Omen, ik denk inderdaad dat je op zulke momenten wel heel beslist kunt zeggen dat het niet gaat gebeuren. Ik heb er nog wat over nagedacht, omdat I dit dus ook wel eens kan hebben. Al zijn die angsten bij haar wel minder heftig.
Eigenlijk is het 'probleem' in de situatie het volgende: Ze is moe en moet gaan slapen, die angsten helpen daar niet bij. Daarnaast blijft ze ook heel erg in die emotie hangen, en ook dat komt misschien mede door de slaap en helpt daar niet bij.
Het is dus eigenlijk vooral handig als je de angsten kunt 'parkeren' tot een beter moment om daar over te praten (mocht ze dat willen). En je kunt haar ook gaan leren om haar gedachten te proberen te sturen naar leuke en fijne dingen. Ik doe met I de laatste tijd ook wel van die oefeningetjes.
Je kunt bijvoorbeeld een pot of een blik nemen en doen alsof jullie daar haar angst in doen. Dat kan in de vorm van kleine balletjes of knikkers zijn. De angst voor een dief, hup in het blik, de angst dat mama dood zal gaan, hup in het blik. Dan doen jullie het blik dicht en jij zal het blik bij je houden. Je kunt dan verder afspreken dat jullie bijvoorbeeld één keer per week dat blik erbij pakken, gewoon op een rustig moment overdag, om even samen te praten over waar ze bang voor is. Dan gaat het blik over en mogen de angsten er even uit.
Als je dit gedaan hebt, kun je naast haar in bed gaan liggen en dan een oefening doen in het sturen van je gedachten. Dan doet ze haar ogen dicht en moet ze zich voorstellen dat ze op een hele fijne plek is. Dat kan een plek zijn die ze kent (bij oma of ergens anders) of een zelfbedachte plek. Ze beschrijft aan jou hoe de plek eruit ziet en waarom ze zich daar zo fijn voelt. Je kunt dit een paar avonden achter elkaar doen (ook op een avond dat ze niet bang is) om het een gewoonte te laten worden dat ze voor het slapen gaan in bed aan fijne dingen denkt. Zo wordt ze hopelijk ook rustig.
Laatst liep ik met I in het bos en toen was ze erg aan het miepen. Over dat ze het koud had, geen zin had om te lopen en dat ze naar huis wilde. Toen heb ik haar stil laten staan, haar ogen dichtdoen en zich laten voorstellen dat ze in onze woonkamer was. Ze was helemaal opgetogen dat het haar lukte het helemaal voor zich te zien alsof ze er echt was. Ze ging doen wat ze het liefste doet: kleuren. Ik liet haar vertellen hoe ze haar kleurtjes pakte en ging kleuren. Daarna deed ze haar ogen weer open. Toen zei ik: zo, nu weet je hoe leuk het zal zijn als je straks weer thuis ben. Maar nu zijn we hier, in het bos, en kijk nu eens heel goed om je heen. Zie je hoe mooi die boom daar is en hoe mooi de blauwe lucht?
Ik deed het eigenlijk een beetje in een opwelling maar het werkte supergoed. Het was voor haar echt een ontdekking dat je je dus van alles kunt voorstellen en echt voor je gevoel op een plek kunt zijn zonder er echt te zijn. Het gaat er eigenlijk over dat jezelf controle kunt hebben over je gedachten.
"All that maybe the slightly better ones do is sort of get inside your head and leave something there"