quote:
Op donderdag 19 december 2019 10:15 schreef Duderinnetje het volgende:Je zit nu waarschijnlijk in dat gekke niemandsland na de uitvaart. Ik hoop dat je met een goed gevoel kunt terugkijken op het verdrietige afscheid.
Liefs en sterkte!
Dank je.
Mijn moeder was een sterke vrouw en zelfs haar uitvaart had ze tot in de puntjes verzorgd. Zo wilde ze geen bloemen, want zonde van het geld. Liever had ze bijdragen voor het KWF. Alleen al cash is dat een fors bedrag geworden.
De hele aanloop naar het einde toe heeft ze ons ook nog eens geholpen in ons rouwproces. Daar heb ik naar gerefereerd in mijn afscheidsrede:
quote:
[EVEN WACHTEN TOT HET STIL IS]
Zo stil als nu was het vroeger bij ons nooit. Daar zorgde mijn moeder wel voor. Vroeger dacht ik wel eens dat de zegswijze ‘Spreken voor Tien’ ontstaan was met mijn moeder in gedachten. Ik grapte soms dat ik dankzij mijn moeder aan beide oren blijvend Oost-Indisch doof was geworden.
Rondom dit gegeven had ik vorige week een toespraak geschreven voor de uitvaart. Op de avond voor haar dood droegen we onze afscheidsredes voor aan mam. We konden natuurlijk niet zomaar iets vertellen en mam wilde de touwtjes in handen houden. Alles op haar voorwaarden.
Ze gaf mij haar goedkeuring, maar tijdens het uitspreken realiseerde ik mij dat ik er zelf niet tevreden over was. Het belichtte maar een paar aspecten van haar leven en dat vond ik afbreuk doen aan haar bestaan.
De volgende morgen vertelde ik haar dit en ik beloofde haar een betere speech te schrijven en als dat niet zou lukken, zou ik geen afscheidsrede houden.
Het is mij niet gelukt.
Mijn moeder was beter, dan de beste woorden die ik kan vinden om haar te beschrijven. Wat ik ook schrijf, het lijkt afbreuk te doen aan haar bestaan en dat wil ik niet.
Misschien vraagt u zich af wat ik dan nu op het podium doe. Dat is een hele goede vraag. Ik wil iets rectificeren.
Denk aan mij terug,
Maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
Hoe ik was toen ik alles nog kon.
Dit was het gedicht dat we met mijn moeder hadden uitgezocht voor op de rouwkaart en in het krantbericht. Toen de rouwkaarten verzonden waren en het krantbericht al geplaatst, realiseerde ik mij, dat ik het met deze woorden eigenlijk niet eens ben. Ook deze lijken afbreuk te doen aan haar bestaan.
Ik wil mij haar namelijk ook herinneren hoe zij de laatste weken van haar leven was. Fysiek was ze misschien wel op, maar mentaal was zij sterker dan ooit. In die laatste weken zag ik haar vrienden en familie ontvangen en hen geruststellen en troosten. Het was mooi zo.
De laatste avond kregen wij een tour de force van mijn moeder te zien die ongekend was. Bij het afscheid van de kleinkinderen hield niemand het droog. Behalve mijn moeder. Zij stond op en knuffelde en troostte elk kleinkind zonder een traan te laten. En zo stelde zij ze één voor één gerust.
Misschien kwam het door de medicijnen dat ze niet meer kon huilen, maar ik denk eerder dat dit haar ware aard was. Keihard voor zichzelf door haar eigen tranen de baas te zijn en zacht voor alle anderen.
Haar laatste wapenfeit maakte al net zo’n indruk op mij. Nadat ze van ons op vrijdag afscheid had genomen ging ze in bed liggen. Zonder spanning of twijfel. Toen de dokter aan haar vroeg of ze er klaar voor was, sloot ze haar ogen en zei ‘Kom maar op.’
‘Kom maar op.’
Volgens mij zei ze dat helemaal niet tegen de dokter, maar tegen de onvermijdelijke Dood. Alsof ze de Dood duidelijk wilde maken, dat hij haar niet plotseling sommeerde, maar dat zij hem op haar voorwaarden tegemoet trad. En wat mij betreft is dat een grootse overwinning van haar karakter.
Dit zijn herinneringen die ik zal koesteren en die ik aan jullie wil meegeven.
U hoeft mij straks niet te condoleren met het verlies van mijn moeder. Ten eerste heeft zij mij al getroost op een manier die niemand van u kan evenaren en ten tweede vind ik het woord ‘verlies’ na haar grootse overwinning een beetje vreemd klinken. Liever loop ik straks in de afscheidsruimte rond en haal ik met u herinneringen op. En volgens mij denken mijn vader en zus daar net zo over.
Dank je voor alles mam.