owja! het komt weer naar boven, ik wist dat het niet al te moeilijk moest zijn

thx
de formule van de economische levensduuris dus: aanschafprijs-(restwaarde+complementaire kosten)/de prestaties cq geproduceerde stuks
nog een klein vraagje dan over de technische levensduur:
Is de technische levensduur ook te berekenen of weet iemand daar de formule van? Zeg maar in de zelfde soort som als de economische levensduur hierboven?
dus ik verzin maar iets: De zelfde vraag alleen nu wordt er om de technische levensduur gevraagd

of zeg ik nu hele gekke dingen.
Ik vraag dit omdat ik tijdens de aankomende toets sowieso verwacht dat ik de technische of de economische levensduur moet berekenen, vandaar dat ik ook benieuwd ben naar de berekening/formule van de technische levensduur
Janssen BV heeft een nieuwe machine aangeschaft voor 250.000 euro; de economische levensduur van de machine is 4 jaar. (net berekend)
Verder zijn de volgende gegevens bekend:
jaar 1 restwaarde: 180.000 complementaire kosten: 50.000 prestaties: 100.000
jaar 2 restwaarde: 120.000 complementaire kosten: 54.000 prestaties: 100.000
jaar 3 restwaarde: 80.000 complementaire kosten: 60.000 prestaties: 96.000
jaar 4 restwaarde: 50.000 complementaire kosten: 68.000 prestaties: 92.000
jaar 5 restwaarde: 20.000 complementaire kosten: 77.000 prestaties: 88.000
Nu is de vraag: wat is de technische levensduur:
A 2 jaar
B 3 jaar
C 4 jaar
D 5 jaar
Of wordt de technische levensduur in een andere vraagstelling gevraagd?