Dit vat het wel aardig samen:
https://mens-en-samenlevi(...)er-intelligentietestquote:
De Wechsler Intelligentietest
Een van de bekendste testen is de intelligentieschaal van David Wechsler. Dit is een oorspronkelijk Amerikaanse intelligentietest, waarvan verschillende versies verschenen zijn. Sommige versies zijn aangepast voor gebruik in Nederland. Er is een Nederlandse test voor volwassenen en adolescenten vanaf 16 jaar, de WAIS (Wechsler Adult Intelligence Scale). Ook is er een versie voor kinderen van 6 tot en met 17 jaar, de WISC-III (Wechsler Intelligence Scale For Children) en een versie voor kleuters, van 2 tot en met 7 jaar, de WWPPSI-III (Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence).
Een van de meest kenmerkende dingen van de Wechsler test is dat ze naast een totaal-IQ en subtest-scores, ook twee deel-IQ's op geven. Deze worden ook wel het verbale en het performale IQ genoemd. De meest recente versie van de Wechsler Intelligentietest voor volwassenen (de WAIS-IV) maakt geen gebruik meer van een verbale en performale schaal. In plaats daarvan wordt er een totaal IQ gegeven, plus een viertal index scores: Verbaal Begrip Index, Perceptueel Redeneren Index, Werkgeheugen Index en Verwerkingssnelheid Index. De oudere versie van de Wechsler Intelligentietest (WAIS-III) kent nog wel een performale en verbale schaal. Dit geldt ook voor de Wechsler Intelligentietest voor kinderen (WISC-III) en de Wechsler Intelligentietest voor kleuters (WPPSI-III).
Verbaal en Performaal IQ, wat betekent dat?
Het verbale IQ slaat op de klassieke 'schoolse' intelligentie. Onderdelen van verbale intelligentie zijn onder andere: abstract redeneren, algemene kennis, rekenkundig inzicht en geheugen. Het performale IQ is de 'tegenhanger' van het verbale IQ. Bij het performale IQ draait het niet om het beantwoorden van vragen, maar om het uitvoeren van taken. Het performale IQ kijkt naar niet-taalgebonden vaardigheden, zoals visuele perceptie, ruimtelijke intelligentie, motoriek en planning. Deze vaardigheden worden onder andere getest door het maken van puzzels.
Is performale intelligentie hetzelfde als aanleg voor wiskunde?
Vaak hoort men dat het verbaal IQ vooral aanleg voor taalvakken zou meten. Het performale IQ zou iets zeggen over de aanleg voor rekenen en wiskunde. Dit is echter een misverstand! De verbale test voorspelt goed kunnen leren in alle schoolse vakken, en niet alleen in taalvakken. Rekenvaardigheid wordt onder het verbale IQ geschaard, en niet onder het performale IQ.
Hoewel de performale tests wel visuele intelligentie meten, zijn ze niet per sé een goede voorspeller voor succes in de wiskundevakken. Maar als de performale schaal geen rekentalent meet, wat meet deze schaal dan wel? Deze schaal is vooral bedoeld om de intelligentie van mensen met een taalachterstand te meten. Klassieke IQ-tests zouden te veel op taal leunen. Daardoor worden mensen met een taalachterstand onderschat. Om dit bezwaar te ondervangen, is er een niet-talige schaal toegevoegd aan de test. Ondanks de toevoeging van een 'niet-talige' schaal blijft het overigens lastig om de intelligentie van deze mensen goed te meten. Een andere reden voor het toe voegen van een performale schaal is, dat het uitvoeren van een opdracht de psycholoog kans geeft om te observeren hoe iemand een probleem aanpakt.
De test laat een zogenaamde verbaal-performaalkloof zien. Wat betekent dit?
Soms zit er een groot verschil tussen het verbale IQ en het performale IQ (meer dan 12 punten). Dit wordt ook wel een verbaal-performaalkloof genoemd. Of, als het performale IQ hoger is dan het verbale: een performaal-verbaalkloof. Zo'n 'kloof' komt vaak bij hogere IQ 's voor. Ook kinderen met een stoornis hebben vaak een verbaal-performaalkloof. Omdat kinderen met een stoornis vaak zo'n kloof hebben, denken veel mensen dat het omgekeerde ook het geval zal zijn. Wie een verbaal-performaalkloof heeft, heeft vast ook een stoornis. Een verbaal-performaalkloof is onder andere in verband gebracht met onder andere faalangst, motorische problemen, AD(H)D, dyslexie, en dyscalculie. Volgens Luc Kumps berust dit echter op een fabeltje. Dat kinderen met een stoornis vaak zo'n kloof hebben, betekent niet dat kinderen met een kloof óók automatisch een stoornis hebben. Kumps wijst op een onderzoek uit 1987. Onderzoekers bekeken kinderen met en zonder een verbaal-performaalkloof. Zij vonden bij kinderen met een verbaal-performaalkloof niet meer problemen dan bij kinderen zonder kloof. De aanwezigheid van een groot verschil tussen het verbale en performale IQ betekent dus niet per se dat een iemand een stoornis heeft. Maar wat betekent zo'n groot verschil tussen het performale en het verbale IQ dan wel?
Verbaal hoger dan performaal
Als het verbale IQ hoger is dan het performale IQ, spreken we van een verbaal-performaalkloof. Een veel voorkomende mythe over mensen met een verbaal-performaalkloof is de mythe van 'de vlotte babbel'. Doordat de persoon verbaal zo vaardig is, zou deze de indruk wekken erg slim te zijn. Door zijn lage performale IQ is die intelligentie echter slechts 'schijn'. Daardoor zou deze persoon constant 'overvraagd' worden, vooral in schoolse situaties. Echter, het verbaal IQ houdt meer in dan alleen talent voor taal. Verbaal IQ correleert met goed kunnen leren in álle schoolvakken. Wat schoolprestaties betreft, is een hoog verbaal IQ dus geen 'schijn-intelligentie'. Omdat verbaal IQ zo gekoppeld is aan goed kunnen leren op school, raadt Kumps aan om bij belangrijke schoolse beslissingen vooral op het verbale IQ af te gaan. Het performale IQ of het totaal IQ is veel minder belangrijk. Veel programma's voor hoogbegaafden laten kinderen pas toe bij een totaal IQ van 130 (dit is de meest gebruikte definitie van hoogbegaafdheid). De ideeën van Kumps impliceren echter dat ook kinderen met een totaal IQ lager dan 130 toegelaten zouden moeten worden, als hun verbale IQ boven de 130 ligt.
Performaal hoger dan verbaal
Het omgekeerde geval komt ook voor: dat performaal IQ veel hoger is dan het verbale IQ. Dit wordt een performaal-verbaalkloof genoemd. Performaal IQ correleert veel minder (niet of nauwelijks) met begrip van schoolse zaken. Een hoog performaal IQ is op zich dan ook geen indicator voor goed kunnen leren. Kumps waarschuwt zelfs voor te hoge verwachtingen als het totaal IQ wordt opgetrokken door een zeer hoog performaal IQ. Dit betekent niet dat de vaardigheden zoals die gemeten zijn in de performale subtests minder belangrijk zijn, maar het zijn niet de vaardigheden die men nodig heeft op school. Wel stelt Kumps dat een hoge performale score een leerling wel uitzonderlijk maakt, en dat de leerstof op deze leerling aangepast zou moeten worden.
Zo'n kloof (verschil tussen verbaal en performaal van minimaal 12 punten) maakt dus een disharmonisch IQ-profiel.
Moet je niet al te veel waarde aan hechten hoor. Het verklaart waarschijnlijk wel voor jezelf waarom sommige dingen je makkelijker af gaan dan anderen, of waarom je soms tegen dingen aanloopt enzo. Da's vaak wel fijn. En als je hulp nodig hebt kan dat dan gerichter geboden worden. Voor kinderen is het handig als het onderwijs en de ondersteuning erop aangepast wordt.
Overigens kan het best zo zijn dat je, wanneer je de IQ test over een paar jaar nog eens doet, anders scoort. Een IQ staat nooit vast, als mens verander je maar ook de normgroepen veranderen en worden eens in de zoveel tijd opnieuw geijkt. Daarnaast blijft het natuurlijk een momentopname. Met een verschil van 60 punten zal het alsnog wel zijn dat het disharmonisch blijft, want zo veel verandert het nou ook weer niet, maar het zou dan best wat dichter bij elkaar kunnen liggen dan nu.
quote:
Dit is overigens onzin, weet niet waar je dat vandaan hebt. Een IQ-profiel is 9 vd 10 keer harmonisch. Bij de meeste mensen is er geen significant verschil tussen verbaal IQ en performaal IQ.