undefined | woensdag 6 november 2002 @ 11:09 |
ik ken alleen de blauwe en de roze uit de zee bij texel! en als je op de veerboot naar texel over de rand kijkt zie je ze ook vaak zwemmen!! maar welke kleuren bestaan er eigenlijk allemaal?? ik vroeg me eigenlijk af of groene kwallen ook echt bestaan?? | |
uniekje | woensdag 6 november 2002 @ 11:11 |
Ik ken kwallen met gewoon huidskleur... ![]() (ja ik weet het, zeg dan niks | |
sindell | woensdag 6 november 2002 @ 11:15 |
Volgens mij heb ik ze weleens gezien ja. Maar anders moet je eens naar Animal Planet kijken of Discovery ofzo daar hebben ze regelmatig programmas over de zee en zijn (haar ![]() Volgens mij heb je ze in allemaal verschillende kleuren | |
The_Comeback-kid | woensdag 6 november 2002 @ 11:16 |
knip + plak van een siteje: Kwallen hebben niet bepaald een hoge aaibaarheidsfactor. Ze bezorgen de meesten van ons nogal tegenstrijdige gevoelens. Het feit dat kwallen kunnen netelen zal ongetwijfeld bijdragen tot het negatieve beeld. Nochtans zijn de meeste soorten van onze kust betrekkelijk onschuldig, wat niet wegneemt dat er in tropische gebieden wel kwallen voorkomen (zoals de Zeewesp - Chironex fleckeri - en het Portugees Oorlogsschip - Physalia physalis -) die zeer venijnig kunnen netelen, zelfs met dodelijke gevolgen. In hun element - het water - worden kwallen door hun prachtige kleuren en gracieuze bewegingen, veelal wondermooi gevonden. Het oorkwallen-aquarium in het zeemuseum 'Nausicaä' te Boulogne is een groot succes en in Japan is het trendy om enkele kwallen in een aquarium in de huiskamer te houden. Aangespoeld op het strand blijft er van die schoonheid niet veel over en vinden we het maar enge, blubberige 'dingen'. De Engelse benaming 'jelly-fish' spreekt overigens boekdelen. Drooggevallen kwallen zijn op sterven na dood en, overgeleverd aan zon en wind, drogen ze uit tot er slechts een klein vliesje van overblijft. Kwallen zijn zeer eenvoudig van bouw. Ze bestaan voor ongeveer 95 procent uit water. Onderaan de hoed, tussen de met netelcellen bezette tentakels, is er een holte die tegelijk dienst doet als mond en maag. Kleine vissen of kreeftachtigen die het ongeluk hebben in de vangarmen terecht te komen, worden ogenblikkelijk belaagd door een spervuur van venijnige, giftige pijltjes uit de netelbatterijen. De prooi wordt verlamd en afgevoerd naar de mondholte. Kwallen behoren tot het plankton. Dat wil zeggen dat ze niet in staat zijn om zelf te bepalen waarheen ze zwemmen, maar overgeleverd zijn aan zeestromingen. Hun soortelijk gewicht benadert dat van zeewater, wat het drijven vergemakkelijkt. Een primitief evenwichtszintuig belet dat ze omkantelen. Langs onze kust kun je een vijftal kwallensoorten vinden. Ze komen niet allemaal gelijktijdig voor, maar vertonen een opeenvolging gedurende het kwallenseizoen (april tot november: zie tijdbalk). De eerste kwallen verschijnen in de lente op onze stranden, kort nadat de zee 'gebloeid' heeft. Onder invloed van de zon zijn er dan immers massaal microscopisch kleine, zwevende plantjes (het 'fytoplankton') aangemaakt, die op het dieet staan van kleine, in de waterkolom vlottende diertjes (het 'zoöplankton'), die op hun beurt het voedsel zijn voor talrijke andere zeedieren waaronder de kwallen. De Oorkwal (Aurelia aurita), een volstrekt ongevaarlijke en veel voorkomende soort, opent het kwallenseizoen. Deze soort is gemakkelijk herkenbaar aan de klavervormige, witte tekening op haar 'hoed', waaraan ze ook haar naam ontleent. Deze vier 'oortjes' zijn in feite de geslachtsorganen van het dier. De netelcellen zijn te vinden op de korte tentakels onderaan, maar deze zijn niet in staat om door de menselijke huid te dringen. Een ietsje later spoelen dan de eerste haarkwallen aan. De Blauwe Haarkwal (Cyanea lamarckii) is ongeveer 10 à 15 cm in doorsnede en - indien vers - prachtig korenbloemblauw van kleur. Onder aan het scherm hangen talrijke, lange tentakels. Deze soort netelt, maar doorgaans zonder veel schade aan te richten. In volle zomerseizoen kunnen vervolgens twee soorten vóór onze kust opduiken en aanspoelen die het de baders knap lastig kunnen maken. De Gele Haarkwal (Cyanea capillata) lijkt sterk op haar blauwe soortgenoot maar varieert in kleur van geel tot baksteenrood . Ze wordt veel groter dan de Blauwe Haarkwal (tot een halve meter in doorsnede), oogt mooi, maar is te mijden. Met haar lange en fijne tentakels vol met netelcellen kan ze immers lelijk striemen, en als argeloze bader merk je de verraderlijke tentakels niet altijd op. Soms is zelfs verzorging door een arts nodig. Gelukkig is het geen vaste gast voor onze kust: soms laat ze zich jaren niet zien om dan plots massaal aan te spoelen. Het is ondertussen alweer enkele jaren geleden dat deze waarschijnlijk eerder noordelijke soort nog vóór onze kust werd waargenomen. Iets later, gewoonlijk in augustus, duiken dan de Kompaskwallen (Chrysaora hysoscella) op. Het zijn zeer mooie kwallen met een bruine tekening en lange tentakels. Ook dit is een soort die netelt, zij het met minder erge gevolgen dan bij de Gele Haarwal. Als laatste in het rijtje is tenslotte de tijd van de Zeepaddestoel (Rhizostoma octopus) aangebroken. Deze kwallen zijn wel elk jaar op het appèl en ze spoelen vaak in grote aantallen aan. Sommige jaren stranden ze werkelijk bij duizenden tegelijk en halen hiermee zelfs de pers. De Zeepaddestoel is een heel opvallende kwal. Ze is blauw van kleur en wordt wel één meter in doorsnede. Onder de klok vinden we geen tentakels, maar acht mondlobben. Netelen doen Zeepaddestoelen niet. Een nauw verwante soort wordt in Azië gevist: de kwallen ondergaan er een hele behandeling van drogen en inleggen met bepaalde zouten. Japanners beschouwen de dunne plakjes kwal als een lekkernij. Kwallen zijn zeer eenvoudig van bouw. Ze bestaan voor ongeveer 95 procent uit water. Hun lichaam of scherm is geleiachtig, de engelse benaming "jelly fish" is dan ook heel toepasselijk. Onder aan de hoed bevindt zich een holte die tegelijk dienst doet als mond, maagzak en anus. Rond de opening zitten de tentakels, sliertige aanhangsels die in lengte variëren van soort to | |
D-Devil | woensdag 6 november 2002 @ 11:22 |
Schade van een zeewesp : | |
D-Devil | woensdag 6 november 2002 @ 11:28 |
Wat is het dodelijkste wezen? Er zijn zeer veel levende wezens die nogal dodelijk zijn voor mensen (waaronder de mens zelf). Het grootste gevaar komt vervolgens van de wezens die we niet kunnen zien: microben (bacillen). De ziektedragende microben zijn jaarlijks verantwoordelijk voor het grootste aantal menselijke doden. Wij doelen hier echter op dieren waarvan het gif ernstige ziekte of de dood tot gevolg heeft. De mate van dodelijkheid is afhankelijk van: - hoeveel mensen in 1 keer om het leven kunnen worden gebracht met 30 gram (1 ounce) gif - hoe snel het gif werkt In beide gevallen gaat de 1e prijs en het wereld record naar de zeewesp, een dodelijke kwal. Het gif van de zeewesp kan tot 60 volwassen mensen om het leven brengen. Na de 'steek' heeft het slachtoffer tussen de 30 seconden en 4 minuten de tijd om hulp te halen voordat hij of zij overlijdt. | |
tummeke | woensdag 6 november 2002 @ 11:29 |
quote: ![]() ![]() ![]() * tummeke krijgt spontane zeewatervrees That HAD to hurt!! quote: ![]() ![]() Ehm.. Waar leven die beesten eigenlijk? Dan hou ik even in mn achterhoofd dat ik daar NOOIT op vakantie ga... | |
D-Devil | woensdag 6 november 2002 @ 11:58 |
quote:ze komen voor in indische oceaan, daar waar je juist prachtig op vakantie kunt gaan. |