Onder deze naam begon de man uit Californië met de productie van de STICK, waarvan er naar verluidt inmiddels tegen de vijfduizend zijn gemaakt. Veertig, dertig, vijfentwintig. Een mooie reeks, zou je zo zeggen. En dat voor een instrument dat in de prille dagen van MM nog iets uitermate raadselachtig was. Alphonso Johnson speelde erop, wisten we. Wat was het nou? Een soort gitaar? Of toch een bas? Want zo klonk het op de plaat. Een mooie, ronde en sonore bas. Percussief en toch melodieus. Geruime tijd hebben we elke bassist van naam de vraag gesteld: "Zeg, weet jij wat de Stick is?" Ze hadden er allemaal van gehoord. En niemand wist er het fijne van.
Het antwoord kwam na verloop van tijd uit een onverwachte hoek. Een lezer was wel eens in Amerika geweest en had een foldertje meegenomen. Zo ontdekten we wie Emmett Chapman was, so konden we enkele verhaaltjes wrochten, zo meldde zich een heuse inporteur en zo kwam het zelfs tot een kennismaking met de vriendelijke maëstro. Helaas voor de Stick is het wat de Lage Landen betreft daarbij gebleven. Mensen die onmiddelijk in vuur en vlam raakten, ontdekten tot hun grote schrik dat goed gitaar of basgitaar kunnen spelen geen garantie vormde om snel op het tiensnarige instrument van Chapman uit de voeten te kunnen. De stemming week op bepaalde punten af, de dikste snaar zat in het midden en de noten moesten met de vingertoppen "aangeslagen"worden Als op de toetsen van een piano. "Tapping"heette deze techniek in het Engels.
Bovendien konden slechts weinigen wijs worden uit de bijgeleverde lesmethode en was het eigenlijk alleen Emmett Chapman zélf die als voorbeeld zou kunnen dienen. De Sticks die deze contreien bereikten, belandden daarom al gauw in de diverse keldertjes en magazijnen. Om hetzijn onder bergen stof te verdwijnen, hetzij door een enkele liefhebber voor een habbekrats alsnog aangeschaft te worden. Want toen de eerste publiciteitsgolf was uitgewoed, bleef toch een kleine kern banm geïnteresseerden over. Daarvan wist RON BAGGERMAN zich na verloop van tijd zelfs dusdanig te ontwikkelen, dat hij Emmett Chapman mocht assisteren.
Van hem is tegenwoordig een CD met eigen composities op de markt. Andere bespelers waren Peter van Straten, die er ooit de voorpagina van dit blad mee sierde, en Remco Helbers, die aanvankelijk trachtte de 'tapping'technieken op de basgitaar toe te passen. De beperkingen deden hem al snel omzien naar andere mogelijkheden. Na eindeloos zoeken vond hij een tweedehans Stick in een muziekwinkel. "Ik weet het nog precies, het was op 19 december 1989", vertelde hij ons enkele jaren geleden. Aanvankelijk was het een enorm gehannes om zinvolle noten uit het instrument te halen. Gelukkig lag het goed gestemd in de koffer. Pas na verloop van tijd wist Remco de weg te vinden. In 1991 kwam hij terecht bij de "National Guitar Summer Workshop", alwaar voor een select groepje van achttien mensen ook les op de Stick werd gegeven. Onder anderen door Emmett Chapman, hetgeen in feite net zoiets was als wanneer een gitarist persoonlijk les had gekregen van Jimi Hendrix.
Het aardige van het 25-jarige snaarinstrument is dat de bespelers een soort broederschap zijn gaan vormen met de ontwerper als epicentrum. Zoals ook de Friese bassist Jan van Olffen ondervond. Hij begon pas tweeënhalf jaar geleden Stick te spelen, daartoe vooral geïnspireerd door Tony Levein. Zijn instrument kocht hij van Remco Helbers, die hem tevens de eerste lessen gaf. Later kwam hij terecht bij Ron Baggerman en vorig jaar toog Jan van Olffen heel voorspelbaar naar Los Angeles. En daar kwam hij als zoveel van zijn voorgangers in contact met de familie Chapman. "Ik heb vier jaar bij Robert Long gespeeld", licht de bassist toe."Hij gaf me de kans de Stick elke avond te gebruiken. Dat motiveert natuurlijk enorm. Het is toch een lastig instrument. Als bassist of gitarist ben je gewend het tempo met rechts vast te houden. Op de Stick doe je het met links. Erzijn wat boeken over Stick spelen en er is een video, maar het is toch niet eenvoudig hier in Europa instructie te krijgen. Daarom zijn we op verzoek van Yuta, de vrouw van Emmett gaan bezien of we een seminar op zouden kunnen zetten".
In december 1998 werden de eerste spijkers met koppen geslagen. Vervolgens werden de data vastgelegd, de docenten aangetrokken en een programma samengesteld. Jan van Olffen en Remco Helbers zouden zich vorral met de organisatie bezighouden, Baggerman zou doceren samen met de Amerikaanse Stickvirtuoos Greg Howard. "We konden over een gigantisch adressenbestand beschikken", legt Van Olffen uit."We hebben een beetje geadverteerd en via het Internet het een en ander gedaan. Naar aanleiding daarvan kregen we behoorlijk wat reacties uit allerlei landen. De mensen kwamen uit Nederland, maar ook uit Spanje, Italië en Denemarken. Tijdens het uiteidelijke seminar in het weekeinde van 3 en 4 juni hadden we in totaal vijfentwintig man. Die verdeelden we in twee groepen : beginners en gevorderden. Greg en Ron gaven aan beide groepen afwisselend les. Later maakten we er groepjes van elk vier of vijf man van en werden er allerlei concertjes gegeven. Ook onder leiding van Remco en Virna Splendora, een vrouwelijke Stickspeler uit Italië. Het is echt een succus geworden en volgend jaar doen we het weer". Als prettige bijkomstigheid is Greg Howard nog enkele weken in Nederland blijven hangen.
Hij heeft wat opgetreden , onder andere in het Vondelpark. En hij werkte in Studio Giekerk de opnamen af die hij met de assistentie van saxofonist Hubert Heeringa, drummer Jan Wolfkamp en bassist Van Olffen live maakte. Howard mag gerust als een van de grote pioniers op de Stick worden beschouwd. Hij is van oorsprong toetsenist en saxofonist, maar raakte in de ban van het instrument toen hij (alweer) Tony Levin zag spelen. "Ik vind hem absoluut een van de smaakvolste spelers", zegt de man over de kaalhoofdeige bassist/stickspeler, die momenteel in de band van Seal schijnt te zitten. "Ik zag hem in 1981 met King Crimson optreden en stond achter hem. Ik kon dus niet precies zien waar hij mee bezig was, maar het geluid intrigeerde me enorm. Ikzelf speelde toen op een orgeltje ongeveer als Ray Manzarek van The Doors. Links de bas, rechts de melodie. In de winkel probeerden ze me eerst twee van die Hohner Clavinetten aan te smeren toen ik er eenmaal acher was wat ik zocht. Maar ik wilde iets expressievers hebben, iets waarmee ik ook effecten zou kunnen gebruiken.
Dus diepte de verkoper toch een Stick plus instructieboek op. Ik speelde er een half uur op en gaf toen al het geld af dat ik bij me had. Het resterende bedrag heb ik met mijn allereerste credit card betaald. Ik zat meteen stevig in de schulden". Sinds 1985 heeft Greg Howard zijn vaardigheden snel uitgebouwd. Hij bracht niet minder dan zes CD's uit , werkte een indrukwekkende hoeveelheid optredens af en speelde bij de in Amerika razend populaire Dave Matthews Band. Voor uitvinder Chapman moet hij zijn gewicht in goud waard zijn. Hij heeft weinig aanmoediging nodig, zijn enthousiasme voor de Stick lijkt geen grenzen te kennen. Emmett Chapman: Je hebt van die mensen die meer willen en zich niet neer wensen te leggen bij het algemene geaccepteerde. Na vele jaren op de gebruikelijke wijze te hebben gespeeld, raakte Emmett Chapman uitgekeken op de mogelijkheden van de gitaar.
Voor de muziek die hij wilde spelen moest hij een groter bereik hebben, besloot hij. Dus sloeg de Amerikaan aan het knutselen. Om na verloop van tijd een gitaar te ontwikkelen met niet minder dan negen snaren en allerlei andere vreemde snufjes. Zo had een van de snaren een soort versnellingshendel, waarmee de toonhoogte gevarieerd kon worden. De drie dikste bassnaren stemde de rusteloze uitvinder uiteindelijk in kwinten omdat je dan van die mooie grote sprongen kon maken. Tegelijkertijd begon hij een andere manier van aanslaan uit te proberen. Hij gebruikte niet langer een plectrum, maar plaatste beide handen op de toets en begon ze als een pianist onafhankelijk van elkaar te gebruiken. Feitelijk was hij met contrapunt bezig. Chapman onderscheidt zich daardoor van de tappende gitaristen die weliswaar ook beide handen gebruiken, maar toch binnen eenzelfde melodielijn. In de jaren tussen 1969 en 1974 werkte hij zijn ideeën steeds verder uit, heteen uitmondde in het instrument dat we tegenwoordig als de Stick kennen. De ontwerper is zelf altijd blijven spelen en al doende uitgegroeid tot een absolute virtuoos.
Navolgers heeft de man onder anderen gekregen in de reeds enkele malen genoemde Tony Levin, John Myung van Dream Theatre en Alphonso Johnson. Er zijn tegenwoordig drie veries van de Stick: standaard met tien snaren, de Grand Stick met twaalf snaren en de Stick Bass met acht snaren. Alledrie zien ze er in grote lijnen hetzelfde uit , alledrie dienen ze op dezelfde wijze te worden bespeeld. NS STICK: Ned Steinberger ontwierp bijna twintig jaar geleden een kunststof basgitaar, waarmee hij veel opzien baarde en zelfs prijzen won. Zijn meest recente wapenfeit is de samenwerking met Emmett Chapman die geresulteerd heeft in een spiksplinternieuw instrument genaamd de NS Stick. Apart hieraan is dat de toekomstige bespelers zowel tapping technieken kunne toepassen als het cinventionele plukken aan de snaren. Een hele ommezwaai voor de uitvinder van de Stick. Het betekent ook dat de nieuwe fundamentenlegger zowel verticaal als meer horizontaal kan worden bespeeld. Vooral de hardnekkeige tappers (die uit hoofde van hun functie immers nooit met open snaren zullen spelen) is een demper aangebracht, die een meer conventioneel denkende snarenplukker met een enkele handbeweging los kan maken. Het ontwerp lijkt sterk op eerdere geesteskinderen van Steinberger: koploos en voorzien van de bekende kniesteun. Er zitten acht snaren op , standaard te stemmen in B E A D G C E A.
Maar evenals bij de Stick staat het iedereen vrij iets geheel anders te proberen. In tegenstelling tot de Steinberger Bass is het nieuwe instrument niet van kunststof gemaakt. Voor de body gebruikt men elzenhout, voor de hals het keiharde wengé. Elementen zijn van EMG (hoog en laag in stereo), de schaal bedraagt 34" en er zijn 24 frets. Het wordt interessant te zien in hoeverre deze mengvorm meer mensen voor de échte Stick kan interesseren. Emmett Chapman zal daar zeker zijn gedachten over hebben gehad. "Het mooiste is volgens mij de diagonale positie die het mogelijk maakt dat alle bastechnieken samen kunnen gaan met de tappinh methodiek van de Stick. Dit is het gevolg van de lage afstelling van de snaren, de lichte aanraking en de soepele frets".
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gisterenavond zag en hoorde ik een stickspeler, fascinerend, speelt er iemand de Stick? Hoeveel kost een Stick en klopt het dat het geluid 'rommelig overkomt' of ligt dat aan de bespeler? Ik ben ook zo benieuwd of je een bepaald soort hersens moet hebben om met links het tempo te kunnen bepalen, of gewoon een kwestie van oefenen,oefenen en oefenen.
quote:Oh was jij het !.
Op maandag 2 december 2002 18:02 schreef Mikula het volgende:
Oefenen oefenen en er een beetje gevoel voor hebben, maar dat zit wel goed, toch?
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |