Reisverslag Ethiopië, 1 okt – 25 nov 2014Hier volgt een verslag van mijn reis naar Ethiopië. Het voornaamste doel van deze reis was natuurlijk het zien van Ethiopië, maar de reis had een hoog ornithologisch gehalte. Het spotten van vogels combineert zeer goed met het beleven van het land omdat je dan vaak afwijkt van de standaard toeristen dingetjes. De reis wordt daarmee een stuk interessanter.
Samenvatting:Schitterende landschappen met veel diversiteit, unieke cultuur en veel bewaard gebleven cultureel erfgoed, wat uniek is voor sub-Sahara Afrika. Voordat ik naar Ethiopië kwam was ik onbekend met de keuken maar nu is Ethiopisch eten één van mijn favorieten. Ook kwa flora en fauna is het land uniek met veel endemische soorten.
Ik ben nauwelijks onafhankelijke reizigers tegengekomen die zoals ik uitsluitend reizen met openbaar vervoer. Bijna alle toeristen reizen in georganiseerde groepen of semi- georganiseerd (huren ter plekke een auto + chauffeur + gids). Beide vormen van reizen hebben voor en nadelen. Sommige plekken zijn moeilijk (of niet) te bereiken zonder eigen vervoer. Maar georganiseerd reizen schermt je wel af van een groot deel van de ervaringen.
Reizen in Ethiopië heeft eigenlijk maar één negatieve kant: nergens ter wereld wordt er zoveel gebedeld als hier. Niet alleen “gewone” bedelaars maar op sommige plaatsen vraagt vrijwel iedereen om geld. Als ze een blanke zien dan is kennelijk de verwachting dat er geld of andere cadeautjes worden uitgedeeld. Volgens een aantal hoog opgeleide Ethiopiërs die ik sprak (waaronder één die werkt voor een ontwikkelingsorganisatie) is dit het gevolg van verkeerde vormen van ontwikkelingshulp in het verleden. Ik blijf het echter apart vinden dat het in Ethiopië zoveel erger is dan in andere landen (inclusief andere Afrikaanse landen).
Route:![35475666912_db31d90f3d_b.jpg]()
1. Addis Ababa
2. Debre Libanos
3. Bahir Dar
4. Gondar
5. Debark
6. Simien Mountains
7. Lalibela
8. Hayk
9. Harar
10. Awash
11. Metahara
12. Ziway
13. Wondo Genet
14. Yabello
15. Hawassa
16. Dinsho
17. Shashemene
18. Bishoftu
Addis AbabaAddis Ababa is geen mooie stad en dat is mild uitgedrukt. Toch heb ik er wel een leuke tijd gehad. Het leukste was een uitstapje naar de Entoto Hills in de buitenwijken van Addis en slechts een kort busritje vanaf het centrum.
Met bus 17 naar de voet van Entoto Hills en dan met een shared taxi (foto) voor 10 cent ofzo de steile weg naar boven de heuvels in. Ik ben lopend teruggegaan (Entoto Hills)
Op korte afstand van centraal Addis Ababa zit je dan opeens in een heel erg landelijk gebied. Interessant om te zien hoe de mensen hier leven en tevens goed vogeltjes spotten! Addis Ababa ligt al op 2400m hoogte en in de Entoto Hills zit je dan rond de 3000m en kom je typische high altitude soorten tegen. (Entoto Hills)
Zoals overal in Ethiopië wordt ook hier veel gebruik gemaakt van ezels voor goederen vervoer. (Entoto Hills) Debre LibanosDebre Libanos is voor christelijke Ethiopiërs een belangrijke plaats vanwege het invloedrijke klooster dat daar is. Maar mijn interesse ging vooral uit naar landschap, flora en fauna. Met de bus is het slechts zo’n 2,5 uur van Addis Ababa maar hier zie je al een aantal van de beste dingen die Ethiopië te bieden heeft: spectaculair landschap, veel mooie vogeltjes en de endemische gelada (een apensoort) kun je hier zien.
Het plaatsje Debre Libanos ligt in een spectaculaire vallei. Zelf verbleef ik 3 dagen/ 2 nachten in een bungalow op een prachtige locatie boven de vallei. (Debre Libanos)
Rechts zie je de steile rotswand waarboven de bungalow is waar ik verbleef. Eigenlijk kon je de hele dag daar blijven want je hebt een spectaculair uitzicht op de vallei en overal om me heen waren vogeltjes. Vooral s’morgens en aan het eind van de middag zag je daar ook gelada’s en bavianen en s’nachts hoorde je hyena’s. (Debre Libanos)
Grazende gelada’s. Dit is een gras-etende apensoort die alleen in de Ethiopische hooglanden voorkomt en nergens anders ter wereld. Het is een erg sociale soort, je ziet ze altijd in grote groepen. Omdat gras zo'n energie-arme voedselbron is moeten ze bijna de hele dag besteden aan grazen. Het was ook schitterend om ze s’morgens en s’avonds langs de steile rotswand omhoog en omlaag te zien klimmen. Later deze reis zou ik er nog veel meer zien in de Simien Mountains. (Debre Libanos)
Natuurlijk ben ik ook het dal in gelopen naar het plaatsje (en klooster) Debre Libanos. Hier het straatbeeld. (Debre Libanos) Bahir DarMijn volgende bestemming is Bahir Dar, gelegen aan het prachtige Lake Tana. Het is vooral bekend door de eeuwenoude kloosters die gelegen zijn op eilandjes in het meer en die per boot kunnen worden bezocht.
Bahir Dar vond ik een erg aangename stad met relaxte sfeer en mooie boulevards met palmbomen erlangs. Naast het bezoeken van de kloosters kun je mooi wandelen langs het meer en de bomen daar zitten vol met vogels, inclusief een aantal prachtige endemische soorten. De omgeving net buiten Bahir Dar leent zich ook goed voor mooie wandelingen op eigen houtje naar bijvoorbeeld de spectaculaire Blue Nile Falls.
Bahir Dar beviel me zo goed dat ik er op weg terug naar het zuiden opnieuw een paar dagen verbleef.
Ik had het zeldzame geluk dat ik een bus met een lege plek vond langs de weg van Debre Libanos naar Bahir Dar, anders had ik eerst helemaal terug gemoeten naar Addis Ababa. Hier één van de haarspeldbochten naar beneden de vallei van de Blue Nile in. (Debre Libanos naar Bahir Dar)
De bus stopt voor een snack onderweg. Deze dames verkopen geroosterd graan, een populaire snack voor busreizigers. Gezond, lekker en vol energie. (Debre Libanos naar Bahir Dar)
Deze groentenverkoopster maakte ik erg blij want ik kocht een flink aantal bananen bij haar als soort van snelle “lunch” en daarna volgden diverse andere passagiers mijn voorbeeld, dus ze deed goede zaken. Ze poseerde dus graag even voor een foto. (Debre Libanos naar Bahir Dar)
Deze vriendelijke dame met typisch Ethiopisch gezicht wou ook wel even op de foto. (Debre Libanos naar Bahir Dar)
Bahir Dar in de avondschemering.
Lake Tana is het juweel van Bahir Dar. En bomen rond het meer zoals deze zaten s’morgens vol met vogels zoals hornbills, barbets en turaco's. (Bahir Dar)
Een bezoek naar een aantal van de eiland kloosters in Lake Tana zijn hier natuurlijk een verplicht uitje. Ik sloot me aan bij een dagtocht met één westerse toerist en verder Ethiopiërs. (Bahir Dar)
Eén van de interessantste eiland kloosters was Kibran Gebriel, waar ik werd rondgeleid door deze vriendelijke monnik. Hij sprak perfect Engels en had een erg interessant verhaal. Hij poseert hier bij een eeuwenoude muurschildering. (Lake Tana, Bahir Dar)
Ook bij Kibran Gebriel, deze monnik zit te studeren voor zijn hutje. (Lake Tana, Bahir Dar)
Deze oude monnik woont al heel lang op het eilandje. (Lake Tana, Bahir Dar)
Onderweg naar het volgende eiland lijken we in een storm terecht te gaan komen, maar het lijkt allemaal veel erger dan het is en we blijven gewoon droog. (Lake Tana, Bahir Dar)
Ura Kidane Mihret is waarschijnlijk de meest spectaculaire kerk met eeuwenoude schilderingen. Helaas is alle uitleg hier in een Ethiopische taal (Amhara waarschijnlijk). (Lake Tana, Bahir Dar)
Vrouwen en zelfs vrouwelijke dieren zoals kippen zijn verboden in de meeste kloosters in Lake Tana, dus de vrouwen in onze groep kregen weinig te zien! Maar het spectaculaire Ura Kidane Mihret mochten ze dus wel in. Hier luisteren ze geboeid naar de monnik die de afbeeldingen uitlegt. (Lake Tana, Bahir Dar)
Dit is een endemische soort met de leuke naam Black-winged Lovebird. Maar de prijs voor de leukste naam gaat naar de White-bellied Go-away Bird, een vogel die ik later in Yabello veel zou gaan zien. (Lake Tana, Bahir Dar)
Deze vrouw + kindje kwam ik zo’n beetje elke dag in Bahir Dar tegen want ze verkocht snacks langs de oever van het meer voor 3 birr (ca ¤0,12 ). (Lake Tana, Bahir Dar)
Vrolijke kippenverkoper op de markt. Ik heb wel medelijden met de (levende) kippen. (Bahir Dar)
Dit is het guesthouse in Bahir Dar waar ik verbleef en het restaurant waar ik elke avond at. Bijna alle gasten zijn Ethiopiërs. Hier wordt gekookt voor een grote groep. Check de gezichtstatoeage van de vrouw die in de pan roert. (Bahir Dar).
Dit is typisch Ethiopisch eten: tibs! Schapen- of geitenvlees, geserveerd met injerra (die pannenkoek) en een spicy curry. Ik ben er gek op! Injerra wordt gemaakt van teff, een graansoort die in de hooglanden van Ethiopië groeit en het meel daarvan wordt gemengd met water en dan laten ze het eerst een paar dagen fermenteren waardoor de pannenkoek een beetje zuur smaakt. Veel westerlingen vinden het niet lekker maar ik vind juist dat de licht zure injerra perfect in harmonie is met de curry. Je eet dit met je handen en de sponsachtige structuur helpt met het absorberen van de curry. Het lijkt op sommig Indiaas eten maar de smaak is heel anders. Ik at dit zo'n beetje elke dag en genoot ervan. Nu mis ik het! (Bahir Dar)
Het leukste uitstapje dat ik heb gemaakt vanuit Bahir Dar was naar de Blue Nile Falls. Op die dag was het toevallig ook markt dag, dus ik kwam grote hoeveelheden mensen tegen uit omringende dorpen die op weg waren naar de markt. (Blue Nile Falls, Bahir Dar)
Deze baas draagt gedroogde huiden naar de markt. (Blue Nile Falls, Bahir Dar)
Ik nader de Blue Nile Falls! De man op de voorgrond excuseerde zich voor het feit dat hij door mijn foto liep, maar ik had dat natuurlijk expres zo gepland... (Blue Nile Falls, Bahir Dar)
De Blue Nile Falls zijn prachtig in het ochtendlicht dat een regenboog effect veroorzaakt. (Blue Nile Falls, Bahir Dar)
Deze dames kwamen net terug van de markt en liepen een stukje met mij mee. (Blue Nile Falls, Bahir Dar)
Als ik s’middags terugloop is het regenboog effect weg maar wat een spektakel! Ik had gelezen dat de waterval niet meer zo indrukwekkend was sinds ze een dam hebben gebouwd, maar ik zit nog net in het staartje van het regenseizoen met bijna elke avond een flinke stortbui dus een enorme hoeveelheid water passeert de waterval. (Blue Nile Falls, Bahir Dar)
S’middags keren mensen terug van de markt die je op de achtergrond ziet liggen. (Blue Nile Falls, Bahir Dar) GondarMijn volgende bestemming was de stad Gondar. Gondar werd in 1635 gesticht door keizer Fasilidas en was ooit de hoofdstad van zijn rijk. Er staat nog aardig wat van overeind. Dat is vrij uniek in sub-Sahara Afrika, waar meestal weinig oude dingen bewaard zijn gebleven.
De muur van het Royal Enclosure, dat midden in de stad ligt. (Gondar)
Fasilides Castle. Ethiopische keizers zeiden van koning Salomo at te stammen, daarom kom je binnen als decoratie o.a. davidssterren tegen. (Gondar) Simien Mountains National Park – 6 dagen/ 5 nachten trekkingMijn volgende bestemming was de prachtige Simien Mountains. Hier heb ik een trek gedaan van 6 dagen/ 5 nachten. Het werd het absolute hoogtepunt van mijn Ethiopië reis!
Het landschap, flora en fauna zijn uniek. Het is eigenlijk een groot plateau (zei het dan met flinke hoogteverschillen) met unieke planten zoals giant lobelia en diersoorten zoals gelada (apensoort), Ethiopische wolf en walia ibex (een soort berggeit met enorme hoorns) die alleen in de Ethiopische hooglanden voorkomen en nergens anders ter wereld.
De trek startte in het plaatsje Debark op ongeveer 2800m en het hoogste punt dat ik bereikte was Mount Bwahit (4430m). Overnachtingen in Sankaber Campsite (3250m) – Geech Campsite (3600m) – Chennek Campsite (3620m) (2 nachten) – Sankaber (opnieuw) en dan terug naar Debark.
Bij treks in de Simien Mountains is een “scout” (man met geweer voor jouw beveiliging) verplicht. Waar je precies tegen beschermd moet worden is mij niet duidelijk dus wellicht is het een verkapt werkgelegenheidsproject. Een gids is echter niet verplicht en ook overbodig aangezien de scout de weg ook wel weet. Bijkomend voordeel is dat die scouts geen woord Engels kunnen en dus niet de hele tijd in je oor lopen te tetteren over voetbal e.d. zodat je een meer serene ervaring hebt en meer kunt genieten van de omgeving. Een scout kun je regelen bij het national park HQ voor de vaste prijs van 150 birr (ca ¤6) per dag.
In principe zou je al je spullen (warme slaapzak, tent, kook spullen, eten voor 6 dagen) zelf kunnen dragen maar voor slechts 240 birr (ca ¤9,60) per dag heb je een ezel + muleman en hoef je je nergens meer zorgen over te maken, plus het goede gevoel dat iemand weer een aantal dagen inkomen heeft voor zijn familie. Mijn “team” bestond dus uit scout, muleman + ezel.
De trek was werkelijk fantastisch! Het landschap was prachtig en ik heb veel wildlife gezien, waaronder honderden gelada’s, een Ethiopische wolf (zeldzaamste hond-achtige ter wereld!) en de endemische walia ibex. Ow, en heel erg veel vogeltjes! (meer dan verwacht).
De eerste dag was grotendeels bewolkt en wat mistig maar op de tweede dag was het prachtig helder weer. Al vroeg in de ochtend komen we op dit uitzichtpunt. Mijn scout poseert met op de achtergrond een spectaculair uitzicht over de bergen. Tot mijn verbazing vond ik op deze plek een Ankober Serin, een zeldzaam vogeltje dat pas in 1976 werd “ontdekt”. (Simien Mountains National Park)
Wow! (Simien Mountains National Park)
De alpha male van een groepje geladas. Omdat geladas de hele dag gras zitten te eten en daarbij op hun kont zitten hebben ze hun “mating skin” niet zoals andere apen op hun kont zitten maar aan de voorkant. Geladas grazen hier in enorme aantallen en zijn niet bepaald schuw, vandaar dat ik deze foto kon maken met mijn pocket cameraatje. (Simien Mountains National Park)
Het is geen toeval dat ik deze trek doe net aan het eind van het regenseizoen: al is het hier en daar wat modderig, de bergen zijn nu prachtig groen en overal bloeien bloemen. (Simien Mountains National Park)
De Jinbar waterval valt meer dan 500 meter naar beneden. Maar het is allemaal te groots om met mijn camera op een foto te krijgen, het past gewoon niet. (Simien Mountains National Park)
Ruige bergen met op de voorgrond kniphofia bloemen, die in werkelijkheid veel spectaculairder waren dan het op deze foto overkomt. Sunbirds en Slender-billed Starlings voeden zich met de nectar hiervan. (Simien Mountains National Park)
Later in de middag rollen de wolken binnen. (Simien Mountains National Park)
Toch wonen hier ook gewoon mensen. Dit is het plaatsje Geech, niet ver van Geech campsite, op een hoogte van ca 3600m. (Simien Mountains National Park)
S’avonds op de campsite. Mijn muleman zit helemaal links, mijn scout is de tweede van rechts. De anderen zijn scouts, mulemen en guides van andere groepen. Deze mannen slapen hier bij temperaturen beneden het vriespunt gewoon gewikkeld in een deken, terwijl ik een 4-seizoenen slaapzak + tent heb. De mulemen en gidsen slapen nog beschut in het gebouwtje maar de scouts slapen in de open lucht. Ze moeten jou immers bewaken! Echte bikkels zijn het. (Simien Mountains National Park)
Terwijl ik pasta met sardientjes uit blik opwarm als avondmaaltijd hebben mensen op georganiseerde tours (die je tegenkomt op de campsites) veel meer luxe. Hier wordt een schaap geslacht voor hun avondmaal. Een endemische Thick-billed raven wacht geduldig op restjes van de slachtpartij. Die beesten zijn monsterlijk groot en erg tam. (Simien Mountains National Park)
Geech Campsite in de avondschemering. Drie Thick-billed Raven en een Tawny Eagle wachten in een boom op kansen voor hun eigen avondmaaltijd. (Simien Mountains National Park)
Mijn tentje staat hoger dan een deel van de wolken. S’morgens is de grond bevroren en ligt er ijs op mijn tent, maar ik slaap gelukkig heerlijk warm. (Simien Mountains National Park)
De volgende morgen lopen we van Geech naar Imet Gogo over dit plateau met gelig gras en giant lobelias. Hier jagen Ethiopische wolven op knaagdieren die in holen in de grond wonen. S'avonds zou ik zo'n wolf zien bij de campsite. (Simien Mountains National Park)
Wederom een spectaculair landschap van met puntige bergen en giant lobelias op de voorgrond. (Simien Mountains National Park)
Het meest spectaculaire uitzicht van de trek krijg ik hier op Imet Gogo. (Simien Mountains National Park)
Puur genieten. (Simien Mountains National Park)
We lopen verder richting Chennek Campsite door dit prachtige aparte landschap. Schitterend om te zien hoe de wolken boven de laagvlakte in de verte worden tegengehouden door de rand van het plateau. (Simien Mountains National Park)
Na een koude nacht op Chennek Campsite (hard bevroren grond, ijs op m’n tent, maar ik slaap heerlijk warm) gaan we richting het hoogste punt van deze trek: Mount Bwahit (4430m). Onderweg komen we langs deze groep geladas, een prachtig gezicht met die bergen als achtergrond! (Simien Mountains National Park)
Bijna op het hoogste punt van de trek heb ik dit uitzicht op de weg die over de Bwahit Pass loopt. Hier spotten we ook de endemische walia ibex. Vanaf hier is het nog 2 nachten/ 2 dagen teruglopen naar Debark. (Simien Mountains National Park).
De laatste ochtend van de trek. Mijn “team” bepakt de ezel voor de terugtocht naar Debark. De ezel + muleman zag ik gedurende de hele trek normaal gesproken alleen s'avonds weer, aangezien hij de snelste route neemt naar de eindbestemming voor die dag terwijl de scout + ikzelf de mooiste route nemen. (Simien Mountains National Park) LalibelaMijn volgende bestemming is Lalibela. Dit is bekend om de unieke uit rotsen uitgehakte kerken en is de toeristische top-attractie van Ethiopië.
Wat het vooral interessant maakt is dat dit niet alleen een hoop oude stenen zijn maar nog steeds actief functionerende kerken die door vele pelgrims worden bezocht. Zo heb ik toen ik op de bus wachtte lange tijd gepraat met een monnik uit Hayk die had gespaard om voor het eerst van zijn leven deze plek te bezoeken.
Functionele kerk of niet, als buitenlandse toerist betaal je 1000 birr (US$50!) om dit complex te bezoeken! En dat is alleen maar de toegangsprijs! (geen gids e.d.).
Bet Emanuel in de vroege morgen. Dit is een 12 meter hoge monoliet. De kerk is uitgehakt door de rots er omheen weg te hakken en ligt dus in feite in de grond. Om het te beschermen tegen de elementen is er een modern dak boven gebouwd. (Lalibela)
Doorkijkje. Zoals gezegd zijn dit gewoon functionerende kerken en s’morgens heel vroeg is de beste tijd om ze te bezoeken want dan zijn er veel pelgrims en nauwelijks toeristen. (Lalibela)
Zingende pelgrims in Bet Mikael op vrijdagochtend. Prachtige sfeer in die kerk door de zang en de lichtval. (Lalibela)
Schoenen moeten uit in de kerk. (Lalibela)
Bet Giyorgis in het ochtendlicht. Dit is de enige kerk waar ze geen lelijk modern dak boven hebben gebouwd ter bescherming. (Lalibela)
Dit type huis is karakteristiek voor Lalibela: ronde huizen met twee verdiepingen. Op dit moment is er een soort van markt aan de gang. (Lalibela) HaykDe eerder genoemde monnik uit Hayk die ik in de bus ontmoette bracht me op een idee: het aan een meer gelegen Hayk is wel een mooie stop om de lange reis van Lalibela terug naar Addis Ababa (voor verlengen van mijn visum) in tweeën te hakken.
De locatie aan het meer was inderdaad prachtig maar mijn timing was niet goed. Toen ik er arriveerde was het zondag en super druk met weekend vierende Ethiopiërs (keiharde muziek e.d.), dus niet de serene ervaring waar ik op hoopte. De volgende dag was gelukkig een stuk rustiger.
Visser in bootje van papyrus riet met op de voorgrond een Little Egret (wit), Pied Kingfisher (wit+zwart) en Hamerkop (bruin). (Lake Hayk)
S’avonds genieten van vers gevangen vis. (Lake Hayk) HararNa opnieuw een verblijf van een paar dagen in Addis Ababa voor het verlengen van mijn visum ga ik verder naar Harar in het oosten van het land.
Harar is kwa stad waarschijnlijk de meest interessante stad van Ethiopië. Het is een ommuurde stad met een labyrint van straatjes en heeft een heel ander karakter dan het Ethiopië waar ik tot nu toe ben geweest.
Erer Gate laat in de middag. (Harar)
Oud Harar is een labyrint van straatjes en op sommige plaatsen is het geschilderd in pastelkleurtjes zoals hier. Het leukste om te doen in Harar is gewoon rondzwerven en expres verdwalen. Dat verdwalen duurt echter nooit lang want vroeg of laat kom je toch weer ergens bij de stadsmuur uit. (Harar)
Straatbeeld in oud Harar. Grote delen van de stad zijn een permanente markt. (Harar)
Harar is ook bekend om het feit dat er s’nachts gewoon spotted hyena’s door de stad lopen. Ergens in de jaren ’50 begon een inwoner de traditie om de hyena’s te voeren en later werd dit een toeristen attractie. Hier zie je de zoon van de originele hyena-man die de traditie voortzet. (Harar)
Vanuit Harar maakte ik ook een uitstapje naar Dakata, een plek die bekend staat om de bizarre rotsformaties (zoals hier een enorme rots die balanceert op de top van een andere rots). Dit is een erg droog gebied (nu nog redelijk groen door de regentijd) en dus ander habitat dan ik tot nu toe bezocht (en dus andere vogelsoorten). Ook veel hyrax gezien (een soort marmotten). Was een leuk dagtochtje (Dakata, Harar) Awash en MetaharaBij Awash is een national park dat een semi-woestijn gebied beschermt. Ik had dit graag bezocht maar dat is lastig zonder eigen vervoer en bovendien zijn er complicaties zoals een verplichte gids en verplichte scout. Daarom besloot ik om gewoon naar het plaatsje Awash te gaan en te kijken of ik in de buurt wat kon wandelen. Dat bleek beter dan verwacht dus ik heb nog best veel gezien.
Metahara ligt zo’n 30km verder naar het westen (ook net buiten het park) en daar is een meer met veel vogels en er zijn zwarte opgedroogde lavastromen, wat het habitat is van een zeldzaam vogeltje: de Sombre Rock-chat. Ik heb dus ook een dag in Metahara doorgebracht voor een (succesvolle!) poging om dit vogeltje te vinden.
Net buiten het plaatsje Awash is een vallei met een rivier. Deze foto is genomen op de bodem van die vallei. De foto is niet zo spectaculair maar geeft een goede indruk van het landschap. Je ziet een acacia met daarin Marabou Storks en op de achtergrond de vallei van de rivier Awash. Ik heb in deze omgeving wat gezocht naar vogeltjes en andere dingen en nog best veel gezien. (Awash)
Helaas geen goede foto (pocket camera en erg hard licht), maar je ziet hier drie hyraxen op de zwarte lava stromen bij Metahara. Zo’n 100 meter van dit punt vond ik ook de zeldzame Sombre Rock-chat. (Metahara) ZiwayMijn volgende bestemming is het plaatsje Ziway, gelegen aan een meer in de Rift Valley.
Ik was net ingecheckt in het guesthouse toen ik in de tuin een grote grijze vogel zag. Het bleek een African Harrier-hawk te zijn, een roofvogel die ik nog niet eerder was tegen gekomen. Alsof dat nog niet spectaculair genoeg was kwam er een tweede aanvliegen en ze begonnen te paren! Foto wederom met pocketcamera genomen dus het speelde zich echt voor mijn neus af! Mijn enige verwarring was dat een African Harrier-hawk een geel gezicht hoort te hebben, totdat ik in mijn vogelgidsje las: "yellow facial skin (which turns red if excited)"... (Ziway)
Boom met Marabou Storks bij Lake Ziway. (Ziway)
Op Lake Ziway wordt gevist en de vissers maken hun vis schoon aan de rand van het meer. Dit trekt enorme aantallen vogels aan die het afval netjes opruimen. Op de voorgrond een Hamerkop. Het is duidelijk hoe die aan zijn naam komt... (Lake Ziway)
Great White Pelicans en Marabou Storks wachten geduldig tot deze vissers klaar zijn met het schoonmaken van hun vangst. (Lake Ziway) Wondo GenetDit is een gebied met o.a. hotsprings en wat overblijfselen van de originele bossen die je ooit had in Ethiopië. Daardoor is het ook een goede plek om bepaalde endemische vogelsoorten te zien.
Helaas viel het me allemaal wat tegen. Steeds meer van de bossen worden geofferd voor brandhout en van waar ik ben geweest is dit verreweg de slechtste plek in Ethiopië wat betreft bedelaars en lastig vallen van westerlingen om geld. Ondanks dat ik hier mooie dingen heb gezien ben ik daarom korter gebleven dan ik van plan was en ben doorgereisd naar Yabello. Dit bleek een goede beslissing te zijn.
YabelloMijn volgende bestemming is Yabello, ver in het zuiden van het land. “Normale” toeristen komen hier niet (behalve op doorreis naar Kenya) maar alle vogels spotters gaan hier naartoe. Waarom? Vanwege twee vogelsoorten die alleen maar voorkomen in een klein gebiedje rond Yabello en verder nergens ter wereld: Stresemann’s Bushcrow en de White-tailed Swallow. Niemand weet waarom die beestjes alleen hier voorkomen want de omgeving hier is niet veel anders dan grote delen van Ethiopië en het noorden van Kenya.
Voordat ik hier kwam was voor mij onduidelijk of ik wel iets kon doen in Yabello zonder eigen vervoer e.d. Zou het mogelijk zijn om te wandelen in de omgeving of zijn er in de directe omgeving alleen maar akkertjes e.d. waar niets te zien is?
Yabello verraste me in positieve zin: het is hier perfect mogelijk om op eigen houtje rond te wandelen. Het landschap is interessant en de bevolking erg vriendelijk (en weinig gebedel). Ik voegde hier maar liefst 55 nieuwe vogelsoorten toe aan mijn toch al lange lijst, veel meer dan ik dacht dat mogelijk was zonder eigen vervoer. Ik bleef hier dan ook langer dan “gepland”.
Het landschap rond Yabello wordt op veel plaatsen gedomineerd door termietenheuvels zoals deze. Dit is semi-woestijn maar ik vond het nog verrassend groen. (Yabello)
Het is hier geen wildernis, overal vind je nederzettingen zoals deze. (Yabello).
Door zo’n soort landschap wandel je dan. Af en toe kom je mensen tegen die hun vee laten grazen. (Yabello)
En dit is nu waar al die vogelspotters voor komen: Stresemann’s Bushcrow. En je hoeft er nieteens naar te zoeken want op een wandeling kom je vanzelf dit soort groepjes tegen. Hetzelfde geldt trouwens voor die White-tailed Swallow. (Yabello)
Alweer een grijze roofvogel. Hij lijkt weliswaar een beetje op die Harrier-hawk in Ziway maar dit is een Eastern Chanting Goshawk. Verrassend tam (vandaar deze pocket-camera foto). Op het moment dat ik te dichtbij kwam vloog hij naar een struik ca 20 meter verder en op dat moment raakten alle vogels in de buurt in paniek. Want een vliegende havik, dan moet je als vogel zijnde wegwezen! Prachtig om te zien! (Yabello) HawassaVolgende bestemming is Hawassa, ook gelegen aan één van de Rift Valley meertjes. Een vriendelijke en relaxte stad.
Vissen met een rieten “boot”. (Hawassa)
Lake Hawassa kort voor zonsondergang. Marabou Stork op de voorgrond. (Hawassa) DinshoDe volgende bestemming is Dinsho, op de rand van Bale Mountains National Park. Op dat moment had ik eigenlijk niet veel tijd meer want mijn reis was bijna voorbij. Direct toen ik aankwam ben ik wat gaan wandelen in de omgeving van Dinsho en heb nog best veel gezien, waaronder de endemische mountain nyala (een soort antiloop) en twee endemische vogelsoorten (Rouguet Rail en Blue-winged Goose).
Oorspronkelijk was ik van plan om de volgende dag het park te bezoeken maar toen voelde ik me ziek en bovendien was het slecht weer (regen en mist) dus dat is er helaas niet van gekomen.
ShashemeneDit is de hoofdstad van de Rastafarians maar er is verder weinig aan. Ik heb hier alleen maar gegeten en overnacht.
BishoftuDe laatste dag van mijn reis heb ik doorgebracht in Bishoftu, niet ver van Addis Ababa. Maar dit is een veel prettiger stad dan Addis dus koos ik ervoor om mijn laatste dag hier door te brengen alvorens s’avonds naar het vliegveld in Addis te gaan.
Bishoftu is gelegen bij een aantal vulkanische meertjes, maar ik had helaas niet meer genoeg tijd om ze allemaal te zien. Er is ook een niet-vulkanisch meer met een spectaculaire hoeveelheid vogels (o.a. honderden kraanvogels). Het was in elk geval een leuke laatste (halve) dag.
Lake Bishoftu, één van de vulkanische meertjes hier, in de late middag. (Bishoftu) StatistiekAantal dagen in Ethiopië: 53
Kosten:
Ter plekke uitgegeven (incl $40 visa): ¤ 943
Vliegticket: ¤ 521
Overig (Malaria pillen, reisgidsen, vervoer van en naar vliegveld in eigen land, etc): ¤ 122
Totaal: ¤1586
Geïdentificeerde vogelsoorten: 333 (zie volgende post voor de complete lijst)
Andere reisverslagen van mij[ Bericht 2% gewijzigd door SeLang op 01-07-2017 10:10:13 ]