Over de betrouwbaarheid van geld.
De eerste spreker (Anush Kapadia) maakt het wel erg bont. Hij maakt het idee van 'een markt van geldcreaties' het uitgangspunt. In de markt van geldcreaties is de overheid de dominante partij. Die rol dankt zij aan haar omvang (omdat zij de hele bevolking omvat, is haar liquiditeit veruit het grootst). De beste geldcreator is degene met de diepste zakken. Betrouwbaar geld berust uiteindelijk op de liquiditeit van de demos. Het is deze rol van de demos die haar relevant maakt. Niet de demos creeert het geld, maar de noodzaak van geld creeert de relevantie van de demos. Verder is de demos (lees: overheid) een lener van geld op de kapitaalmarkt, net als iedereen (inclusief een grens aan haar betrouwbaarheid, zijn haar zakken diep genoeg?).
Daar begint het verhaal van de derde spreker (Katharina Pistor). Het juridisch vormgeven van de financiele wereld (door private partijen) is geen neutrale bezigheid (belangen). Inderdaad, de invalshoek van de eerste spreker is al verdacht. De commentator (Roy Kreitner) gaat niet mee in de suggestie van de eerste spreker, en heeft kritiek.
De tweede spreker (Jamee Moudud) vertelt dat Frankrijk in haar economische ontwikkeling achterbleef bij andere landen door een te restrictief kapitaal beleid. Deze was het gevolg van de koppeling van de waarde van geld aan de hoeveelheid fysieke edelmetalen die de bank bezat om het geld te dekken (volgens het idee van betrouwbaar geld van toen).
[ Bericht 14% gewijzigd door deelnemer op 25-05-2019 14:05:38 ]