George Harrison · Album · 2021 · 70 songs.Nu dus uit: de lang- lang- langverwachte deluxe-editie van ‘All Things Must Pass’. Zelfs voor 90’s-generatie Beatles-fans iets waar ze toch wel 20 jaar naar hebben uitgekeken. En alweer wordt er een vakje van de heilige graal afgevinkt.
En eindelijk (na George Harrison’s eigen wens) een remix. Zoals iedereen weet had Spector een befaamde, onorthodoxe manier van werken, en dat maakte zijn producties zo goed als ze nog steeds zijn. Zoals Paul Hicks in een interview met Rolling Stone zegt:
“Dhani and I hate the expression ‘de-Spectorizing.’ That’s not the point of this project.” (
https://www.rollingstone.(...)ni-harrison-1178125/)
En die term zou ook niet op zijn plaats zijn. Want, net zoals misschien wel bekend is over Lennon’s ‘Plastic Ono Band’ uit hetzelfde jaar, bij essentiële onderdelen van de opnames (zoals de maanden aan overdubs) was hij er vaak niet eens bij. En de originele mixen zijn uiteindelijk gedaan door Harrison zelf en hoofd-engineer Ken Scott. De uiteindelijke sound was dus een combinatie van invloeden. En vooral van effecten: Spector’s opname-technologie, en de mix die daarop werd aangesloten.
Met Ken Scott begon Harrison zelf in de periode voor zijn dood aan een remix. Ze waren in lachen uitgebarsten toen ze de originele tapes afspeelden en hoorden hoe veel galm ze overal op hadden gebruikt, dus het plan ontstond gelijk om dat beter in balans te krijgen. Maar naar Ken Scott’s eigen zeggen wilde EMI dat het origineel opnieuw uitkwam, en dat gebeurde dan ook minder dan een jaar voor het overlijden van Harrison. (
https://www.redbullmusicacademy.com/lectures/ken-scott/)
Harrison besteedde er wel wat aandacht aan in het CD-boekje van die heruitgave uit 2001:
“I still like the songs on the album and believe they continue to outlive the style in which they were recorded. It was difficult to resist re-mixing every track. All these years later I would like to liberate some of the songs from the big production that seemed appropriate at the time, but now seems a bit over the top with the reverb in the wall of sound.” En gentleman als hij was, de slotalinea is volledig gewijd aan Phil Spector, waarin Harrison zijn dank aan hem uitspreekt.
Dus, 20 jaar later. Geen de-Spectorizing. Maar een volwaardige remix door Paul Hicks, die ook de meest recente Lennon-remixes gedaan heeft, met Dhani Harrison als “executive producer”. Een recente trend is om liedjes een “technische upgrade” te geven, en dat betekent simpel gezegd dat de volumes, de toon, het stereobeeld min of meer hetzelfde als de originele mixen blijft, maar dat het niets van de manco’s van de oude analoge mixen bevat. De meeste recente ‘Imagine’ (album)-remix is bijvoorbeeld grotendeels op deze manier gedaan.
Een aantal liedjes op ‘All Things Must Pass’ is ook op deze manier benaderd, met nuances uitgelicht. Neem ‘My Sweet Lord’: de levels van de instrumenten en het stereobeeld is vrijwel gekopieerd, op een belangrijk detail na: de iconische slide-gitaar en de lead vocaal is helemaal naar voren gebracht. Of ‘I Dig Love’, waar de slap delay op de vocalen minder aanwezig is, en de algehele sound veel beter klinkt, maar waar het stereobeeld nog herkenbaar van het origineel is. ‘Wah Wah’ is in feite ook - nogmaals, de nuances zijn zeker aanwezig - nagebootst, maar doordat de galm is beperkt en (het allerbelangrijkste) de EQ veel natuurlijker klinkt, is het naast elkaar echt als dag en nacht. Zelfs de grootste purist zal moeite hebben ooit nog de originele mix van dat liedje op te zetten. In tegenstelling tot de soep van middelste frequenties en totaal gebrek aan bas en hogere tonen, klinkt het nu zoals het ooit iets opgenomen en stukken transparanter.
Over bas gesproken, een andere recente trend is dat de bas en vooral de kick-drum flink wordt opgekrikt. Ook dat is aanwezig hier, en maakt een van de grootste verschillen die je gelijk zult opvallen. Neem ‘I’d Have You Anytime’, waar je meteen binnenkomt op een mooie basnoot en een hoorbare kick, terwijl je op het origineel wat akoestische gitaren en percussie hoort als ondergrond van die prachtige Clapton-opening. Het klinkt, in de vrees te verzanden in de cliches, zo veel “voller”. Een gitaarstuk wat trouwens ook weer naar voren is gebracht.
Maar die bas dus, dan heb ik het niet enkel over het instrument zelf, maar vooral over het frequentiegebied. Vele zeurders noemen dat een “boost”, maar ik zou het eerder omschrijven als eindelijk later horen wat er altijd op de tapes stond, maar in die tijd is afgekapt om waarschijnlijk vooral technische redenen. Wel gaat Paul Hicks altijd in de overdrive met de sub bass, wat echt niet normaal is op vooral zijn recente Lennon-mixes, maar da’s makkelijk zelf te herstellen. Sneu dat het moet, dat wel. Er is wel eens iets gezegd over hoe deze recente remixes zijn gefocust op oordopjes, en ook hoe ze eruit moeten springen in streaming-playlists. Het is een industrie-dingetje.
Sowieso zijn overal vooral de vocalen stukken meer aanwezig dan op het origineel, en klinken ze veel droger (zonder effecten). Óók weer een recente trend trouwens, ook weer hoorbaar op de Lennon-uitgaves van dezelfde engineer. Die droge sound van de vocalen is wel even wennen voor een album als 'All Things Must Pass'. Op een opname als ‘Hear Me Lord’ en ‘Wah Wah’ kan dat namelijk juist wat kaal overkomen, en misschien zelfs wat te vrijstaand van de begeleiding. Die koor-vocalen op eerstgenoemde zijn trouwens veel te extreem aanwezig, bijna komisch hoe dat plots naar je toe geschreeuwd komt worden. Op de nieuwe mix van ‘Apple Scruffs’ hebben ze de delay op de vocalen wel degelijk behouden, het is niet aangepast om het aan te kunnen passen. Wat klopt, dat klopt. Want gelukkig is elk liedje apart benaderd.
Maar wat ze allemaal gemeen hebben: het verzuipt niet langer in de galm. ‘Awaiting On You All’ is daar het mooiste voorbeeld van, het klonk altijd alsof AM-radio in een kerk - eigenlijk wel passend, gezien het onderwerp - werd afgespeeld, en ineens hoor je hier nu een geweldige band een geweldig liedje in een geweldige studio spelen. Terwijl zelfs ook hier weer grotendeels het stereobeeld van het origineel is aangehouden. Mij betreft een hele mooie benadering.
Of vergelijk maar eens het gedeelte wanneer de ritmesectie erin komt op ‘My Sweet Lord’: in de originele mix lijkt alles op elkaar te weerkaatsen, en daardoor tegen elkaar op te boksen. Nu dat niet aanwezig is, komen bijvoorbeeld de strijkers ook veel beter uit. Terwijl het nog altijd alle charmes en herkenbaarheid heeft van het liedje wat in onze hersens gegrift staat.
Of dit, op het origineel lijkt het alsof drummer Jim Gordon op ‘Art Of Dying’ in een zwembad staat te spelen en de vocalen door het omroepsysteem van de badmeester worden gezongen. Hier is het een natuurlijk klinkende, moderne opname, zonder de integriteit van het origineel aan te tasten. ‘Ballad Of Sir Frankie Crisp (Let It Roll)’ klinkt nog steeds ruimtelijk met de galmende snare, maar die is nu in het midden geplaatst. De vocalen en piano en verschillende gitaren verzuipen niet langer in galm-geweld. ‘Hear Me Lord’ had origineel galm én een nare slap delay op de drums, wat geslachtofferd is ten bate van een veel meer gefocust geluid. Om maar een paar voorbeelden op te sommen over welke beslissingen er zijn gemaakt, en welke compromises zijn gesloten. Er is echt goed geluisterd en vergeleken.
Het is gelukkig ook echt een remix: een totaal andere, frisse blik op de niet kapot te krijgen originele liedjes. Het origineel zal niet verdwijnen. Het is na al die jaren op sommige nummers zeker even wennen, en vooral de harde vocalen leveren hier en daar wellicht wat in aan de mystiek, maar deze moderne mix is wat deze uber-klassieker weer heel wat generaties zal laten meegaan.