Man, middelbare leeftijd, lichtelijk autistisch, last van tics en chagrijnig. Verzuurd door gemiste kansen, door te lang alleen zijn en door het besef dat, qua carrière, het plafond al lang geleden bereikt is. Links en rechts ziet hij zich gepasseerd worden door mensen die gelukkig zijn met hun gezin en vrije tijd, terwijl hij in feite alleen ruggenspraak heeft als hij te midden van zijn collega's is; in een plaats en werkplek waar hij 'nog niet dood gevonden wil worden' (hoewel die kans natuurlijk niet gering is, omdat werktijd en reistijd een aanzienlijk gedeelte van de week is).
Het besef dat het leven niet meer in petto heeft dan dit, heeft hem een façade doen optrekken naar zijn collega’s toe. Hij spiegelt dingen mooier voor dan ze zijn, leent andermans anekdotes of liegt ronduit bij tijd en wijlen. Continu blijft hij hangen in dezelfde ergernissen die hij al volledig heeft uitgekauwd. Die hij alleen maar ventileert, maar waarin hij zelf geen enkel initiatief onderneemt.
Hij is maar een half woord nodig in een willekeurige discussie om het te onderbreken met een opmerking of verhaal die er vaak geen reet mee te maken heeft. Hij pikt geen non-verbale signalen op (iemand die verveeld of geïrriteerd wegkijkt) zodat hij maar door blijft ratelen in een trage monotone tred van spreken.
Collega's kennen hem al door en door, kennen zijn nukken en verzinsels. Niet zelden wordt hij betrapt op een inconsistentie in zijn inmiddels al overbekende verhalen. Al vaak heeft men hem er op moeten wijzen dat zijn gedrag of uitlatingen asociaal zijn, maar kritiek lijkt van hem af te glijden als los zand door je vingers.
Over persoonlijke hygiëne wil ik het dan nog geeneens hebben. Ik kijk al weer met vrees uit naar de zomerperiode.
Klacht: mijn verzuurde collega.
Ken je die mensen en wat moet je nou met zo’n idioot?