Vroeger was ik voorstander van referanda. Een vooruitstrevend middel om de burger direct bij de politiek te betrekken. In 2005 kwam er een referendum over de Europese Grondwet, die is door een overgrote meerderheid van de bevolking verworpen. De politiek greep in en het Verdrag van Lissabon kwam er als vervanger. Nu is er dus het Oekraïne-referendum gekomen. Door spelregels als 30%-opkomst is de uitslag echt volledig onduidelijk geworden. 60% heeft zich niet uitgesproken, 20% is tegen, 10% is nadrukkelijk voor. De tegenstanders van het Oekraïne-verdrag gebruiken (of misbruiken) de uitslag om zich tegen de regering en diens beleid uit te spreken en schreeuwen keihard dat het Oekraïne-verdrag niet van kracht mag worden.
Nu is er het Brexit-referendum. Een krappe meerderheid van de burgers heeft zich uitgesproken voor uittreden uit de Europese Unie, terwijl veruit de meeste deskundigen erover eens zijn dat een Brexit ronduit onverstandig is. Beurzen zijn onderuit gegaan, bedrijven gaan weg uit de UK en het land verkeerd in diepe crisis. Alles dankzij de koppigheid van de burger. De politiek was geen voorstander van een Brexit.
Als je kijkt naar landen die veel referenda houden (Zwitserland, Noorwegen, Zweden en Denemarken) zie je een bepaalde ontwikkeling. Alle vier de landen hebben geen euro en het prijsniveau ligt een stuk hoger dan bijv. Duitsland of Nederland. Zwitserland en Noorwegen zitten niet eens in de EU dankzij referenda en zijn de duurste landen ter wereld. Totaal onaantrekkelijk voor de gewone student of arbeider om er op vakantie te gaan, terwijl het prachtige landen zijn en daarbij ligt Zwitserland nog niet eens zo ver van Nederland vandaan, er rijdt zelfs een directe trein van Amsterdam naar Basel. Zwitserland maakt dankzij referenda niet eens deel uit van de Europese Economische Ruimte en de verhouding tussen de EU en Zwitserland is geregeld via ingewikkelde verdragen.
Dankzij referenda zijn Zwitserland, Noorwegen, Zweden en Denemarken uit de markt geprezen. Deze landen hadden gewoon bij de EU en de eurozone gemoeten. Hieruit kun je concluderen dat referenda slecht zijn voor de ontwikkeling van een land. Veel burgers zijn nogal conservatief ingesteld en vinden veranderingen eng en laten zich door referenda uitspreken tegen veranderingen, dat terwijl veranderingen, zoals toetreding tot de EU en eurozone soms goed kan zijn voor een land.
In de lokale politiek kunnen referenda wel werken, bijv. burgers maken gebruik van bepaalde infrastructuur (wegen). Door middel van referenda hebben de gebruikers van deze infrastructuur rechtstreeks inspraak over beleid van deze infrastructuur. Ik heb in mijn eigen omgeving gezien dat op kruisingen stoplichten zijn weggehaald, maar het niet veiliger is geworden. Door referenda konden de stoplichten wellicht blijven, wat wellicht beter is geweest.
Kortom, referenda in de lokale politiek kunnen wel werken, in de (inter)nationale politiek moet je ver weg van referenda blijven. Tot zover mijn klacht.
Rossíya, Rossíya -
V étom slóve ogón' i síla,
V étom slóve pobédy plámya!
Podnimáem Rossí známya!