Bij Het Geheim Van De Meester zijn de druk bezig met het schieten van de opnamen voor de uitzending van dit najaar.
Het Rijksmuseum heeft middels kunstmatige intelligentie het publiek enkele maanden weten te vermaken met de "extra delen".
Het verhaal gaat dat De Nachtwacht in 1715 was kort gesneden om zo te passen in een zaal op het Paleis op de Dam. Dit is een animatie van de vermeende afsnijding:
Maar nu komt het... van dit hele verhaal is niks waar. Het is een mythe die is ontstaan rond 1758 toen ene restaurateur Jan van Dijk de volgende woorden opschreef:
“'t Is te beklagen dat dit stuk zooveel is afgenomen om tusschen de twee deuren te kunnen plaatzen, want op de rechterhand hebben nog twee Beelden, en op de linker heeft den Tamboer geheel gestaan; twelk te zien is aan het egte Model, thans in handen van den Heer Boendermaker.”
Probleem is dat Van Dijk (c 1690-1769) ten tijde van dit voorval in opleiding zat in de regio Frankfurt. Of hij überhaubt De Nachtwacht in originele staat heeft bezien valt dus te betwijfelen. Het "egte" modell waarover hij paar daarover is bekend dat dit gaat om de verkleinde kopie die in Londen hangt. Zo
getuige prof. dr. Jan Veth reeds in 1899:
“Voor vast aangenomen, dat de schets bij Boendermaker het stukje in Londen, een en dezelfde copie van Lundens naar de ‘Nachtwacht’ is.“
Nu is er nog wat met die kopie. De kunstwereld zegt dat er visueel bewijs is dat De Nachtwacht groter is geweest. Hierbij doelen ze op de verkleinde kopie van Lundens en een schets van De Nachtwacht gevonden in het familie album van de familie Banninck Cocq. Bannincq Cocq is de man in het zwart op het midden van het schilderij. Deze werken zijn dus beiden uit de tijd van Rembrandt in ieder geval van voor 1655. De Nachtwacht werd opgeleverd in 1642.
Hieronder de drie desbetreffende beelden (Rembrandt, schets, Lundens):
Nu zul je denk: "ja ik zie het, beide werken getuigen van extra delen".
Maar wie goed kijkt ziet dat er inconsistenties zijn tussen de schets en Rembrandt en de verkleinde kopie en Rembrandt. Maar die inconsistenties zijn weer onderling consistent. Ofwel ze komen uit één en dezelfde koker. Daarmee doen ze elkaar teniet als het gaat om onafhankelijke bewijsvoering.
Vergelijk de schets met zowel Rembrandt als Lundens:
Hiermee sneuvelen de twee grootste bewijzen voor afsnijding.
De bewijzen zijn de volgende (mij bevestigd door een sr. conservator van het Amsterdam Museum):
1. Er is visueel bewijs van gelijkenissen tussen Rembrandt ’s De Nachtwacht (1642) en:
a. Een aquarelle schets uit het bezit van de familie Banninck Cocq
b. De Gerrit Lundens kopie 2. De gelijkenis met een locatie op de Lundens ‘kopie’ 3. Vergelijkbare dimensies met de naburige schilderijen op de originele locatie
4. Geschreven jammerklacht over de verkleining door restaurateur Jan van Dijk (1758) 5. Technische analyse (nieuw):
a. Afwezigheid van de spanranden
b. Weefpatroon
c. Afwezigheid van spanguirlandes
De gelijkenis met een locatie op de Lundens kopie val eigenlijk weg met de delen. Dit argument staat of valt met de afsnijding, Op zichzelf kan men zeggen dat het niet in Rembrandt's stijl ligt om veel details te geven, hij laat zaken liever open. Zijn stel wordt gekenmerkt door: veel weglaten, veel overdrijven en veel licht laten vallen op enkele zorgvuldig gekozen feiten of beweegredenen.
De overige twee bewijzen zijn ook makkelijk te verklaren maar laat ik voor nu achterwege.
Al met al is het een zeer, zéér discutabel narratief waarin de kunstwereld zich blijft volharden. Uiteraard levert het wel leuke televisie maar met het oog op restauratie en misschien wel reconstructie is het toch wel belangrijk lijkt mij om de mythe te heroverwegen.
Wat denken jullie?
[ Bericht 0% gewijzigd door Herbert_S op 13-10-2021 17:29:41 ]