Ello .
Hierbij een interview met Jaap Stam uit de meest recente uitgave van Helden Magazine (via Blendle).
Enjoy! --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
‘Die kale schedel maakte indruk’ TEKST: FRITS BAREND BEELD: ANP
Jaap Stam is een van de beste verdedigers die Nederland ooit had. nu timmert hij aan de weg als trainer. Dit jaar bij PEC Zwolle en volgend seizoen bij Feyenoord. Aan de hand van een elftal foto’s nemen we zijn loopbaan door. “Virgil van Dijk heeft een vergelijkbare carrière, het verschil zit ’m in de miljoenen die hij jaarlijks verdient.”

Jaap Stam als speler van Willem II, voorafgaand aan het seizoen 1995/1996. “Ik kwam eigenlijk als een broekie bij Willem II, na een jaar PEC Zwolle en twee jaar SC Cambuur. Trainer Theo de Jong had me eerst naar PEC gehaald, vervolgens naar SC Cambuur en ten slotte ook naar Willem II. Ik heb in wezen binnen een jaar de stap van de amateurs naar de eredivisie gemaakt. Ik speelde op mijn zestiende al in het eerste van DOS Kampen, toen de jeugdopleidingen van clubs in het betaalde voetbal nog niet zo ver ontwikkeld waren. Ik ben een keer geselecteerd voor Jong Oranje. Rinus Israel was trainer. Ik zat op de bank, Ferdi Vierklau raakte geblesseerd, dus Rinus vroeg of ik wilde warmlopen. Dat heb ik drie kwartier gedaan, maar Vierklau ging er niet uit. Na afloop kwam Rinus naar me toe, gaf me een hand en zei: ‘Jaap, klasse warmgelopen.’ Ik moest daar wel om lachen. Ik heb maar zes maanden bij Willem II gespeeld, dat was fantastisch met spelers als Jean-Paul van Gastel, John Feskens, Adrie Bogers, Henri van der Vegt en Earnest Stewart. We speelden heel goed, wonnen thuis met 1-0 van het Ajax van Van Gaal. Ik had een clausule in mijn contract laten opnemen dat ik voor drie miljoen gulden weg mocht. In de winterstop kwamen Celtic, Feyenoord en PSV. Ik woonde net in Tilburg, als ik voor PSV tekende, kon ik daar blijven wonen. Ik wilde niet meteen weer verhuizen en omdat PSV die drie miljoen wilde betalen, hoefde ik niet lang na te denken. Van Gastel ging toen naar Feyenoord. Op deze foto heb ik nog haar, maar er kwamen al inhammen. Eerst heb ik die nog geprobeerd weg te kammen. Uiteindelijk lukte dat niet meer, het zag er niet meer uit. Toen besloot ik al mijn haar eraf te halen. Ik heb nooit aan implantaten gedacht. Ik weet nog dat we bij PSV een bosloop hadden en dat Arthur Numan en ik naast Dick Advocaat liepen en we allemaal van die bloedspikkels op zijn hoofd zagen voor haargroei. Nee, de baard is geen compensatie. In Engeland begon ik met een sikkie en op een gegeven moment zeiden de kinderen dat ze een baard wel leuk vonden. Die kale kop en baard zijn niet het bewust kweken van een imago, hoor. Ik denk wel dat die kale schedel, gekoppeld aan mijn lengte en een beetje chagrijnig kijken, indruk maakten op tegenstanders. Dat ze misschien dachten: dat is niet zo’n vrolijk figuur om tegenover te staan, dus ik blijf een beetje uit zijn buurt.”

23 november 1997: Jaap scoort namens PSV tegen FC Twente. Nico-Jan Hoogma kijkt toe. “Ik kwam bij PSV als rechtsback, maar na een blessure van Ernest Faber kwam ik snel in het centrum, waar ik nooit meer ben weggegaan. Advocaat was mijn trainer. Ik ben het er mee eens dat een verdediger in de eerste plaats goed moet kunnen verdedigen. Dat kon ik, maar vergis je niet, ik kon ook goed meevoetballen. In het Nederlands elftal hadden we een taakverdeling dat ik in principe de mandekker was en Frank de Boer de vrije man. Maar uiteindelijk deed ik in balbezit echt wel mee en stak ik graag het middenveld over. Verdedigen vereist een bepaalde mentaliteit, maar hangt ook af van de wijze van spelen. Wij Nederlanders spelen niet graag met de kont in de goal, wij zetten vroeg druk waardoor je als verdediger met veel ruimte in je rug speelt. Ik vond dat mooi, zo wil ik als trainer mijn elftallen ook laten spelen. Dan moet je snelheid hebben en sterk zijn in een-tegen-een-situaties en is het belangrijk dat je goed staat. Ik heb me dat zelf aangeleerd, heb als trainer ervaren dat veel spelers dat gevoel niet hebben. Daarom train ik daar veel op en onderbreek vaak een training om ze te laten zien dat als ze anders hadden gestaan, het veel makkelijker was geweest. Ik ben ervan overtuigd dat je daarop kunt trainen. We hadden bij PSV een heel goed team. Er was ook toen al de permanente strijd met Ajax. We zijn een keer kampioen geworden, maar toch had er meer ingezeten. Heeft met killersinstinct, met mentaliteit te maken.”

21 mei 1998: Rekken en strekken met Ed de Goeij, bondscoach Guus Hiddink, Pierre van Hooijdonk, Arthur Numan en Jaap (v.l.n.r.) tijdens een training voorafgaand aan het WK in Frankrijk. “In april 1996 kwam ik bij het Nederlands elftal, de eerste keer voor een oefenwedstrijd tegen Duitsland als reserve omdat John Veldman geblesseerd was. Ik mocht ook nog een kwartiertje invallen. Pas toen Frank de Boer wegviel met een blessure voor het EK van 1996 in Engeland, kwam ik er echt bij. Ik had nog geen mobiele telefoon, was op visite bij mijn schoonfamilie in Loosdrecht en was dus onbereikbaar. Ik hoorde via de televisie dat ik was opgeroepen. Heb ik teammanager Hans Jorritsma gebeld of het klopte. Meteen daarna belde ik de bondscoach. ‘Ja, met Guus. Je bent erbij, je moet je melden.’ We hadden net een huis gekocht in Eindhoven, ik moest die middag naar de notaris om mijn handtekening te zetten en me daarna meteen bij het Nederland elftal melden. Ik heb getekend, ben weggescheurd, heb stoplichten genegeerd en was precies op tijd in Noordwijk. Guus ving me heel goed op, zorgde dat ik me thuis voelde. Dat EK in Engeland was een prachtige ervaring, maar ik speelde niet en daardoor duurde het toernooi heel lang. Het is al vaker gezegd, maar dat zogenaamde kabelgedoe speelde helemaal niet. Seedorf, Kluivert, Bogarde, Reiziger en Davids zaten altijd bij elkaar. Nou en, is dat zo erg? Zo gaat dat. Ik zat bij de jongens van PSV, bij Cocu, Numan en ja, Bergkamp en Jonk zaten ook bij ons. Maar geloof me, er was geen animositeit of iets dergelijks. Het WK van 1998 was geweldig. Ik had voor het toernooi al getekend bij Manchester United. Er kwam dus heel veel op me af van zowel de Engelse als de Nederlandse pers. Dat gaf wel extra druk. Ik heb alles gespeeld in Frankrijk. Uiteindelijk waren we niet koelbloedig genoeg in de strafschoppenserie tegen Brazilië. Ik nam in Marseille geen penalty, weet nog dat onze scouts de penalty’s van Brazilië hadden geanalyseerd en ze vertelden dat ze allemaal laag zouden worden genomen. En dus vlogen ze er allemaal hoog in. Jammer, want we hadden zeker de finale kunnen en moeten halen. Op het moment dat we die halve finale verloren, vloeide de energie uit m’n lichaam.”

26 mei 1999: Bayern München lijkt de Champions League-finale te gaan winnen. Maar in de 91ste minuut maakt Teddy Sheringham de 1-1 en twee minuten later tekent Ole Gunnar Solskjaer ook nog de 2-1 in Camp Nou. Nicky Butt, Ronny Johnsen, Solskjaer, Sheringham en Jaap kunnen hun geluk niet op. “United wilde me in 1997 al hebben, maar toen was ik er nog niet aan toe. Ik was in die periode net international. PSV had gezegd dat ze mijn contract zouden aanpassen als ik Oranje zou halen en die afspraak kwamen ze keurig na. Uiteindelijk heb ik mijn contract ook verlengd, maar na een half jaar voelde ik dat ik klaar was voor de volgende stap. Voorzitter Harry van Raaij was zijn tijd ver vooruit, want hij vroeg 50 miljoen gulden voor me. Vandaag zijn dat gangbare bedragen, toen was dat absurd. Dat wist hij ook wel. Vervolgens bracht hij in de pers dat als ik dan zo graag wilde, ik het percentage van tien procent van de transfersom waarop ik recht had, moest inleveren. Uiteindelijk wilde ik zo graag dat ik daarin heb toegestemd. Ik vind alleen dat je zoiets niet naar buiten mag brengen.
‘Voorzitter Van Raaij was zijn tijd ver vooruit, want hij vroeg 50 miljoen gulden voor me. Vandaag zijn dat gangbare bedragen, toen was dat absurd. Dat wist hij ook wel’
Ik weet nog goed dat Van Raaij zei ‘dat Jaap alles wilde hebben, en het geld en de transfer’. Nee, United kwam me daarin niet tegemoet. Bovendien kreeg ik geen tekengeld omdat ze een transfersom van 35 miljoen voor me hadden betaald. Ik schoot er veel bij in. En je verdiende in die tijd nog geen miljoenen, hoor. Ik hield in 1998 netto per jaar iets meer over dan wat ze nu per week verdienen in Engeland, dus zeg maar dat ik netto overhield wat Alexis Sánchez nu in een week bij Manchester verdient. Maar ik heb altijd gezegd dat geld niet mijn belangrijkste drijfveer was. Ik ging voor een mooie club spelen, dat was voor mij doorslaggevend. Het winnen van de Champions League in mijn eerste seizoen bij Manchester United is wel een hoogtepunt in mijn carrière.”

27 oktober 2001 Jaap stormt namens Lazio Roma langs Marco Delvecchio van aartsrivaal AS Roma. “Toen ik van United naar Lazio ging, kon ik ook naar Real Madrid en Internazionale. Er was die gekke situatie dat United-manager Alex Ferguson vond dat ik weg moest naar aanleiding van een paar uitspraken in mijn biografie Head to Head. Ik heb later begrepen dat ze een gat in de begroting hadden en door mij te verkopen de begroting kloppend konden maken. Ik weet bijna zeker dat als ik was gebleven en een transfer had geweigerd, ik na een paar maanden gewoon weer had gespeeld. Maar goed, toen veronderstelde ik dat ik weg moest. Real wilde nog even wachten en bij Lazio kon ik binnen een dag tekenen, mede omdat ze me dan konden inschrijven voor de Champions League. Vergis je niet, Lazio had toen een absoluut topteam met jongens als Nesta, Mihajlovic, Mendieta, Couto, Stankovic, De la Peña, Crespo en Lopez. Lazio wilde ook meteen de 11 miljoen pond betalen die United voor me vroeg. Wat ik niet wist toen ik tekende, was dat Lazio enorme schulden had. Anders had ik mijn tijd bij United uitgezeten of had ik een paar weken gewacht en was ik naar Real Madrid gegaan. Spijt heb ik niet. Ik heb een mooie tijd gehad, maar Real Madrid had natuurlijk ook niet misstaan. Ik was bij Lazio op m’n best, nog beter dan bij United. Bij Lazio heb ik ten opzichte van Manchester goed verdiend, alleen kreeg ik mijn geld niet. Ik moest wel een huis en een auto kopen, scholen regelen voor de kinderen. Toen ik na zes maanden nog geen salaris had ontvangen en daarover iets zei in de kleedkamer, moesten mijn medespelers lachen. Ze zeiden: ‘We hebben nooit begrepen dat je niet naar Real bent gegaan, niemand krijgt hier z’n geld.’ Ik ben uiteindelijk een rechtszaak begonnen, werd daardoor gezien als een geldwolf. Toen ik het geld van de eerste zes maanden eindelijk had, werd ik de volgende vier maanden weer niet betaald. Uiteindelijk was ik de enige in die twee jaar bij Lazio die zijn geld heeft ontvangen. Ik kon na het eerste jaar al weg, maar ze lieten me gewoon niet gaan. Ze zeiden bij Lazio dat het financieel het volgend seizoen goed zou komen. De voorzitter, Sergio Cragnotti van dat bekende merk Del Monte, trad na mijn eerste seizoen terug en de nieuwe voorzitter beloofde me dat ik aan het eind van mijn derde seizoen mocht vertrekken. Uiteindelijk heb ik drie jaar voor Lazio gespeeld en een fantastische tijd gehad. Toen ik vertrok uit Manchester, realiseerde ik me helemaal niet dat ik naar een prachtige stad zou gaan, met een heerlijke temperatuur en een geweldige eetcultuur. Ik spreek ook aardig Italiaans. Ik heb veel dingen gezien, kwam op plekken in het Vaticaan waar niemand mocht komen, maar op straat kon ik me niet vertonen, omdat ze me geen seconde met rust lieten. Als we ergens heen gingen, moest ik gauw uit de auto naar binnen in de hoop dat niemand me zag. Mijn hele familie heeft de Trevi-fontein en het Colosseum gezien, behalve ik.”

6 april 2005: Jaap heeft de score geopend in de beladen kwartfinale van de Champions League tussen AC Milan en Internazionale. Clarence Seedorf bespringt hem. Milan wint met 2-0 en bekert verder. “Milan was een mooie tijd. Clarence is een gouden gozer, ik kon altijd heerlijk tegen hem aan lullen. Clarence is Clarence, altijd druk met van alles en nog wat. Ik was 31 toen ik voor twee jaar tekende bij AC Milan. Juventus en opnieuw Internazionale wilden me ook hebben. Juventus wilde het meeste betalen, 14 miljoen euro. Fabio Capello was daar trainer. Henk van Ginkel, mijn zaakwaarnemer, is bij Juventus geweest en zou met mijn vrouw naar een huis gaan kijken. Hij heeft zes uur op kantoor gezeten en nog geen kop koffie gehad. Dat zegt toch iets. Mede daardoor wilde ik niet meer naar Juventus. Ze boden nog baantjes aan voor familieleden, zo gaat dat als ze je graag willen hebben. Dan komen bijvoorbeeld vaders of broers ook in dienst, dan doen ze alles om jou binnen te halen. Inter viel ook af, omdat ik daar van Lazio niet heen mocht. Er waren problemen tussen de clubs over de transfer van Stankovic naar Inter. Het werd dus AC Milan. De club trok me. Het scheelde Lazio trouwens drie miljoen en mij ook veel geld, want AC betaalde het minst. Opnieuw was geld niet mijn drijfveer, net als toen ik naar United ging. Ja, geld... Ik heb in mijn carrière goed verdiend, maar niet zodanig dat ik het tot mijn zestigste kan uitzingen als ik niets meer zou doen. Bij Milan speelde ik dus met Clarence, maar ook met Pirlo, Kaká, Nesta, Crespo, Inzaghi, Cafú, Gattuso, Maldini en Sjevtsjenko. We hebben in 2005 die beroemde Champions League-finale gespeeld tegen Liverpool waarin we bij rust met 3-0 voor stonden. Na rust kregen we binnen zes minuten drie goals tegen en we verloren vervolgens na penalty’s. Er werd gezegd dat we in de rust al feestend de kleedkamer ingingen. Absolute onzin. Als wij in één helft drie keer konden scoren, waarom zij dan niet? Liverpool maakte die eerste, er was even sprake van desorganisatie en, hups, het was 3-3. We hebben nog een paar enorme kansen gehad, maar hun keeper, Dudek, pakte alles. In die finale nam ik geen penalty. Met strafschoppen was ik niet gelukkig. Ik heb er twee genomen en die allebei gemist. De eerste nam ik toen we met PEC de kwartfinale van de beker speelden tegen Feyenoord. We stonden 1-0 voor, in de 86ste minuut maakte John van Loen gelijk. In de strafschoppenserie stopte Ed de Goeij mijn penalty. En mijn tweede penalty is die bekende in de halve finale tegen Italië bij het EK van 2000. Ik stond niet op de lijst, maar een aantal spelers wilde niet, dus toen vroeg bondscoach Frank Rijkaard of ik er een wilde nemen. Ja, ik ken de grap dat ze de bal nog steeds zoeken. Na twee jaar Milan had ik het wel gezien. We zaten elke week in trainingskamp en dat kon ik niet meer opbrengen. De kinderen werden ouder. Als zij iets leuks wilden doen, zat ik me weer drie dagen dood te vervelen in een trainingskamp. Het was mooi geweest, ik wilde terug naar Nederland.”

25 november 2007: Jaap loopt met zijn vrouw en kinderen een afscheidsronde door de Amsterdam Arena. “Ajax en PSV toonden allebei interesse. Guus Hiddink was coach van PSV en na de halve finale van de Champions League tussen PSV en AC Milan in 2005 heb ik met hem gesproken over een terugkeer. Guus wilde me er graag bij hebben, maar hij vertrok. Daarna hoorde ik lange tijd niets meer van PSV. Ajax was doortastender. Mijn eerste jaar bij Ajax was nog redelijk, onder Henk ten Cate misten we op één doelpunt het kampioenschap. Ik had toen al aan technisch directeur Martin van Geel aangegeven dat ik overwoog te stoppen. Van Geel vroeg me na te denken waarna ik besloot om in het tweede seizoen toch weer te beginnen. Dan speel je voor anderen en dat is toch niet de juiste motivatie. Dan doe je ook anderen tekort. Uiteindelijk voelde ik in dat tweede seizoen dat het op was en hebben we besloten dat ik mijn contract zou inleveren. Het afscheid was heel mooi, met alle kinderen erbij. Met het stoppen kwam er ook een einde aan de spanning die ik altijd voelde. Voor een wedstrijd ging ik zes keer naar de wc. Ik legde mezelf heel veel druk op, eiste veel van mezelf. Die druk was helemaal niet nodig, want ik wist wat ik kon. Ik kende mijn kwaliteiten, maar die bewijsdrang overheerste uiteindelijk alles. Tot de laatste wedstrijd bij Ajax heb ik die spanning gevoeld. Daardoor heb ik eigenlijk nooit kunnen genieten. Als ik niet goed had gespeeld, was ik chagrijnig en als ik wel goed had gespeeld, vond ik dat niet meer dan normaal. Een overwinning maakte het leven iets gemakkelijker. Maar genieten? Nee, dat kon ik niet. Mijn vrouw heeft er wel van genoten, heeft ook heel vaak tegen me gezegd dat ik niet alleen van het voetballen, maar ook van de kinderen moest genieten. Maar ook dat kon ik te weinig. Zat ik weer chagrijnig op de bank na een nederlaag. Als trainer kan ik ook niet genieten. Ik heb me weleens afgevraagd of ik dit nog wel wil en er aan gedacht om iets heel anders te gaan doen en weg te gaan uit die wereld met zoveel mensen die onkundig zijn, maar toch belangrijke posities bekleden, mensen die hun mening geven en van niets weten. Wil ik al dat gezeik na een nederlaag? Waarom ik het dan toch blijf doen? Tja, het is toch mijn wereld...”

7 januari 2017: Reading-coach Jaap ontmoet José Mourinho op Old Trafford voorafgaand aan de FA Cup-wedstrijd Manchester United-Reading. United wint met 2-0. “Toen ik bij de beloftes van Ajax werkte, heb ik een evaluatiegesprek met Marc Overmars en Dennis Bergkamp gevoerd en gevraagd of ik eventueel kandidaat zou zijn als Frank de Boer zou weggaan als trainer van het eerste. Ik kreeg als antwoord dat ik een van de kandidaten zou zijn. Nou, toen wist ik genoeg. En dat geeft ook niet. Ik ben naar Reading gegaan. Het managerschap in Engeland was prachtig, vooral in dat eerste jaar.
‘Als ik geen mogelijkheden had gezien bij Feyenoord, had ik het niet gedaan’
We namen het in de FA Cup dus op tegen m’n oude club Manchester United. Mooie ervaring. We kwamen uiteindelijk net tekort. En we speelden dat seizoen voor promotie naar de Premier League. We werden derde en speelden op Wembley om promotie. Opnieuw was het een penalty die me de das om deed. We misten op een haar promotie. Ik had na dat eerste seizoen al aangegeven dat de groep versterking nodig had. Maar dat vond de leiding niet nodig, we waren immers derde geworden. Ik heb in de loop van het tweede jaar zelf bij de club aangegeven dat het beter was als ik zou vertrekken. Daar hadden ze aanvankelijk geen oren naar. Maar ik voelde dat ik niet meer genoeg uit de spelersgroep kon halen, waarna we uiteindelijk in goed overleg uit elkaar zijn gegaan.”

3 februari 2019 Jaap in gesprek met collega Dick Advocaat voor PEC Zwolle-FC Utrecht. “Ik wilde eerst een tijdje niets na Reading, rust. Dat was er na het stoppen als voetballer bij Ajax niet van gekomen, omdat PEC toen meteen bij me kwam of ik het als trainer wilde overnemen van Jan Everse. Dat heb ik gedaan, het ging goed en ik vond het leuk. Na twee jaar PEC ben ik bij het tweede van Ajax aan de slag gegaan, daarna meteen Reading, dus even niets doen was wel lekker. Ik heb zes maanden niets gedaan, heb veel aanbiedingen gehad, maar vooral uit Verweggistan, uit China, zelfs uit Iran, en ook nog van een club uit de Championship. Ik had bijna bij Swansea getekend, maar uiteindelijk wilde ik in Nederland blijven, vooral om de kinderen. Een avontuur ver weg zonder mijn vrouw en de kinderen zag ik niet zitten. Ja, toen kwam eind vorig jaar PEC. Daar heb ik niet heel lang over hoeven nadenken. PEC is toch mijn club. Ik had al wel meteen gevraagd hoe PEC zich zou opstellen als een topclub zich zou melden, ook al zouden ze daar niet blij mee zijn. Dan zouden ze meedenken.”

De Kuip: na dit seizoen het nieuwe werkterrein van Jaap. “Fantastisch dat ik daar naartoe mag gaan. Mijn gezin blijft in Zwolle wonen, ik ga een appartementje zoeken in Rotterdam waar ik een paar dagen per week zal zijn. Ik ga niet elke dag op en neer rijden. We hebben vier kinderen, de oudsten zijn 21 en 18 en wonen op zichzelf in Zwolle en we hebben een tweeling van 15 die nog thuis woont. Mijn kinderen zitten op school en hebben in Zwolle hun vrienden. Die gaan niet weer verhuizen. Als ik geen mogelijkheden had gezien, had ik het niet gedaan. Feyenoord is een schitterende club, met prachtige supporters, een schitterend stadion en mijn taak is duidelijk: meedoen om de prijzen.”

23 maart 2018: Oranje-verdedigers Virgil van Dijk en Matthijs de Ligt tijdens de oefenwedstrijd Nederland-Engeland. “Virgil heeft een vergelijkbare carrière als ik, het verschil zit ’m in de miljoenen die hij jaarlijks verdient. Die trend is niet meer te stoppen. Hij doet het geweldig bij Oranje en Liverpool. De Nederlandse top zag het niet in hem zitten. Net als ik heeft hij langs de weg van de geleidelijkheid de stap naar de absolute top gemaakt. Hij is bij alle clubs gegroeid, ook door zichzelf te ontwikkelen. Met Matthijs de Ligt erbij heeft Nederland weer een geweldig centrum.”
[ Bericht 0% gewijzigd door moemoe op 13-04-2019 21:33:44 ] |