quote:
Omdat de OvJ beslist en die is corrupt dus dan art 12
Klacht niet vervolging (art.12 Sv)
Het Openbaar Ministerie bepaalt welke strafbare feiten het voor de strafrechter wil brengen. Deze vervolgingsbeslissing wordt genomen door de officier van justitie.
De officier van justitie beoordeelt onder meer of het feit bewezen kan worden en of het algemeen belang gediend is bij vervolging. Vervolgens bepaalt de officier van justitie of er met een transactie of een strafbeschikking kan worden volstaan of dat de strafrechter zich over de zaak moet buigen.
Niet vervolgen
De officier van justitie besluit om de zaak niet te vervolgen of af te doen met een transactie of strafbeschikking, terwijl belanghebbenden vinden dat de zaak voor de rechter moet worden gebracht. In dat geval kunnen direct belanghebbenden een bijzondere klachtprocedure starten en de zaak rechtstreeks aan een gerechtshof voorleggen.
Artikel 12 Sv-procedure
Deze procedure is vastgelegd in de artikelen 12 en verder van het Wetboek van Strafvordering. Vaak wordt daarom gesproken van een ‘12 Sv-procedure’ of een ’procedure klacht niet-vervolging’. Deze procedure is voor iedere belanghebbende zonder bijstand van een advocaat toegankelijk.
Gerechtshof: inhoudelijke behandeling
Wanneer direct belanghebbenden de zaak aan het gerechtshof voorleggen, stelt het hof zich een aantal formele vragen: Is het gerechtshof bevoegd? Is de klager ontvankelijk? Als al deze vragen met ‘ja’ worden beantwoord, behandelt het gerechtshof het beklag inhoudelijk.
Het gerechtshof betrekt bij zijn beslissing de technische aspecten van de zaak (zoals de bewijsbaarheid) en het algemeen belang bij het wel of niet vervolgen. Het hof zal de stukken bestuderen, adviezen vragen en klager en beklaagde oproepen om te worden gehoord. Vervolgens adviseert het OM het hof.
Klager gelijk: alsnog naar rechter
Na de inhoudelijke behandeling kán het gerechtshof het beklag gegrond verklaren. Als de klager in zijn gelijk wordt gesteld, betekent dat niet meer en niet minder dan dat het hof reden ziet om de zaak alsnog aan de rechter voor te leggen. Het betekent niet dat de zaak in een veroordeling zal eindigen. Daar beslist de rechtbank over. Het gerechtshof beoordeelt slechts of er punten zijn die door een strafrechter onderzocht moeten worden.
Rechtbank: onderzoek strafbaarheid
De officier van justitie zal de zaak aanbrengen bij de rechtbank. Die gaat dan onderzoeken of er sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit en een strafbare dader. Ook het OM zal dan opnieuw naar de zaak kijken. Het OM kan de rechter vragen het feit bewezen te verklaren en de verdachte te veroordelen, maar kan ook vrijspraak vragen.
https://www.om.nl/contact/klachten/klacht-vervolging/De procedure uitgelegd
Hevig mis gaat het pas als de minister van Justitie aanwijzingen gaat geven ex art 128/ RO
Artikel 128Kenbaar maken zienswijze
1. Onze Minister stelt het College van procureurs-generaal in de gelegenheid zijn zienswijze kenbaar te maken voordat hij in een concreet geval een aanwijzing geeft inzake de opsporing of vervolging van strafbare feiten.
2. Onze Minister deelt het College de voorgenomen aanwijzing en de motivering daarvan schriftelijk mede. Onze Minister kan het College voor het kenbaar maken van zijn zienswijze een termijn stellen. De zienswijze van het College wordt schriftelijk en gemotiveerd gegeven.
3. Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, wordt schriftelijk en gemotiveerd gegeven.
4. Slechts indien de aanwijzing in verband met de vereiste spoed niet schriftelijk kan worden gegeven, kan zij mondeling worden gegeven. In dat geval wordt zij zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen een week daarna op schrift gesteld. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op het mededelen van een voorgenomen aanwijzing door Onze Minister en voor het geven van de zienswijze door het College.
5. De in het eerste lid bedoelde aanwijzing wordt, tezamen met de voorgenomen aanwijzing en de zienswijze van het College, door de officier van justitie of de advocaat-generaal bij de processtukken gevoegd. Voor zover het belang van de staat zich naar het oordeel van Onze Minister daartegen verzet, blijft voeging bij de processtukken achterwege, met dien verstande dat in dat geval bij de processtukken een verklaring wordt gevoegd waaruit blijkt dat een aanwijzing is gegeven.
6. Indien het betreft een aanwijzing tot het niet of niet verder opsporen of vervolgen, stelt Onze Minister de beide Kamers der Staten-Generaal zo spoedig mogelijk in kennis van de aanwijzing, de voorgenomen aanwijzing en de zienswijze van het College, voor zover het verstrekken van de desbetreffende stukken niet in strijd is met het belang van de staat.
http://www.uwwet.nl/wette(...)ken-bevoegdheden.htm
Lid 6 voorkomt vervolging Rutte
Daarom geen aangifte