Burgemeester baalt van slecht imagoJan van Zanen: ’Te veel zuipen, met de hand in de kas of in dat bloesje. Dan ga ik door de grond’
Met nog 24 dagen te gaan tot de gemeenteraadsverkiezingen, wordt het nieuws beheerst door burgemeesters en wethouders die opstappen om vaak onverkwikkelijke redenen. Het gaat de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen aan het hart. „We liggen onder een sterker vergrootglas, maar dat is juist goed.”
Op de fiets door zijn geliefde stad wordt Van Zanen herkend en aangesproken. „Burgemeester ben je 24 uur per dag.”Met een vuistdreun op tafel zet Jan van Zanen zijn woorden over integriteit kracht bij. „Publieke ambtsdragers hebben zich maar te gedragen. Allemaal: burgemeesters, wethouders, raadsleden, gedeputeerden en ministers. Punt.”
Drie burgemeesters – van Langedijk, Huizen en Stadskanaal - vertrokken vorige week op één dag, kort na het nieuws dat 44 wethouders voortijdig moesten opstappen wegens onbetamelijk gedrag. De 56-jarige Van Zanen is niet alleen burgervader van Utrecht, maar ook voorzitter van de VNG, de vereniging van 380 Nederlandse gemeenten. Eerder was hij burgervader van Amstelveen, daarvoor wethouder en raadslid in Utrecht, daarnaast was hij vijf jaar partijvoorzitter van de VVD.
„Burgemeesters moeten juist rond de verkiezingen voor continuïteit in een gemeente zorgen. Ik betreur dat er drie weg zijn, verdorie denk ik dan, los van hoe het komt. Eentje wegens ziekte, eentje had gedoe rond een overeenkomst, bij de derde was sprake van onbetamelijk gedrag.” Grimmig: „Ik wil niet weten wat.” De integriteits-perikelen baren hem zorgen. „Sommige jongens en meisjes doen domme dingen. Te veel zuipen, met de hand in de kas of in dat bloesje. Dan ga ik door de grond, zij maken het burgemeesterschap te schande.”
„En dat lijkt vaker dan vroeger te zijn, maar ik geloof niet dat mensen slechter zijn geworden. Voorheen werd het ook niet onder de pet gehouden, dat zou ik ook ten strengste afkeuren. Maar het ging met rooksignalen naar buiten, door sociale media ligt nu alles meteen landelijk op de weegschaal. En die wiebelt dus harder. Het vergrootglas is sterker en dat vind ik juist goed. Mensen schenken ons hun vertrouwen en wij gaan met belastinggeld om.”
Over de stoep„Tegelijk is niemand 24 uur per dag onkreukbaar. Ik ook niet. Vanochtend fietste ik naar de fysiotherapeut, reed ik een andere route en ging ik - o jé - een stukje over de stoep. En ja, ik zeg wel eens een verkeerd woord, ik heb ook wel eens koppijn, ik ben ook wel eens moe.”
Maar de ambtsdragers lijken voorgoed van hun voetstuk te zijn getuimeld. „Klopt, net als de arts, de notaris, de rechter, het schoolhoofd. De maatschappij is kritischer geworden, mensen zijn mondiger en stellen vragen. Heel goed.”
Als VVD’er voelt hij zich niet aangesproken door het feit dat deze partij voor de zesde keer op rij bovenaan de schandalenlijst van de deze week gepubliceerde Politieke Integriteitsindex staat. „Partij of ambt doet er niet toe, ik vereenzelvig me met het hele openbare bestuur. Elk geval is er een te veel.”
Van Zanen baalt van het slechte imago dat aan de beroepsgroep gaat kleven. „Ik zwem vaak ’s ochtends, rond een uur of zeven. In Amstelveen dronken we aan het eind van het seizoen gezamenlijk, badmeester erbij, een kopje koffie. Bakt de één een cake, neemt de ander krentenbollen mee. Mijn vrouw kocht twee voorgesneden ontbijtkoeken voor me, onder de snelbinders. Ik geef ze af. Hoor ik een van de dames fluisteren: ’Die zijn van de burgemeester. Uit welk potje zou hij die hebben betaald?’ Ik zeg dan niks, maar kan wel door de grond zakken. Vervelend, verdrietig en frustrerend, dat ze denken dat ik een halve crimineel ben.”
Zijn ene misser is breed uitgemeten. „Eentje?”, zegt Van Zanen met zelfspot. Tijdens het Bevrijdingsfestival flapte hij er ’wat zonde’ uit toen hij vernam dat columniste Monique Samuel lesbisch is.
Schrobbering„Ik kreeg - terecht - een enorme schrobbering en moest diep door het stof en heb uiteraard mijn excuses aangeboden. Een voorbeeld van hoe het werkt, terwijl ik het niet fout bedoelde. Mijn vrienden weten hoe ik erover denk. Op het moment was ik me van geen kwaad bewust. Ik ondervond meteen wat sociale media doen. Mensen die het voor me opnamen én vreselijke verbale diarree.”
„Thuis zeiden ze: ’Goed zo pa, dat je effe op je nummer wordt gezet, word je weer alert van’. Ik organiseer trouwens zelf ’tegenspraak’ met vrienden en naaste medewerkers, mensen die ik vertrouw. Iemand moet tegen me zeggen: ’Jan, nu moet je afvallen!’ of ’let daar eens op’, of ’dat moet korter’. Eens per jaar zit er een professionele trainer aan de keukentafel. Die geeft me er ongenadig van langs, het is goed om je door elkaar te laten rammelen.” Een lach: „Anders doen ze het op bewonersavonden wel…”
Van Zanen traint ook anderen die het vak ambiëren: „En ik spreek met raadsleden over integriteit.”
Over de vertrekkende wethouders: naast die 44 die weg moesten haalt één op de vijf wethouders de eindstreep niet. „Vaak wegens een andere baan, kijk maar naar de nieuwe ministers Kajsa Ollongren en Hugo de Jonge. We moeten niet uit het oog verliezen dat er 380 burgemeesters en 1500 wethouders zijn. Met het overgrote deel gaat het wel goed.”
Van Zanen is dol op zijn werk. „Leuk is het woord niet, want het is een verantwoordelijke baan. Maar het is mijn passie.” Op fluistertoon: „Ik kan niks anders, dit wil ik. Besturen zit in me, al kom ik uit een ondernemersfamilie en ben ik dus het zwarte schaap. Ik ga voor de publieke zaak. Als ik op een onbewoond eiland terechtkom, richt ik onmiddellijk een vereniging ter behoud van die ene palmboom op.”
JochieDe mare gaat dat hij als jochie al de ambtsketen ambieerde. „Nee, want je kunt wel zeggen dat je het wilt worden, maar het is een tombola. Ik heb puur geluk gehad dat ik eerst in Amstelveen en toen in Utrecht terechtkwam. Ik weet wel waar dit verhaal vandaan komt. Op mijn allereerste schoolfeestje, ik was een jaar of negen, was er een spelletje. Klasgenoot Teun trok het lootje ’Als ik trainer was van Ajax dan zou ik…’ Moest-ie een heel verhaal vertellen. Ik trok het lootje ’Als ik burgemeester van Edam was…’ Kennelijk paste het wel bij me. Later refereerden oud-klasgenoten daaraan.”
Voor hem maken de mensen het ambt leuk. „Ik ben bevoorrecht in de verscheidenheid aan ontmoetingen. Wiebe Draijer van de Rabobank loopt binnen, maar ook tante Ollie van de speeltuin. Wandel ik door de stad, roepen ze: ’Hé burgemeester, waar is je blingbling?’ Als het even kan bezoek ik winkelpersoneel, pompbedienden en snackbarhouders die zijn overvallen. Ik ben in Utrecht jaren wethouder geweest, onder andere van de reiniging. Fietste ik kort na mijn terugkeer in een krap straatje dat geblokkeerd wordt door een vuilniswagen. Legen die jongens net de glasbak met enorm geraas. Roepen ze: ’Wakker, Van Zanen?’”
„Over een glazen huis gesproken: Burgemeester ben je 24 uur per dag. Soms is het veel. ’Wat leuk dat u met uw zoontje voetbalt’, hoor ik dan. ’Laat me dan effe’, denk ik dan. Maar dan is het: ’Nu ik u toch zie…’ Komt er een heel verhaal over straatverlichting.”
Van Zanen was open toen bij hem in oktober prostaatkanker werd geconstateerd en in december toen hij schoon werd verklaard.
„Dat was geen opzetje. Ik kan me natuurlijk niet twee maanden verstoppen, dat geeft zomaar gedoe. En in de wachtkamer voor een spreekuur werd het natuurlijk ook omgeroepen: ’Meneer Van Zanen’. Stootten mensen elkaar aan: ’Het is ’m toch!’ Kennelijk was er die dag weinig nieuws want het kwam zelfs op het Journaal. Ik werd bedolven onder de bloemen en kaarten, hartverwarmend.” Filosofisch: „Sterk zijn maakt een mens kwetsbaar, maar kwetsbaarheid kan een mens ook heel sterk maken.”
TevredenVoor de lokale politiek is weinig waardering als we het afmeten aan de opkomst bij de vorige verkiezingen: slechts 54%. „Een stijging van 4% ten opzichte van die keer daarvoor! Meer dan de helft heeft de moeite genomen. De rest is kennelijk tevreden.”
Op tv wordt de draak gestoken met de vaak knullige campagnefilmpjes van lokale partijen. Mannen op ronkende trekkers. Een dorpspartij die speciaal wordt opgericht om te ijveren voor de komst van een supermarkt… Lokale politiek stelt vaak niet heel veel voor.
Jan van Zanen reageert fel op deze stelling. „Nu raakt u me in mijn ziel. Kom bij mij niet aan met verhalen dat het nergens over gaat. Juist gemeenten zijn in staat ter plekke iets te doen en te betekenen. Het Binnenhof staat veel verder weg van de bevolking. In een grote stad als Utrecht is het fysiek onmogelijk om alle 340.000 inwoners elke dag een hand te geven, maar als er hier iets gebeurt weet ik waar ik moet zijn. Alles is om de hoek. ’Burgemeester, de verkeerssituatie deugt niet, er is geen kinderopvang’.”
OpvallendOpvallend is wel dat grote landelijke partijen het afleggen tegen de lokale. „Ik heb hier Leefbaar mee gemaakt, Henk Westbroek won in een keer negen zetels en er later nog vijf bij. Ik ben hartstochtelijk liberaal, maar ik sta boven de partijen. Ik ben ook de burgemeester van de PVV, de ChristenUnie, Denk, de PvdA. Ik ben even streng voor meneer A als voor mevrouw B.”
„De democratie leeft juist wel lokaal”, zegt Van Zanen. „In kleine gemeenten is de gemeenschapszin groter omdat de bestuurders aanraakbaar en aanspreekbaar zijn. En natuurlijk is er altijd wat en ik zie de betrekkelijkheid wel. Om met de vader van ex-minister Donner te spreken: de publieke zaak is hozen in een lekke schuit.”
https://www.telegraaf.nl/(...)alt-van-slecht-imagoDat hebben je collega,s toch maar mooi zelf voor elkaar gekregen