In de woordkeuze lees je een bepaalde denkwijze terug: "plekje bemachtigen/zoeken', "leuk gevonden worden", "Erbij horen versus buitengesloten zijn". Het idee daarachter is dat er een gesloten groep is, die macht heeft over jou, waar jij afhankelijk van zou zijn. Maar dat is niet zo. De groep is niet gesloten, jij bent niet afhankelijk van ze en wat maakt het uit of willekeurige mensen jou wel of niet leuk vinden? (En op basis waarvan beoordelen ze dat eigenlijk, hoe je kijkt of welke kleding je aan hebt?

.)
Ik denk eigenlijk vooral ook aan welk voorbeeld ik mijn dochter wil meegeven. Meisjes (onderling) kunnen hier sowieso wel gevoelig voor zijn. Een bepaalde onverstoorbaarheid, die ik op een gegeven moment heb ontwikkeld nadat ik er op de middelbare school helemaal genoeg van had: van al dat gekonkel, groepjesvorming, geroddel en andere niet-boeiende gedoetjes en beoordelingen op uiterlijkheden. Dus gewoon praatjes met wie het zo uitkomt, en aardig en gezellig doen, maar wel oprecht, geen krampachtig gedoe of afwijzend naar bepaalde mensen of wat dan ook. Dat pikken die kinderen nl feilloos op, denk ik.
"All that maybe the slightly better ones do is sort of get inside your head and leave something there"