De studies van het menselijke genoom maakt grote vorderingen, en stelt ons in staat om de migratiestromen vast te stellen, archeologische vondsten te koppelen aan het genoom, en op deze wijze vanaf de vroege prehistorie de geschiedenis van de mensheid te herschrijven.
Doordat we steeds meer weten over onze afstamming (sinds het in kaart brengen van ons genoom een kwestie is van een haarmonster en 10 minuten computerwerk), krijgen we een steeds gedailleerder beeld, wat bijna wekelijks een klein beetje bijkleurt (meer dan grote veranderingen, gaat het om nuanceverschuivingen). Grootschalig onderzoek naar de afstamming van mensen in is pas zeer recent op gang ; het menselijk genoom is in 2006 voor het eerst in kaart gebracht in 2008 deed een computer er nog meer dan een week over; het menselijk genoom bestaat uit (meen ik) 2,4 biljoen (dus met 12 nullen) CGA (codes voor aminozuren) combinaties verenigd in genen die op hun beurt weer op 23 chromosomen liggen. De mens is diploïde en dus hebben we in totaal 46 chromosomen, 23 van de moeder en 23 van de vader.
De afkomst kan onafhankelijk vastgesteld worden langs vrouwelijke lijn en langs mannelijke lijn
Langs mannelijke lijn gaat dat via het Y-DNA. Door identificatie van het Y-DNA kun je de afstamming zien via de mannelijke lijn. Mannen zijn beweeglijker en hebben hun genen onregelmatiger verspreid achtergelaten dan vrouwen. Y-DNA gaat alleen over van vader op zoon en nooit via dochters.
De afstamming via mannelijke lijn hoeft niet veel te zeggen over het totale genoom. Stel, 3.000 jaar voor Christus vaart een baskische/keltische handelaar op zoek naar barnsteen in een bootje langs de nederlandse kust. Hij gaat aan land, en behalve het verzamelen van voedsel en zoet water, verleidt hij met behulp van wat koperen sieraadjes een plaatselijke schone, die van hem in verwachting raakt. Zij krijgt 10 kinderen, 9 van eeen man van haar eigen stam en 1, een jongen, van de zeevaarder, van die 10 overleven er 5, waaronder het zoontje van de zeevaarder.
Die krijgt later weer 10 kinderen met vrouwen van de plaatselijke stam waarvan 8 overleven, en 3 man zijn. Die drie jongemannen overleven alle drie en trouwen weer met vrouwen van de stam en krijgen ieder 4 jongens.
Deze 12 jongens hebben alle 12 hetzelfde Y-DNA want hebben dezelfde overgrootvader Het totale genoom van die 12 jongens is echter maar voor 12,5 % baskisch/keltisch en voor 87,5 % noordwestelijk (dus van de noordwestelijke jagers-verzamelaars). Ze hebben misschien nog bepaalde trekken overgeërfd van de baskische overgrootvader, maar voor het overige zien ze eruit als de rest: lang, blond, blauwe ogen.
Het zelfde vindt plaats ergens in Mali: daar komt ook een baskische handelaar die een zoon verwekt bij een plaatselijke pikzwarte vrouw. Er doet zich hetzelfde voor: de achterkleinzonen van de baskische handelaar hebben misschien bepaalde trekken geerfd, maar zien eruit als de rest: zwart,kroes haar, donkere huid. 12,5 % van het totale genoom is baskisch, 87,5 % westafrikaans.
Als dat proces zich zo verder ontwikkeld is er na 2.000 jaar nog maar 4% van het genoom baskisch ofschoon men via de mannelijke lijn een baskische voorvader heeft.
Een verklaring voor de toename van het baskische Y-DNA binnen de bevolkingen van Noordwesteuropa is natuurlijke selectie: baskische afstamming verleende een grotere weerstand tegen griep, waardoor jongens met dat Y-DNA een grotere kans hadden te overleven.
Enkele kaartjes mbt de verspreiding van Y-DNA in Europa:
http://postimg.org/image/6zpggmqlj/Paars: de verspreiding van indoeuropese of "arische" genen; Rood: de verspreiding van atlantische of "baskische" genen. De indoeuropese of arische volkeren kwamen als krijgers, en vormden plaatselijk een aristocratie, maar verwekten niet massaal nageslacht bij de vrouwen der overwonnenen. eerder lijken zij een aparte krijger, priester of grootgrondbezittersklasse te hebben gevormd. (Indoarische invasies: 3200 tot 2200 voor Christus)
De basken kwamen als zeevaarders, handelaars, mogelijk ook als zendelingen; soms stichtten ze kolonies (Zuid-Engeland, Bretagne) soms onderhielden ze slechts handels- en sexuele relaties (2700 tot 2100 voor Christus).
Een ander plaatje over de verspreiding van het"baskische" gen:
http://postimg.org/image/8tcawgt41/Let wel beide plaatjes geven slechts de genen weer welke met het Y-chromosoom overgaan, en dus alleen via de mannelijke lijn gaan.
Onze verre voorvaderen hebben hun genen veel meer verspreid dan onze "voormoeders":
Verspreiding van arische genen:
http://es.wikipedia.org/wiki/Haplogrupo ... romosoma_Y
De verspreiding van de Phoenicische/joodse genen:
http://es.wikipedia.org/wiki/Haplogrupo_J_ADN-YEn de atlantische genen:
http://es.wikipedia.org/wiki/Haplogrupo ... romosoma_Y
Maar je kunt ook nog verder teruggaan: hoe migratiestromen uit de oude steentijd nog steeds terug te vinden zijn; hier eentje van 20.000 jaar geleden: de Cro-Magnon mens zocht nieuwe woongebieden:
http://es.wikipedia.org/wiki/Haplogrupo_I_ADN-YDe afstamming via vrouwelijke lijn is te achterhalen door het Mitochopndriale DNA of MT-DNA. Hiervoor geldt dat het alleen overgaat van moeder op dochter en nooit via zonen. Hier is het beeld veel minder grillig: alle europeanen, mensen uit het Midden Oosten, Perziê en de meeste noordafrikanen en centraalaziaten stammen van een oermoeder welke vanuit India naar het noordwesten trok; de oostaziaten weer voornamelijk van een oermoeder die vanuit India naar het noordoosten trok enzovoorts: het mitochondriale DNA zegt daarmee in elk geval meer over hoe we eruit zien dan het Y-DNA.
https://es.wikipedia.org/(...)_mitocondrial_humanoVrouwen migreerden minder dan mannen: handel, oorlog, jacht, zeevaart waren mannelijke bezigheden. Vrouwen gingen wel eens vreemd, en mannen reisden, en waren soms ver van huis op jacht, handelsmissie of oorlogspad. De vrouwen thuis kregen de kans daardoor vreemd te gaan en de mannen verwekten elders zo nu en dan nageslacht.
De genetische invloed van migranten is in Nederland betrekkelijk gering. Meer dan 70% van ons genoom komt van de noordwestelijke jagers-verzamelaars welke zich na de laatste ijstijd vestigden in Noord-west Europa, ongeveer 35.000 jaar geleden. Rond de 20% is afkomstig van de donauboeren. Minder dan 5% komt van anderen. Wel is het zó dat meer dan 80% één of meerdere voorvaders van verre heeft: Basken, Joden/Phoeniciërs, Ariërs. Het effect van een enkele uitheemse voorvader is echter vergelijkbaar met dat van een kop melk in een vijver. Je vindt overal iets van die melk terug, maar de vijver oogt nog hetzelfde.
Het mt-DNA (de vrouwelijke lijn van afstamming) is doorgaans representatiever voor het genoom dan het Y-DNA (de mannelijke lijn dus).
Vrouwen verspreidden zich geleidelijk, met de migratie van stammen en bevolkingsgroepen als geheel. De gemeenschappelijke oermoeder van alle levende mensen leefde 190.000 jaar geleden in Tanzania.
https://es.wikipedia.org/wiki/Eva_mitocondrial Haar nakomelingen trokken van daaruit naar andere delen van Afrika en staken tussen 65.000 en 60.000 jaar geleden de rode zee over naar het middenoosten en India. In India voltrok zich een sterke bevolkingsgroei van een groep die een mutatie had ontwikkeld in het mt-DNA: de M-groep. Uit deze M-groep ontsproten weer nieuwe varianten, welke vanuit India vertrokken in verschillende richtingen. In Europa vindt men 9 grotere groepen van mt-DNA
Haplogroep U: oorsprong: Midden Oosten; in Europa in NoordwestEuropa, in wat lagere concentratie ook in Georgiê, Iberische Schiereiland, Frankrijk. Is de eerste groep die Europa bevolkte, en is verspreid over heel Europa te vinden. Oude groep waar men gaandeweg meer nieuwe subgroepen vindt. De noordwestelijke jagers-verzamelaars.
Haplogroep H: Oorsprong: Turkije. Algemeen voorkomend in Europa: Tsjechë, Zuid-Duitsland, Slowakije, Zwitserland, Oostenrijk, Centraal en Oost-Frankrijk, Italië, ex-Joegoslaviê. De Donauboeren.
Haplogroep T: oorsprong: Kaukasus; in Europa in Pruisen, Letland, Litauwen, Wit-Rusland, Oost Polen, Noordwestelijke Oekraine (Arische migratie van vrouwen)
Haplogroep I: Polen, Centraal Rusland
Haplogroep H: Oorsprong: Turkije. Algemeen voorkomend in Europa: Tsjechë, Zuid-Duitsland, Slowakije, Zwitserland, Oostenrijk, Centraal en Oost-Frankrijk, Italië, ex-Joegoslaviê. De Donauboeren.
Haplogroep X: oorsprong: Turkije in Europa vooral te vinden in Griekenland en Bulgarije.
Haplogroep W: oorsprong: Pakistan in Europa vooral te vinden in Roemeniê en Hongarije.
Haplogroep CZ: oorsprong: Centraal-Azië: in Europa vooral in Kareliê, noord Rusland, Oeral.
Haplogroep V: oorsprong: Noord Rusland; in Europa in Lapland.