abonnement bol.com Unibet Coolblue
  zondag 26 mei 2019 @ 15:58:54 #1
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187099644
Tappa 15: Ivrea - Como, 232 km

De korte rit in Valle d'Aosta zag er op papier fantastisch uit. Alle ingedriënten waren aanwezig voor een dag vol koers. We waren amper aan de eerste klim van de dag begonnen en we werden meteen op onze wenken bediend. Het ging direct los, meerdere toppers probeerden meteen weg te rijden. Onder meer Yates en Carapaz probeerden gelijk een gat te slaan. Alle knechten van Jumbo waren ook meteen weg, dus moest Roglic een aantal keer zelf reageren. Ook Nibali moest al een keer zelf in de achtervolging, terwijl het hele veld uit elkaar werd geslagen. Op de top zaten de favorieten weer bij elkaar, waarna Caruso en Bilbao in de afdaling in de aanval gingen. Beneden in de vallei werd er weer slag om slinger gedemarreerd, totdat er een groep van acht renners wegreed. Vooraan zagen we onder meer Ciccone, Amador, Sosa en twee mannen van Savio. Het viel eindelijk een keer stil in de groep der favorieten en uiteindelijk kon bijna iedereen weer aansluiten. Ondertussen konden we een opgave van Sam Oomen noteren, bijna heel Sunweb is nu uit koers verdwenen.

Op de tweede klim van de dag zagen we de jongens van Jumbo de boel controleerde. Er gebeurde vrij weinig op de klim, de rit kakte na de openingsfase toch wat in. Ook Katusha zette een mannetje op kop, om de boel te controleren voor Zakarin. Er gebeurde een tijdje vrij weinig, tot AG2R twee man in de aanval stuurde. Even later ging ook Ion Izagirre in de achtervolging, niet lang na hem volgde Damiano Caruso. Lang leek dit op een mislukte aanval, maar toen we ons op de derde klim van de dag bevonden hadden ze wel de aansluiting gemaakt met de kopgroep. In het peloton hield men de controle, de voorsprong bedroeg op dat moment een minuut of twee. Richting de zwaarste klim van de dag, de Colle San Carlo, wisten de mannen van Jumbo de voorsprong zelfs nog te verkleinen. De kopgroep begon met anderhalve minuut voorsprong aan die lastige beklimming. Vroeg op de Colle San Carlo zagen we roze trui Jan Polanc afhaken, hij zou zijn trui gaan verliezen. Op de klim zagen we dat Nibali zijn jongere broertje Antonio tempo liet maken op kop van het peloton. Niet veel later ging Vincenzo zelf in de aanval, met Roglic meteen op zijn wiel. Ook Landa, Carapaz en Lopez waren mee. Na deze inleidende beschietingen zakte het tempo weer wat, waardoor er weer wat renners konden aansluiten. Vanuit de kopgroep zakte Damiano Caruso terug, die op kop mocht gaan rijden voor Nibali. Aan de kop van de koers zagen we ondertussen dat Cattaneo en Ciccone de sterkste renners vooraan waren, zij reden met z'n tweeën weg. Sosa wist even later wel weer aan te sluiten, maar de voorsprong op de groep der favorieten begon aanzienlijk te slinken.

In de groep der favorieten zochten we naar Zakarin, maar we konden hem niet vinden. De Rus betaalde de tol voor zijn inspanningen van de vorige dag, hij haakte al snel af en zou uiteindelijk liefst zeven minuten verliezen. Ook Mollema had het zwaar, de schade aan het eind van de dag zou groot zijn. Vooraan zagen we Ciccone wegrijden, maar de groep der favorieten zat al bijna op het wiel. Lopez kwam met een schijndemarrage en even later gaf Nibali er nog een snok aan. Gaten van betekenis tussen de topfavorieten ontstonden er voorlopig nog niet, iedereen die moest lossen deed dat de afgelopen dagen ook al. Op 28 kilometer van het eind zagen we dat de laatste koploper werd ingerekend, het signaal voor Lopez om nog een keer te demarreren. Allemaal schermutselingen zonder veel gevolg, Caruso reed weer naar de kop van het groepje en hield een strak tempo aan. Vanuit de achtergrond keerde Simon Yates terug. De Brit moest vroeg lossen, maar wist op eigen tempo toch weer bijna terug te rijden naar de groep der favorieten. Vlak voor Yates kon aansluiten volgde er vooraan een nieuwe demarrage, ditmaal een serieuze. Richard Carapaz versnelde en sloeg meteen een groot gat. Niemand wilde of kon reageren. Men keek naar Roglic, maar hij deed niets. Daarom ging Nibali er zelf nog maar even achteraan, maar hij kwam niet dichterbij. Ook een poging van Lopez om Carapaz bij te halen slaagde niet. Met een voorspring van 30 seconden kwam Carapaz boven op de Colle San Carlo.

Daarna doken de renners de afdaling in, waar Nibali nog wat probeerde te forceren. Dit lukte niet, het groepje achtervolgers bleef bij elkaar. Even leek in deze afdaling Roglic het gat met Carapaz te dichten, maar uiteindelijk besloot hij dit nog niet te doen. Even konden ze hem bijna aanraken, maar Carapaz begon tegen het eind van de afdaling weer uit te lopen. Zodra de slotklim richting Courmayeur begon liep Carapaz helemaal uit. De achtervolging achter hem kwam totaal niet op gang, iedereen keek naar elkaar. Yates en Dombrowski wisten zelfs weer aan te sluiten bij het groepje van Roglic, Nibali, Landa, Lopez en Majka. Van een halve minuut naar 45 seconden naar een minuut, Carapaz bleef maar uitlopen. Niet lang nadat Yates weer aansloot ging hij er meteen maar weer vandoor, aangezien het tempo toch laag lag. Dombrowski ging opnieuw met hem mee. Vanuit de achtergrond kwamen ook nog Sivakov en Caruso aansluiten. Ook Sivakov ging direct door, terwijl Caruso weer op kop werd gezet. Door het werk van Caruso werden Yates en co weer ingerekend, maar de voorsprong van Carapaz groeide nog steeds. De Ecuadoriaan reed bijna genoeg voorsprong bij elkaar om ook meteen de roze trui over te nemen. Nadat Caruso zich leeg had gereden zagen we weer allerlei demarrages, maar niemand wist weg te rijden. Tussen de demarrages door viel het dan weer stil, waardoor de voorsprong van Carapaz wederom groter werd. Alleen Yates liet men rijden, op zijn demarrage werd niet gereageerd.

Na een lange solo van 28 kilometer pakte Richard Carapaz de zege in de straten van Courmayeur. Het werd zelfs een dubbelslag voor de Ecuadoriaan, want Roglic kwam pas een kleine twee minuten later binnen. Daardoor is Carapaz de nieuwe leider, met een voorsprong van zeven seconden op Primoz Roglic. De eerste Ecuadoriaan ooit in het roze, toch bijzonder. Voorlopig lijkt hij de beste klimmer in koers, dus hij kan ook zomaar de eerste Ecuadoriaanse winnaar van de Giro worden. Yates werd tweede in de rit, desondanks werd toch opnieuw duidelijk dat hij absoluut niet de vorm heeft van vorig jaar. Nibali won het sprintje van de rest en pakte zo nog een paar bonificatieseconden. Roglic hield zich afzijdig, hij speelt de afgelopen dagen een merkwaardig spel. Het zou allemaal de bedoeling kunnen zijn, maar als Carapaz zo blijft klimmen zit de rest toch opgezadeld met een dik probleem. Merkwaardig genoeg weten we eigenlijk nog steeds niet waar we aan toe zijn. Het werd toch niet echt een veldslag, het groepje Nibali was daarvoor nog te groot. De onderlinge verhoudingen tussen Roglic, Landa, Nibali, Majka en Lopez zijn nog steeds niet heel duidelijk. De enige zekerheid is dat Carapaz heel hard fietst, verder gaat het waarschijnlijk toch pas echt in de derde week duidelijk worden. Al kan er in de laatste rit van de tweede week ook nog een hoop gebeuren. We gaan op weg naar Como en krijgen een variant op de Ronde van Lombardije voorgeschoteld. In de finale van de rit komen we enkele beklimmingen tegen uit deze koers, al is zeker niet alles hetzelfde. De Ronde van Lombardije is doorgaans geen koers waar we met een grote groep naar de meet rijden, zeker aan het eind van de tweede week kan deze rit nog voor de nodige schade zorgen. De lengte speelt daarbij ook een rol, voor de zoveelste keer deze Giro krijgen we een rit van meer dan 200 kilometer voorgeschoteld. Kan leuk worden.




Na een mooie dag in Valle d'Aosta zijn we nu weer terug in Piëmonte. We bevinden ons in Ivrea, een stad in de provincie Turijn. Er wonen 23.600 mensen in deze stad die sinds 2018 terug te vinden is op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Dit hebben ze te danken aan de Romeinse overblijfselen in de stad, zoals het amfitheater. Daarnaast hebben ze in Ivrea ook nog een kasteel uit de 14e eeuw, Castello Sabaudo d'Ivrea. Dit kasteel zou het symbool van de stad moeten zijn. In het historische centrum van het stadje komen we nog een leuk pleintje tegen met aan dit pleintje onder meer het lokale stadhuis. Er is ook een kathedraal, die van Santa Maria Assunta. Een kerk met een indrukwekkende façade, heeft van de buitenkant weer wat weg van een tempel. De binnenkant mag er ook zijn, van een beetje kitsch zijn ze hier niet vies. In Ivrea zijn ze nogal druk bezig met tradities. Een van die tradities is een jaarlijks terugkerend fenomeen tijdens carnaval. "La battaglia delle arance", het gevecht van de sinaasappels. Tijdens carnaval gaan ze hier met z'n allen door de straten terwijl ze sinaasappels naar elkaars kop smijten. Best gaaf, maar je houdt er uiteindelijk toch wel behoorlijk wat troep aan over. Schuilen voor de sinaasappelregen zou je kunnen doen in het lokale theater, Teatro Giacoso. Ivrea zou verder bekend moeten zijn vanwege het megaconcern Olivetti. Dit is een fabriek van computers, printers en andere kantoormachines. Olivetti is een beetje wat Philips voor Eindhoven was. Met name Adriano Olivetti, de zoon van de oprichter, schakelde tussen 1930 en 1960 de bekendste Italiaanse moderne architecten in om de stad naar zijn wens te transformeren. Fabrieksgebouwen werden neergezet, maar ook maatschappelijke initiatieven zoals een kinderdagverblijf en huizen voor de arbeiders. Het bedrijf Olivetti zorgde voor veel werkgelegenheid in de streek, veel mensen werden naar Ivrea gehaald. Toen het wat minder ging met het bedrijf ging het ook gelijk minder in de stad. Er is een museum in Ivrea, Archivio Storico Olivetti. Hier kom je zo ongeveer alle creaties van Olivetti wel tegen, waaronder de eerste reken- en typemachines. We zijn nu dus in Ivrea om te vieren dat de stad vorig jaar op de werelderfgoedlijst is geplaatst, maar ook voor dat heuglijke feit kwam de Giro hier al eens langs. Een aantal keer reden we zonder op of om te kijken door deze stad, maar in 2013 kwam er een rit aan. Dit was de rit waar we Robert Gesink in de aanval zagen gaan en waar we hem terwijl hij in het kleine kopgroepje reed zijn ketting zagen verliezen waardoor hij wéér niet zou winnen. De overwinning ging naar Beñat Intxausti, die in de straten van Ivrea zijn medevluchters Kangert en Niemiec wist te kloppen. Een emotionele overwinning voor Intxausti, twee jaar na het nog steeds merkwaardige overlijden van Xavi Tondo. Intxausti, die bij dat ongeluk aanwezig was, kampt de laatste jaren met de nodige blessures. Dit jaar zou hij fit moeten zijn, maar in dienst van het procontinentale Euskadi-Murias is hij tegenwoordig blij als hij überhaupt de finish haalt. Een overwinningsgebaar richting de hemel maken zit er niet meer in.




In Valle d'Aosta reden we met enige regelmaat langs de Dora Baltea. Ook door Ivrea stroomt deze rivier. Tijdens de neutralisatie rijden we langs de rivier, over een straat die voorzien is van steentjes. We rijden langs de oude brug van Ivrea en daarna rijden we nog even de binnenstad in, waar we ook nog langs het kasteel mogen fietsen. Dan gaan we op weg naar het westen, waarna buiten de stad de rit echt begint. In de eerste acht kilometer van deze laatste etappe van de tweede week gaat het acht kilometer grotondeels rechtdoor over een brede weg die ook nog eens vlak is. Een eenvoudig begin, met alleen wat rotondes onderweg. Dit blijft zo tot we Piverone benaderen, hier slaan we linksaf en dan begint er een korte klim van vier kilometer aan 5,5%. Er wordt geklommen richting Zimone, een behoorlijk lelijk dorpje. Het klimmetje is voorzien van een brede weg en zal vooral gebruikt worden om de vlucht van de dag tot stand te laten komen. Eenmaal boven in Zimone gaat het ook weer een aantal kilometer naar beneden, over een brede weg die wel een aantal bochten kent. Al vrij snel komen we beneden uit in Cerrione, waarna het een aantal kilometer rechtdoor gaat richting Salussola over een rechte en vlakke weg. Pas in Salussola, na 20 kilometer koers, krijgen we weer met een aantal bochtjes te maken en ook gaat het hier kort even omhoog. Na de passage door dit plaatsje rijden we weer een aantal kilometer verder over rechte wegen, dwars door het Piëmontese platteland. Vooral veel akkers en grasland hier, weinig spectaculairs te beleven. Een keer in de zoveel kilometer een keer een bocht, verder recht en vlak. Het zijn wel behoorlijk alternatieve wegen die we nu volgen, het is niet al te breed. Een aantal kilomter verderop begeven we ons weer op de hoofdwegen. Het wordt weer breder, maar het blijft recht en vlak. Zo rijden we na 36 kilometer door Buronzo en dan hebben we op dat korte klimmetje na nog niets meegemaakt. Gaat na Buronzo ook weinig verandering in komen, we rijden over dezelfde weg nog eens 11 kilometer verder. Na 47 kilometer komen we dan uit in Arborio, een dorpje aan de rivier Sesia. Hier zijn ze blijkbaar gespecialiseerd in het produceren van risottorijst, blijkbaar is de Arboriorijst zelfs de meest gebruikte rijstsoort. Het is maar goed dat ze hier nog kunnen teren op hun rijst, verder valt er hier helemaal niets te beleven.



Na een bocht naar links in Arborio rijden de renners rechtdoor naar het noorden, langs de rijstvelden. Het gaat rechtdoor tot aan Ghislarengo, waar een bocht naar rechts volgt. We steken de Sesia over en rijden daarna naar Carpignano over een rechte en brede weg die alleen af en toe wordt onderbroken door een rotonde. Na Carpignano gaat het drie kilometer rechtdoor tot aan Fara Novarese. Na een doortocht in het centrum van dit plaatsje gaan we beginnen aan een paar hele korte klimmetjes. Twee keer een halve kilometer aan een procent of zes, zoiets. Stelt niet veel voor, maar het is ondertussen alweer best lang vlak geweest dus dan is alles welkom. We rijde kort over een kleine heuvelrug, waar de wegen wat bochtiger zijn en er zowaar bomen langs de kant van de weg te vinden zijn. Het is een kort intermezzo, al snel komen we weer op de rechte wegen dwars door het platteland terecht. We rijden door een aantal dorpjes en komen daar zo nu en dan een rotonde of een bocht tegen. Tussen de dorpen door gaat het vooral rechtdoor. Na 74 kilometer komen we uit in Oleggio, buiten dit plaatsje gaat het over een wat bochtigere weg verder naar Tornavento. Vlak voor we Tornavento bereiken rijden we over een opvallende brug, de brug van Oleggio. Deze brug beschikt over een stalen trellisstructuur, ofzo. Nouja, zoiets.



We rijden over de rivier Ticino en komen dan in Tornavento uit. Na dit plaatsje gaan we verder fietsen richting de eerste tussensprint van de dag. We hebben inmiddels Piëmonte verlaten en bevinden ons nu in Lombardije. Voorbij Tornavento gaat het een kilometer of tien vooral rechtdoor, terwijl de weg af en toe onderbroken wordt door een rotonde. Het is hier ook grotendeels vlak, al noteren we af en toe een paar stukjes vals plat. We bevinden ons nu ook niet echt meer op het platteland, maar meer in een stedelijk gebied. Het gebied rond Busto Arsizio is behoorlijk volgebouwd. We rijden een tijd door deze stad en de buitenwijken van de stad. Na wat bochten en rotondes is het vervolgens na 93 kilometer tijd voor de tussensprint. Als de tussensprint geweest is fietsen we nog een stuk langer rechtdoor, dwars door de agglomeratie. Van Busto Arsizio fietsen de renners naar Castellanza en Legnano, over brede, vlakke en saaie wegen. Pas een kilometer of 10 na de tussensprint maken we weer wat mee. Voorbij Rescaldina slaan we linksaf, nog wat bochten verderop komen we weer op een wat smallere alternatieve weg terecht. Deze weg loopt een aantal kilometer vooral rechtdoor, terwijl we richting Gerenzano fietsen. Hier volgt een bocht naar links, even verderop eentje naar rechts en dan komen we op de Via Como terecht, een weg die een kilometer of vier rechtdoor vals plat omhoog loopt. Aan het eind van deze weg slaan we bij een rotonde rechtsaf, waarna het in licht dalende lijn verder gaat naar Bregnano. In dit plaatsje krijgen we weer met wat bochten te maken en hier loopt de weg ook weer een paar kilometer licht omhoog. Veel stelt dat allemaal niet voor, het echte werk laat nog even op zich wachten. Via Bregnano fietsen we rechtdoor naar Cermenate en Asnago di Cermenate. Buiten dit laatste plaatsje krijgen we plotseling ineens met een paar haarspeldbochten te maken, terwijl het niet eens omhoog of omlaag gaat. Merkwaardig, maar afijn. We bevinden ons nu in ieder geval dicht in de buurt van de tweede tussensprint van de dag. Via een brede en licht golvende weg komen we na 127 kilometer uit in Cantù. In de oplopende straten van deze stad wordt er voor de tweede keer vandaag gesprint voor de punten en wat tijdwinst. Cantù is de stad van Davide Ballerini, de renner van Astana die dit jaar zijn doorbraak beleefde in de Vlaamse klassiekers.



Nadat de weg toch wel een paar kilometer omhoog liep in en rond Cantù wordt het zodra we de stad verlaten weer vlak. Vlakker, in ieder geval. Het loopt nog wel af en toe een beetje vals plat omhoog, maar eigenlijk maken we weinig mee als we richting Alzate Brianza fietsen. Buiten Alzate komen we een aantal bochten tegen. De eerste bocht loopt nog omhoog, maar richting de tweede bocht gaan we weer naar beneden. We rijden nu door een lastig te omschrijven stukje Italië. Laten we voor het gemak maar doen alsof het hier vooral vlak is. Dan zou ik bijvoorbeeld kunnen beweren dat het nu een kilometer of drie rechtdoor gaat, tot in Buccinigo. Beweer ik daarna dat hier een rotonde ligt en dat we vervolgens nog een kilometer of kilometer of vijf rechtdoor rijden over een behoorlijk vlakke weg richting Fucina. Hier slaan we dan weer rechtsaf, waarna het eigenlijk weer een aantal kilometer vooral rechtdoor verder gaat naar Canzo. Deze weg loopt een beetje vals plat omhoog en vooral na een paar bochten in Canzo krijgen we met een klimmetje van een kilometer of drie aan een procent of drie te maken richting Asso. In Asso bereiken we het hoogste punt, daarna is het een kilometer of drie vlak. Vervolgens dalen we af naar Onno, een plaatsje aan het meer van Como. Ja, we bereiken het meer van Como al vrij snel. Al zijn we nog lang niet bij de finish. Voor we Onno bereiken pakken we nog een paar haarspeldbochten mee, het afdalinkje richting het meer kent dus nog wat pittige elementen. Eenmaal beneden in Otto rijden we nog een aantal kilometer langs het meer, tot aan de voet van de Madonna del Ghisallo. Het is een aantal kilometer zo goed als vlak, tot we bijna Bellagio binnenrijden. Hier begint de weg omhoog te lopen en na een bocht na rechts begint de klim echt, de eerste echte klim van de dag.



We rijden een tijdje langs het meer, maar zodra we het binnenland weer gaan verkennen loopt de weg ook meteen weer heel steil omhoog. De klim naar Madonna del Ghisallo is gemiddeld gezien niet zwaar, maar het is toch best wel een kutklim. Het gaat bijvoorbeeld gewoon 3,5 kilometer aan 9% omhoog. Met in dit eerste stuk van de klim zelfs een strook aan 14%, dat is toch best wel aan de heftige kant. Dat het maar een klim is van de tweede categorie van 8,6 kilometer aan 5,6% gemiddeld ligt vooral aan het stuk dat na het eerste steile gedeelte volgt. Het is namelijk een kilometer of drie zo goed als vlak, met zelfs een stukje in dalende lijn tussendoor. Daarna gaat het in de laatste twee kilometer van de klim gewoon weer aan 9% omhoog, dus komen we toch op een behoorlijk gemiddelde uit. Na 174 kilometer, op een kilometer of 60 van de finish, komen we dan boven op Madonna del Ghisallo. Een heilige klim voor wielrenners. Het is een bedevaartsoord geworden voor wielrenners door de jaren heen, dat heeft te maken met een sterk verhaal uit het verleden. Volgens de legende werd in de Middeleeuwen graaf Ghisallo aangevallen door struikrovers, tot hij een verschijning van Maria zag op een altaar. Hij rende erheen en werd gered van de rovers. Madonna del Ghisallo is sindsdien de patroonheilige van reizigers geworden. En wielrenners zijn ook reizigers, uiteindelijk. In 1949 werd Madonna del Ghisallo, op voorstel van de priester Ermelindo Viganò, door Paus Pius XII uitgeroepen tot beschermheilige van wielrenners. Sindsdien wordt het kerkje bezocht door wielertoeristen. In het kerkje brandt een eeuwige vlam voor gestorven renners. Voor de deur van de kerk staat een standbeeld van Fausto Coppi dat in 1960 werd onthuld, alsmede een standbeeld van Gino Bartali, twee kampioenen van weleer. Op 31 mei 2006 werd de laatste - door paus Benedictus XVI gezegende - steen gelegd voor een wielermuseum, dat naast de kapel werd gebouwd. Ja, Wikipedia bewijst mij hier weer een grote dienst. Madonna del Ghisallo is verder vooral een klim die we kennen van de Giro voor vrouwen, in die koers komen ze hier nog wel eens. Marianne Vos is hier al een paar keer als eerste boven geraakt. Het is natuurlijk ook een klim uit de finale van de Ronde van Lombardije, daarom voelt het niet echt als de moeite waard om dit allemaal te omschrijven. Ik mag toch aannemen dat iedereen naar de koers van de vallende bladeren kijkt, je bent nogal een nepper als dat niet het geval is.




Op de top van de Madonna del Ghisallo maken we misschien wel mee dat de klokken worden geluid, dat is in ieder geval zo tijdens de Ronde van Lombardije. De afdaling van de Madonna del Ghisallo is niet zo ingewikkeld. De klim is nog best bochtig, maar de afdaling kent vooral rechte wegen die bovendien vrij breed zijn. Eigenlijk is het gewoon een ordinaire flopafdaling, we maken hier helemaal niets mee. Sterker nog, al vrij snel is de afdaling afgelopen en dan gaat het meteen weer omhoog. In de buurt van Canova slaan we rechtsaf en dan beginnen we aan de Colma di Sormano. Het is belangrijk om te vermelden dat we nu wel gaan afwijken van de route van de Ronde van Lombardije. De laatste jaren pakken we tijdens deze koers de Muro di Sormano mee, een enorm heftige muur van twee kilometer aan 80000000% procent ofzo. Echt mokersteil. Nou, dat steile gedeelte slaan we nu gewoon braaf over. Het blijft iets menselijker, de versie van de Ronde van Lombardije die men ons nu voor wil schotelen. We krijgen namelijk slechts te maken met een klim van 9,6 kilometer aan 6,6%. Dat klinkt al wat beter. Het is wel een bochtige klim, die Colma di Sormano. Al zou dat geen verrassing mogen zijn, een deel van deze klim komt ook voor in de Ronde van Lombardije. Je hebt de mogelijkheid om ergens tijdens deze klim af te slaan waarna het aan 95% omhoog loopt, maar dat doen we nu dus niet. Daarom blijft het vrij geleidelijk omhoog lopen. Eerst vier kilometer aan 6,5%, dat is wel te doen. Daarna een vrij zwaar middenstuk, twee kilometer aan 8%. Vervolgens gaat het richting de top nog drie kilometer aan 6% omhoog, dat valt niet tegen. Na 190 kilometer, op iets meer dan 40 kilometer van het eind, komen de renners dan boven op deze Colma di Sormano. Bochtige klim, brede weg, paar dorpjes tussendoor. Zonder zware muur. Was leuker geweest met muur, maarja.




De afdaling van de Colma di Sormano is helemaal niet leuk. Echt, helemaal niet leuk. Vooral Jan Bakelants gaat hier niet graag naar beneden fietsen. Hij kent deze weg nog van de Ronde van Lombardije van een aantal jaar geleden. Ergens tijdens deze afdaling schatte hij een bocht verkeerd in. Het leverde een iconische foto op. De fiets van Jan, ergens in een boom. Leuk, maar de gevolgen waren niet zo fraai. Jan lag namelijk een paar meter lager, met wat gebroken botten. Ook Laurens de Plus was betrokken bij deze val, net als Simone Petilli. Allemaal lagen ze er lang uit, zo zwaar waren de blessures. Het zal een afdaling worden waar niemand zin in heeft. Het boezemt angst in, niet zonder reden. De weg is smal, het gaat steil naar beneden en we komen enkele lastige bochten tegen. Eigenlijk vreemd dat deze afdaling in deze rit zit, het is objectief vast te stellen dat dit een levensgevaarlijke afdaling is. De renners die niet of nauwelijks de Ronde van Lombardije hebben gereden de afgelopen jaren zijn duidelijk in het nadeel, parcourskennis is een pré. De afdaling is vooral in het begin lastig, daarna volgt er wel een wat makkelijker tussenstuk. Het eind is ook verdomd ingewikkeld, het laatste stuk terug naar het meer van Como kent talloze haarspeldbochten en andere ongein. Ik zou hier zelf voor geen goud naar beneden gaan, maar oké. Na deze krankzinnige afdaling komen we beneden uit in Nesso. Vervolgens gaan we nog een aantal kilometer langs het meer rijden, over een weg die naar Como leidt. We zouden al best snel kunnen finishen, maar dat doen we niet. We rijden een kilometer of 15 langs het meer, over een weg die behoorlijk glooiend is. We komen tussendoor de nodige korte klimmetjes tegen, zelfs een paar steile bulten. Eenvoudig is het niet, maar we bereiken desondanks na 218 kilometer voor de eerste keer Como.



In Como pakken we een paar bochten mee, maar daarna rijden we rechtdoor richting een klim die de laatste jaren ook deel uitmaakt van de Ronde van Lombardije. Ik had nog zo met mezelf afgesproken om het qua voorbeschouwingen bij de grote rondes te houden, maar nu zit ik alsnog gewoon de Ronde van Lombardije te bespreken. Best hinderlijk, eigenlijk. Ik zou ook gewoon kunnen zeggen: fuck jullie, slinger de PLAYER aan en kijk de beelden van de finale van de Ronde van Lombardije van vorig jaar, of het jaar daarvoor, terug. Was een stuk makkelijker geweest, maarja. Ik moet denk ik toch maar vertellen dat er na een bocht naar links in Como een begin wordt gemaakt aan de klim naar Civiglio. De klim naar Civiglio is zwaar, zo kunnen we dat het beste samenvatten. Het gaat vier kilometer omhoog aan 10%, heeft iemand meer informatie nodig? Het is een bochtige klim, met nogal wat haarspeldbochten. Het wordt steeds zwaarder, met in de buurt van de top een kilometer aan 10,5% met een zwaarste strook aan 14%. Het is de laatste jaren wel de scherprechter in Lombardije en het is niet heel lastig om te begrijpen waarom. Dit doet gewoon pijn aan de poten, en niet te zuinig ook. Na 223 kilometer, op negen kilometer van het einde, komen we boven op deze klim.



Een foto van de legendarische Wielerman, wiens stem wij al een aantal jaar missen tijdens de Giro.

De afdaling is moeilijk. Al weten echte kenners dit natuurlijk al. Zelfs de goden van Eurosport hebben hier volgens mij al een keer een filmpje over gemaakt. Hoe rijdt Vincenzo Nibali weg in een afdaling? Nou, blijkbaar door de perfecte lijnen te rijden. En door als een mongool naar beneden te duiken. Dat kan hier wel, want hoewel de afdaling niet al te bochtig begint komen we na verloop van tijd wel nogal wat lastige haarspeldbochten tegen. Het is simpelweg een lastige afdaling, dat lijkt me de makkelijkste conclusie. We zitten hier ook weer op het terrein van de Ronde van Lombardije, maar er volgt toch nog een afwijking. De laatste jaren pakken we meestal nog een klimmetje naar San Fermo della Battaglia mee, maar dat kan nu niet omdat er ergens langs die weg instortingsgevaar schijnt te zijn. Of nouja, iets in die geest. Het komt in ieder geval niet zo goed uit, en daarom rijden we nu rechtdoor naar Como. Al is rechtdoor niet echt de juiste term, we komen nog bochten genoeg tegen. Op vijf kilometer van het eind nog een paar haarspeldbochten bijvoorbeeld, het gaat hier ook nog daadwerkelijk steil naar beneden. Na deze bochten blijft het naar beneden gaan, maar dan wel zonder al te lastige fratsen. Pas rond drie kilometer van het eind komen we weer echte bochten tegen, het gaat eerst naar links en daarna weer naar rechts. Na deze bochten zijn we praktisch beneden. In de resterende kilometers naar de finish is het vlak. Tussen kilometer drie en kilometer twee van het eind gaat het vooral rechtdoor, maar tussen kilometer twee en één van het eind komen we wel weer wat bochten tegen. In de laatste kilometer lijkt het aardig rechtdoor te gaan, tot op een meter of 250 van het eind. Een scherpe bocht naar rechts ligt er dan nog in het verschiet, waarna het rechtdoor gaat tot aan de finish. Na 230 kilometer zijn we dan klaar met de tweede week van deze Giro.




Finishen doen we in Como, een plaats die we dus kennen van de Ronde van Lombardije. Een klassieker, een monument zelfs. Vorig jaar werd de wedstrijd nog gewonnen door Thibaut Pinot, die nu niet aanwezig is. In het verleden zagen we hier Vincenzo Nibali straffe stoten uithalen, zo wist hij te winnen in 2017 en 2015. Het is een wedstrijd voor hem, met de steile klimmetjes en de lastige afdalingen. Ook zagen we in Lombardije ooit Oliver Zaugg winnen, ik weet nog steeds niet hoe. Enfin, niet alleen de koers van de vallende bladeren komt hier ieder jaar langs, ook de Giro wil nog wel eens passeren. Al is het lang geleden dat men nog eens hier was, daarvoor moeten we terug naar 1987. Toen won Paolo Rosola in Como, goed om te weten. Ook in 1957 was de koers in deze stad aan het meer, twee ritten lang zelfs. De eerste rit in Como werd gewonnen door Alessandro Fantini, de tweede door Rik Van Steenbergen. In een nog verder verleden zagen we ook nog Fausto Coppi een tijdrit van een kilometer of 60 winnen, in en rond Como. Het is overigens best een grote stad, met 84.000 inwoners. Het is een stad waar vooral veel voetballers vandaan komen, in het verleden bijvoorbeeld Gianluca Zambrotta en tegenwoordig Patrick Cutrone. In een heel erg ver verleden kwamen ook Plinius de Oudere en Plinius de Jongere hier vandaan. Voor de hoogtepunten van de stad zelf moet je naar de Piazza Volta, om maar wat te noemen. Dit plein bevat een standbeeld van Alessandro Volta, de ontdekker van de batterij. Ook volt is naar hem vernoemd. Die gek kwam uit Como, hoe vet is dat? Ook het Palazzo Broletto in het oude centrum is de moeite waard. De lokale duomo is ook goed en dan heb je natuurlijk ook nog het meer. Langs het meer komen we een promenade tegen, waar je de nodige villa's aantreft. De Villa Carlotta, Saportii, Gallia, Olmo, het schijnt allemaal de moeite waard te zijn. Ook is er een kabelspoorweg, dat schijnt ook wel vet te zijn. Como is wel prima dus, al lijkt het mij allemaal wat te toeristisch. Je kan ook met de boot naar een eilandje in het midden van het meer, nee, dan haak ik af hoor. Of een zijdemuseum, pff. Lijkt me niet veel.



In Como wordt het 's middags 22 graden. Er is kans op regen, maar die kans valt mee. Eerst leek het erop alsof het 100% zeker zou gaan regenen, maar nu is het nog maar een procent of 20%. Dan weet je dus eigenlijk op voorhand al zeker dat het droog blijft. Aangezien er enkele lastige afdalingen zijn in de slotfase is dat maar beter ook. In startplaats Ivrea is het ongeveer hetzelfde verhaal, we gaan dus waarschijnlijk weer een droge rit meemaken. Daar is niks mis mee. De droge rit gaat om 11:15 van start, want het is een lange rit. Eurosport is er pas twee uur later bij, om 13:15. Tegen die tijd hebben we al een kilometer of 70 afgewerkt. Wel 70 vlakke kilometers, dus op het ontstaan van de vlucht na hebben we niks gemist. De finish wordt verwacht tussen 16:55 en 17:33. Aan de Madonna del Ghisallo beginnen we tussen 15:06 en 15:28, ergens rond die tijd lijkt het me een uitermate geschikt moment om in te schakelen.



Dit lijkt me eigenlijk best wel een rit voor de vluchters. Het is de laatste rit voor de rustdag, maar het profiel is niet echt geschikt voor een zware strijd tussen de klassementsmannen. Wie gaat er namelijk het eerste vlakke deel controleren? Waarschijnlijk rijdt er daar een grote groep weg, die zo'n grote voorsprong krijgt dat ze voor de zege mogen gaan. Tussen de klassementsrenners zien we vast nog wel actie, maar dan wel pas in de absolute slotfase. Voor die tijd rijdt er ongetwijfeld een goede groep weg op het allereerste klimmetje van de dag. Als die groep geen gevaarlijke mannen bevat lopen ze vast snel uit naar een minuut of 10 voorsprong. Dan mogen ze gaan vechten om de ritzege in Como, terwijl de klassementsrenners toch vooral wachten op week drie. Al valt de Gavia ondertussen weg, ik weet niet of dat voor bijvoorbeeld Roglic de zaken nog gaat veranderen. Voor hem was de rit met de Gavia en de Mortirolo nogal belangrijk, maar nu is er ineens geen Gavia meer. Enfin, dat lijkt me een zorg voor later, dit zal vooral een rit zijn om met name geen tijd te verliezen. Tijd winnen is niet aan de orde. Dus, laten we maar weer eens vijf namen uit de dikke duim zuigen.
1. Izagirre. Dit probeerde ik een aantal dagen geleden en toen werkte het niet echt. Maar dat maakt me niet uit, ik probeer het gewoon nog een keer. Lopez is toch kansloos, dus dan mag de rest van Astana gewoon in de aanval gaan. Als Izagirre eenmaal in de vlucht zit is het een gevaarlijke klant. Zijn Giro is tot nu toe niet briljant, al heeft dat ook te maken met het feit dat hij niet echt met zichzelf bezig is. Het wordt tijd om daar verandering in te brengen, van Lopez gaat het in ieder geval niet meer komen dus dan moet de rest er nog wat van zien te maken. Bilbao is het al gelukt, dan mag Izagirre niet achterblijven.
2. Gebreigzabhier. Ge-brah-zah-bier. Ofzo. Ik heb geen zin om lang na te denken, dus kom ik vrij snel bij mijn persoonlijke favorieten uit. Het jaar van Amanuel is tot nu toe vrij waardeloos. Paar blessures, paar keer ziek. Moest toch de Giro rijden, omdat ze bij Dimension Data niemand anders hadden. Hij was er niet echt klaar voor, maar hij komt er langzaam doorheen. Tijdens de vorige rit werd hij 31e, in de groep van roze trui Polanc. Daarmee was hij de beste van zijn ploeg. In het begin van de rit probeerde hij ook een keer mee te schuiven met een aanval. Het teken dat er een stijgende lijn is ingezet. Ik hoop hem of tijdens deze rit of in de derde week nog eens in de aanval te zien, meer wensdenken dan wat anders. Desalniettemin, Eritrea boven.
3. Ulissi. Al zijn ploeggenoten maken geen kans meer op het roze, dus nu is het weer tijd voor Ulissi. Eerst moest hij aan de bak voor Conti, daarna voor Polanc. Beide heren staan inmiddels ver in het klassement, Ulissi hoeft niet meer te werken. Kan in de aanval gaan en dan is dit een perfecte rit.
4. Dunbar. Ja, geen idee, kereltjes van Sky gaan vaak in de aanval. Ze hebben niet echt een klassement om voor te rijden, dus dan mag dat. Dunbar was sterk in de rit naar Pinerolo, hij zal ongetwijfeld nog een keer een nieuwe poging willen wagen. Sosa en Sivakov hebben de afgelopen rit nogal hun best gedaan, dus dan is het na het wegvallen van Geoghegan Hart weer de beurt aan de Ier.
5. De Gendt. Ja, nouja, gewoon.

  Moderator zondag 26 mei 2019 @ 15:59:13 #2
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187099656
:O
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_187099660
Koplopers gaan het niet halen, u hoorde het hier eerst.
  Moderator zondag 26 mei 2019 @ 16:01:24 #4
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187099706
Inspirerende teksten weer van Eddy Angels.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_187099710
Nieve ook al weg
  zondag 26 mei 2019 @ 16:02:03 #6
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_187099715
Jeetje, Quinn Simmons heeft ze echt allemaal op een hoop gereden in de Driedaagse van Axel.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator zondag 26 mei 2019 @ 16:02:21 #7
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187099723
Wanneer GP Marcel Kint spannender is dan een giro etappe
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  Moderator zondag 26 mei 2019 @ 16:02:24 #8
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187099725
Djoengels moet maar niet meer voor een grote ronde gaan na een klassiek voorjaar.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zondag 26 mei 2019 @ 16:02:36 #9
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187099730
Jungels :')

quote:
15s.gif Op zondag 26 mei 2019 16:01 schreef showtimer het volgende:
Nieve ook al weg
:{
pi_187099732
quote:
0s.gif Op zondag 26 mei 2019 16:01 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Inspirerende teksten weer van Eddy Angels.
Je hebt het wel over de nummer 41 van de Amstel Gold race in 2011. Een beetje respect graag.
pi_187099736
JAAA
pi_187099740
Flikker op Addy
  zondag 26 mei 2019 @ 16:03:10 #13
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187099742
LOS
  Moderator zondag 26 mei 2019 @ 16:03:12 #14
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_187099743
Het is koers.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_187099744
quote:
0s.gif Op zondag 26 mei 2019 16:03 schreef showtimer het volgende:
Flikker op Addy
Wow :{.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  zondag 26 mei 2019 @ 16:03:36 #16
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_187099747
Rot op met Eddy aub...het is nu koers
  zondag 26 mei 2019 @ 16:03:48 #17
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_187099752
Rot op pleuris Pool. Laat Roglic dat lekker zelf doen.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_187099758
quote:
0s.gif Op zondag 26 mei 2019 16:03 schreef El-Stinho het volgende:

[..]

Wow :{.
Wat heeft het voor nut om nu nog interviews over ongevaarlijke kopgroepen te doen?
pi_187099764
Eurisport :')
  zondag 26 mei 2019 @ 16:04:21 #20
333483 Aguero
oooooooo
pi_187099766
Primoz dieselt het rustig dicht.
Citius, Altius, Fortius.
pi_187099767
quote:
0s.gif Op zondag 26 mei 2019 15:08 schreef Mani89 het volgende:
Wat ga je allemaal doen Gasparotto.
Hij resideert in de buurt lees ik op twitter.
pi_187099773
quote:
0s.gif Op zondag 26 mei 2019 16:04 schreef showtimer het volgende:

[..]

Wat heeft het voor nut om nu nog interviews over ongevaarlijke kopgroepen te doen?
Iedereen binnen Eurosport moet zijn steentje bijdragen, hé
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  zondag 26 mei 2019 @ 16:04:48 #23
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187099775
Voor de klassementsmannen dus haha

Stijn en ik bergen onze CM op.
  zondag 26 mei 2019 @ 16:04:50 #24
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_187099778
quote:
0s.gif Op zondag 26 mei 2019 16:04 schreef wimderon het volgende:

[..]

Hij resideert in de buurt lees ik op twitter.
Dan zullen we Hororeee straks ook wel zien demarreren.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_187099793
Carretero God
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')