Etappe 16: Pinzolo - Aprica, 174 kmWe gaan beginnen aan de slotweek van deze Giro. Een slotweek die je gerust loodzwaar mag noemen. Van de laatste zes etappes zijn er vier in de bergen. Drie met aankomst bergop. Een verschrikkelijk zware week. Enige jammere is dat de eindwinnaar al bekend is. Zo'n grote voorsprong gaat Contador natuurlijk nooit meer verspelen. Na Contador lijkt Landa de sterkste in koers, maar we kunnen van hem moeilijk verwachten dat hij ineens minuten terug gaat pakken op Contador. Bovendien blijft Landa een wisselvallige Bask, als hij niet nog een inzinking krijgt moet het licht uit en deze sport weg. Ook van Aru zal het waarschijnlijk niet meer komen, hij is nog geen enkele keer Contador de baas geweest. Bertje gaat winnen als hij op de fiets blijft zitten. Het spektakel zal moeten komen van de strijd daarachter, buiten Contador is nog niemand zeker van zijn plaats. Daarnaast nog een duel voor de andere klassementen, in deze rit alleen al zijn zoveel punten te verdienen voor de bergtrui dat Intxausti zijn nu nog riante voorsprong zomaar kan verspelen. Het parcours is zo zwaar dat er nog een hoop gaat gebeuren, vooral blijven kijken. Dat blijkt alleen al uit deze rit, de koninginnerit. Van Pinzolo naar Aprica over de verschrikkelijke Mortirolo.
![tappa_dettagli_tecnici_planimetria_16.jpg?v=20150423125848]()
![tappa_dettagli_tecnici_altimetria_16.jpg?v=20150415150559]()
De koninginnerit start op bekend terrein. Pinzolo, aan de voet van de klim naar Madonna di Campiglio. Dit kennen de renners nog van zondag. Pinzolo is een klein dorpje met 3000 inwoners dat al vaker is voorgekomen in de Giro. Een paar dagen geleden dus, maar ook in 1977 en 1985. In beide jaren vertrok hier een rit en kwam er een aan. Winnaars in Pinzolo zijn Giuseppe Saronni en Gianbattista Baronchelli. Niet alleen Pinzolo kennen de renners, de hele eerste klim kennen ze. Meteen na de start gaan de renners klimmen naar Campo Carlo Magno. Het eerste deel van deze klim is gewoon de klim naar Madonna di Campiglio, maar daarna nemen ze een andere afslag om in Campo Carlo Magno uit te komen. Deze beklimming van de tweede categorie is 13 kilometer lang en gemiddeld 6,7%. Het stuk na Madonna di Campiglio is nog het zwaarste stuk van deze klim ook. Meer dan 11% richting de top. Alvast een goede klim om het peloton uit te dunnen en een kopgroep te formeren. Weet niet of er nog golfers zijn die dit lezen, maar hier kan je op een bijzondere locatie golfen.
![ynmb7qydwcks4gcs8c840os-campo_carlo_magno_pinzolo_profile.gif]()
![Golf6.jpg]()
Een afdaling van meer dan 15 kilometer volgt. De eerste kilometers van de afdaling gaat het rechtdoor, maar voorbij het dorpje Folgarida volgt een verzameling haarspeldbochten. Een stuk of tien richting het volgende dorp, Dimaro. In Dimaro zijn de renners bijna beneden en gaan ze op weg naar de Tonale. Veel bochten dus, maar wel een brede weg die ook prima in orde is. Niks aan de hand als het een beetje droog is. In Dimaro slaan de renners linksaf en rijden ze in het dal langs de rivier Torrente Noce richting de Tonale. Voor deze klim echt begint loopt het al een aantal kilometers omhoog. Stuk of kilometer vals plat en dan 15 kilometer klimmen. Van deze kant is het gemiddelde stijgingspercentage 6%. Geen hele zware klim, hoewel er nog een stuk aan 10% in zit. De Tonale is een klim die ontzettend vaak voorkomt in de Giro, vooral vanwege de ligging. Een van de weinige mogelijkheden om van Lombardije naar Trentino te gaan en andersom natuurlijk.
![sh95pDA.png]()
![Passo_del_Tonale.jpg]()
De Passo del Tonale komt ongeveer ieder jaar wel voor in de Giro. Ligt dicht in de buurt van de Stelvio, de Gavia en de Mortirolo, om maar eens een paar legendarische namen te noemen. In 2010 was het een aankomstplaats, in 2012 kwam het voor in de rit naar de Stelvio en werd de Tonale ook gevolgd door Aprica, om maar een paar voorbeeldjes te noemen. Boven op de Tonale hebben de renners 55 kilometers afgelegd en beginnen ze aan een verschrikkelijk lange afdaling. Het eerste deel van de afdaling gaat richting Ponte di Legno. Niet de lastigste afdaling van de dag, maar toch wel aardig wat bochtjes. In Ponte di Legno zijn de renenrs nog lang niet beneden, van de 30 kilometer dalen hebben ze er nu 10 kilometer gehad. Het stuk afdaling dat nu volgt is een stuk minder steil en bochtig. Eigenlijk best prima te doen allemaal. Na 84 kilometer koers komen de renners uit in Edolo en komen we op een soort van circuit terecht. We gaan een rondje fietsen.
![edolo_da_faeto.jpg]()
Dat rondje begint met de eerste klim naar Aprica. Een klim van 14 kilometer, met het lastigste stuk aan het begin. Normaal is de klim naar Aprica eigenlijk één groot stuk vals plat, maar nu nemen in het begin van de klim een andere weg. Hierdoor krijgen we een kilometer aan meer dan 10%, met een maximaal stijgingspercentage van 15. Dit stuk van de klim is heel onregelmatig, er zitten ook twee stukjes afdaling bij. Na zeven kilometer klimmen komen de renners uit in Corteno Golgi, waar de eerste tussensprint van de dag is. Eenmaal voorbij dit dorp is het de rest van de klim eigenlijk gewoon vals plat omhoog. Drie procent gemiddeld, zonder dat het nog ergens ook maar een klein beetje steiler wordt. Boven de vijf procent gaat het niet meer komen.
![tappa_16_S05.jpg]()
Boven in Aprica hebben de renners 102 kilometer afgelegd en volgt er een afdaling van 12 kilometer. Het eerste gedeelte van deze afdaling is over een brede weg, maar na een tijdje slaan ze rechtsaf richting Stazzona. Hier komen ze op een minder brede weg terecht met een heel aantal bochten. Nog best een pittig afdalinkje. Eenmaal beneden gaan de renners op weg naar Tirano waar de tweede tussensprint is. Als die tussensprint geweest is komen we heel dicht in de buurt van de Mortirolo. De Mortirolo is dit jaar de "Montagna Pantani", omdat Pantani hier zo ongeveer voor het eerst zijn kunsten liet zien, in 1994. Op de flanken van de Mortirolo fietste hij weg van iedereen en hij zou later solo aankomen in Aprica, met minuten voorsprong op de rest. Dit nadat hij een dag eerder ook al had gewonnen. In die Giro zou hij tweede worden, achter Berzin, maar voor Indurain.
![kvccE9M.png]()
De Mortirolo is werkelijk waar een verschrikkelijke klim. Het profiel zegt genoeg, daar hoef je eigenlijk weinig uitleg bij te geven. Het is continu verschrikkelijk steil, met een stukje aan 8% mag je blij zijn. Het is niet voor niets dat een rit over de Mortirolo altijd voor spektakel zorgt. Hier gaat de koers volledig ontploffen. De mannen van Astana zullen wel weer flink tempo gaan rijden om te kijken of Landa en Aru het eventueel voor elkaar kunnen krijgen om Contador in moeilijkheden te brengen. De kans is klein, maar als je het ergens moet proberen is het hier. Na die bijna 12 kilometer pure pijn moeten de renners nog 35 kilometer tot de streep. Zes kilometer achter elkaar komt het niet onder de 10%, de Passo del Mortirolo is een monster. Een monster dat best vaak voorkomt in de Giro. Over 1994 hebben we het al gehad, maar ook in 2006 en 2010, om maar een paar jaar te noemen, kwam de klim voor. Dankzij de beklimming van de Mortirolo in 2006 hebben we deze fantastische foto van een bezeten RoboBasso.
![20061669_66166_670.jpg]()
Zo'n steile klim heeft natuurlijk ook een steile afdaling. De wegen zijn hier bepaald niet breed en enorm bochtig, dat zorgt altijd voor een behoorlijk spektakel. Dan kunnen we bijvoorbeeld terugdenken aan de passage van de Mortirolo in 2010. David Arroyo was per ongeluk de leider in het algemeen klassement worden. Hij maakte deel uit van een monstervlucht naar L'Aquila. Basso en Scarponi zagen het probleem niet echt. Dat probleem bleek er echter ineens wel te zijn toen Arroyo maar niet wilde lossen. Op de Mortirolo lukte dat eindelijk wel. Nibali, Scarponi en Basso kregen het voor elkaar. Arroyo was gelost. RoboBasso ging vrolijk verder, maar in de afdaling kwam die gekke Spanjaar ineens bijna terug. Hij reed de afdaling van zijn leven en nam alle risico's. De roze trui leek hij nog een tijdje te kunnen behouden, maar richting Aprica ging het mis. Hij verloor uiteindelijk alsnog meer dan drie minuten in die rit. Toch liet hij zien dat het best mogelijk is om hier nog flink wat tijd terug te pakken door goed af te dalen. Of je het moet willen is een andere vraag, het is echt best wel een gevaarlijke afdaling.
![1006591-f0542cf4568b033d6e96377d536ee369.jpg]()
Na de afdaling komen de renners beneden weer uit in Edolo en beginnen ze aan de tweede beklimming richting Aprica. De beentjes zullen nu wel anders voelen, na de Mortirolo. Zelfs een minder lastige klim kan dan nog hard aankomen. De klim is nog steeds eigenlijk voor het grootste gedeelte een soort van vals plat. Richting de streep wordt het zelfs bijna helemaal vlak. De combinatie Mortirolo - Aprica is bijna een klassieker te noemen. In 1994 kwam het voor en zagen we een van de eerste overwinningen van Marco Pantani. Achter Pantani kregen we een best wel episch gevecht tussen Indurain en Berzin om de roze trui. Indurain had de Giro twee jaar achter elkaar gewonnen, maar 1994 was natuurlijk het jaar van Gewiss. Berzin begon als een imbeciel te vliegen en pakte veel tijd op Indurain. Tijdens de etappe naar Aprica, over de Mortirolo, lukte het Indurain eindelijk eens om een beetje tijd te pakken op Berzin. Lang niet genoeg om de Giro te winnen. Hij zou derde worden. Miguel Indurain heeft overigens een zoon die nu bij de amateurs van Caja Rural fietst. Zijn zoon heet ook Miguel. Dit feitje krijgen jullie er zomaar gratis bij.
![YtMRJn8.png]()
Verder is de Mortirolo in combinatie met Aprica toch vooral het terrein van Basso. In 2006 won hij op een grandioze manier, in 2010 liet hij de overwinning aan Michele Scarponi. In 2006 reed hij iedereen echt helemaal de vernieling in, één minuut voorsprong op Simoni en bijna drie minuten op Cunego. Het was zijn derde ritoverwinning in de eerste Giro die hij zou winnen. Niet lang daarna werd hij in verband gebracht met doping, altijd een beetje vervelend. Dit hield hem niet tegen om een paar jaar later goed terug te komen. De Giro van 2010 zou hij ook winnen, wel met iets minder ritoverwinningen. Hij won alleen op de Monte Zoncolan, ook niks mis mee. Tijdens de etappe naar Aprica reed hij samen met Scarponi en Nibali drie minuten weg van de rest. Ja, er gebeuren altijd wel opvallende dingen als je de Mortirolo combineert met Aprica. In 1999 kregen we deze combinatie ook, Roberto Heras won toen in de sprint van Gibo Simoni en Ivan Gotti. De nummer 4 kwam pas 4 minuten later binnen. Dit was de etappe die vertrok uit Madonna di Campiglio, op de dag dat Pantani uit de Giro werd gezet. De berg waar hij in 1994 glorieus won zou hij in die Giro dus nooit bereiken.
![1994-giro-Pantani-vince-a-l.jpg]()
De laatste jaren is de Giro hier best vaak geweest, vooral dankzij de ontdekking van de Mortirolo. Op de Mortirolo zelf kan je niet echt finishen, dus wijkt men uit naar deze klim. Misschien niet helemaal logisch, omdat deze klim eigenlijk niet moeilijk genoeg is, maar de resultaten uit het verleden leren dat de Mortirolo meer dan genoeg is om verschil te maken en dat er op Aprica zelf ook nog het een en ander kan gebeuren. In 1996 won Ivan Gotti in Aprica en in 1991 Franco Chioccioli. Eigenlijk alleen maar grote namen die hier winnen. Aprica zelf is een heel klein dorpje. Men moet het hier vooral van de wintersport hebben, skiresortje.
![Aprica.jpg]()
Er is best weinig kans op regen, dat is alvast heel positief. Met de afdaling van de Mortirolo en de andere beklimmingen in je achterhoofd wil je geen natte wegen tegenkomen. Erg warm is het allemaal nog niet, graadje of 16 in Aprica waarschijnlijk. Ook in Italië wil het nog niet echt fatsoenlijk weer worden, de rest van de week wordt er niet al te best weer voorspeld. De renners gaan om 11:55 aan de koninginnerit van deze Giro beginnen. Tussen 16:51 en 17:36 worden de renners voor de tweede keer in Aprica verwacht. Tussen 15:22 en 15:50 zouden ze aan de beklimming van de Mortirolo moeten beginnen, dus zorg ervoor dat je rond dat tijdstip met het broekje uit voor de televisie ligt. Sporza schijnt er om 13:30 al bij te zijn, als dat zo is kunnen we zelfs nog een deel van de beklimming van de Tonale nog meepikken.
Als je bekijkt welke namen er hebben gewonnen in Aprica moet dit beslecht worden tussen de jongens die hoog staan in het algemeen klassement. Ik verwacht dat Astana nog wel een keer iets gaat proberen. Misschien gaan ze proberen om Contador vroeg te isoleren en hem daarna te vermoeien door steeds aan te vallen. Vinokourov schijnt er nu bij te zijn, dus die jongens zijn overladen met mails en brieven. Gaan nog harder fietsen dan ze al deden. Contador zal er waarschijnlijk niet veel om geven. Hij heeft nog geen overwinning op zak en Aprica is wel een plaats waar je wil winnen. Alberto kan natuurlijk ook behoorlijk dalen, kans bestaat dat het al lang en breed beslist is op de Mortirolo. Van de andere kant weet je het deze Giro maar nooit, behalve dat het absoluut kijkwaardig is.
1. Contador. Zijn Giro is pas geslaagd als hij een rit wint. Daar wordt het nu wel tijd voor. Op Madonna di Campiglio leek Landa daadwerkelijk sterker, maar de combinatie Mortirolo - afdaling - Aprica is wel even wat ander werk. Vooral Aprica zelf lijkt me in het voordeel van Contador, die zal daar toch meer tempo kunnen maken dan Landa en de rest.
2. Landa. Moet natuurlijk iets gaan proberen op de Mortirolo en in zijn huidige vorm gaat hij dat ook zeker doen. Hij moet nu bewijzen dat afgelopen zondag geen uitzondering was. In de afdaling en op Aprica wel in het nadeel.
3. Aru. Minder sterk dan Contador en Landa, wel sterker dan de rest. Dan kom je op deze plek uit.
4. Kruijswijk. We gaan natuurlijk de derde week in. Dan komt Kruijsgod al helemaal tot leven. Niets kan hem nog tegenhouden, kom maar op met die tiende plaats in het algemeen klassement. Jan Boven zag dat het goed was.
5. Monfort. Gilbert vindt dit leuk.