Etappe 12: Los Corrales de Buelna - Bilbao, 193,2 kmOok de rit naar Peña Cabarga leverde niet veel op. Een grote groep reed weg, maar de mannen van Contador hadden geen zin om die jongens te laten winnen. Dus liet Contador zijn jongens zo'n beetje de hele dag werken. Vroeg op Peña Cabarga werden de koplopers al ingerekend, maar daarna viel het een beetje stil. De klim is amper zes kilometer, maar vier kilometer lang gebeurde er niks. Pas in de laatste twee kilometer van de rit kregen we spanning en sensatie. Chaves ging in de aanval, maar die had blijkbaar niet zo goed in het roadbook gekeken. Hij viel nogal een beetje stil. Daarna werd al vrij snel duidelijk dat Quintana en Froome de sterkste renners waren. De rest kon niet volgen, hoewel de herrezen König nog een poging deed. Bertje zakte er weer door, waardoor ik me afvraag waarom hij zijn mannen überhaupt liet rijden. De strijd tussen Quintana en Froome was niet echt een eerlijke. Op zo'n steile aankomst, als het op een sprintje aankomt, wint Froome altijd van de toch wat minder explosieve Quintana. Weer een overwinning voor Froome op Peña Cabarga, na zijn lollervuelta van 2011. Zoals ik op voorhand al zei een regelrechte flopberg dus. Gelukkig krijgen we na alle flops nu eindelijk genot. Heel veel genot. Bizar veel genot. We gaan naar het Baskenland! Eindelijk mogen we naar het mooiste en het beste land van deze planeet. Een herhaling van de rit naar Bilbao uit de Vuelta van 2011, wat de mooiste rit ooit was. Ik word zielsgelukkig als ik alleen al denk aan die rit. Helaas krijgen we geen herhaling van die rit, maar het wordt sowieso weer een geweldige rit. Baskenland, Bilbao, bergjes, recept voor oneindig veel genot. De Vuelta begint nu pas echt.
![CARTE.jpg]()
![PROFIL.png]()
Deze nu al prachtige rit begint een stuk ten zuidwesten van Santander, in Los Corrales de Buelna. We zitten nog steeds in Cantabrië, maar gelukkig komt daar over een tijdje verandering in. We bevinden ons in de gemeente Los Corrales de Buelna, waar in totaal 11.000 mensen wonen. In het dorp Los Corrales de Buelna wonen dan weer ongeveer 9.000 inwoners, maar er is verdomd weinig te beleven. Er ligt een natuurreservaat in de buurt en er liep hier vroeger een Romeinse weg, dat is het beste waar de propagandamensjes mee kunnen komen. Zal best, maar het is toch vooral een duf industriestadje, die eigenlijk het bezoeken niet waard is. Er staat een leuke kerk, maar dat is het dan ook wel. De start is voor het lokale theater, dat in een of ander aftands gebouw zit. Aan de overkant van de straat is nog wel een klein parkje. Er staan nog wel wat andere leuke gebouwtjes, maar fraaier dan de kerk wordt het niet. Daarom gaan de renners er maar snel vandoor. Eerst een stukje naar het noorden en dan op weg naar het oosten. Op weg naar het mooiste land.
![San-Vicente-Martir.jpg]()
Direct na de start gaat het drie kilometer omhoog aan 6%. Meteen goed beginnen, zo hoort het. Na de klim gaat het uiteraard een aantal kilometer naar beneden, maar de Cantabrische wegen zijn goed en breed. Even verderop komen de renners weer op vlakke wegen terecht en daar blijven ze ook een tijd, tot de eerste officiële klim van de dag. Over behoorlijk rechte wegen fietsen de renners door een bosrijke omgeving, terwijl ze af en toe wat dorpjes tegenkomen. Pas richting de eerste klim van de dag wordt de weg wat bochtiger. Na 36 kilometer fietsen de coureurs door La Cavada en hier begint de weg al een beetje omhoog te lopen. Echt beginnen doet de klim pas drie kilometer verderop. De Puerto de Alisas begint na 39 kilometer, is 10 kilometer lang en 6% gemiddeld. Een beklimming van de eerste categorie, veel puntjes te verdienen dus. Een mooie klim, met een goed wegdek en bijna continu een mooi uitzicht over de omgeving. Voor Spaanse begrippen ook een enorm regelmatige klim. Het begin is heel simpel, maar daarna gaat het bijna continu aan 6% omhoog. Voor de verandering eens een keer niet een kilometer aan 10%, nee, steeds zo rond de 6%. Veel mooie rotswanden ook, zowel bij deze klim als de andere bergen in de omgeving. De klim gaat de uitzending helaas niet halen, dus dan moeten jullie maar van mij aannemen dat het de moeite waard is. Dicht bij de top staat er ook nog eens een kunstwerk met drie wielrennertjes. Een 'homenaje al ciclismo', ode aan het wielrennen dus. Goed begin van de rit.
![Puerto_de_Alisas_La_Cavada_profile.jpg]()
![curva-alisas-v3.jpg]()
Na 49 kilometer koers komen de renners boven op de Alto de Alisas. De afdaling van de Alisas is minder lang dan de klim, ongeveer acht kilometer maar. De weg is nog steeds breed en goed, maar er zijn wel redelijk wat haarspeldbochten. Omdat de weg goed is mag dat geen problemen opleveren, maar haarspeldbochten zijn altijd wel een goede reden om toch maar even extra op te letten. Ook lopen er in deze afdaling wel eens koeien over de weg, want dat kan in Spanje gewoon allemaal. Na nog wat haarspeldbochten aan het eind van de afdaling komen de renners na 58 kilometer door Arredondo. Toch leuk dat ze bij de organisatie aan ietwat dikkige Colombiaantjes zonder motivatie denken. Eenmaal beneden is het een aantal kilometer vlak. Door een donker bos wordt er verder gefietst richting Ramales de la Victoria, waar het peloton na 70 kilometer passeert. Het is nu nog maar een aantal kilometer tot de grens. We gaan bijna het Baskenland is, tot mijn grote vreugde. Tot de grens zal het nog vlak zijn, maar al snel daarna krijgen we te maken met een nieuwe klim. Na 78,5 kilometer laten we dat vermaledijde Spanje achter ons en betreden we het mooiste land, waar ongetwijfeld weer talloze supporters staan. Het Baskenland is nu eenmaal een wielergekke regio. Na een rustig tochtje door het brave Cantabrië kunnen de renners zich voor gaan bereiden op de vele oorsuizingen die ze hier gaan oplopen.
![170-RTR2R0Z5.jpg]()
Vier kilometer na de entree in het ongeëvenaarde Baskenland begint de Alto de la Escrita. Met 6,4 kilometer aan 4,5% is dit de makkelijkste klim van de dag. Slechts een klim van de derde categorie. Een klim die nooit echt lastig wordt, zelfs in de lastigste kilometer halen we de 5% niet. Van de Ronde van het Baskenland zijn we vooral allerlei kleine en smalle weggetjes gewend, maar deze klim heeft een brede en goede weg. Op de top van de klim komen we uit in een Cantabrische enclave. Een klein stukje Cantabrië, omringd door alleen maar Baskenland. Vergelijkbaar met Baarle-Hertog bij ons. De weg in dit kleine stukje Cantabrië is wel een stuk slechter, dat maakt de afdaling nog iets lastiger. Verder is de korte afdaling niet heel ingewikkeld, weinig lastige bochten. Na een korte escapade van zeven kilometer zijn we dan gelukkig vrij snel weer terug in Baskenland. De weg loopt daar ook weer even kort omhoog, waarna er weer een korte afdaling is. Er zitten wat bochtjes in, maar het gaat niet zo steil naar beneden. Over brede en behoorlijk vlakke wegen gaat het vervolgens verder richting de plaats van aankomst. We gaan alvast op weg naar Bilbao. Dit doen we wel met een omweg. We rijden eerst richting de Golf van Biskaje, richting plaatsjes als Getxo en Portugalete. Die plaatsjes bereiken we niet, want bij het hoofdkwartier en raffinaderij van Petronor slaan de renners rechtaf.
![50207681.jpg]()
Voor het eerst in kilometers komt er weer wat klimwerk aan, want in het dorpje Muskiz staat een bord langs de kant van de weg met 10% erop. Het gaat niet lang omhoog en zeker niet de hele tijd aan 10%, maar het is goed om weer even een oplopend stuk te zien. Onderweg komen de renners trouwens ook nog wat wegen tussen met paaltjes in het midden. De wegen zijn wel breed, maar door die paaltjes in het midden wordt het toch weer wat gevaarlijker. Deze paaltjes op een heleboel kilometer van de streep worden meestal niet verwijderd, dus is het te hopen dat iedereen braaf één kant van de weg kiest. Na het klimmetje in Muskiz is het nog een kilometer of 20 tot Bilbao. In die twintig kilometer fietsten we over grote en brede wegen, die ook nog eens vlak zijn. Al vrij snel komen we in de agglomeratie van Bilbao terecht, waar we langs de rivier Nerbioi fietsen. We passeren wat steden, zoals Barakaldo, waar David Lopez vandaan komt. Na ongeveer 134 kilometer rijden we dan Bilbao voor het eerst binnen en fietsen we via wat straatjes weer Bilbao uit. We hoeven nog niet direct naar de streep, er komt nog een extra rondje aan. Wel kunnen we vast voor het eerst van deze prachtige stad genieten.
![CASCO-VIEJO.jpg]()
We gaan beginnen aan het lokale rondje. Van Bilbao fietsen we over een brede weg. Een brede weg zonder noemenswaardige obstakels. Het is ook nog behoorlijk vlak, hoewel het richting het volgende dorp licht omhoog begint te lopen. Dat volgende dorp is niet zomaar een dorp. Enkele kilometers na Bilbao komen we door Galdakao. Hier is Igor Antón geboren en getogen. Hij heeft er ook zo ongeveer zijn hele leven gewoond. In dit dorp leerde hij fietsen en werd hij een goede klimmer. Hij woonde zo'n beetje aan de voet van de klim waar we nu aan gaan beginnen. De Alto El Vivero, een klim die hij iedere dag wel een keer bedwong. Deze Alto El Vivero is van de kant van Galdakao 4,2 kilometer lang en 8,5% gemiddeld. Daardoor is het een beklimming van de tweede categorie. De Vivero is een typisch Baskische klim. Het is kort, het is steil en het is ontzettend onregelmatig. Er zit bijna geen strook bij die gelijk is aan de volgende. Beginnen doen we met een kilometer aan 8,9%, maar in die kilometer zitten stroken aan 13%, waardoor er logischerwijs ook weer wat makkelijkere stroken zijn. De tweede kilometer is dan weer 7%, met een maximum van 10%. In de derde kilometer van de klim gaat het dan weer wat meer omhoog, aan 8,6%, met uitschieters naar 13%. Richting de top wordt de klim wat makkelijker, 6% gemiddeld, maar ook weer wat stroken boven de tien procent. Niet de lastigste klim in deze regio, maar zeker wel een mooie klim. Vooral omdat het hier ook helemaal vol zal staan met Basken. Tien rijen dik. Nergens zal het zo druk zijn als op deze Vivero. Basken zijn fantastisch. Bij het onderstaande profiel moet je trouwens even de laatste kilometer vergeten. Je kan nog wat verder richting de top, maar dat doen we niet, want we moeten nog naar Bilbao.
![Vivero3.gif]()
![235-RTR2R0YW.jpg]()
Op dertien kilometer van de finishlijn in Bilbao komen de renners boven. Dat is nu nog informatie waar de renners niets aan hebben, omdat ze nog een rondje moeten fietsen. De afdaling van de Vivero is niet zo lastig. De weg is breed en er zijn weinig lastige bochten. Het enige nadeel is dat de renners tijdens de afdaling weer een weg met paaltjes in het midden tegenkomen. Deze paaltjes werden in 2011 niet weggehaald, dus ook nu zullen die er wel weer staan. Voor kleine groepjes geen probleem, maar als alles bij elkaar zit is dat niet zo prettig. Na een afdaling van een kilometer of zeven, zonder verdere uitdagingen, is het dan nog een kilometer of zes vlak tot de streep. In deze kilometers komen de renners nog wat rotondes en drempels tegen, maar verder zijn de wegen breed en goed. Bij het echte binnenrijden van Bilbao steken de renners over de mooie rode brug de rivier over, heel dicht bij het opvallende Guggenheim museum. Na deze brug gaat het meer dan een kilometer rechtdoor, tot de slotkilometer. Op een meter of 600 van de streep ligt er nog een grote ronde, waar de renners nog een stevige bocht naar rechts moeten maken. Vervolgens rijden ze verder dwars door hartje Bilbao over de Gran Via Don Diego López naar de streep. Na 164,7 kilometer passeren ze voor het eerst de meet en is het nog iets minder dan 30 kilometer tot de passage van de finish die echt telt. Hoewel we tijdens deze eerste passage wel mooi de tussensprint hebben.
![2011_vuelta_a_espana_stage19_la_salve_bridge_bilbao_igor_anton_victory1.jpg]()
Na de eerste passage van de meet rijden we weer over bekende wegen verder. We gaan weer een aantal kilometer van de rivier van Bilbao rijden, op weg naar Galdakao. Een tiental vlakke kilometers dus eerst, waarin niet veel noemenswaardigs te melden is. Het wordt pas noemenswaardig in Galdakao, waar we weer de Alto El Vivero gaan bedwingen. Die prachtige klim, waar de naam van Igor Antón waarschijnlijk nog steeds overal op de weg gekalkt staat. Weer vier kilometer klimmen aan 8,5% gemiddeld. De tweede keer extra lastig, omdat de vorige beklimming van de Vivero in de benen zit. De Basken zullen nu nog harder schreeuwen dan de vorige keer. Het zal weer lijken alsof er geen doorkomen aan is voor de renners, maar dat komt altijd wel goed. De Basken hebben ontzettend veel respect voor de renners en halen daarom minder rare fratsen uit dan die mafketels in Frankrijk. Op 13 kilometer van de streep komen we dan weer boven. We krijgen dan uiteraard weer dezelfde afdaling, die nog steeds niet erg lastig is, hoewel de paaltjes en betonnen muren nog steeds hinderlijk zijn. Op een aantal kilometer van de streep wordt het dan ook uiteraard weer vlak en gaat het na een aantal bochtjes behoorlijk rechtdoor richting de streep. Na de laatste rotonde op 600 meter van de streep is het dan afwachten wie er gaat winnen in Bilbao. Wie het ook wordt, de editie van 2011 gaan we in ieder geval niet meer overtreffen.
![320-PIC221332812.jpg]()
De rit in de Vuelta van 2011, van Noja naar Bilbao. De mooiste rit ooit. Vroeger kwam de Vuelta bijna jaarlijks in Bilbao, maar door allerlei politieke spanningen, waar ik niet teveel over uit zal weiden, kwam daar in 1978 een eind aan. In die editie waren er nogal wat protesten van Baskische nationalisten, waarna werd besloten het Baskenland een tijd te ontlopen. Naarmate de tijd vorderde werden er steeds meer redenen verzonnen om niet meer naar het Baskenland te gaan. Angst voor de ETA en dat soort gelul, je kent het wel. Uiteindelijk duurde het meer dan 33 jaar voor de Vuelta terugkeerde naar de regio waar de koers vroeger jaarlijks kwam. De negentiende etappe van de Vuelta van 2011 zorgde ervoor dat we na 33 jaar weer terugwaren op heilige wielergrond. Na zo'n lange tijd waarin het Baskenland werd vermeden, moest dit heuglijke feit toch zeer grondig gevierd worden. Dus kwamen alle Basken naar buiten en werd de rit zo'n beetje de drukbezochtste rit ooit. Overal stonden mensen, van het binnenrijden van Euskadi tot de finish in Bilbao. De Basken hadden voor de Vuelta begon één grote droom. Ze wilden Igor Antón in de rode leiderstrui zien passeren. Antón was de sterkste in de Vuelta van 2010, maar door een valpartij schakelde hij zichzelf uit, toevallig op de weg net voor de berg van de vorige rit. Nu, één jaar later en ook een jaar sterker, moest hij dan de Vuelta van 2011 maar gaan winnen. Al snel bleek dat dit niet ging lukken. Voorafgaand aan de Vuelta van 2011 werd Igor ziek. Met een slechte conditie begon hij aan de ronde en al snel werd hij in meerdere ritten op grote achterstand gereden. Hij zou de Vuelt van 2011 vrij duidelijk niet gaan winnen.
Hij toonde zich strijdbaar. Richting het eind van de Vuelta begon hij te herstellen. Hij reed sterk op de Angliru, deed het nog wat beter op Peña Cabarga en besloot daarom zijn plannen maar te veranderen. Niet de rode leiderstrui in Bilbao, maar een ritoverwinning behoorde nog wel tot de mogelijkheden. Op 9 september 2011 viel hij aan. Hij kreeg drie mensen mee. Ten eerste zijn ploeggenoot, de eeuwige knecht, Gorka Verdugo. Een oersterke klimmer, die zich altijd wegcijferde voor andere renners. Alexandr Dyachenko, een Kazach, sloot zich ook aan. Ook Marzio Bruseghin, de man van de ezels, sloot zich bij het geschelschap aan. Met z'n vieren reden ze voor het peloton uit. Het peloton dat niet echt rustig reed, maar ook nooit echt heel erg dicht in de buurt kwam. Het parcours van die rit was nogal vergelijkbaar met deze rit. Ook twee rondjes met de Vivero. Zodoende reed Igor dus door zijn eigen dorp, wat als renner toch altijd heel speciaal is. De eerste beklimming van de Vivero was al een gekkenhuis. Heel Galdakao was uitgelopen om hun Igor aan te moedigen. Al zijn vrienden, familie, kennissen, iedereen stond op de berg. Allemaal schreeuwden ze hem naar voren. Veel gebeurde er nog niet. Het was nog een aardig eind tot de finish. Gorka Verdugo reed de longen uit zijn lijf om de voorsprong op het peloton groot genoeg te houden. De tweede keer dat de koplopers aan de voet van de Vivero kwamen hield Verdugo het voor gezien. Igor wachtte niet lang. Op de klim, waar hij als klein kind al begon met fietsen, ging hij er meteen vandoor. Hij kende de klim uiteraard perfect, kon iedere meter precies inschatten. Marzio Bruseghin had geen antwoord op zijn demarrage. Antón ging en pakte meteen een grote voorsprong. Luid aangemoedigd door iedereen op de berg fietst hij weg van iedereen. Het peloton kwam ook niet meer dichterbij.
Op de top had hij ongeveer een halve minuut voorsprong op Bruseghin. Zolang de weg omhoog liep was hij ontketend, maar de logica zei dat hij het in de afdaling en op het vlakke moeilijk zou hebben om zijn voorsprong te behouden. De logica gooiden we tijdens deze glorieuze rit uit het raam. Het was nog nooit vertoond, maar Igor pakte in de afdaling tijd op Bruseghin. Zijn voorsprong werd groter en groter. Op het vlakke, in de straten van Bilbao, kwam de auto van Euskaltel nog een keer langs hem rijden. Hij werd nog maar eens luid aangemoedigd door Miguel Madariaga, de oprichter van de ploeg, die hem als kleine Igor ook nog eens had ontdekt. Madariaga schreeuwde zijn Fuji nog maar eens naar voren. Dat is de bijnaam van Antón, want zijn eerste fiets was een Fuji. Zijn naam kenden ze nog niet, maar dat kleine kotertje op die Fuji ging wel verdomd hard, zo ontstaan die bijnamen daar dan blijkbaar. Ook op het vlakke bleeft Antón maar uitlopen op Bruseghin, terwijl die laatste toch bekend stond als een goede tijdrijder. Het was de dag van Antón, en niemand die daar wat aan kon doen. In de laatste kilometers begon het geluid steeds harder te worden. Steeds werd omgeroepen dat de voorsprong van Antón groter werd en steeds begon het publiek uitzinniger te worden. In de laatste kilometer pakte Igor uitgebreid zijn moment. Hij ging nog maar eens naar de auto, om de hand van Madariaga te schudden. Daarna vierde hij uitgebreid de overwinning, zijn vierde in de Vuelta. De mooiste van allemaal. Het publiek klapte de handen stuk en was nog nooit zo voldaan. De perfecte rit. Na 33 jaar zonder rit in het Baskenland won de beste Bask van dat moment op een legendarische wijze de rit. Een kind van de stad, die door zijn eigen dorp en over zijn eigen klim mocht soleren naar de overwinning. Met afstand de mooiste overwinning ooit. Wielrennen is een sport van verhalen en dit is voor mij het allermooiste verhaal. De romantiek spat er vanaf. Dit was perfect. Helaas krijgen we alleen geen herhaling.
![igor-anton-vuelta-espa%C3%B1a-stage-19-2011.jpg]()
Bilbao is overigens de hoofdstad van de provincie Biskaje. Het is ook de grootste stad van het Baskenland, met meer dan 350.000 inwoners. Een prachtige stad, want het is Baskisch. Er zijn verschillende dingen te zien. Het oude centrum bijvoorbeeld, maar ook de wijk bij het voetbalstadion is fantastisch. San Mamés, het prachtige nieuwe onderkomen van Athletic Bilbao, een van de grootste clubs uit de historie van het Spaanse voetbal, met alleen maar Baskische voetballers. Meestal zijn nieuwe stadions enorm lelijk, maar dit is een uitzondering. Dat ze in Bilbao wel redelijk goed zijn moderne gebouwen zie je ook aan het Guggenheim museum. Dit merkwaardige gebouw is echt heel raar, maar op de een of andere manier vind ik het wel mooi en past het ook wel bij de stad. Een stad die absoluut de moeite waard is, maar ook een stad met paaltjes. Daar kwamen we tijdens de Vuelta al Pais Vasco van 2015 nog achter. In die Ronde van het Baskenland was er ook een rit opgenomen met deze exacte finale, maar omdat deze ronde iets minder groot is dan de Vuelta waren de slotkilometers wat minder goed afgesloten met nadars. De hele weg was daardoor beschikbaar, maar net als in Lugo staan er in Bilbao wat paaltjes. In Lugo sneuvelde Kruijswijk, maar in de Vuelta al Pais Vasco was vooral Sergio Pardilla een groot slachtoffer. Hij brak een heleboel en lag er de rest van het jaar uit. Gelukkig is hij nu weer terug op niveau. Hopelijk heeft hij niet teveel slechte herinneringen aan deze stad, want daar is Bilbao te fantastisch voor. Jongens jongens, wat een geweldige rit. Eindelijk eens wat genot tijdens deze Vuelta.
![1400x450-bilbao-guggenheim.367.jpg]()
In het mooiste land wordt het lekker warm. Graadje of 27 in Bilbao, is toch heerlijk man. In het Baskenland wil het nog wel eens regenachtig zijn, maar daar is nu geen sprake van. Geen enkele kans op neerslag. Heel veel wind is er ook niet aanwezig, maar dat is tijdens deze rit sowieso niet echt relevant. Om 12:51 beginnen we aan deze nu al prachtige rit. Net voor de uitzending begint rijden we het fenomenale Baskenland al binnen. Zo rond een uur of vier worden de renners al verwacht in de omgeving van Bilbao en is het al tijd om vast te beginnen met klimmen. Ze worden voor de tweede keer aan de streep verwacht tussen 17:27 en 17:56. De uitzending begint weer gewoon om 15:00. Van mij mogen ze voor de verandering wel eens een keer wat langzamer rijden, dan kunnen we extra lang genieten van zoveel mogelijk wapperende Baskische vlaggen in beeld. Ikurrinagenot.
![215-PIC221395843.jpg]()
Hij is er niet meer bij. De man waar deze rit om draait is al voortijdig uit de Vuelta gestapt. Igor was ziek. Dagenlang reed hij ziek rond, in een poging om toch nog zijn rit te halen. Het mocht niet baten. Zijn conditie ging steeds verder achteruit, tot het geen optie meer was om nog verder te rijden. Daardoor is deze rit nu al onthoofd. Er zijn nog andere Basken, maar niemand heeft zoveel met deze rit als Igor. Toch vestig ik nu mijn hoop wel op de andere Basken. Niemand mag in Bilbao winnen, behalve een Bask. In het verleden gebeurde dat niet altijd, maar het verleden is ondertussen ook al bijna 40 jaar geleden. Dat telt allemaal niet meer. De laatste keer dat de Vuelta in Bilbao kwam won er een Bask en die lijn mag van mij wel doorgetrokken worden. Aupa!
1. Bilbao. Dit komt dan toch het dichtste in de buurt, als Antón het zelf niet kan doen. Ik had me enorm verheugd op deze rit, maar dat is nu net even wat minder. Desalniettemin alsnog de mooiste rit van deze ronde, dat dan weer wel. Bilbao die wint in Bilbao, dat zou ook wel een verhaal zijn. Pello is wel echt kut bezig, dus de kans is klein, maar je weet nooit. Hij heeft als voordeel dat hij ook nog wel kan sprinten, mocht hij op de klim het verschil niet kunnen maken.
2. Fraile. Die is de laatste dagen echt grandioos goed. Zit op Lagos de Covadonga doodleuk een aantal kilometer in het wiel van Quintana en daarna Froome. Op Peña Cabarga blijft hij ook heel lang vooraan, bij alle grote favorieten. Omar is uitstekend in vorm. Van die vorm mag hij tijdens deze rit dan wel gebruik gaan maken, want hij is een van de belangrijke Basken in dit peloton.
3. Sicard. Er zijn verrassend weinig Basken aanwezig, overigens. De paar die aanwezig zijn moeten dan ook nog eens knechten. Erviti, Castroviejo en David Lopez gaan we waarschijnlijk niet in de aanval zien. Dan moet deze Franse Bask het maar doen. Was ooit een groot talent, maar door heel veel blessureleed is het nooit geworden wat we ervan hadden verwacht. Fietst nu redelijk anoniem rond, wat jammer is. Daarom maar eens gaan aanvallen. De regio zou hem toch moeten inspireren. Heeft hier een groot deel van zijn jeugd doorgebracht.
4. Chetout. Nog een Franse Bask, want mijn voorraadje Basken begint nu al uit te dunnen. Kan er van de aanwezige Basken het minste van, maar het is wel een uiterst sympathieke jongen. Zo deed hij er nog alles aan om Stig Broeckx te helpen, toen hij hem zag liggen na die ene fatale crash in de Ronde van België. Loïc is een echte held. Hij was namelijk zelf helemaal niet betrokken bij de crash, maar toen hij iemand er zo slecht bij zag liggen sprong hij meteen van de fiets om eerste hulp te verlenen. Lieve jongen, benadert de perfectie, moet alleen wat harder trappen.
5. Zubeldia. Ha! Die zagen jullie niet aankomen. Normaal zou ik Haimar nooit noemen, omdat ik Haimar geen volwaardige Bask vind. Basken vallen aan. Dat zit daar in het bloed. Behalve bij Haimar, die is al 20 jaar onzichtbaar. Toch deed hij tijdens de rit in 2011 iets heel opmerkelijks. Aan het eind van de rit sprong hij weg uit het peloton.

Zo reed hij nog even in beeld. Hij bleef zelfs het peloton voor en werd 4e. Echt merkwaardig was dat. Niemand had er natuurlijk aandacht voor, want alle aandacht ging uit naar Antón. Ook dat is Haimar. Zelfs als hij aanvalt staat hij nog in de schaduw.