U bent bekend met Golondra neem ik aan. Daar gaat het mij in dit geval om.
* Asshen knikt lichtjes, niet heel overtuigend maar genoeg voor Dagobert om het als Ja te accepteren.
Er is daar niet zeer lang geleden een meisje vermoord. Weet U daar meer van? Het is zo'n uitzonderlijke gebeurtenis voor een stad als Golondra, dat moet haast wel.
Ahh, ja, natuurlijk Golondra. Nee ik kan me niet voorstellen dat daar iemand vermoord is. Daar woont het vreddzaamste volk dat ik ken.
Moord, zei je. Ik weet niet waar je het over hebt
* Asschen_sukar probeerde de vraag te ontvluchten. Niemand mocht weten wat zich toen had afgespeelt. Hoe aardig de man ook overkwam. Niemand mocht erachter komen wat de moord ontketend had.
* Dagobert bedankt Asshen voor zijn tijd en verdwijnt in de bibliotheek. Daar liggen de boeken nog open. Hij leest en leest, maar kan er maar niet achter komen om wie het gaat. Een essencieel gegeven mist in zijn onderzoek.
* Dagobert zoekt verder, maar de hoop stroomt langzaam zijn lichaam uit.
"Kan ik binnenkomen.?" Na een bevestiging van de studerende man binnen liep Asschen naar hem toe.
Ik denk dat ik je kan helpen. Maar niet waar iedereen bij is. Ik zal je vragen beantwoorden. Zolang ze maar tussen deze twee muren blijven.
* Asschen_sukar wist dat dit zijn doodvonnis kon beteken. Maar hij wist ook dat het hem tot zijn dood zal blijven kwellen als hij er niks mee deed.
"Ik zal proberen je vragen te beantwoorden, maar ik beloof niks"
"Het was een meisje genaamd Kalileja." Het koste hem moeite zijn emoties te bedwingen, iets wat normaal vanzelf ging. De kamer leek hem veel groter dan hij was, en overal leken spionnen te verschijnen.
"Het was mijn dochter. Die schoften hebben mijn dochter vermoord." In zijn ogen sprong een rode gloed.
"Maar ik heb ze laten boeten... bloed voor bloed" Asschen zuchte diep, dit mocht niet nog eens gebeuren, hij moest zich inhouden.
"Sorry, ik zal me proberen rustig te houden"
Hij pinkte nog een traan weg alvorens Dagobert weer aan te kijken.
* Dagobert kijkt ietswat verbaasd. Deze ontwikkeling kwam totaal overwacht voor hem.
Vandaar dat je je stil hield.
* Dagobert bedenkt zich wat zijn volgende stap zal zijn. Hij kan moeilijk mensen veroordelen als hij niet weet wat er gaande was. Hij denkt en denkt en dan plots komt er weer een vraag.
Wie zijn ze?
Ze, zijn dienaren van een kwade macht die de planeet in zijn greep heeft.
Ze zijn nergens mee te vergelijken. Het zijn geen mensen, geen elfen. Geen dwerfen, niks. Ze zijn nergens mee te vergelijken.
Ze zijn een creatie van puur kwaad. Gemaakt om dood en verderf te zaaien.
Je kan ze nog het meest vergelijken met schaduwdansers. Wezens die bestaan in je gedachten, maar in de echte wereld wel schade kunnen toe doen.
Ik weet niet hoe ik het beter moet uitleggen, maar als je vragen hebt. Alsjeblieft stel ze."
Paniek begon zich meester te maken van de valheru. Automatisch ging zijn hand naar het gevest van zijn zwaard.
Plots storte hij in.
"Het was niet mijn beboeling je te laten schrikken. Ik denk dat het beter is als ik maar vertrek. Ik weet niet hoe veel langer ik mezelf onder controle heb"
Nee!
Wacht!
Ik wil meer weten. Vertel me waar ik je kan vinden, dan kunnen we eens verder praten.
Waar ik ben weet ik niet. Maar als je me nodig hebt hoef je me naam maar te roepen en ik zal er zijn.
Wees ook niet verbaast als ik snel nog eens langs kom.
* Asschen_sukar verliet de kamer. Zette zijn kap op, en verdween. Zijn lichaam werd doorzichtig, en verdween.
Een vreemde jongen dat is het * zegt hij zachtjes. Dan loopt Dagobert de kamer uit. Op zoek naar de vergane feestdrukte. In de eetzaal liggen Lurky-jr en Tara onder een laken met hun hoofden op tafel. 'Mensen weten zich ook niet te gedragen he' momeplt hij. De twee vreemdelingen lijken weer zijn te vertrokken en zo ook meneer Magneet. Ze zijn dus met z'n drien. Jonge Lurky, mn beste, ik denk dat het tijd is een bed op te zoeken. En Tara, voor jou geldt het zelfde. Met de nodige moeite werkt Dagobert beide dronkaards de trap op en legt ze beide in een aparte kamer.
Weltrusten
* Dagobert sluipt naar beneden en begint met het opruimen van de puinhopen. Het grote feest is voorbij, maar een nieuw avontuur opent zich. Na het opruimen gaat ook Dagobert richting zijn bed. Hij kan de slaap moeilijk vatten. Moord, dat is niet niks en plots beseft hij zich dat hij door alle commotie de boodschap van Ellana geheel vergeten is. Een gedicht komt weer naar boven in zijn gedachten.
De lust en het verlangen
Als dromen zo schoon
Die zijn niet te vervangen
Die zijn er gewoon
Je hebt haar aanbeden
Gekust en gezien
Je zal als in 't verleden
Haar nu ook weer zien
Ga op een queeste
Ga spoedig en snel
Je bent niet al de meeste
Je vind haar dus wel
* Dan valt Dagobert eindelijk maar toch in slaap.
Dagobert besluit er maar weer op uit te gaan in de hoop wat meer details te kunnen vinden.
De nieuwsgierigheid won het. De valheru besloot een kijkje te gaan nemen in de bibiotheek. Dat was de enige plek die asschen kon bedenken. Daar moesten die geheimen bewaard liggen
Dagobert is nu eindelijk weer thuis. Na een drie dubbele salto met zijn leven te hebben gemaakt lijkt het zich nu weer op zijn pootjes terecht zijn te gekomen. De wervelwind is voorbij is zijn gedachten. De boel lijkt wat geordend.
Vrouwen.....
* Dagobert loopt zijn Abdij binnen. Hij zet een ketel op het vuur om thee te maken en dan loopt hij de bibliotheek binnen. Het duurt niet lang voordat zijn gedachten weer een puinhoop zijn, net als de bibliotheek. De boeken liggen overal en het is overduidelijk dat hier iemand aan het werk geweest is. De boeken liggen opengeslagen. Als hij wat beter kijkt ziet hij een overeenkomst: ze liggen allen open bij Golondra of bij de moord die daar gepleegd is. 'Asshen' is het eerste dat bij hem op komt. Hij heeft meer te verbergen dan ik weet. Dagobert begint met het opruimen van de bibliotheek, totdat hij plots denkt aan zijn ketel die nog op het voor staat. In de keuken hangt een waas van waterdamp. Dagobert rent naar het vuur, pakt de ketel en schenkt het in zijn theepot. Dan pakt hij wat van zijn zeflgedroogde kruiden uit de kast en schenkt zich een kop thee in. Hij pakt een goed boek en gaat lekker zitten lezen.
'Even tot rust komen,'* mompelt hij in zichzelf
[Dit bericht is gewijzigd door Dagobert op 24-01-2003 21:48]
Langzaam liep Arutha naar de man toe.
De oude man was Dagobert onbekend. De cape leek erg op de cape die hij ooit droeg. In een verleden, toen hij de rust en waarheid nog niet gevonden had.
Dagobert besluit de man te verwelkomen.
Goeiemorgen meneer, wat kan ik voor U betekenen?
* Arutha ging in zijn hoofd alle mogelijke manieren na. Moord was geen optie. Verbanning zou ook lastig worden.
Asschen is een gevaar voor jullie, en zichzelf. Hij moet zo snel mogelijk aangepakt worden. Alleen mis ik de middelen om dat te doen.
Ok, Ik ben met U. Ik heb hem al eens ontmoet hier en ik heb zo'n flauw vermoeden waar we hem kunnen vinden.
* Arutha wist uit ervaring dat de Valheru niet de aardigste wezens in dit universum waren. En dat het aanvallen van hen gekkenwerk was. Ze bezaten krachten waar een normaal mens alleen maar van kon dromen. En ze waren nog een zo egoistisch als de pest ook
Zonder het te vragen ging Arutha op een stoel zitten, en begon zijn pijp te stoppen.
U vindt het niet erg als ik wat rook?
Tijd voor een lekker vers glas bier?
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |