FOK!forum / Tour de France 2019 / [Etappe 5] Lorient - Quimper #4 Eindbaas Sagan
Arceewoensdag 11 juli 2018 @ 19:36
Etappe 5: Lorient - Quimper, 204,5 km

Ook tijdens dag vier van de Tour werden we niet verwend. Dat viel ook niet te verwachten, met zo'n parcours kan het ook niet anders dan bijzonder matig worden. Alleen met een beetje wind had het leuk kunnen worden, maar op de belangrijke stroken stond de wind tegen of was er überhaupt geen wind, waardoor er niets gebeurde. Dan weet je dat het een vreselijke etappe gaat worden, tenzij er wordt gevallen. En gevallen werd er. Waarschijnlijk hadden er weer een paar aan de tramodol gezeten, want op een kilometer of 50 van de streep reden er een aantal vol de sloot in. Geen paniek in het peloton, er werd rustig op de gevallen jongens gewacht. Daardoor groeide de voorsprong van de koplopers wel weer en dat zorgde uiteindelijk toch nog voor een beetje spanning, omdat de jongens vooraan zich goed hadden weten te sparen, waardoor ze aan het eind van de rit nog een beetje konden versnellen. Aangezien er in het peloton niet echt hard werd gewerkt liep de voorsprong niet snel terug en zag het er even goed uit. Maar als puntje bij paaltje komt gaan andere ploegen toch samen met Quick Step rijden en komt alles nog goed voor de sprinters, al sneuvelde de kopgroep met onder meer de bijzonder arrogante Guillaume van Keirsbulck pas in de laatste kilometer. Een paar kilometer daarvoor was er dan nog een valpartij, waar Axel Domont en Tiesj Benoot de grootste slachtoffers van waren. Bardet is daardoor een ploeggenot kwijt en Benoot verloor dan weer wat bloed. In de massasprint leek Greipel even zichzelf hervonden te hebben. Zijn jaar is nog niet echt goed, maar nu leek hij als de brandweer te gaan. Gaviria werd weer eens perfect afgezet door Richeze, maar Greipel snelde hem voorbij. Dat was alleen toch niets te vroeg en Gaviria wist hem nog te remonteren. Ook Sagan kwam nog in de buurt, maar de Colombiaan liet zien ongenaakbaar te zijn. Zijn tweede overwinning in vier dagen, het wordt de Kittel van dit jaar. Kittel zelf bakte er overigens weer niet veel van en ook Groenewegen liet het weer afweten. Zijn ploeg leverde slecht werk, onder meer door betrokken te zijn bij iedere valpartij van de dag en op een kilometer van de streep zat hij al alleen. Hij moest zichzelf dus vooraan handhaven in de laatste meters en dat kan hij niet. Dus werd het weer niets. Het verschil met Quick Step is gigantisch. Jan Boven krijgt nu een aantal dagen de tijd om een nieuw droomplan te bedenken, want we gaan twee dagen de heuvels in. Geen ritten voor de echte sprinters, al kunnen enkele sterk klimmende sprinters tijdens deze vijfde rit nog wel overleven.

2dqrhmr.jpg
4decf

De eerste rit die daadwerkelijk lijkt op een rit gaat van start in Lorient. Dit is een havenstad met 50.000 inwoners in het zuiden van Bretagne, in het departement Morbihan. Lorient is altijd een van de belangrijkste havensteden van Frankrijk geweest en dat is tegenwoordig nog steeds zo. Blijkbaar hebben ze hier de grootste vloot aan vissersboten. 130 boten, goed voor 3000 banen. Ze kunnen hier dus aardig vissen, maar dat is niet het enige waar men zich in Lorient in heeft gespecialiseerd. De marine zit hier ook, daarom werd er tijdens de Tweede Wereldoorlog hard gevochten in deze stad. Dat had tot gevolg dat een groot deel van Lorient veranderde in een puinhoop, maar ze hebben het grotendeels weer netjes opgebouwd. Tegenwoordig komen we in de haven van Lorient de Franse equivalent van de Navy SEALs tegen en dan hebben ze hier ook nog eens een oude basis voor duikboten liggen. Verder zou je Lorient kunnen kennen van het voetbal. Heel groot is de stad niet, maar ze hebben het toch voor elkaar gekregen om een aantal jaar achter elkaar in de Ligue 1 te spelen. Tegenwoordig Ligue 2, maar ook dat is geen schande. Zoals zoveel steden in deze regio is ook Lorient een sportieve stad. Het is daarom geen toeval dat de Tour hier al meer dan tien keer is geweest. De laatste aankomst dateert evenwel van 2006, toen Sylvain Calzati een vlucht succesvol wist af te ronden. Laatste vertrek vanuit Lorient dateert van 2011. Die rit zou aankomen boven op Mur de Bretagne. Die aankomst krijgen we dit jaar ook, maar dat zal pas tijdens de volgende rit zijn. Andere oud-winnaars in Lorient zijn onder meer Santiago Botero en Jens Heppner. De rit start in het niet zo pittoreske centrum van de stad, redelijk ver van de haven.

Lorient.jpg

Tijdens de neutralisatie rijden de renners een rondje door Lorient, pas buiten de stad begint de wedstrijd echt. Nadat de koers door Ploemeur rijdt gaat het in één rechte lijn verder richting de kust. Na drie kilometer fietsen zien de renners de zee in het kustplaatsje Le Fort Bloqué en vervolgens fietsen ze vier kilometer langs het strand richting Guidel Plages. Hierna verlaten ze weer even de kust en wordt er over wat smallere wegen gereden tussen de Franse akkers door. Na 12 kilometer rijden de renners over de rivier Laïta en hier verlaten ze het departement Morbihan, om vervolgens de Finistère binnen te rijden. In de Finestère gaat het meteen een paar meter omhoog, maar verder is dit gedeelte van de etappe zo goed als vlak. Over grotendeels rechte en brede wegen rijden de renners door wat dorpjes, zoals Clohars-Carnoët en Riec-sur-Bélon. We bevinden ons nog steeds op het platteland en komen dus vooral veel boerderijen en akkers tegen, al is de kust ook nooit ver weg. Na 33 kilometer rijden de renners dan weer door het enorm pittoreske en vooral heel erg toeristische Pont-Aven. Het ligt niet direct aan de kust, maar wel aan een inham en daardoor hebben ze er een klein haventje. Na Pont-Aven gaat het een aantal kilometer zo goed als rechtdoor, tot we de kust echt weer bereiken in Concarneau, na 49 kilometer. Deze weg loopt een beetje op en af, maar het echte klimwerk laat nog even op zich wachten. Tussen deze twee plaatsen rijden de coureurs ook nog even door Trégunc, waarna ze op de weg richting Concarneau nog een aantal rotondes tegenkomen. In Concarneau zelf kiezen we voor de toeristische route en fietsen we over de boulevard langs de zee. Nu is het ook wel makkelijk om hier een toeristische route te nemen, want het is een best mooi plaatsje. Concarneau is overigens de geboorteplaats van de Giroud van 1998, Stéphane Guivarc'h.

299712c67f3c4d9daea5efa4d38403a2c30ae799a5987954e5dfd0b076392cba.jpg

Voorbij Concarneau blijft het nog een tijdje vlak. Na een paar kilometer verlaten we de kuststreek weer en gaan we de binnenlanden van Bretagne opzoeken. We wegen hier zijn niet altijd even breed, zeker niet als de organisatie moeite doet om de smalst mogelijke wegen op te zoeken. Het kan hier dus al wat nerveuzer worden, aangezien we heel wat kilometers af gaan werken over ietwat bochtigere en smallere wegen door een groen landschap. Na 64 kilometer rijden de renners door Saint-Yvi en hierna wordt de weg nog eens wat smaller, bovendien gaat het anderhalve kilometer omhoog aan een procent of vijf. Vast een voorproefje op de rest van de rit. Richting het volgende dorp, Elliant, gaat het even kort naar beneden over een bochtige weg, maar een paar kilometer buiten Elliant worden de wegen weer wat rechter. Een kilometer of drie over hele smalle en bochtige wegen, om vervolgens vier kilometer rechtdoor te fietsen richting het dorpje Tourch. In Tourch slaan de renners linksaf en daarna wordt de weg weer echt breed en gaat het lang rechtdoor tot Coray, waar we na 81 kilometer passeren. Richting en voorbij Coray loopt de weg af en toe een beetje vals plat omhoog, maar ook dat mag nog steeds geen naam hebben. Na Coray loopt de brede weg meer dan 10 kilometer zo goed als rechtdoor richting Roudouallec, waar de tussensprint van de dag komt na 92,5 kilometer. In dit kleine dorpje van 700 inwoners rijden we weer even een paar meter door Morbihan, maar in het dorp zelf slaan de renners linksaf en komen ze al snel weer in de Finistère terecht. Het écht heuvelachtige deel van de rit staat dan bijna op het punt van beginnen.

MG_2733C1-1024x682.jpg?resize=1024%2C682&ssl=1

Buiten Roudouallec rijden we richting een heuvelruggetje waar we in korte tijd drie keer achter elkaar over gaan fietsen. Het gaat dus een paar keer redelijk stevig op en af en dat begint voorzichtig na de tussensprint. Een klimmetje van iets meer dan een kilometer aan 6% gemiddeld, om de benen vast even te testen. Op de top van dit klimmetje bevinden de renners zich op een plateau waar ze het drie kilometer vlak is, voor er een korte afdaling richting Saint-Goazec volgt. De weg is niet al te breed en er liggen wat bochten in het parcours, dus het is zaak om hier goed bij de les te zijn. Eenmaal beneden in Saint-Goazec begint bijna de eerste klim van de dag waar een puntje voor de bergtrui te verdienen valt. Vlak voor Saint-Goazec gaat het ook nog even kort omhoog, maar het echte werk begint een halve kilometer buiten het dorpje. De renners beklimmen dan de Côte de Kaliforn, een klimmetje van 1,7 kilometer aan 7% gemiddeld. Redelijk pittig klimmetje dus, dwars door een bos. Na de top gaat het kort naar beneden over een smalle weg door het boerengehucht Californ. Al snel vlakt het weer af en volgt er buiten Californ nog een uitloper van meer dan een halve kilometer omhoog. Daarna volgt er een wat langere afdaling over een smalle en bochtige weg. Het is dan even vlak, een klein knikje omhoog, weer een knikje naar beneden en dan begint de Côte de Trimen, een klimmetje van de vierde categorie met een lengte van 1,6 kilometer en een gemiddeld stijgingspercentage van 5,6%. Net wat minder lastig dan het vorige klimmetje. De top volgt na 113 kilometer, op 90 kilometer van de streep. Het zal nu drie kilometer vlak zijn, waarna het drie kilometer naar beneden gaat over een brede weg zonder lastige bochten, op weg naar Châteauneuf-du-Faou. Na 121 kilometer koers rijden de renners door dit oude dorpje, gelegen aan de Aulne.

fae54f671bf51150006dc93e565e.jpg

Richting Châteauneuf liep de weg al een beetje op en af, en in het dorp zelf gaat het ook best nog wel een beetje omhoog. Zo'n etappe is het vandaag, er is weinig vlak werk bij. Ondanks dat gegeven bevinden we ons nu wel in een moment van relatieve rust. Buiten Châteauneuf volgen we de oevers van de Aulne en gaat hier vooral licht dalend naar beneden. De omgeving is groen en de wegen zijn breed, even tijd voor een adempauze. Die adempauze duurt niet heel lang, want iets meer dan vijf kilometer na Châteauneuf verlaten we deze brede weg weer, slaan we rechtsaf en gaan we één kilometer bergop rijden, aan een procentje of vijf gemiddeld. Smal weggetje, het lijkt stiekem wel een beetje op de Amstel Gold Race. Bij de organisatie willen ze het eerder vergelijken met de Belgische klassiekers, maar ik denk dat ze dan in de veronderstelling leven dat Limburg geannexeerd is door de Belgen. Het is echt de AGR, met de smalle weggetjes door een groene omgeving met ook de nodige akkers, het vele draaien en keren en ook met name de lengte van de klimmetjes. Veel lang spul zit er niet tussen. Na het klimmetje van één kilometer is het een kilometer of twee vlak, voor het volgende klimmetje van 1,2 kilometer volgt. Dit is een pittig ding aan een procentje of zeven gemiddeld. Vervolgens rijden we door het dorpje Lennon, waarna het weer even wat rustiger wordt. Drie kilometer in licht dalende lijn, waarna het twee kilometer een beetje vals plat omhoog gaat richting het dorpje Gouézec, waar ze beschikken over een aantal hunebedden, gruwelijk. In Gouézec zelf, na 138 kilometer, is er geen vals plat meer. Het gaat meteen 1,9 kilometer omhoog aan 6,6% gemiddeld. Deze weg brengt ons naar de top van de Côte de la Roche du Feu, een klimmetje van de derde categorie, om een of andere reden. Na deze klim gaat het een aantal kilometer naar beneden zonder al te veel lastige punten, waarna men door Les Trois Fontaines rijdt, waar een fraaie kerk staat. Het gaat nu weer twee kilometer voorzichtig naar boven, waarna er een afdaling van een kilometer of zeven volgt, richting Châteaulin. Een afdaling over een brede weg zonder echt lastige bochten.

Bretagne_Finistere_Chateaulin_tango7174.jpg

Na 155 kilometer zijn we dan weer terug aan de oevers van de Aulne, in het niet onaardige Châteaulin. Nog een kilometer of 50 tot de finish en in die kilometers gaat er genoeg gebeuren. Châteaulin is overigens de stad waar een Franse semi-klassieker wordt georganiseerd, Boucles de l'Aulne. Deze wedstrijd was vooral vroeger heel populair en is nog wel eens gewonnen door Eddy Merckx, Joop Zoetemelk, Bernard Hinault en Roger De Vlaeminck. Alleen maar toppers dus. Heden ten dage wordt de wedstrijd nog steeds georganiseerd en gaat de winst ook naar echte toppers. Kevin Le Cunff bijvoorbeeld, een van de grootste lolbroeken van het jaar tot nu toe. Een paar maanden geleden had nog niemand van 'm gehoord, maar in mei reed de 30-jarige Le Cunff die pas voor het tweede jaar actief is bij een continentale ploeg toch maar mooi jongens als Vichot en Guillaume Martin op een hoop. Talentje voor de toekomst, in de gaten houden. Boucles de l'Aulne is geen vlakke wedstrijd en dat gaan de renners nu ook merken. Buiten Châteaulin beginnen we meteen aan de scherprechter van die koers, Côte de Menez Quelerc'h. Een typisch Bretonse naam, vraag me niet waar het op slaat. Vraag me wel hoe lastig deze klim is. Drie kilometer lang, 6,2% gemiddeld. De eerste klim van deze Tour die echt ergens op lijkt. Zo serieus dat ze er zelfs speciaal een kaartje voor in elkaar hebben gedraaid bij de organisatie. Daarom kan ik jullie vertellen dat de klim makkelijk begint met een kilometer aan 3%, maar dat er daarna een kilometer aan 7% volgt. Die kilometer wordt dan weer overtroffen door een halve kilometer aan bijna 11%, waarna het richting de top afzwakt richting 6%. Serieus klimmetje dus. Geen al te brede weg trouwens, en dan is het asfalt er ook nog eens slecht aan toe. Le Cunff ging zo hard dat er nu gaten in de weg zitten. Op 45 kilometer van de finish komen we boven op deze klim.

380e3
kevin-le-cunff-photo-nicolas-creach_3964852.jpg

Na deze klim met de onmogelijke naam volgen we nog even wat langer het parcours van Boucles de l'Aulne. Over smalle plattelandswegen, tussen de koeien en de strobalen door, slingeren we ons door de Bretonse heuvels. Het gaat iets meer dan twee kilometer licht naar beneden, waarna het weer een kilometer omhoog gaat aan ongeveer zes procent. Na dit klimmetje is het even twee kilometer vlak, waarna er over een brede weg licht wordt gedaald richting Cast. In Cast bevinden we ons ineens op het terrein van een andere Franse wedstrijd, de Tour du Finistère. Deze wedstrijd bestaat wat minder lang dan Boucles de l'Aulne en heeft daarom een wat minder imponerende erelijst, maar het is wel een lastige koers. En dat gaan de renners in de komende kilometers wel merken. Van Cast fietst het peloton over voor sommige coureurs bekende wegen richting Kergoat en in dit stuk van zes kilometer, dat grotendeels rechtdoor gaat, zitten twee korte klimmetjes. Het eerste klimmetje is heel kort en stelt niet voor, maar richting Kergoat gaat het wat serieuzer omhoog. Iets meer dan een kilometer aan 4%, nog steeds niet heel erg lastig maar we hebben ondertussen al de nodige klimmetjes gehad, dus alles begint te tellen. In Kergoat is er een bocht naar rechts en daarna fietst men over wat smallere wegen weer verder. Het is bochtig, maar wel zo goed als vlak. Dat blijft ook zo tot de renners na 179 kilometer door het dorpje Locronan rijden. Hier ligt de voet van een van de klimmetjes uit de Tour du Finistère, Côte de la Montagne de Locronan. Deze klim met de pakkende naam is 2,2 kilometer lang en 5,9% gemiddeld. Listig klimmetje, met enkele zwaardere stroken tussendoor. Smalle weg ook weer, en weer een klimmetje van de derde categorie. Na 181 kilometer, op 23,5 kilometer van de streep, komen de renners boven. Locronan is overigens best een mooi dorpje. Kan je prima even een middagje op een terrasje hangen als je toch in de buurt bent.

Locronan-01.jpg

We blijven de route van de Tour du Finistère volgen en zodoende volgt er na de klim een korte afdaling van drie kilometer over een smalle weg, zonder veel lastige bochten. Alleen aan het eind van deze afdaling ligt er een rotonde in het parcours, waar wel even goed gestuurd worden. Daarna gaat het een aantal kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg richting Plogonnec en voorbij dit dorpje. Op nog een rotonde na komen de renners even een aantal kilometer niks tegen. Na drie kilometer vlakke wegen rijden de renners door het dorp Le Croëzou en hier slaan ze bij een rotonde rechtsaf, daarna meteen linksaf en dan loopt het weer eens een kilometer omhoog, ditmaal aan een procent of drie gemiddeld. Na dit klimmetje gaat het vier kilometer naar beneden over een iets bredere weg, richting de bonussprint van de dag. Afdaling stelt geen reet voor, het wordt interessanter als het peloton aan het eind van deze afdaling linksaf slaat, richting een bijzonder smalle weg. Deze weg loopt meteen omhoog. Er gaat geklommen worden richting La Lorette. 700 meter aan 9%, jawel. Smal weggetje, door een bos en even verderop een bocht naar links waarna de weg wat breder wordt en er wat huizen langs de kant van de weg verschijnen. Tot nu toe hebben we weinig aan deze bonussprintjes gehad, maar aangezien de top van dit klimmetje en dus de meet van de sprint op 12 kilometer van de streep ligt kan er nu voor de verandering wel een keer iets gebeuren. Op de top van dit klimmetje komen we trouwens ook nog een spuuglelijk kapelletje tegen, lekker man.

a4b33
lorette-01.jpg

Nouja, nog 12 kilometer te gaan dus. En ook in die slotkilometers volgen we het parcours van de Tour du Finistère, want ctrl+c ctrl+v is wel zo handig als je een luie parcoursbouwer bent. Niet dat we moeten klagen, want als ie het zelf had mogen bedenken was het waarschijnlijk helemaal vlak geweest. Het is al een hele verrassing dat ze die smalle wegen hier op durven te zoeken. Na de bonussprint rijden we nog twee kilometer verder over deze smalle wegen, terwijl het een beetje op en af gaat. Daarna komen we uit op de doorgaande weg richting Quimper, waar we ons eerder al op bevonden, alleen namen we dus even de toeristische route. Deze doorgaande weg volgen we drie kilometer, tot op zes kilometer van de streep. In deze drie kilometer gaat het vooral naar beneden, maar omdat de weg behoorlijk breed is mag dat verder geen problemen opleveren. Op zes kilometer van de streep volgt er dan een scherpe bocht naar rechts. Richting deze bocht loopt de weg één kilometer omhoog aan zes procent. Na de bocht is het een aantal kilometer licht glooiend, maar in vergelijking met alles wat we eerder hebben gehad behoorlijk vlak. Op vier kilometer van de streep volgt er een korte afdaling, met een paar snelle bochten. Tot drie kilometer van de streep gaat het behoorlijk stevig naar beneden, daarna daalt het licht verder tot op twee kilometer van de streep. Vlak daarvoor ligt er nog een rotonde in het parcours, waar de renners naar rechts gaan. Ze rijden onder een viaduct door, waar het even aantal meter vlak is. Na dit viaduct ligt er een nieuwe rotonde op de renners te wachten en hier gaan ze meteen links, waarna de weg een aantal meter vals plat omhoog loopt. Hierna vlakt het weer even af, tot de renners op iets meer van de streep een rotonde tegenkomen. Hier moeten ze een lastige bocht naar rechts maken, waarna er een korte duik naar beneden volgt. Ze rijden onder de boog van de laatste kilometer door en dan begint de slotklim. De Côte de Stang Bihan, één kilometer aan 4,8% gemiddeld. Een klim die niet bijzonder lastig is, maar wel nog behoorlijk bochtig. Een scherpe bocht naar links, een lopende bocht naar rechts en dan op 300 meter van de streep nog een scherpe naar links. Dan ligt de finish op een brede weg tussen het lokale conferentiecentrum en de sportvelden in. Het blijft stijgen tot aan de finish, al zwakt het wel een beetje af. Het lastigste stuk van deze slotkilometer zit aan het begin, zeker ook omdat de weg daar nog wat smaller is.

stage-5-finish-2.jpg?03
30498
27749876068_7db8580765_b.jpg

De finish ligt op de plaats waar Jonathan Hivert namens Direct Energie in april de Tour du Finistère wist te winnen. Hivert was aan het begin van dit seizoen ontzettend aan het schroeien, maar zoals altijd duurt dat bij hem maar even. Hij is nu weer voor de rest van het seizoen MIA en daarom is hij er in de Tour ook niet bij. Romain Bardet werd tweede, hij kent deze aankomst dus. Ook Tejay van Garderen kent deze aankomst, want hij faalde hier weer eens ouderwets. Ging meteen aan het begin van de slotkilometer aan en wilde de hele kilometer op kop rijden, maar dat bleek wat overmoedig. Eeuwige profiteur Hivert zat te lachen in het wiel en gooide er een oppermachtig sprintje uit in de laatste meters. De Tour du Finistère eindigt vaak in een sprintje van een gereduceerde groep. Het is hier wel lastig, maar niet lastig genoeg om echt grote verschillen te maken. In het verleden wonnen mannen als Gerrans, Vachon, Simon, de betreurde Demoitie en Baptiste Planckaert hier. In 2017 ging de overwinning dan weer naar Julien Loubet, die toen aan het schroeien was namens het Franse leger. Dit jaar had hij moeten schroeien voor mijn Baskische vriendin van Euskadi-Murias, maar die klootzak is er gewoon mee gestopt omdat hij geen zin meer had om te fietsen. Pannenkoek. Enfin, de beelden van de Tour du Finistère van dit jaar, voor degene die zich nog een beter beeld wil vormen. Al is de finale in die koers toch nog net een tikje anders wegens het rijden van nog wat lokale rondjes na de eerste passage aan de meet.

1-le-tour-de-france-2018-empruntera-les-routes-du-tour-du_3652290.jpg

Ik zou het bijna vergeten, maar de finish ligt in Quimper. Dit is een stad met 63.000 inwoners in, je zou het niet verwachten, de Finistère. Een stad die niet onbekend is met de Tour. Twee keer eerder kwam er een rit aan. Voor het eerst in 1991, toen ging de overwinning naar de Australiaan Phil Anderson. In 2004 keerde men pas terug, voor een rit van Lamballe (hehe) naar Quimper. Thor Hushovd, de geblokte Noor, ging met de overwinning aan de haal. Of je een emmer leeggooit. Daarna hebben we hier geen aankomst of vertrek meer gehad, het werd dus wel weer eens tijd. Een andere link die Quimper met wielrennen heeft is het feit dat de semi-bekende Laurent Pichon hier is geboren. Hij is momenteel namens de lokale ploeg Fortuneo-Samsic actief in de Tour. Wordt dus een leuke dag voor hem, die kan je wel noteren voor de vlucht van de dag. Tevens is René Leannec in Quimper geboren, de uitvinder van de stethoscoop. Quimper zelf schijnt de meest Bretonse van alle steden te zijn. Een grote manifestatie van Bretonse folklore is het Festival de Cornouaille (Fest-Noz), om en bij de vierde zondag van juli, weet wikipedia mij te melden. De Bretonse naam van de stad, Kemper, betekent samenvloeiing, pik je toch even mee. Het is een behoorlijk oude stad, wat tot gevolg heeft dat er nog wat mooie gebouwen in de stad te vinden zijn. Een paar oude kerken en kathedralen, wat oude stadsmuren en oude vakwerkhuisjes. Niks mis mee eigenlijk.

cathedrale_st_corentin_quimper_66_B_Galeron.jpg

In Quimper wordt het 27 graden. Nog steeds smerig warm, maar net een tikje minder dan de vorige dag. Geen kans op neerslag en waarschijnlijk niet zo gek veel wind. Al zou de wind hier sowieso weinig verschil maken. In Lorient wordt het 26 graden en daar waait het al helemaal niet. Deze rit begint officieus om 12:20. Daarna rijden de renners 20 minuten door Lorient, voor de rit om 12:40 echt begint. Eurosport 2 is meteen van de partij, speciaal voor de mensen met een te duur televisieabonnement en natuurlijk de goden die beschikken over de PLAYER. Voor wie dit alles niet heeft is het wachten tot 14:10, want dan beginnen de NOS en Sporza met de uitzending. Het eerste deel van de rit is het minst boeiend, dus je mist waarschijnlijk niets.

9499573527_969bfc4b1b_b.jpg

De eerste rit die lastig te voorspellen is. De drie vlakke ritten en de ploegentijdrit waren vrij makkelijk te voorspellen en kenden ook een redelijk typisch verloop. Dit is de eerste rit waar er wat meer mogelijkheden zijn. In principe kan een goed klimmende sprinter hier wel mee, dat heeft de Tour du Finistère wel laten zien. In 2004 werd het in Quimper ook gewoon een massasprint, met onder meer McEwen en Zabel, naast Hushovd natuurlijk. Die rit was wel minder lastig, dus in dit geval hoeven we waarschijnlijk geen rekening te houden met een sprint van 100 man. De groep zal kleiner zijn. Er bestaat ook een kleine kans dat de vlucht van de dag het gaat redden, maar aangezien we nog in de eerste week van de Tour zitten verwacht ik toch wat we een soort van uitgedunde sprint krijgen. Er zijn een aantal sprinters aanwezig die het niet helemaal van de vlakke sprints moeten hebben en juist baat hebben bij deze wat lastigere ritten. De sprinters die ook vooraan rijden tijdens de klassiekers. Die jongens gaan we noteren voor deze rit. Met mannen als Gaviria en Groenewegen hoeven we waarschijnlijk minder rekening te houden, om nog maar te zwijgen over figuren als Kittel en Cavendish. Voor de categorie Alaphilippe en Valverde is dit dan juist weer iets te makkelijk misschien, zij kunnen hun pijlen beter richting op Mur de Bretagne.
1. Sagan. De te kloppen man op deze aankomst. Heeft z'n eerste rit al binnen en dat was eigenlijk een etappe die hem minder lag dan deze rit. Dit ligt hem perfect. Als hij in de vlakke sprints kan winnen en het Gaviria moeilijk kan maken, dan is hij op zo'n aankomst moeilijk te kloppen. Het zal zaak zijn voor de rest om een poging te doen hem eerder te lossen, maar dat is geen sinecure. Als hij niet lost, wint hij. Alsjeblieft, een open deur.
2. Matthews. Die is hier eigenlijk om Dumoulin te helpen, maar zo'n rit als deze kan hij niet laten schieten. Ook behoorlijk ideaal voor hem. Dit soort koersen met een aantal van die korte klimmetjes kan hij prima aan. Zo'n aankomst is natuurlijk ook geen enkel probleem. Wel al een keer op z'n muil gegaan, maar daar lijkt hij niet heel veel last van te hebben. Gaat meedoen voor de overwinning.
3. Colbrelli. Sonny was een beetje zoek tijdens de vorige rit, maar dat kan met de valpartij aan het eind van de rit te maken hebben gehad. Maakt niet uit, nieuwe dag nieuwe kans. En dit is een kans. Als liefhebber van wedstrijden als de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race zal dit hem ook moeten aanspreken.
4. Van Avermaet. Zal zijn gele trui willen verdedigen en dat kan op deze aankomst prima. Al heb ik eigenlijk geen idee of zijn benen echt goed zijn, die gele trui lijkt meer gebaseerd te zijn op toeval en het negeren van wat teamorders. Op basis van zijn jaar tot nu toe denk ik niet dat hij het Sagan erg moeilijk kan maken.
5. Pasqualon. Ik kan natuurlijk wel voor de veilige keuze gaan en gewoon Alaphilippe noemen, maar ik heb zin om gek te doen. Pasqualon is een jongen van Wanty die pas op latere leeftijd heeft ontdekt dat hij kan fietsen. Dit jaar is hij bijna niet te stoppen, zo won hij twee ritten in de Ronde van Luxemburg en het eindklassement. En die ritten in Luxemburg zijn wel vergelijkbaar met dit werk. Paar heuveltjes onderweg en dan een hellende aankomst. Dan moet dit ook wel lukken. Werd dit jaar ook al zesde in Boucles de l'Aulne en kent dus een deel van de omgeving. Voorts krijgt hij het voor elkaar om zesde te worden in een vlakke sprint, terwijl dat minder zijn ding is. De benen zijn goed. En Hilario zag dat het goed was.