quote:
Klopt niet.
Achtknoop: als goed losmaakbare stopper aan het eind van een touw (bijvoorbeeld op een fokkeschoot)
Eindsplits: in plaats van een betakeling aan het eind van een touw om rafelen te voorkomen
Halve steek: alleen bruikbaar als onderdeel van een knoop of soms als borg
Valreepsknoop: in feite een sierknoop, aan het eind van een touw
Verbinden van twee lijnen
Dievenknoop: om twee lijnen van gelijke dikte aan elkaar te verbinden op een wijze die op de platte knoop lijkt
Dubbele hielingsteek: om twee lijnen van gelijke dikte aan elkaar te verbinden
Oudewijvenknoop: een variant op de platte knoop met slechtere eigenschappen
Platte knoop: om twee lijnen van gelijke dikte aan elkaar te verbinden, deze knoop dient niet onder spanning te staan
Schootsteek: om twee lijnen van gelijke dikte en onder spanning, of een lijn en een lus aan elkaar te verbinden. Voor lijnen van ongelijke dikte wordt vaak de dubbele schootsteek gebruikt
Seizingsteek: om twee lijnen van ongelijke dikte aan elkaar te verbinden
Vissersknoop: een visserssteek om twee lijnen van gelijke dikte aan elkaar te verbinden
Vastmaken aan een vast punt
Constrictorknoop: om een lijn aan een (staande of liggende) paal vast te maken
Dubbele paalsteek: om een niet schuivende lus midden in een lijn te maken
Kikkersteek: om een lijn op een kikker te beleggen
Mastworp: om een lijn aan een (staande of liggende) paal vast te maken
Paalsteek: om een niet schuivende lus in het eind van een lijn te maken
Paardenknoop: een knoop om een paard met het halstertouw vast te zetten
Slag met twee halve steken: om een lijn om een dikke paal te bevestigen
Treksteek: een steek waarbij een touw dubbel genomen aan een object wordt bevestigd, zodanig dat één lijn kan worden belast en de andere dient om de steek los te trekken zonder dat het andere touw over het object hoeft te schuiven
Wurgsteek: om een lijn aan een (staande of liggende) paal vast te maken
Vastmaken van objecten
Ankersteek: om een lijn vast aan een oog te bevestigen
Bandknoop: het maken van een lus van een platte band, voornamelijk bij klimmen gebruikt
Halve steek met bindsel: om een niet-vaste lus in het eind van een lijn te maken
Niet-schuivende lus in het midden van een touw
Dubbele paalsteek
Gareelsteek: deze steek wordt ook gebruikt als eerste steek om breiwerk op te zetten
Middenmansknoop
Bijeenhouden van zaken
Chirurgenknoop (ook wel waterknoop)[1]
Rolladeknoop: gebruikt voor het bij elkaar houden van het vlees in een rollade
Slipsteek: vastmaken en eenvoudig weer los kunnen trekken
Veterknoop: oudewijvenknoop of platte knoop met dubbele slipsteek (lus) om de knoop eenvoudig los te kunnen maken
Molenaarsknoop: dichtbinden van zakken
Inkorten van lijnen
Trompetsteek
Sierknopen
Dubbele windsor
Enkele windsor
Prattknoop
Stropdasknoop
Turkse knoop
Valreepsknoop