Ik ben sinds een jaar of 5 afwisselend vrijwillig en onvrijwillig absurdist.
Absurdisme: "Het absurdisme is een filosofische stroming waarin wordt gesteld dat het leven in essentie geen betekenis heeft, het onmogelijk is rationeel te verklaren waarom er leven is en dat iedere poging om de essentie van het heelal te ontrafelen gedoemd is te mislukken."
Ik zou graag antwoorden willen, maar weet dat ze niet te vinden zijn. Absurdisme biedt hierop 3 oplossingen:
- verzet aka zelfmoord: gelijk maar even de heftige, maar aangezien het geen nut heeft of wij geen nut zullen vinden, heeft 'zijn' ook geen zin.
[Both Kierkegaard and Camus dismiss the viability of this option. Camus states that it does not counter the Absurd. Rather, the act of ending one's existence only becomes more absurd.]
- geloof, zou ik graag willen kunnen, maar het lukt me niet zo naief te zijn/blijven. Het lijkt me toch ook wel zeer fijn om alles aan de hogere macht over te laten en je daarmee te overtuigen dat alles goed is en/of weer goed komt.
[However, Camus regarded this solution, and others, as "philosophical suicide".]
- acceptatie, weten dat je geen nut zult kunnen vinden, maar ondanks dat gewoon doorgaan. Zie ik zelf juist ook weer als een vorm van verzet.
[a solution in which one accepts the Absurd and continues to live in spite of it. Camus endorsed this solution, believing that by accepting the Absurd, one can achieve the greatest extent of one's freedom, and that by recognizing no religious or other moral constraints and by revolting against the Absurd while simultaneously accepting it as unstoppable, one could possibly be content from the personal meaning constructed in the process. Kierkegaard, on the other hand, regarded this solution as "demoniac madness": "He rages most of all at the thought that eternity might get it into its head to take his misery from him!"]
[A living organism] feeds upon negative entropy. Thus the device by which an organism maintains itself stationary at a fairly high level of orderliness really consists in continually sucking orderliness from its environment.
E. Schrödinger