagen daarna Hugh Carthy in de aanval gaan, dat is blijkbaar ineens een constante en goede renner geworden. Yates ging ook in de aanval, maar daar zat wat minder achter, hij kon Carthy niet volgen. Nibali keek naar de man waar hij sinds een paar dagen een hekel aan heeft. Hij kan Roglic niet meer luchten of zien, omdat hij vindt dat Roglic al het kopwerk voor hem moet doen. Blijkbaar zag hij iets toen hij keek, want hij versnelde meteen. Carapaz ging mee, maar Roglic kon niet volgen. Op eigen tempo probeerde hij met een koffiemolentje terug naar die jongens te rijden, maar dat lukte niet. Hij bereikte de top van de Civiglio op een seconde of 11 van Nibali en Carapaz. Nibali smeet zich daarna naar beneden in de gevaarlijke afdaling, Carapaz kwam al snel op een gaatje te zitten. Roglic deed er alles aan om terug te keren, maar hij nam wat teveel risico en kwam ten val in een bocht. Met je bakkes tegen de vangrail, altijd lekker. Daarna was de fut er een beetje uit en zo verloor hij aan het eind van de dag 40 seconden op Nibali en Carapaz. Carapaz wist na de afdaling op het vlakke stukje richting Como weer aan te sluiten bij Nibali en met ook Yates en Carthy in hun gezelschap reden ze zo hard als ze konden naar de meet. Ze gingen zo hard dat de twee koplopers nog bijna werden ingerekend. Cattaneo en Cataldo gingen niet zo hard meer, vooral niet omdat Cattaneo in de laatste kilometers een beetje in het wiel bleef hangen, iets wat Cataldo in de kilometers daarvoor dan juist weer had gedaan. Ze hielden 11 seconden over op Nibali en co, meer dan genoeg. In het sprintje vloerde Cataldo zijn jongere landgenoot. Bij zijn tiende deelname aan de Giro eindelijk zijn eerste overwinning, hij was er blij mee. Cattaneo kon er ook prima mee leven, hij is alvast verzekerd van een plaatsje bij Astana volgend jaar. Achter het groepje van Nibali en Carapaz zagen we Lopez, Majka en Landa binnenrollen, zij verloren weer wat tijd. Daar dan weer achter zag Roglic pas, voor hem is het winnen van de Giro ineens een lastig verhaal geworden. Omdat zijn ploegleiders gingen plassen op een moment dat je absoluut niet kunt gaan plassen staat hij bijna een minuut achter de verbazingwekkend sterke Carapaz. Ook Nibali is ineens tot een minuut genaderd.

Carapaz staat er vreselijk goed voor. Hij is al een paar dagen op rij de beste klimmer in koers en dan komen er nu in de slotweek nog vier bergritten aan. Als hij de lijn van vorige week weet door te trekken komt er niemand meer bij hem in de buurt. Toch is de Giro nog lang niet gedaan. De derde week is zo zwaar dat er ongetwijfeld net als vorig jaar weer renners door het ijs gaan zakken. Een nieuwe Yates, een nieuwe Pinot en een nieuwe Aru, we gaan ze ongetwijfeld krijgen. Misschien dat Roglic een van die rollen op zich neemt. Hij leek lang ongenaakbaar, maar in de bergen is hij tot nu toe nog niet in z'n element geweest. Hij heeft vooral gekeken naar Nibali en weinig actie ondernomen. Misschien met het oog op de derde week, maar misschien ook omdat de vorm langzaam aan het verdwijnen is. Met Nibali zijn we ondertussen ook nog niet klaar, hij gaat ongetwijfeld zijn voodoo ook nog toepassen op Carapaz. En dan hebben we ook nog Landa en Majka die relatief kort staan. Lopez en Yates staan wat verder, maar deze week biedt genoeg mogelijkheden om in de aanval te gaan. Ik verwacht een knotsgekke laatste week. Movistar is tot nu toe wel ijzersterk gebleken, renners als Rojas, Carretero en Pedrero stijgen boven zichzelf uit. Als ze dat vol weten te houden gaat het lastig worden om Carapaz nog te verslaan, maar de Giro staat bekend om de verrassende plotwendingen. We zijn nog lang niet klaar. Dat kunnen we direct na de rustdag al mee gaan maken. Daags na de rustdag stond eigenlijk de koninginnenrit op het programma, maar daar is nu iets minder sprake van. We zouden eigenlijk de Gavia gaan beklimmen, maar er is zoveel sneeuw gevallen in dat gebied dat het onmogelijk is die berg te berijden. De weg is dan wel sneeuwvrij gemaakt, maar de metershoge sneeuwmuren boezemen angst in. Kans op lawines, dan kun je er beter niet aan beginnen. Geen Gavia dus, waardoor ook de Cima Coppi op een andere berg komt te liggen. De Gavia was normaal de hoogste berg, nu dus niet meer. Een andere hoge berg hebben we tijdens de tweede week al gehad, dus om de prijs toch nog uit te kunnen reiken wordt dat nu verschoven naar de Passo Manghen tijdens rit 20.

Ook zonder Gavia gaat de dag na de rustdag zwaar worden. We beklimmen in deze lange rit, die iets minder lang is geworden, nog steeds een aantal serieuze bergen. Al zijn de beklimmingen naar Cevo en Aprica lang niet zo zwaar als de Gavia. Alsnog houden we de Mortirolo over, waardoor dit zonder meer een zware rit is. Daags na deze rit krijgen we nog een bergrit met een aankomst bergop, al is die rit een stuk minder zwaar. Vervolgens krijgen we de laatste vlakke rit van deze Giro, wat een vreemde rit gaat worden aangezien bijna alle sprinters de wedstrijd al hebben verlaten. Rit 19 en rit 20 zijn dan weer echte bergritten. Hoewel rit 19 niet heel lastig is, er zijn onderweg weinig zware beklimmingen. De slotklim mag er dan wel weer zijn. Het grote spektakel zal verder vooral moeten komen van rit 20. Een rit met de Passo Manghen, Passo Rolle en daarna aan het eind nog twee korte maar lastige beklimmingen, daar moet iedereen die nog niet zeker is van z'n plaats alles uit de kast halen. We sluiten de Giro daarna af met een tijdrit in Verona. Beginnen doen we deze derde week dus met een lastige bergrit zonder Gavia maar met Mortirolo. Het moet haast wel een heerlijke rit worden, dat kan niet anders. Weer een rit waar Jan en Addy geen moment de tijd zullen hebben om een plasje te plegen. Dat wordt een luier dragen jongens! Onvoorstelbaar dat die twee boerenkoolboys iemand naar de Girozege moeten begeleiden, toch wel het ultieme teken dat Jumbo-Visma nog steeds geen serieuze ploeg is. Dit verder terzijde, we gaan beginnen.




De tweede week eindigde aan de oevers van een meer. Na de rustdag beginnen we de derde week ook langs een meer. Wel een ander meer, we bevinden ons een kilometer of 100 tegen oosten van Como in Lovere, aan de oevers van het Lago d'Iseo. Lovere is een plaats die wordt omschreven als een van de mooiste dorpjes van Italië. Er wonen 5.500 mensen in dit plaatsje dat inderdaad moeilijk lelijk te noemen valt. De Giro is hier nog nooit geweest voor een vertrek of een aankomst, al is de koers wel al een aantal keer door het dorp gepasseerd. In 2017 bijvoorbeeld nog, in de beruchte etappe over de Stelvio waar Tom Dumoulin een stukje Oostenrijk ging bemesten. Dat we nu pas voor het eerst voor een vertrek in het idyllische Lovere zijn heeft te maken met het feit dat men deze plaats wat nadrukkelijker in de markt probeert te zetten. Het toerisme wordt hier de laatste jaren steeds meer gepromoot, onder meer dankzij een nieuwe haven. Deze haven zou de grootste van het meer moeten zijn, met allerlei moderne faciliteiten. Het maakt Lovere ook een geschikte locatie voor zo'n beetje alle watersporten die er maar te bedenken vallen, van zwemmen tot windsurfen. Als je ergens in een kano een beetje over het meer aan het peddelen bent heb je een mooi uitzicht op Lovere. Langs het water valt meteen de promenade op, de Piazza Tredici Martiri. Hier komen we het Palazzo Tadini tegen, al heet het tegenwoordig Accademia di Belle Arti Tadini. Hier kom je allerlei schilderijen en sculpturen tegen enzo, heel gaaf. Vanaf het water gezien valt het op dat de bergen achter het dorp nogal snel beginnen. Een deel van Lovere ligt ook wat hoger en er zijn twee ouden trappen die je naar dit hogergelegen deel brengen. Hier heb je dan ineens weer het gevoel in de middeleeuwen beland te zijn, zeggen ze. Er staan in ieder geval wel wat oude gebouwen, zoals de Torre Soca. Ook komen we vanzelfsprekend een aantal kerkjes tegen, die er allemaal wel fraai uitzien. Het Piazza Vittorio Emanuele mag er ook wel zijn, ook daar komen we nog een kicken torentje tegen. Lovere is verder de plaats waar Giacomo Agostini is opgegroeid, die scheen wel aardig op de brommer te zijn. Keer of vijftien wereldkampioen bij dat motorfietsgebeuren. Acht keer de MotoGP gewonnen en ook nog zeven keer de 350cc-categorie ofzo.




Na een korte neutralisatie langs de promenade van Lovere gaat deze aangepaste rit net buiten het dorp van start. De Gavia is helaas geschrapt, maar het eerste deel van de rit blijft hetzelfde. Dus gaan we een kilometer of 45 door de provincie Bergamo rijden, met onderweg twee beklimmingen. Buiten Lovere gaan we geen fraai toeristisch rondje langs het meer rijden, we duiken juist meteen het buitenland in. Over een brede weg rijden we de heuvels in, waardoor de weg eigenlijk ook meteen omhoog loopt. Het duurt nog een tijdje voor de eerste klim officieel begint, maar in de eerste 20 kilometer van de rit komen we toch al 600 meter hoger uit. De eerste vijf kilometer van de rit gaat het aan 4% gemiddeld omhoog, gelijk een prima stukje om de vlucht van de dag te laten ontstaan. Vervolgens is het een kilometer of vier zo goed als vlak terwijl we rechtdoor naar Cerete Basso fietsen. Buiten dit dorpje gaat de weg weer eens vier kilometer vrij behoorlijk omhoog, weer aan een procent of vier gemiddeld. In de buurt van Clusone wordt het weer even vlak. Na een bocht naar rechts in dit dorp waar Paolo Savoldelli vandaan komt krijgen we nog even een knikje omhoog, maar het wordt snel weer vlak terwijl we door Rovetta rijden. Buiten dit plaatsje is het ook nog even vlak, tot we in de buurt van Castione della Presolana komen. Hier begint de weg wat steiler omhoog te lopen, met een paar kilometer aan 4% en een kilometer richting de zes procent. Via Bratto rijden we verder en dan begint het zware gedeelte van de Passo della Presolana echt. Een stuk van vier kilometer aan 7%, volgens de organisatie het enige deel dat de moeite waard is. Pittig is het in ieder geval wel, met tussendoor een kilometer aan 8% gemiddeld met in deze kilometer uitschieters richting 10%. Na 28,5 kilometer komen de renners boven op de Passo della Presolana, een klim die een aantal keer eerder is voorgekomen in de Giro, hoewel dat dan meestal wel van een andere kant was. In 2008 bijvoorbeeld, toen was het de voorlaatste klim van een lastige rit met aankomst boven op Monte Pora, waar Vasil Kiryienka won. Zou een mooie etappe moeten zijn geweest, maar ik kan 'm me niet direct herinneren. Enfin, boven op de top komen we de nodige hotels en appartementen tegen, want dit is een populair wintersportgebied. Merkwaardig genoeg zijn hier overigens geen bergpunten te verdienen, Italiaantjes zijn op dat gebied de weg een beetje kwijt deze Giro.





De beklimming viel misschien nog wel mee, maar de afdaling wordt een ander verhaal. De kant van Presolana die we nu gaan afdalen is een stuk zwaarder. Het gaat acht kilometer naar beneden richting Dezzo di Scalve en in het eerste deel van deze afdaling komen we gelijk een aantal haarspeldbochten tegen. Het gaat twee kilometer aan 7,5% naar beneden en even later zelfs twee kilometer aan 10%. Een razendsnelle afdaling dus, over een weg die niet al te breed is. We rijden door een donker bos en komen naast de haarspeldbochten ook nog een aantal korte bochtjes tegen. Het zijn pittige kilometers, maar het wordt hierna wel wat makkelijker. De resterende vier kilometer richting Dezzo di Scalve gaat het minder steil naar beneden, bovendien wordt de weg weer breder en neemt de hoeveelheid bochten sterk af. Wel rijden we nog door een aantal tunneltjes, voor de gezelligheid. Eenmaal beneden in Dezzo di Scalve volgt er een bocht van 90 graden naar rechts, waarna het even een aantal meter vlak is tot de volgende bocht. We slaan linksaf, rijden via een brug over de rivier Dezzo en dan begint de volgende klim van de dag meteen. Het gaat een halve kilometer aan 4% omhoog, maar daarna krijgen we te maken met een steile anderhalve kilometer aan 9%. Vervolgens nog een halve kilometer aan 6% en dan rijden we door Dosso. De klim leidt ons door een mooi gebied, langs de kloof die de Dezzo door de jaren heen heeft weten uit te slijten. Beneden in deze kloof komen we een oude weg tegen, met de toepasselijke naam Via Mala. Vooral in de zomer een populaire plaats voor toeristen. In de winter blijf je er beter weg, want dan wil er nog wel eens een ijspegel op je hoofd vallen. Goed, dit terzijde. Na Dosso wordt het vlak, drie kilometer lang gaat het een klein beetje vals plat verder omhoog. De weg blijft wel smal en bochtig, terwijl het uitzicht ondertussen bijzonder fraai is. In de laatste drie kilometer van de klim gaat het weer iets meer omhoog, al is het met 4% gemiddeld zeker geen ingewikkelde opgave. Het is vooral die anderhalve kilometer in het begin waardoor deze klim de moeite waard is. Na 45 kilometer komen we boven in Croce di Salven, we fietsen langs het kruis. Ook hier weer geen bergpunten te verdienen, raar.





De afdaling van Croce di Salven is een stuk langer dan de klim. Het gaat 15 kilometer naar beneden richting Malegno. De klim was voorzien van een smalle weg, maar na de passage in het dorpje Croce di Salven wordt de weg een stuk breder. Het gaat een kilometer of vijf min of meer rechtdoor naar beneden, tot we het dorpje Borno bereiken. Hier komen we wat bochten tegen, terwijl het bovendien een stuk steiler naar beneden gaat. We bevinden ons ondertussen overigens in de provincie Brescia, voor wat het waard is. Buiten Borno is de afdaling tot aan Ossimo weer wat makkelijker. Het gaat minder hard naar beneden en de weg is zo breed dat alle bochten goed te doen zijn. Buiten Ossimo is de afdaling nog een aantal kilometer makkelijk, tot we bijna beneden zijn. In de buurt van Malegno komen we nog een groot aantal haarspeldbochten tegen, dat is vanzelfsprekend vrij lastig. Speciaal voor Karsten komen we tijdens de laatste haarspeldbocht in het grasveldje in het midden een aantal koeien tussen. We bereiken na 60 kilometer Malegno en de afdaling zit er dan op. Langs de rivier Oglio rijden we verder richting Breno. De weg langs de rivier is een kilometer of twee lang vlak, terwijl we wel halverwege een keer over het spoor rijden. Bij een brug steken we de rivier over en daarna gaat het in stijgende lijn verder naar Breno. Een kort klimmetje van een kilometer aan 6%. Na 63 kilometer fietsen we door het centrum van Breno, een plaats met een aantal opvallende gebouwen. Zo is er buiten Breno een Romeinse tempel ontdekt, eentje waar Minerva werd vereerd. Boven op een heuvel in Breno treffen we dan weer een kasteel aan. Ook rijden de renners langs de Villa Gheza, een gebouw ontworpen in Arabische stijl.




Na het klimmetje in Breno gaat het anderhalve kilometer naar beneden over een rechte weg. Vervolgens gaat het een aantal kilometer vlak zijn, terwijl we door de vallei van de Oglio fietsen. Het gaat een kilometer of acht min of meer rechtdoor tot aan Capo di Ponte, een plaats waar we in de omgeving eeuwenoude rotstekeningen tegenkomen in de lokale grotten. We komen wel wat rotondes tegen tussendoor, maar verder is dit een eenvoudig gedeelte van de rit. Het loopt een klein beetje vals plat omhoog, maar dat is zo miniem dat we het gewoon vlak mogen noemen. Na Capo di Ponte rijden we nog een aantal kilometer verder door de vallei, maar we staan op het punt om van de oorspronkelijke route af te wijken. Het gaat nog zes kilometer voornamelijk rechtdoor in de vallei over een weg die we nog steeds vlak noemen, tot aan Cedegolo. In dit dorpje komen we na 79 kilometer aan en hier slaan we in de smalle straatjes rechtsaf. We verlaten de vallei en pakken een klim mee die in eerste instantie niet op het programma stond. Door het schrappen van de Gavia moeten we toch wat hoogtemeters zien te verzamelen en de klim naar Cevo gaat ons daarbij helpen. Na de rechtse bocht in Cedegolo gaat het meteen vier kilometer omhoog aan 7%. In dit eerste deel van de klim komen we de steilste strook tegen, eentje aan 10%. Na de vier kilometer in stijgende lijn over een weg met de nodige haarspeldbochten volgt er een wat minder steil stuk. Het gaat een kilometer aan twee procent gemiddeld omhoog, met daarna een kilometer aan 5%. Hierna volgt wel de zwaarste kilometer van de klim, het gaat 1000 meter lang aan 8% omhoog. We bereiken het dorpje Fresine, waar een scherpe en steile bocht naar links volgt. Vervolgens is het nog 3,5 kilometer klimmen tot Cevo. We krijgen nog twee kilometer aan ongeveer 7% voorgeschoteld, maar in de laatste anderhalve kilometer naar de top zwakt het af. Vier procent gemiddeld nog maar richting het eind, valt best mee. Na 90 kilometer komen de coureurs boven uit in Cevo. Ze hebben dan de klim van de derde categorie afgewerkt die in totaal 10,6 kilometer lang was aan 6% gemiddeld. Cevo is een klein dorpje met een bijzonder verhaal. In 2005 heeft men hier ter ere van paus Johannes Paulus II een kruis laten plaatsen. Een moderne conctructie dus, maar we weten dat dat in Italië niet altijd iets goeds hoeft te betekenen. Het werd een gebogen kruis, waarbij de gekruisigde naar beneden keek. In 2014 kwam er een groepje mensen uit Lovere langs om het kruis te bekijken. Toevallig uit Lovere, de startplaats van vandaag. Het kruis toonde al tekenen van slijtage, naar het schijnt klonk er vlak voor het fatale moment al wat gepiep en gekraak. Een van de aanwezigen, een 21-jarige jongen uit Lovere, dacht dat het de wind was. Hij wilde het kruis even van onderen bekijken. De constructie brak en het kruis viel vol op de jongen, hij overleed. Twee jaar later begon men met de herstelwerkzaamheden. De tweede versie van het monument werd dan maar voorzien van metaal in plaats van hout. Tot nu toe zijn er geen nieuwe slachtoffers gevallen.




Na deze smaakvolle anekdote is het tijd om af te gaan dalen, terug naar het dal. De afdaling van Cevo is een kilometer of tien lang en vooral in het begin best wel lastig. Al duurt het wel even voor het lastige deel begint, het gaat eerst een kilometer min of meer rechtdoor naar beneden. Daarna krijgt de afdaling een bochtig karakter. De weg is wel breed, maar het asfalt ziet er dan weer niet goed uit. Via een aantal lastige bochten komen we uit in Monte, buiten dit plaatsje krijgen we weer een makkelijk stuk in dalende lijn. Tot aan Berzo Demo gaat het weer voornamelijk rechtdoor. Als we door dit dorpje rijden komen we een aantal haarspeldbochten mee, maar dit lijkt allemaal wel mee te vallen. De weg is breed en het gaat ondertussen niet zo steil meer naar beneden. Nog een paar haarspeldbochten later komen we beneden uit in Demo, terug in de vallei. Van Demo gaan we rijden naar Edolo, een stuk van een kilometer of 12 door de vallei over een weg die een kilometer of zeven vooral heel vlak zal zijn. We passeren wat dorpjes, zoals Malonno. Verder valt er even weinig te noteren. Als we Malonno achter ons hebben gelaten gaat het nog wel even 2,5 kilometer omhoog aan hooguit 4%, daar moeten we het voorlopig mee doen. In de kilometers daarna voor we Edolo binnenrijden wordt het weer vlak, hooguit ietwat vals plat. Na 110 kilometer komen we, nadat we een aantal rotondes tegen zijn gekomen, in Edolo uit. Het was de bedoeling dat we hier rechtdoor zouden gaan, op weg naar finishplaats Ponte di Legno en in het verlengde daarvan de Gavia. Dat gaat dus nu niet door. De organisatie heeft iets anders moeten verzinnen en daarom slaan we linksaf in Edolo. In dit plaatsje dat we bijna jaarlijks wel passeren zal ook de eerste tussensprint van de dag worden gehouden. Ondanks het feit dat de koers hier zowat alle jaren is kwam er blijkbaar pas één keer een rit aan in dit plaatsje. Dat was in 1997, Pavel Tonkov ging toen met de zege aan de haal.



De organisatie moest iets bedenken om de Gavia te vervangen en dat is toch net niet helemaal lekker gelukt. We hebben net Cevo al gehad, wat een redelijke klim is maar niet meer dan dat. Nu krijgen we zelfs een ronduit matige klim, we gaan namelijk op weg naar Aprica. Deze klim kent iedereen, want ook hier komen we zowat jaarlijks langs. In 2017 bijvoorbeeld nog, al beklommen we 'm toen van de andere kant. Die andere kant is overigens nog wel redelijk, deze kant is echt matig. Al heeft de organisatie sinds de Giro van 2015 wel een zijweggetje ontdekt waardoor we in het begin nog met wat steile percentages worden geconfronteerd. Die rit in 2015 was wel memorabel trouwens, dat was ook een rit met de Mortirolo onderweg. In aanloop naar de Mortirolo kreeg Alberto Contador te maken met pech, waarna hij aan een indrukwekkende inhaalrace begon. Uiteidenlijk wist hij weer vooraan aan te sluiten, bij Aru, Landa en ONZE Kruijswijk. Op de top bleven alleen Kruijswijk, Contador en Landa over, waarna op de slotklim richting Aprica de brommer van Landa gigantisch op hol sloeg. Op een paar kilometer tijd reed hij meer dan een halve minuut weg van Contador en Kruijswijk. Mikel zal ongetwijfeld hopen dat hij nu weer zulke fantastische benen heeft op de klim naar Aprica, en in het verlengde daarvan de beklimming van de Mortirolo. Enfin, Aprica dus. Een beklimming van de derde categorie, 14 kilometer lang aan 3,5% gemiddeld. Alleen het begin is interessant. Na Edolo is het een kilometer vooral vals plat, maar daarna gaat het over een smaller weggetje eventjes heftig omhoog. Een kilometer aan 11% gemiddeld, met een uitschieter naar 15%. Daarna blijft het tot het dorpje Santicolo nog wel lastig, met in dit dorpje een smalle passage over steentjes. Buiten het dorp gaat het dan weer even kort naar beneden, met daarna nog een kilometer aan 5,5%. Dan hebben we het voorlopig wel gehad. Als we de helft van de klim hebben gehad bereiken we Corteno Golgi en hier komen we op de hoofdweg naar Aprica terecht. In de resterende kilometers van de klim gaat het aan 3,3% omhoog. Nogal een flopklim, al hebben we hier in het verleden genoeg spektakel gezien. In 2010 bijvoorbeeld nog, toen de betreurde Michele Scarponi wist te winnen. Dat was de rit dat Ivan Basso het dan eindelijk voor elkaar kreeg om David Arroyo uit de roze trui te rijden. Na de Mortirolo deed Arroyo een verwoede poging om terug te keren aan de kop van de koers, maar op de klim naar Aprica ontplofte zijn brommer. In 2006 zagen we Basso opnieuw schitteren, hij vernietigde toen de concurrentie en won met meer dan een minuut voorsprong. Andere winnaars in Aprica zijn onder meer Marco Pantani, Roberto Heras, Ivan Gotti en Vittorio Adorni. Ook de Venezolaan Leonardo Sierra wist hier ooit te winnen, mooi man. De overwinning van Pantani in Aprica kwam trouwens in 1994, het was een van zijn eerste overwinningen bij de profs. In de achtergrond zagen we een duel tussen Indurain en Berzin om de roze trui. Indurain had de Giro twee jaar achter elkaar gewonnen, maar 1994 was natuurlijk het jaar van Gewiss. Berzin fietste best wel hard tijdens die Giro en pakte veel tijd op Indurain. Tijdens de etappe naar Aprica, over de Mortirolo, lukte het Indurain eindelijk eens om een beetje tijd te pakken op Berzin. Lang niet genoeg om de Giro te winnen. Hij zou derde worden. Toch ziet Indurain het als een van zijn zwaarste dagen op de fiets, omdat hij volledig naar de vaantjes werd gereden door Pantani. Hij verloor meer dan drie minuten op de ontketende piraat. Zo, hebben we zo'n beetje alle standaardanektodes over Aprica ook weer gehad. Al had ik bij de Gavia natuurlijk weer moeten beginnen over die ene editie in de sneeuw, dat verhaal kennen we ondertussen ook wel.




Na 128 kilometer komen we boven in Aprica. Er volgt dan een afdaling van 12 kilometer richting Stazzona. Het eerste deel van deze afdaling rijden we over een brede weg en gaat het vooral rechtdoor. Later bereiken we een deel van de afdaling met wat meer bochten en ook wat haarspeldbochten. In de buurt van Stazzona slaan we rechtsaf en dan gaat de afdaling in de laatste kilometers verder over een smallere weg, met nog meer haarspeldbochten. Dit tweede deel van de afdaling is nog best lastig, maar bij de gemiddelde deelnemer zal er wel wat parcourskennis aanwezig zijn. In het dorpje Stazzona zelf komen de renners ook nog wat lastige bochten tegen, maar daarna komen ze wel beneden uit in de vallei. Vlak voor we een rivier oversteken slaan de renners rechtsaf en daarna gaat het vijf kilometer rechtdoor over een vlakke weg richting Tirano. Dit zou een bekende plaats kunnen zijn, want in 2017 ging hier nog een rit van start. Dat was de rit met aankomst in Canazei, onderweg stond onder meer de klim naar Aprica op het programma. Ook in 2011 kwam de Giro hier een keer aan, dat was de rit die uiteindelijk werd gewonnen door Diego Ulissi na de deklassering van Visconti. In Tirano slaan de renners rechtsaf en daarna gaan ze via Sernio en Lovero op weg naar de tweede tussensprint van de dag. De weg richting die tussensprint loopt eerst drie kilometer omhoog aan 5%. Weer geen waardige vervanger van de Gavia, maar toch een aardig klimmetje tussendoor. Vervolgens gaat het ook weer een kilometer of drie naar beneden, over een rechte en brede weg. Alleen in de buurt van Lovero volgen er nog een paar lastige bochten. Na de doortocht in Lovero is het nog vier kilometer fietsen tot Mazzo di Valtellina, waar de tweede tussensprint ligt. Het gaat in deze kilometers bijna volledig rechtdoor over een vlakke weg, tot we Mazzo bereiken. Eenmaal in Mazzo slaan we kort na elkaar twee keer rechtsaf, waarna er na 154 kilometer gesprint gaat worden.



Gaan we na die tussensprint iets spannends doen? Mwah, valt wel mee. Een of ander bergje beklimmen, ofzo. Schijnt wel de moeite waard te zijn. Ene Passo della Foppa, al is die berg tegenwoordig beter bekend als de Mortirolo. Ja, we mogen los. De zwaarste beklimming van de Giro komt eraan. De Mortirolo is een late ontdekking, pas in 1990 waren we hier voor het eerst. Sindsdien komen we hier zo ongeveer om het jaar. Voor de 14e keer wordt de Mortirolo beklommen, voor de 11e keer vanuit Mazzo di Valtellina. Dat heeft vooral te maken met het feit dat deze kant enorm zwaar is. 12 kilometer aan 11%, daar hoeft verder eigenlijk geen uitleg bij toch? De klim begint met een kilometer aan 9%, en dat is dan nog een van de makkelijkere kilometers van de klim ook. Vanaf de vierde kilometer van de klim gaat het echt los, dan krijgen we een stuk van zes kilometer aan 12% gemiddeld. Stroken aan 18% tussendoor, niks mis mee. Richting de top wordt het iets makkelijker, met drie kilometer aan 9%. De Mortirolo is simpelweg een verschrikking, een monsterlijk zware klim. We kennen de beelden ongetwijfeld allemaal. Van 2015 bijvoorbeeld nog, toen Contador dus vanuit de achtergrond moest komen opstomen. ONZE Steven Kruijswijk kwam toen als eerste boven, dat was genieten. In andere jaren zagen we vooral Ivan Basso schitteren, in 2006 bijvoorbeeld. Dat was RoboBasso in optima forma. In 1994 zagen we dan weer een straffe stoot van Pantani, maar dat hebben we eigenlijk allemaal al behandeld, aangezien de Mortirolo praktisch altijd wordt gelinkt aan Aprica. Hoewel men daar de laatste jaren wat van af aan het wijken is. In 2017 bijvoorbeeld kwam de Mortirolo ook voor, maar dan van de andere kant. Dit was in de rit met de Stelvio en de Umbrailpas. Geen Aprica toen, net zoals we nu eigenlijk ook geen Aprica hadden moeten hebben. De weergoden hebben het plannetje van RCS in de war gegooid en nu krijgen we dus weer die ouderwetse en inmiddels redelijk legendarische combinatie. De Mortirolo is zo zwaar dat er iedere keer memorabele dingen gebeuren, tenzij men hem zoals in 2017 in het begin van de rit stopt. Nu volgt de Mortirolo in volle finale, zelfs zonder de Gavia als voorgerecht kunt u gerust het broekje op de enkels deponeren. Misschien dat we dankzij het ontbreken van de Gavia zelfs meer actie krijgen. Ik heb er zin in. Op de Mortirolo komen we overigens nog een monument tegen ter ere van Marco Pantani, aangezien dit toch wel wordt gezien als de berg waar hij zijn definitieve doorbraak beleefde.





De Mortirolo is een verschrikkelijk steile klim. Vooral vanuit Mazzo di Valtellina. Vanuit Monno is de klim iets minder zwaar, al is 12 kilometer aan 7,6% nog steeds geen kattenpis. De kant die we in 2017 nog beklommen wordt nu afgedaald. In 2017 kwam overigens Luis Leon Sanchez als eerste boven, dat is eigenlijk nog wel het vermelden waard. Michele Scarponi, renner van Astana, overleed een maand voor die Giro. Ter ere van hem doopte men toen de Mortirolo om tot de Salita Scarponi. De mannen van Astana deden er alles aan om als eerste boven te komen op deze klim en dankzij een geste van de man in de blauwe trui, Omar Fraile, lukte dat Luis Leon Sanchez uiteindelijk. Was wel een bijzonder moment. Maar goed, de afdaling dus. Ondanks het feit dat de weg hier minder steil is hebben we alsnog te maken met een lastige afdaling. Ten eerste is de weg niet zo breed, ten tweede is het behoorlijk bochtig. Dat kan voor spektakel zorgen, zoals we in 2010 zagen. In die Giro reed David Arroyo na een geslaagde vlucht richting L'Aquila lang in de roze trui. Dat verhaal kennen we nog van eerder deze Giro. In een van de laatste bergritten moest het peloton over de Mortirolo en het was Basso in de voorgaande ritten nog niet gelukt om Arroyo uit het roze te rijden. Op de Mortirolo moest Arroyo wel flink lossen, maar toen volgde de afdaling. Arroyo stond bekend als een behoorlijk goede daler en hij smeet zich naar beneden. Basso stond dan weer bekend als een slechte daler, hij ging weer eens als een oud wijf naar beneden. Hij had nochtans ploeggenoot en meesterdaler Nibali bij zich, maar die moest veelvuldig in de remmen knijpen om op Basso te wachten. Van een achterstand van een minuut of twee wist Arroyo terug te komen tot op een halve minuut. Uiteindelijk verloor hij nog drie minuten richting Aprica, maar toch. Dit is een afdaling waar het verschil gemaakt kan worden. Al viel dat in 2015 dan weer mee, onze sneeuwmuurkopper Steven Kruijswijk kwam zonder kleerscheuren beneden. Scheelde wel dat hij toen niet echt in het gezelschap was van de beste dalers ooit. We kunnen nu meer spektakel verwachten, want Vincenzo is erbij. Nibali moet nog tijd goedmaken en als dat op de klim niet lukt gaat hij zich hier natuurlijk naar beneden torpederen. Hopen dat alles goed afloopt, want dit is vooral in het begin een lastige en gevaarlijke afdaling. Het tweede deel van de afdaling is iets beter te doen, maar makkelijk wordt het niet. Na 177 kilometer rijden we door Monno en in dit dorpje komen we nog een aantal haarspeldbochten tegen. We zijn bijna beneden, maar door deze sectie met haarspeldbochten wordt het toch weer lastig. Al is de weg ondertussen een slag breder geworden, dat scheelt. Na nog wat bochten slaan we nog een keer linksaf en dan zijn we terug in de vallei van de Oglio.



Eenmaal beneden is het nog 15 kilometer fietsen tot de finish. We gaan voor de eerste en ook meteen laatste keer vandaag op weg naar Ponte di Legno. In eerste instantie zouden we twee keer passeren in dit plaatsje, maar door het schrappen van de Gavia komen ze er hier vrij bekaaid vanaf. Mag hopen dat ze nog wat van hun geld terugkrijgen. De weg in de vallei is een kilometer vlak, maar daarna begint de slot'klim' van 14 kilometer. In deze 14 kilometer gaat het aan 2,5% gemiddeld omhoog, we kunnen dus wel stellen dat het hier niet zo zwaar is als op de Mortirolo. Toch is dit een recept dat altijd wel werkt in de Giro. Een loodzware geklim gevolgd door een oneindig stuk vals plat, we zagen het een paar dagen gelede nog in Courmayeur. Ook de combinatie Mortirolo-Aprica heeft altijd gewerkt, we gaan het nu een keer proberen met Mortirolo-Ponte di Legno. De renners rijden door het dorpje Incudine en daarna begint de weg een beetje omhoog te lopen. Een heel klein beetje, want in de kilometer na Incudine komen we niet veel hoger uit. Daar komt verandering in, rond het gehucht Davena worden we getrakteerd op een kilometer aan 5%. Zowaar iets wat op een echte klim lijkt, leuk! De rechte en brede weg loopt daarna wel even kort naar beneden, waarna we richting Vezza d'Oglio te maken krijgen met een kilometer aan 4%. Buiten dit plaatsje is het dan weer een kilometer vlak, waarna we in de buurt van Stadolina weer te maken krijgen met een halve kilometer in een wat steviger stijgende lijn. Buiten Stadolina is het nog zeven kilometer fietsen tot de finish en dat vond de organisatie een mooi moment om het kaartje van de laatste kilometers te laten beginnen. Volgens hunnie gaat het twee kilometer aan 2,5% omhoog, met in de eerste halve kilometer een stuk aan 4,4%. Op vijf kilometer van de finish krijgen we dan weer te maken met een kilometer die zo goed als vlak is, met daarna nog een kilometer waar het amper aan 2% omhoog gaat. Pas op drie kilometer van de finish wordt het weer wat beter, zowaar een halve kilometer aan bijna 5%. Als we bijna op twee kilometer van het eind zijn gaat het nog even omhoog aan 4%, met tussen die twee 'betere' stroken in nog wel een vlak stukje. Richting de laatste kilometer gaat het aan 3% omhoog, waarna het in de laatste kilometer praktisch vlak wordt. De vals platte weg door de vallei gaat vooral vaak rechtdoor, maar in de laatste kilometers komen we nog wel wat bochten tegen. Op ongeveer twee kilometer van de streep slaan de renners linksaf, waarna ze op een minder brede weg terechtkomen. Deze weg loopt voornamelijk rechtdoor, tot op iets meer dan een kilometer van het eind. Als de renners dit punt bereiken slaan ze rechtsaf, waarna ze onder de vod linksaf slaan. Daarna volgt er meteen weer een bocht naar rechts, met op 800 meter van het eind weer een nieuwe bocht naar rechts. Op 600 meter van de streep gaan ze bij een rotonde dan weer naar links, waarna er bijna meteen een lange bocht naar rechts volgt. Vervolgens gaat het in de laatste meters van de rit rechtdoor, licht omhoog. Nog een redelijk technische finale, niet zo geschikt voor grote groepen.




Na deze zware bergrit zonder de Gavia maar met de Mortirolo komen we aan in Ponte di Legno. Dit is een kleine plaats met 1700 inwoners in de provincie Brescia. Het is een redelijk bekende plaats voor de Giro, omdat je vanuit deze locatie aan meerdere beklimmingen kunt beginnen. De Gavia bijvoorbeeld, haha. Bekender is misschien nog wel de Passo del Tonale. Als je in Ponte di Legno rechtdoor naar het oosten rijdt kom je vanzelf boven op de Tonale, een klim die we ook bijna jaarlijks terug zien keren in de Giro. De renners zijn dus al vaker in Ponte di Legno geweest, al zullen ze daar weinig aandacht aan hebben besteed. Een rit komt hier immers niet vaak aan. In 1971 een keer, toen won Lino Farisato voor Rini Wagtmans en Felice Gimondi. Ponte di Legno is vooral een wintersportoord, volgens wintersport.nl is het minder praktisch en functioneel (is dat niet hetzelfde?) dan in Passo del Tonale, maar je zit hier wel in een gezellig, pittoresk en sfeervol dorpje. Aha. Het dorpje bestaat uit statige en karakteristieke gebouwen, jawel. Leuk om doorheen te slenteren, maar als je hier wil skiën moet je enige ervaring hebben want een groot deel van de 100 kilometer aan piste is rood. In het centrumpje kom je twee kerken tegen die de moeite waard zijn. Die van de Santissima Trinita, uit 1685 en de S. Apollonia, uit de elfde eeuw naar het schijnt. Is er ook wel aan af te zien, ouwe meuk. Wel kicken verder hoor, leuke fresco's bij die eerste aan de buitenkant bijvoorbeeld. Ponte di Legno heeft verder ook nog een kasteel, Castelpoggio. Wel een beetje een nepkasteel, werd blijkbaar pas in 1922 gebouwd. In de bergen boven Ponte di Legno, bij het wintersportgebied, komen we ook nog de restanten van een oud fort uit de Eerste Wereldoorlog tegen. Tevens hebben ze hier een golfbaan, want je moet ook in de zomer wat. Genoeg te doen dus in Ponte di Legno, echt fantastisch. Oud bruggetje in het centrum erbij, ook prima.



In startplaats Lovere gaat het overdag slechts 18 graden worden. Tevens heeft het er alle schijn van dat het de hele dag gaat regenen, dat is niet zo prettig. Wind is er dan weer niet veel. Boven op de Mortirolo zal het maar een graad of acht zijn. Gedurende de middag is er ongeveer 60% kans op regen, het kan dus zomaar zo zijn dat we met een natte afdaling te maken krijgen. In Ponte di Legno wordt het 12 graden, ook daar veel kans op regen. We krijgen dus waarschijnlijk een natte rit, wat met alle afdalingen onderweg niet zo'n goed nieuws is voor veel renners. Al die nattigheid maakt het klimmen ook nog eens extra zwaar, het kan een slijtageslag worden. Of het dat ook daadwerkelijk wordt gaan we meemaken vanaf 11:35, dan gaan de renners namelijk van start. Vijf minuten later is de neutralisatie voorbij en kan het gevecht om in de vlucht van de dag te komen beginnen. Onze grote vrienden van Eurosport zijn er ook in de derde week weer om 13:15 bij, dan hebben de renners waarschijnlijk net de tweede klim van de dag afgewerkt. Finish wordt verwacht tussen 16:52 en 17:36, mijn advies is om gewoon de hele dag voor de buis te gaan zitten.



Qua voorspelling is dit een lastige. Normaal is een rit met de Mortirolo onderweg altijd een etappe voor de klassementsrenners. We hebben nu alleen wel te maken met een lange rit die onderweg weinig lastige beklimmingen kent. Als onderweg ook nog de Gavia beklommen moest worden was dit zeker een rit voor de klassementsmannen. Nu kan het prima zo zijn dat er op de eerste klim van de dag een sterke groep wegrijdt en dat niemand een poging gaat wagen om die groep heel erg strak te controleren. De vluchters zijn vandaag niet kansloos, al moeten ze wel een fatsoenlijke voorsprong hebben voor ze aan de Mortirolo beginnen. Want op de Mortirolo gaat het sowieso los, dat kan niet anders. Vooraf werd deze rit gezien als misschien wel de belangrijkste rit. Dat kan anders zijn nu de Gavia is weggevallen, maar alsnog pakken we de Mortirolo mee. Hier is het altijd man tegen man en komen de grote jongens vanzelf bovendrijven. Met een lastige afdaling daarna, die ook nog eens nat ligt, kan het zomaar heel spectaculair worden. Movistar gaat ongetwijfeld weer in de aanval. Carapaz heeft eigenlijk nog meer voorsprong nodig en aangezien de vorm van Roglic een beetje onduidelijk is kan hij maar beter zo snel mogelijk onder druk gezet worden. Nibali moet ook nog tijd goed zien te maken, hij zal daarvoor dan vooral naar de afdaling kijken. De kopgroep zal sterk moeten zijn en het geluk moeten hebben dat Movistar en andere ploegen voor de Mortirolo niet al te strak controleren. Uiteindelijk ga ik toch maar voor de klassementsmannen, vooral omdat ik vind dat een rit met de Mortirolo onderweg niet gewonnen mag worden door een of andere nobuddie uit de vroege vlucht. Als de vluchters het halen wil dat waarschijnlijk ook zeggen dat we minder koers hebben gezien dan goed voor ons is, niet de bedoeling natuurlijk.
1. Carapaz. Beste klimmer in koers. Fietst op de Mortirolo minuten weg bij de rest. Kan daarna de afdaling in op een rustige manier, een beetje een imitatie van Basso. Daarna op dat vals platte stuk richting Ponte di Legno doet hij precies wat hij deed richting Courmayeur. De roze trui gaat naar Ecuador.
2. Nibali. Toch wel een van de ritten waar hij het moet gaan doen, al gaat Nibali altijd door tot het bittere eind. Kan dus ook prima zo zijn dat hij over een paar dagen in een op papier wat minder spectaculaire bergrit nog met een spannende zet komt. Deze rit heeft als voordeel dat het slecht weer wordt en er wat natte afdalingen zullen liggen onderweg. Daar kan hij risico nemen en een gat slaan. Lukte niet in de afzink van de Civiglio, maar die lag niet nat. Ben benieuwd, na al zijn praatjes in de media moet hij zich nu onderhand toch wel eens gaan tonen. Heb er een hard hoofd in dat hij harder omhoog gaat dan Carapaz alleen. Dan kan hij in de afdaling misschien wel terugkeren, maar hem daarna nog ergens lossen is weer een ander verhaal.
3. Roglic. Speculaties genoeg, is hij steeds slechter aan het worden of probeert hij gewoon wat krachten te sparen? Dat hij moest lossen op de Civiglio wijst meer in de richting van een verminderd vormpeil, maar er zijn verzachtende omstandigheden. En blijkbaar had hij ook nog een beetje last van z'n maag. De vraag is dan wel weer of hij daar nu al van hersteld is. Voorlopig blijf ik volhouden dat hij helemaal zo slecht nog niet is. Kan na deze rit radicaal veranderen, maar voorlopig verwacht ik dat hij op z'n minst in de buurt van Nibali blijft. Carapaz volgen is dan weer een ander verhaal, die jongen lijkt bergop net wat te hard te gaan voor de rest.
4. Landa. Ja, Mikel kent deze omgeving wel. Reed al eens vrij hard omhoog op de Mortirolo. Ook de vals platte klim daarna ging hem wel goed af, al hebben we nu met een andere klim te maken. Heeft alleen wel het probleem dat hij nu te maken heeft met een ploeggenoot die het roze draagt. Dat wordt in een dienende rol fietsen, vrees ik. #freelanda
5. Yates. Wordt volgens iedereen steeds beter, ook al moet hij steeds lossen. Nou, ja, goed, wie ben ik om het met iedereen oneens te zijn?
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_187135147
quote:
1s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 16:59 schreef Slobeend het volgende:
Wat zou nou de reden zijn dat Hirt niet mag?
Vino heeft Ciccone niet bij CM.
pi_187135152
quote:
14s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 17:01 schreef naatje_1 het volgende:

[..]

Dergelijke stukjes zou ik ook uit mijn duim kunnen zuigen binnen een half uurtje
en die voorbeschouwing, nabeschouwing, interviews en podcasts doe je ook wel eventjes in een kwartiertje natuurlijk. :') Daarom ben je ook moderator op een forum natuurlijk, omdat je zo succesvol bent op je werk...

[ Bericht 0% gewijzigd door #ANONIEM op 28-05-2019 17:03:10 ]
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:03:40 #4
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_187135162
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 17:02 schreef wimderon het volgende:

[..]

Vino heeft Ciccone niet bij CM.
:D
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:04:01 #5
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187135167
Jan mag wel weer.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_187135170
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 17:02 schreef dz5b604 het volgende:

[..]

en die voorbeschouwing, nabeschouwing, interviews en podcasts doe je ook wel eventjes in een kwartiertje natuurlijk. :') Daarom ben je ook moderator op een forum natuurlijk, omdat je zo succesvol bent op je werk...
Kun jij niet lezen?
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:04:09 #7
62913 Blik
The one and Only!
pi_187135171
Groep nibali heeft door dat roglic dichterbij kwam. Volgas nu
pi_187135181
MotorGODEN
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:04:29 #9
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187135182
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 17:02 schreef dz5b604 het volgende:

[..]

en die voorbeschouwing, nabeschouwing, interviews en podcasts doe je ook wel eventjes in een kwartiertje natuurlijk. :') Daarom ben je ook moderator op een forum natuurlijk, omdat je zo succesvol bent op je werk...
Omdat ik gewoon genoeg vrije tijd heb op dit moment. Poos terug schreef ik een tweewekelijkse column, daar zat per column niet meer dan een uur werk in.
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:04:39 #10
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187135183
De motoren rijden er weer heerlijk kort voor. _O_

Rant van Mollema incoming.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_187135186
Nieve ook in de remmen :')
pi_187135187
MOTOREN!!!
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:04:59 #13
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_187135189
Heerlijk eerlijk Italie. Bananenland.
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:05:41 #14
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_187135204
Haha, caruso mag gewoon achterop de motor springen.
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:05:56 #15
318352 Raap
Maakt dingen mee
pi_187135205
Zit die vervelende Masnada er nou nog?
leuk
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:06:02 #16
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_187135207
Beetje een presidentiele escorte zo.
We have always been at war with Eastasia.
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:06:08 #17
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_187135209
Waar is de motor voor Bauke en Primoz?
pi_187135212
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 17:05 schreef Raap het volgende:
Zit die vervelende Masnada er nou nog?
Ja
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:07:36 #19
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_187135242
Knap van Rogla en Yates dat ze het, zonder hulp, op een minuutje houden.
  dinsdag 28 mei 2019 @ 17:07:59 #20
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_187135250
Dit is toch zoveel leuker dan een snikhete Tour of Vuelta.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:08:03 #21
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187135252
'Wat is het hem gegund'

Ook wel een vaste zin van Jeroen.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_187135253
quote:
0s.gif Op dinsdag 28 mei 2019 17:07 schreef VoMy het volgende:
Knap van Rogla en Yates dat ze het, zonder hulp, op een minuutje houden.
Frosty zit daar nu
  Moderator dinsdag 28 mei 2019 @ 17:08:40 #23
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187135263
Hirt gaat de rit pakken
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_187135272
Whahaha, ze proberen het niet eens buiten beeld te houden, gewoon lekker laten zien dat Nibs lekker naar de finish mar keirinnen.
Well, what possible harm could one insane, mutant tentacle do?
pi_187135276
Masnada op 1'23
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')