Etappe 6: Benalmádena - La Zubia, 167 kmNa een ploegentijdrit en een aantal sprints, nu dan de eerste bergrit. Een typisch Spaanse bergrit. Tenminste, een rit als deze komt ieder jaar wel weer terug. Een korte slotklim die ontzetend steil is. Voor die tijd weinig lastige klimmen. Alles mag dan dus gaan gebeuren in die laatste kilometers.
![Vuelta-a-Espana-Stage-6-1408361160.png]()
![6_perfil.png]()
De start is in Benalmádena, een badplaatsje aan de Costa del Sol, in de provincie Málaga en de regio Andalusië. Het is een populaire vakantiebestemming, vooral voor Nederlanders en Belgen. 60.000 inwoners kent deze stad. Eén van die inwoners is Aad van Toor. Adriaantje! Veel bijzonders is hier verder niet te beleven. Gewoon, een Spaanse badplaats. Je kan net zo goed naar Torremolinos of Marbella gaan. Zit allemaal niet al te veel verschil tussen. De haven is dan wel weer mooi. Dat zou een van de mooiste havens van de wereld moeten zijn. Of dat ook echt zo is weet ik niet, maar het ziet er niet verkeerd uit. Er zijn een aantal pretparken in de buurt, dus je hoeft je hier zeker niet te vervelen. Na het liggen op het strand nog even wat anders doen is prima mogelijk.
![Benalmadena.jpg]()
Van Benalmádena fietsen de renners richting Málaga en passeren daarbij Torremolinos. Na Málaga wordt de kust een hele tijd gevolgd, tot Torre del Mar. Daar verlaat men de kust en gaat men richting Vélez-Málaga. Na Vélez-Málaga bereiken we een gebied met een aantal bergen. De eerste beklimming van de dag zit er dan aan te komen. Eentje van de tweede categorie, Alto de Zafarraya. Deze klim is 12 kilometer lang en gemiddeld 5,7%. Dat is een vrij pittige klim. Deze klim brengt de renners naar Ventas de Zafarraya. Een klim die niet helemaal regelmatig is. Er zitten enkele stukken tussen aan 10%.
![Boquete.gif]()
![PC111390-1.jpg]()
Na deze klim volgt geen afdaling. Nee, op de top blijft het omhoop lopen. Wel wat minder steil, maar na 85 kilometer, 8 kilometer na de top van de klim komen de renners pas echt boven. Dan is het wel tijd voor een afdaling, maar dan wel een hele korte. Een afdaling met de nodige bochten, gevolgd door een kort hupje, waarna er weer een afdaling komt. Na die afdaling hebben de renners 110 kilometer afgelegd en is het tijd voor de tweede beklimming van de dag waar punten te verdienen zijn. Alto de los Bermejales. Deze klim is bijna 6 kilometer lang en bijna 6 procent gemiddeld. Te vergelijken met de vorige klim, alleen de helft korter. Deze beklimming brengt de renners langs een groot stuwmeer, Embalse de los Bermejales.
![2.+Pantano+de+los+Bermejales.jpg]()
Na deze klim is er wel een afdaling, maar niet zo'n hele lange. We blijven een beetje op een plateau hangen. De renners fietsen over lange rechte wegen richting Granada, op weg naar de Sierra Nevada, waar ook de slotklim ligt. 50 kilometer in licht dalende lijn, zo ongeveer. Tussendoor nog een tussensprint, in Alhendín. De tweede tussensprint is in Granada. Een grote stad met meer dan 200.000 inwoners die vooral voor veel wielrenners belangrijk is. Ontzettend veel grote en zware beklimmingen kennen hun voet in Granada. Het ligt aan de rand van het nationale park, Sierra Nevada. Met enige regelmaat komt de Vuelta in deze buurt langs, om hier een beklimming aan te doen. We zijn nu ook in de buurt van een van de zwaarste beklimmingen van de wereld, Pico Veleta. Die zullen we alleen niet snel in de Vuelta terug gaan zien, maar dat geheel terzijde. Granada dus.
![Granada.jpg]()
Van Granada is het maar een paar kilometer fietsen naar La Zubia, het dorpje aan de voet van de slotklim. De slotklim die de naam Cumbres Verdes draagt. Een korte slotklim, maar wel ontzettend steil. Een beklimming van de eerste categorie die 4,6 kilometer lang is en 7,8% gemiddeld volgens de organisatie. Nu is 7,8% gemiddeld al een hele uitdaging, maar het lullige is dat ze een foutje hebben gemaakt. In werkelijkheid is de klim 9% gemiddeld. Bijna 5 kilometer aan 9% dus, Spaanser gaat het niet worden.
![CumbresVerdes.gif]()
De eerste kilometer is dan nog wel goed te doen, maar de vier kilometer daarna komt het bijna niet onder de 10%. Wat deze klim nog moeilijker maakt is dat er geen enkele bocht is. Letterlijk geen enkele. Vier kilometer lang rechtdoor, aan 10%. Daar kun je makkelijk heel erg moedeloos van worden. Voor ons als kijkers wel interessant. Kun je alles op een zakdoek zien liggen, terwijl de verschillen uiteindelijk toch wel redelijk groot kunnen worden, door die hoge percentages.
![P9010010.JPG]()
Uiteraard is het weer warm.
![etp6.png]()
Een voorspelling is nu nog wat lastig, want dit is de eerste echte test voor de klassementsmannen, maar bepaalde namen spreken wel voor zich, zeker op zo'n steile klim.
1. Quintana. Wint iedere bergrit. Met een kwartier voorsprong.
2. Rodriguez. Dit is wel een typische klim voor Rodriguez. Hij is dan helemaal in zijn element. Leg ergens iets steils neer en hij komt vanzelf naar voren.
3. Martin. Lijkt heel goed in orde te zijn. Werd al een keer tweede, dat was dan wel een wat minder zware aankomst, maar zijn optredens in de Waalse Pijl bijvoorbeeld laten zien dat hij zich ook wel kan redden op een steile klim.
4. Valverde. De eerste keer dat hij voorbij gereden gaat worden door zijn ploeggenoot. Zal nog wel vaker gebeuren en omdat Piti dat niet leuk vindt vind ik dat wel leuk.
5. Chaves. Die moet dit wel aankunnen, hoewel hij enorm wisselvallig is, dus misschien komt hij wel op drie kwartier binnen. Kan natuurlijk ook.