Een oude vrouw, een overlevende van de holocaust, ex-gevangene van Auschwitz komt te overlijden, 96 jaar oud.
Ze komt aan in de hemel en ontmoet daar God. God verwelkomt haar. "Welkom mijn kind. Je hebt een lang leven geleid en hebt veel beproevingen gekend."
"Ja." zegt de vrouw. "Maar ik heb het maximale er uitgehaald."
"Hoe heb je altijd maar weer de kracht gevonden om door te gaan? Om te overleven?" wil God weten.
"Nou," zegt de vrouw, "Ik heb iedere dag, iedere morgen weer de motivatie gevonden om te overleven dankzij relativering en humor. Mijn gevoel voor humor heeft mij door de oorlog geholpen." God is onder de indruk, en complimenteert de vrouw met haar sterke persoonlijkheid.
"De oorlog was een verschrikkelijke beproeving, God." zegt de vrouw. "Maar ook daar heeft mijn humor mij geholpen. Zal ik u anders misschien een leuke holocaust-mop vertellen?"
God is niet meteen enthousiast, maar laat de vrouw haar gang gaan. De vrouw vertelt vol toewijding en met verve een ijzersterke en licht anti-semitische holocaust-mop aan God, persoonlijk gekleurd met haar eigen ervaringen van het vernietigingskamp. Ze sluit de mop af met een ongenadig harde clou, en grijnst een verwachtingsvolle grijns naar de Heer. Deze kan er niet om lachen.
" Vind u mijn mop niet leuk, Heer?"
"Nee." zegt God. "Nee, ik kan daar niet om lachen."
"Ach." zegt de vrouw. "Ik denk dat je er bij had moeten zijn."
-nee-