Nadat we allemaal ontzettend hebben genoten van de prachtige reportage over de Ronde van Rwanda van de Belgische televisie, is het tijd om even vooruit te blikken op een van de mooiste koersen van het jaar. En nee, ik heb het nu niet over de UAE Tour. Dat hopeloze gedraaf in de woestijn begint morgen ook, maar die koers mag nog niet eens de veters vastmaken van de wedstrijd in Rwanda. Tenminste, als je het vanuit het perspectief van de liefhebber bekijkt. In de zandbak komen de renners een week lang alleen een paar verdwaalde kamelen tegen, de komende week in Rwanda zullen vele tienduizenden, misschien wel honderdduizenden enthousiaste Rwandeesjes langs de kant van de weg staan. De Tour du Rwanda staat op het punt van beginnen.
Sinds 2009 bestaat de koers als UCI-wedstrijd. Tot en met vorig jaar was het een 2.2-koers, die in de beginjaren nooit werd gewonnen door een Rwandees. Rwanda is natuurlijk een land met een behoorlijk heftige historie, dit jaar is het 25 jaar geleden dat de genocide plaatsvond. Ik neem aan dat iedereen daar ooit wel wat over heeft gehoord, mocht dat niet zo zijn dan moet je maar lekker Wikipedia aanslingeren. Voor de genocide deed men al aan wielrennen in Rwanda, zij het op een wat lager niveau. Pas een jaar of 10 geleden begon het ergens op te lijken. Een paar Amerikaantjes vestigden zich in Rwanda en begonnen daar een wielerschool. Wel allemaal Amerikaantjes met een verhaal. Jock Boyer kon blijkbaar niet van kleine kindertjes afblijven en ging daarom maar naar Rwanda, want daar heb je immers veel kleine kinderen. Sterling Magnell, ooit renner van het roemruchtige Rock Racing, kon niet van de fles afblijven en ging ook voor een tweede kans naar Rwanda. Helpt dan weer niet echt dat Skol de hoofdsponsor is van de Tour du Rwanda, maar dat geheel terzijde. Enfin, deze mensen hebben in de afgelopen jaren wel wat opgebouwd. De eerste Rwandezen beginnen Europa te bereiken. Een paar jaar geleden haalde zelfs de eerste Rwandees de World Tour. Adrien Niyonshuti overleefde de genocide, maar moest wel als wees verder door het leven. Hij vond in de fiets een manier om zijn leven weer op de rails te krijgen en dat lukte aardig. Voor de rest van de Rwandezen werd hij een voorbeeld, iemand die de weg een beetje heeft geplaveid.
Sinds 2014 komen er meer grote talenten door uit Rwanda. De eerste die echt van zich liet spreken was Valens Ndayisenga, hij won als eerste Rwandees ooit de Tour du Rwanda. Nadat Bosco Nsengimana in 2015 won wist Ndayisenga in 2016 nog een keer te winnen. Het leverde hem uiteindelijk nog een contract bij een kleine Oostenrijkse ploeg op, maar echt doorbreken lukte niet. In 2017 won Joseph Areruya, inmiddels actief voor Delko, en afgelopen jaar ging de winst naar Samuel Mugisha. Vijf jaar op rij heeft er dus een Rwandees gewonnen en dat heeft de koers alleen nog maar populairder gemaakt. Door al dat succes zijn er in Rwanda ook allerlei wilde plannen ontstaan. Wielrennen is een mooie manier om Rwanda van een positieve kant te laten zien en dan staat Paul Kagame natuurlijk meteen op de banken. Het heeft ertoe geleid dat Rwanda ondertussen een eigen continentale ploeg heeft. Het heeft er ook toe geleid dat de Tour du Rwanda nu een 2.1-koers is, met de ambitie om naar 2.HC of zelfs World Tour te gaan. Bovendien moet het WK 2025 in Rwanda plaatsvinden. Om dat daadwerkelijk voor elkaar te krijgen moet de organisatie zichzelf wel bewijzen. Daarom is de wedstrijd die nu gaat beginnen een belangrijke testcase. Men moet de UCI overtuigen dat je hier op een fatsoenlijke manier een wedstrijd kan organiseren.
Wat dat aangaat is het jammer dat de deelnemerslijst een beetje mager is. De eerste fout die men heeft gemaakt is de keuze voor ploegen van vijf renners. Als je dan bovendien slechts 17 ploegen een uitnodiging stuurt krijg je nooit een heel erg breed deelnemersveld. Dan krijg je ook nog eens te maken met renners die afhaken, zoals Bohorquez bij Astana en een of andere Fransoos van Delko en het begint wel heel erg mager te worden. Laat de nationale ploeg van Ethiopië ook nog eens op het laatste moment weten dat ze toch niet komen, lekker hoor. 78 renners dus, niet echt een deelnemersveld waar je wat mee kan. Maar goed, dat mag de pret verder niet drukken. 2025 is nog ver weg, misschien volgend jaar eens een keer kijken of ze de 100 renners kunnen aantikken.
Laten we eens een korte blik werpen op het parcours. Rwanda staat bekend als het land van de duizend heuvels, wat wel een vrij accurate naam is. Het is wel zo dat er inderdaad vooral heuvels zijn, epische beklimmingen van 10 of 20 kilometer lang aan enorme percentages kom je hier niet tegen. Dat zie je ook wel aan het profiel van de eerste rit. Een klimmetje van vijf kilometer aan 4% wordt geportretteerd als een enorme Alpencol.
Bij het bultje op het eind moet je ook eerder denken aan een kilometer aan 5% ofzo. Alsnog wel een aardig begin. Het voordeel van de Afrikaanse koersen is vaak wel dat het door de kleine ploegen en kleine pelotons vaak behoorlijk ongecontroleerd is. Bijna iedere dag wint er wel iemand die vroeg in de aanval is gegaan. Al zou dat nu een ander verhaal kunnen worden met de deelname van relatief sterke ploegen als Astana, Direct Energie en Delko. Het verleden heeft in ieder geval aangetoond dat lokale circuits in de hoofdstad Kigali vaak goed zijn voor flinke tijdsverschillen. De eerste schifting kan gemaakt worden.
De tweede rit kent vooral een lastige aanvangsfase. Zo'n fase waar de renners van Benin of dat soort landen altijd meteen op drie uur worden gereden, maar dat soort zwakke broeders zijn er dit jaar niet bij. De finale in Huye is niet enorm lastig, maar toch was dit de rit waar de afgelopen jaren het verschil werd gemaakt. In 2017 reed Areruya in deze etappe iedereen op een hoop en vorig jaar maakte Mugisha het verschil in Huye. In 2016 werd het dan weer een veredelde massasprint, gewonnen door Areruya. Nu de koers is opgewaardeerd ligt een herhaling van 2016 op de loer.
De derde etappe is de nachtmerrie van de Rwandezen. In de reportage van de Belgische tv zagen we coach Sterling Magnell op een klein papiertje uitleggen aan zijn renners hoe ze moeten afdalen en die uitleg is hard nodig. De afdaling richting Ruvabu is voor de gemiddelde Europese renner niet zo lastig, maar de Rwandeesjes moeten hun techniek nog een beetje bijschaven. In 2017 kwamen een aantal Rwandezen met een riante voorsprong boven op de laatste beklimming van de dag. Nobuddie Simon Pellaud werd bergop gelost, maar hij won uiteindelijk met anderhalve minuut voorsprong. Een minuut of twee sneller naar beneden gereden. Wielrennen is meer dan alleen hard trappen en die harde les leren de Afrikanen op zulke dagen regelmatig. Lange rit trouwens, meer dan 200 kilometer. Normaal zijn de ritten in Afrika altijd heel kort, dus dit zal ook even wennen zijn voor veel renners.
Aan vlakke dagen doet men niet echt in Rwanda. Daar leent het landschap zich ook niet echt voor. Deze rit levert meestal flinke tijdsverschillen op, onder meer dankzij de lange klim onderweg. Acht kilometer aan 5%, dat begint bijna op een serieuze col te lijken.
De vijfde rit kent ook weer flink wat beklimmingen. Zelfs een klim van een kilometer of 20 lang, maar met 3% gemiddeld is het vooral een loper. De verschillen vallen hier meestal mee.
Ook rit zes is allesbehalve vlak. In 2017 zat deze rit ook in de Tour du Rwanda en toen reden ploeggenoten Metkel Eyob en Joseph Areruya alles op een hoop. Er werd met minuten gesmeten. Wel met een wat minder deelnemersveld natuurlijk, maar toch.
Na kriskras door Rwanda gereden te hebben keren we weer terug naar de hoofdstad Rwanda. Hier gaan we vooral lokale rondjes rijden, met steentjes onderweg. Het profiel ziet er zoals bij alle ritten iets heftiger uit dan het in werkelijkheid is, maar toch zorgt deze rit altijd voor chaos en spektakel. Zal nu niet anders zijn.
In de afsluitende rit krijgen we nog maar eens de wereldberoemde Mur de Kigali voorgeschoteld. Mede dankzij onze grote vriend Stephan 'bamboefiets' van PCS gingen de beelden de wereld over. Een kort klimmetje, maar wel ontzettend lastig. Gooi een drone de lucht in en je krijgt epische beelden. Het heeft deze koers bekend weten te maken bij een wat groter publiek en dat is alleen maar mooi. Verder blijkt dat hier meestal de beslissing niet valt, de winnaar is vaak voor de laatste rit al bekend. Alsnog zal het wel weer een heel spektakel worden.
Aan de hand van de profielen is het lastig om een goed beeld van de koers te krijgen, daarom gooi ik er een paar willekeurige foto's in. Het is namelijk niet alleen zo dat Rwanda veel toeschouwers te bieden heeft, er is ook wat prachtige natuur te bewonderen.
Goed, we hebben dus al vastgesteld dat er heel veel toeschouwers zijn en weinig deelnemers. We hebben alleen de deelnemers nog niet benoemd. Aangezien het er zo weinig zijn kan ik ze net zo goed bijna allemaal even snel overlopen. Als we de rugnummers aanhouden moeten we natuurlijk beginnen met de opleidingsploeg van Dimension Data. Zij nemen de winnaar van vorig jaar mee, Samuel Mugisha. Op dit moment hét talent van het Rwandese wielrennen. Kan goed bergop, wat met zijn bouw niet zo verwonderlijk is. Een echte Afrikaan zou je kunnen stellen, hij weegt maar een kilo of 10. Vorig jaar liet hij niets van de tegenstand heel en dat zal hij nu willen herhalen. In Europa kan hij nog niet altijd zijn talent laten zien, al zijn er af en toe flitsen. Zo won hij de bergtrui in de Aosta, toch geen misselijke koers. Enfin, in Afrika komt hij voorlopig wel heel goed tot zijn recht, hij is weer een kanshebber. Zijn ploeggenoten zijn ook nog eens sterk, hij wordt bijvoorbeeld ondersteund door Mulu Hailemichael, een jonge Ethiopiër die vorig jaar uit het niets kwam en derde wist te worden in deze ronde. Een piepkleine jongen, past zo door het sleutelgat. Schijnt wel testresultaten te hebben waar een paard de hik van krijgt, in de gaten houden dus. Derde belangrijke man bij TeamDiDataConti is Matteo Sobrero, die een paar dagen geleden nog derde werd in de Trofeo Laigueglia. Aangevuld wordt het team met de Sloveen Martin Lavric die op de hometrainer blijkbaar hard kan trappen, hij won een of ander wedstrijdje op Zwift en kreeg daarom een contract. (lol) Mozzato is niet zo best, volgens mij. Matig sprintertje.
We schakelen door naar de nationale ploeg van Rwanda. In iedere andere koers neem je dat niet serieus, maar nu doe je dat beter wel. Ze nemen Valens Ndayisenga mee, tweevoudig winnaar van de Tour du Rwanda. Hij is ondertussen wel voorbijgestreefd door een aantal van zijn ploeggenoten. Zo is er een tweede Mugisha, Moise om precies te zijn. Die jongen reed een tijdje terug in de Afrikaanse Ronde van de Toekomst een kilometer of 60 solo en won met speels gemak een rit. Schijnt fysiek gezien een enorm beest te zijn, maar volgens onze vriend Sterling moet hij op ieder ander gebied wel nog een hoop leren. Andere kopman bij de Rwandese ploeg is Jean-Claude Uwizeye, werd vorig jaar nog tweede. Moeten we dan ook maar rekening mee houden. Ploeg wordt aangevuld met Samuel Hakiruwizeye en Jean Ruberwa, maar die zijn niet zo best.
Komen we uit bij Astana, de eerste World Tour-ploeg in de Ronde van Rwanda. Aangezien Astana momenteel alles wint moeten we nu ook ernstig rekening houden met een overwinning van Astana. Kopman is Merhawi KUDUS, die terugkeert naar de wedstrijd waar het voor hem allemaal begon. In vroegere jaren werd de Tour du Rwanda nog aan het eind van het jaar verreden, maar in een poging om meer ploegen aan te trekken is de datum nu verschoven naar eerder op het jaar. In 2012 vond het spektakel nog plaats ergens rond eind november. KUDUS was officieel nog anderhalve maand junior, waardoor hij eigenlijk deze koers niet mocht rijden. Na lang zeuren kreeg hij toch toestemming om als junior mee te doen en als jongen van 18 won hij meteen de eerste rit in lijn. Hij reed zelfs nog een paar dagen rond in de leiderstrui, maar hij werd uiteindelijk toch op een hoop gereden door wat meer ervaren en geslepen renners. Enfin, een ster was geboren. Of nouja, dat had zo moeten zijn. In de jaren daarna is hij een beetje blijven hangen. Of dat aan KUDUS lag of aan Dimension Data gaan we de komende maanden meemaken, want Astana heeft hem een nieuwe kans geboden. Zou mooi zijn als hij meteen een koers kan winnen voor zijn nieuwe ploeg. Gesteund wordt hij door Rodrigo Contreras, of wordt Contreras misschien zelf de kopman? Op basis van zijn prestaties in Colombia moeten we rekening met hem houden. Na zijn mislukte avontuur bij Quick Step en zijn terugkeer naar Colombia lijkt Rodrigo volwassen te zijn geworden. Het talent komt er eindelijk uit, de vraag is alleen of hij nu nog in vorm is na de zware Ronde van Colombia en of hij de vliegreis en het tijdsverschil een beetje makkelijk kan verteren. Voor ploeggenoot Bohorquez is dat in ieder geval niet zo, die heeft zijn kat gestuurd. De andere renners van Astana zijn Stalnov en Natarov. Stalnov was ooit in koersen van dit niveau een lolbroek, maar lijkt braaf geworden sinds hij bij Astana rijdt. Natarov is nieuw bij Astana en lijkt meer op een excuuskazach dan dat het echt een talent is.
Komen we uit bij de echte toppers. Team Eritrea stuurt een bijzonder sterk team. Sirak Tesfom is misschien wel de kopman. Deze jongen die eerst uit 1998 leek te komen maar misschien eerder uit 1994 komt eindigt sinds een jaar vooraan in zowat iedere koers waaraan hij deelneemt. Verder komen we in de Eritrese ploeg de familie Debesay tegen. Mekseb is momenteel nog steeds zonder ploeg, na de afgelopen drie jaar bij Dimension Data te hebben gereden. Door blessures en visumproblemen kon hij vaak niet laten zien hoe goed uit is, maar hij krijgt nu in ieder geval weer een nieuwe kans in een koers waar hij al een hoop won. In zijn tijd voor hij prof werd deed hij vaak mee in Rwanda en hij won in totaal vier ritten, meestal in de sprint. Zijn kleine broertje Yakob is ook van de partij. Misschien wel de meest veelbelovende Eritrese klimmer van het moment. Paar weken terug de Afrikaanse Ronde van de Toekomst gewonnen, waardoor Eritrea naar de Franse Ronde van de Toekomst mag. Ook eind vorig jaar in China het een en ander laten zien. Ik verwacht veel van deze jongen. De afdeling snelheid kent met Biniyam Ghirmay en Henok Muluberhan ook nog twee grote talenten. Ghirmay won laatst in de Tropicale nog een rit en je mag van hem wel verwachten dat hij hier ook z'n rit meepakt.
Direct Energie stuurt Rein Tamaree, op papier denk je dan meteen dat Rein dit zooitje kan gaan winnen. Schijnt alleen dat hij wat last heeft van knieproblemen, dus het is maar de vraag wat voor niveau hij haalt. De rest van de ploeg wordt aangevuld met ellende. Ervaren rotten als Quemeneur en Johan Genee en dan nobuddies als Nauleau en Sellier (wie?). Sicard zou eerst meedoen, maar die is geblesseerd en dus krijgen we in zijn plaats Sellier. In ieder geval stuurt Direct Energie nog een vervanger, dat doet Delko niet. Delko Marseille komt met Joseph Areruya, de winnaar van 2017. Sinds hij bij Delko rijdt heeft hij alleen niets meer laten zien en dat geldt ook voor de rest van de ploeg. Fedeli is op papier een prima talent, maar of we daar in de praktijk iets van gaan merken? Julien Trarieux en Premyslav Kasperkeichweizchiews ofzo nou nee da's niks hoor. Met z'n vieren, de vijfde (ook een of andere onbekende Fransoos) haakte af.
De Israhel Cycling Academy wil overal punten scoren en dus ook in Rwanda. Daarom nemen ze Edje Avila mee voor de ritten die uit kunnen draaien op een sprint. En wellicht gaat hij in de andere ritten ook nog wel een tijdje mee. Als het echt lastig wordt moeten Badilatti en Awet Gebremedhin hun ding doen. Awet Gebremedhin is een Eritreeër, die een aantal jaar geleden vluchtte naar Zweden en nu ook een Zweeds paspoort heeft. Dat is voorlopig het meest interessante aan Awet, zijn prestaties zijn nog niet om over naar huis te schrijven. Omer Goldstein en Daniel Turek ken ik niet.
De Diabetesboys nemen David Lozano mee, die won vorig jaar een rit. Een van de weinige overwinning van Team Novo Nordisk ooit, lekker hoor. Verder heb ik echt geen idee wie die andere renners zijn. Wel goed om te weten dat er ook Oezbeken zijn met diabetes, dat dan weer wel. Vervolgens komen we uit bij Frankrijk U23, geen idee waarom die hier zijn maar ze hebben toch maar mooi vijf Franse beloften bij elkaar weten te verzamelen die allemaal amper uitslagen weten te overleggen. Daar ga ik jullie niet meer vermoeien, snel door naar de eerste continentale ploeg van Rwanda. Benediction-Excel Energy. Da's nog eens een naam. Een kleine ploeg met amper acht renners, waarvan er dus vijf hier aan de start staan. Kopman zou zomaar Bosco Nsengimana kunnen zijn, die in het verleden deze wedstrijd ooit won. Tegenwoordig boekt hij niet zulke fantastische resultaten, dus moeten we misschien onze aandacht verleggen naar Didier Munyaneza. Deze jongen heeft als bijnaam Mbappe, omdat hij op Mbappe schijnt te lijken. Pik je dan toch weer even mee. Wel weer een beetje een moeilijk verhaal, want eerst stond hij in de boeken als een jongen uit 1996. Dat is nu ineens 1999 geworden. Doe met deze informatie wat je wil. Wel iemand die veel progressie maakt de laatste tijd en steeds mooiere resultaten boekt. Dat geldt ook voor ploeggenoot Eric Manizabayo, die afhankelijk van je bron uit 1997, 1999 of 2000 komt. Ploeg wordt aangevuld met Bonaventure Uwizeyimana, een renner die af en toe schroeit maar net zo vaak helemaal niet thuis geeft. Patrick Byukusenge is de wegkapitein, want ook daar zijn ze in Rwanda inmiddels aan toe.
Interpro Cycling Academy is een vreemde Japans-Franse ploeg met renners uit alle windstreken. Vorig jaar hadden ze bijvoorbeeld nog een paar Eritreeërs. Dit jaar hebben ze een Colombiaan, en niet de minste. Hernan Aguirre, de afgelopen jaren actief voor Manzana Postobon. Daar liet hij toch wel mooie dingen zien, waardoor je eerder dacht aan een stap omhoog dan omlaag. Het werd toch omlaag, hij mag nu namens Interpro een gooi doen naar de zege in de Ronde van Rwanda. Hij zal gesteund worden door Pablo Torres, die de afgelopen jaren voor Burgos reed. Hij was eigenlijk een van de betere renners daar, maar moest toch weg. Arme jongen, kom je uit bij Interpro. De rest van de ploeg bestaat uit Fransen die ik niet ken. Algerije is ook nog een ploeg om in de gaten te houden, want Azzedine Lagab won hier vorig jaar nog twee ritten. Tevens is Youcef Rekiki van de partij, hoezee. Aangevuld wordt het zooitje met het eeuwige talent Abderrahmane Mansouri waarvan ik ooit dacht dat het wat ging worden maar oh wat zat ik weer mis en voor Oussama Cheblaoui begint hetzelfde te gelden. Abdelraouf Bengayou heb ik nooit serieus genomen, dat bleek terecht te zijn.
Er is sinds kort ook een Angolese continentale ploeg, al heb ik geen idee waarom. Ze nemen in ieder geval Timothy Rugg mee, een Amerikaan met een flinke baard die al een aantal keer eerder in Rwanda reed en zelfs ritjes wist te winnen. Verder toen er twee Angelozen mee en twee Portugezen die bij mij vooral veel vraagtekens oproepen. Zuid-Afrika heeft sinds dit jaar ook een paar continentale ploegen en ProTouch is er daar een van. Zij hebben vooral een aantal Zuid-Afrikanen in dienst die al redelijk op leeftijd zijn. Allemaal gasten al lang een echte baan hadden moeten zoeken, maar goed. Rohan Du Plooy liet in Gabon zien dat hij redelijk rap is. De rest, tja.
De Keniaantjes komen dan wel weer met een leuke ploeg. Met een beetje hulp van Bike Aids, dat dan weer wel. Bike Aids is een ploeg van twee zelfingenomen Duitsers die onder het mom van een goed doel vooral zichzelf aan een carrière helpen. Al jaren nemen ze zichzelf op als renners in de ploeg, terwijl ze in alle koersen alleen maar DNF's scoren. Andere renners van Bike Aids scoren dan wel weer, zoals Lucas Carstensen, Nikodemus Holler en Salim Kipkemboi. Dankzij de goede prestaties van onder meer deze renners dacht genie Timo Schäfer startgeld te kunnen vragen aan de organisaties van meerdere koersen. Startgeld voor een continentale ploeg, hahaha. Hij werd hard uitgelachen en daarom staat Bike Aids voorlopig bijna nergens aan de start, lekker hoor. Met je Peter Koning. Enfin, daarom hebben Suleiman Kangangi en Salim Kipkemboi momenteel niets te doen en nemen ze namens Kenia deel aan de Tour du Rwanda. Kangangi eindigde in het verleden wel eens op het podium en Kipkemboi is natuurlijk hét talent van Kenia. Met de drie andere Kenianen hoef je minder rekening te houden. Geoffrey Langat reed de afgelopen jaren voor Bike Aids maar is inmiddels afgeserveerd. John Kariuki is nog wel jong en kan met een beetje mazzelf ooit nog worden overgeheveld naar Bike Aids, al lijken ze daar nogal last te hebben van het Dimension Data-syndroom. Liever een Peter Koning en een Justin Wolf ofzo dan een jonge Keniaan. Kutploeg, gewoon kut. De laatste ploeg is trouwens die van Kameroen, maar die hebben op Clovis Kamzong na niemand die de finish gaat halen.
Tot zover deze post waar niemand echt iets aan heeft, maar ik heb me wel weer vermaakt. Qua beelden zal het wel weer een drama zijn. Van die armoedige samenvattingen van TV5Monde en dat soort werk. Achja, via Twitter is het vaak ook vermakelijk om te volgen. Hoe dan ook genot. Ik heb er zin in.