abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_134885756
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:30 schreef spiritusbus het volgende:

[..]

Dit is Pools?
Hoe weet jij dat nou weer? :')
  maandag 30 december 2013 @ 18:30:41 #77
360470 TwentyFourr
Dat zeg ik ook altijd
pi_134885760
pi_134885776
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:30 schreef vogeltjesdans het volgende:

[..]

Tuurlijk, maar dan moet robben wel fit zijn.
Nja, Van Persie is de man.
  maandag 30 december 2013 @ 18:31:12 #79
360470 TwentyFourr
Dat zeg ik ook altijd
pi_134885781


Ook een zeehond
pi_134885786
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:29 schreef spiritusbus het volgende:
Zeehonden.

Kim - Groep 8 De Wadden

Hoofdstuk indeling pag.

1. Hoofdstuk indeling + bronnen + inleiding + plaatjes
2. Zeehonden.
3. Wat is een zeehond?
4. Vijand en vriend.
5. Hoe ziet een zeehond eruit?
6. Een zeehondenopvangcentra
7. Extra informatie over de waddenzeehond.

Bronnen

- Zeehonden, zeeleeuwen en walrussen: vertaald uit het Engels en geschreven door
Cleave, Andrew.
- De Waddenzeehond is geschreven door N. van Leeuwen- Seelt en Peter Reijnders.
- Zeehonden is geschreven door Eco Mare (zelf).
- Zeehondjes op het ijs: vertaald uit het Frans en geschreven door Soler, Joelle.
- De zeehond: vertaald uit het Engels en geschreven door Bright, Micheal.

Inleiding

Ik heb dit werkstuk over zeehonden gehouden omdat ik zeehonden grappige dieren vind.
Ook was er nog geen ander werkstuk over zeehonden gemaakt (wel 2 over zeeleeuwen).
Er was veel informatie over zeehonden te vinden en ik heb veel van dit werkstuk geleerd.

Plaatjes
Plaatje 1 komt uit het boek: de zeehond, blz 19.
Plaatje 2 komt uit het boek: zeehonden, zeeleeuwen en walrussen, blz 17.
Plaatje 3 komt uit het boek: zeehonden, zeeleeuwen en walrussen, blz 63.
Plaatje 4 komt uit het boek: de waddenzeehond, blz10.

Zeehonden

Over de hele wereld zijn ongeveer 30 verschillende soorten zeehonden. Dit zijn de soorten:

1. De gewone zeehond
2. De grijze zeehond
3. De ringelrob
4. De zadelrob
5. De monniksrob:
· De Hawaii-monniksrob
6. De klapmuts
7. De baardrob
8. De zeeleeuw:
· Galįpagos-zeeleeuw
· Californische zeeleeuw
· Zuid-Amerikaanse zeeleeuw
· Australische zeeleeuw
· Steller zeeleeuw
9. De zee olifant
10. De walrus
11. De zeekoe
12. De weddell-zeehond
13. De bajkal zeehond
14. De geringde zeehond
15. De harbour-zeehond
16. De oorrob
17. De kril-etende zeehond
18. Het zeeluipaard
19. De krabeter
20. De zeebeer
21. De ross-zeehond
22. De latamijn
23. De phocinae
24. De pelsrob:
· De Zuid-Afrikaanse pelsrob
· De Nieuw-Zeelandse pelsrob

Wat is een zeehond?

De zeehond is een zoogdier, dat betekent dat het dier adem moet halen via zijn longen. Een zeehond of ander zoogdier kan makkelijk 5 minuten onder water blijven(er is zelfs een keer een zoogdier geweest dat het 8 keer zolang kon). Zoogdieren moeten dus regelmatig boven water komen om te ademen. Bij vissen is dat niet nodig, want die ademen met hun kieuwen.

De zeehond is net zoals een mens warmbloedig. Omdat er op de dikke, onderhuidse vetlaag (soms wel 8 centimeter dik) nog 2 verschillende soorten haren zitten blijft hun tempratuur lekker warm. Een zeehond heeft lange en korte haren dicht op elkaar staan. Bij een gewone, gezonde zeehond is de tempratuur 37 graden celcius.

Ook de zeehond brengt een kleintje ter wereld; als deze geboren is voedt zij het met haar moedermelk. Als het vrouwtje moet bevallen zoekt het dier een droogliggende zandbank op en daar krijgt zij het kleintje. Binnen 6 uur moet de baby kunnen zwemmen anders verdrinkt het als het vloed is. Als het kleintje nog niet zo goed kan zwemmen of als het moe is klimt het kleintje op de rug van de moeder en het drijft dan mee.

Vijand en vriend

De zeehond heeft vijanden en dat zijn vooral stropers, ook is de ijsbeer een van hun vijanden. Stropers jagen op zeehonden omdat de vacht van een zeehond veel geld waard is op de zwarte markt. Zo komt er een eind aan het leven van veel zeehonden. Gelukkig komen er verschillende milieugroepen in actie, ook GREENPEACE hoort daarbij. GREENPEACE helpt zeehonden door groene verf op hun rug te spuiten.Sommige mensen vinden het gemeen dat ze zoiets doen, maar het is helemaal niet gemeen. Het is juist goed dat ze dat doen, want de zeehonden voelen niks en de stropers hoeven de vachten niet meer omdat het toch niets meer opleverd, en zo blijven er heel veel zeehonden in leven.
Tegen natuurlijke vijanden (zoals de ijsbeer) kan GREENPEACE niks doen, want die dieren moeten ook eten hebben om in leven te blijven, maar stropers kunnen ook iets anders worden bijvoorbeeld schoolmeester of badmeester.

Hoe ziet een zeehond eruit?

Als je een zeehond van dichtbij bekijkt zijn er 3 dingen die je op moeten vallen:
- Een zeehond heeft geen oorschelpen.
- Een zeehond heeft hele grote bolle ogen.
- Een zeehond heeft stijve snorharen.
Natuurlijk ziet niet iedere zeehond er hetzelfde uit. Elke zeehond heeft wel een eigen kenmerk. Als je naar verschillende zeehonden kijkt zie je dat niet iedere zeehond grijs of wit is. Bij de volgende plaatjes zie je dat ook.

De gewone zeehond:
Een gewone zeehond is een rotsblok opgekropen. Hij heeft een compact lichaam en korte vinnen. De ronde kop en betrekkelijke grote ogen zijn kenmerkend voor deze soort, die overigens ook in de Waddenzee en rond de Zeeuwse eilanden voorkomt. De kleur kan variėren van heel donkerbruin tot zand- en zilverkleurig.

De walrus:
Walrussen die zich op een uit het water stekende rots in de zon koesteren, kunnen oververhit raken. Hun bloed stroomt dicht onder hun huid, zodat de warmte aan hun omgeving wordt afgegeven; hierdoor krijgen ze een rode kleur.

Zeehondenopvangcentra

Er zijn over het Europese Waddengebied 5 zeehondenopvangcentra: 2 in Duitsland, 1 in Denemarken en 2 in Nederland. In Nederland heten deze opvangcentra:
- Eco Mare
- Pieterburen
In het opvangcentrum Pieterburen worden blinde en zieken zeehonden opgenomen en verzorgd. Elk jaar komen er 80 zeehonden binnen en 60 ervan gaan weer weg. Je kan hier gaan kijken en dat is hartstikke leuk, maar natuurlijk kunnen die zeehonden geen kunsten laten zien. Als je kunsten die zeehonden doen zou willen zien dan moet je naar het dolfinarium in Hardewijk gaan. Daar kan je van alles zien trouwens daar zijn niet alleen zeehonden te bekijken, maar ook dolfijnen en andere dieren die kunsten vertonen.

Mijn mening hierover: ik vind het gemeen dat dieren kunsten moeten laten zien om iets extra te krijgen. En waarom moeten de dieren kunsten laten zien aan bezoekers, om voor mensen brood op de plank te krijgen? Het lijkt soms of dieren als mensen behandeld worden.

Extra informatie over een zeehond in de Waddenzee

- Zeehonden verharen in de tijd van juni - midden september.
- Geboortegewicht: ca. 10 tot 12 kg.
- Geboortelengte: ca. 85 cm.
- Een volwassen mannetje: 80 tot 100 kg.
- Een volwassen mannetje: 1.60 m.
- Een volwassen vrouwtje: 70 tot 90 kg.
- Een volwassen vrouwtje: 1.50 m.
- De oudste zeehond tot nu toe: 40 jaar.
- Eten: 3 tot 5 kilo vis per dag.
- Een vrouwtje kan pas als ze 4 is een kindje krijgen.
- Draagtijd: ca. 11 maanden.
- Bevallen: eind juni.
quote:
14s.gif Op maandag 30 december 2013 18:29 schreef Guus_Geluk7 het volgende:
Fokowate, foki (Phocidae) – rodzina drapieżnych ssaków morskich zaliczana do płetwonogich (Pinnipedia), obejmująca 19 gatunków.
Spis treści [ukryj]
1 Cechy charakterystyczne
2 Środowisko życia
3 Choroby fok
4 Gatunki
5 Fokarium
6 Ciekawostki
7 Zobacz też
8 Przypisy
Cechy charakterystyczne[edytuj | edytuj kod]
kończyny tylne wyciągnięte ku tyłowi, nieużyteczne przy poruszaniu się na lądzie
brak małżowin usznych
widzą bardzo dobrze, zarówno w wodzie, jak i na lądzie
pływają szybko i niezwykle zwinnie
pod wodą wytrzymują nawet do 40 minut
młode pokryte są białym, gęstym futerkiem, zwanym lanugo
Mogą nurkować do 200 m.
Środowisko życia[edytuj | edytuj kod]
w chłodnych morzach obu półkul
w gromadach
w większości w strefie przybrzeżnej
Choroby fok[edytuj | edytuj kod]
nosówka
zapalenie płuc
wścieklizna
choroby układu oddechowego
choroby związane z połknięciem niewłaściwego pokarmu, np. pustej reklamówki
Najcięższą z foczych chorób jest nosówka, która dziesiątkuje stada fok. Często przyczyną chorób foki jest działanie ludzi, jak to miało miejsce w przypadku mieszkanki helskiego fokarium, foki Krysi. Monety, które ludzie wrzucali "na szczęście", połknięte przez fokę zalegały w przewodzie pokarmowym bardzo długo i sukcesywnie były trawione. Uwalniane w ten sposób pierwiastki ciężkich metali zatruwały poszczególne organy wewnętrzne. Stwierdzono, iż bezpośrednią przyczyną nagłego zgonu był wewnętrzny krwotok na skutek gwałtownego pęknięcia śledziony[2].
Gatunki[edytuj | edytuj kod]
Rodzaj: Monachus
Monachus monachus – mniszka śródziemnomorska
Monachus schauinslandi – mniszka hawajska
†Monachus tropicalis – mniszka antylska
Rodzaj: Mirounga
Mirounga angustirostris – słoń morski północny
Mirounga leonina – słoń morski południowy
Rodzaj: Ommatophoca
Ommatophoca rossi – foka Rossa
Rodzaj: Lobodon
Lobodon carcinophaga – krabojad
Rodzaj: Hydrurga
Hydrurga leptonyx – lampart morski
Rodzaj: Leptonychotes
Leptonychotes weddellii – foka Weddella
Rodzaj: Erignathus
Erignathus barbatus – foka wąsata
Rodzaj: Cystophora
Cystophora cristata – kapturnik
Rodzaj: Phoca
Phoca largha – foka pstra
Phoca vitulina – foka pospolita
Rodzaj: Pusa
Pusa caspica – foka kaspijska
Pusa hispida – nerpa
Pusa sibirica – foka bajkalska
Rodzaj: Pagophilus
Pagophilus groenlandicus – foka grenlandzka
Rodzaj: Histriophoca
Histriophoca fasciata – foka pręgowana
Rodzaj: Halichoerus
Halichoerus grypus – foka szara
Fokarium[edytuj | edytuj kod]
Badaniem fok szarych i ich rozmnażaniem w celu zachowania ginącego gatunku zajmuje się Stacja Morska Uniwersytetu Gdańskiego, prowadząc unikalne fokarium w mieście Hel.
Ciekawostki[edytuj | edytuj kod]
Foka Depka była pierwszą dziko żyjącą foką szarą urodzoną w fokarium w mieście Hel. Imię Depki oznacza kanał Głębinkę (Depkę) pomiędzy Rewą Mew a rewskim Szpyrkiem na Zatoce Puckiej. Depka nie jest jedyną foką, która opuściła helskie fokarium. Oprócz niej, w miejscowości Czołpino wypuszczono również na wolność Cumę, Adama, Bojkę, Dulkę, Denegę, Dryfa i inne. Nie wszystkim udało się jednak przeżyć w wodach Bałtyku.[potrzebne źródło]
Depka po "wycieczkach" do Danii i Niemiec powróciła do Polski. Często można ją spotkać w okolicach Pogorzelicy, Niechorza i Trzęsacza. W Niechorzu wydzielono dla niej część plaży, by mogła w spokoju tam odpoczywać, nie będąc nękana przez turystów, chcących zrobić sobie z nią zdjęcia.[potrzebne źródło]
W Bałtyku żyje również foka pospolita o imieniu Cętka, często odwiedza nasze plaże. Do niedawna tylko Cętka i Depka zamieszkiwały polskie tereny Bałtyku.
Od września 2007 roku na polskich plażach zaobserwowano również stadko liczące 6 osobników foki szarej. Harem najczęściej wypoczywa na Mewiej Łasze na Zatoce Gdańskiej.
Zobacz też[edytuj | edytuj kod]
selkie
ff quoten dat leest wat makkelijker
pi_134885796
Əsl suitilər
Vikipediya, aēıq ensiklopediya
?Əsl suitilər
Harbour seal.jpg
Adi suiti
Elmi təsnifat
Aləmi: Heyvanlar
Yarımaləm: Eumetazoylar
Bölmə: İkitərəflisimmetriyalılar
Yarımbölmə: Sonağızlılar
Tip: Xordalılar
Yarımtip: Onurğalılar
İnfratip: Ağızēənəlilər
Sinifüstü: Dördayaqlılar
Sinif: Məməlilər
Yarımsinif: Vəhşi heyvanlar
İnfrasinif: Plasentalılar
Dəstəüstü: Lavrazioterilər
Dəstə: Yırtıcılar
Fəsilə: Əsl suitilər
Latınca adı
Phocidae (Gray, 1821)
Wikispecies-logo.svg
Vikinövlərdə
sistematika Commons-logo.svg
Şəkil
axtarışı
ÜTMX 180640
MBMM 9709
HE 8821272

Əsl suitilər (lat. Phocidae) – yırtıcılar dəstəsinə aid heyvan fəsiləsi.
Cinsləri[redaktə]

Cystophora
Erignathus
Halichoerus
Histriophoca
Hydrurga
Leptonychotes
Lobodon
Mirounga
Monachus
Ommatophoca
Pagophilus
Phoca
Pusa
pi_134885801
quote:
14s.gif Op maandag 30 december 2013 18:30 schreef Guus_Geluk7 het volgende:

[..]

Hoe weet jij dat nou weer? :')
Het ziet er Oost-Europees uit, dus gok ik op Pools. Pools lijkt trouwens op Pels wat ons brengt bij:

  maandag 30 december 2013 @ 18:31:55 #83
360470 TwentyFourr
Dat zeg ik ook altijd
pi_134885816
  maandag 30 december 2013 @ 18:32:07 #84
360470 TwentyFourr
Dat zeg ik ook altijd
pi_134885828
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:31 schreef spiritusbus het volgende:

[..]

Het ziet er Oost-Europees uit, dus gok ik op Pools. Pools lijkt trouwens op Pels wat ons brengt bij:

[ afbeelding ]
_O_
pi_134885837
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:31 schreef spiritusbus het volgende:

[..]

Het ziet er Oost-Europees uit, dus gok ik op Pools. Pools lijkt trouwens op Pels wat ons brengt bij:

[ afbeelding ]
NEEE! NIET DAT ARME ZEEHONDJE STELLETJE DIERENBEULEN IK GA HET TEGEN HUN MOEDERS ZEGGEN, NEEEE1111111
pi_134885838
Niets gelezen, echter wel de plaatjes bekeken.

Terechte klacht & goed topic, gefeliciteerd Roadtrip het is je gelukt.
pi_134885867
quote:
14s.gif Op maandag 30 december 2013 18:31 schreef Guus_Geluk7 het volgende:
Əsl suitilər
Vikipediya, aēıq ensiklopediya
?Əsl suitilər
Harbour seal.jpg
Adi suiti
Elmi təsnifat
Aləmi: Heyvanlar
Yarımaləm: Eumetazoylar
Bölmə: İkitərəflisimmetriyalılar
Yarımbölmə: Sonağızlılar
Tip: Xordalılar
Yarımtip: Onurğalılar
İnfratip: Ağızēənəlilər
Sinifüstü: Dördayaqlılar
Sinif: Məməlilər
Yarımsinif: Vəhşi heyvanlar
İnfrasinif: Plasentalılar
Dəstəüstü: Lavrazioterilər
Dəstə: Yırtıcılar
Fəsilə: Əsl suitilər
Latınca adı
Phocidae (Gray, 1821)
Wikispecies-logo.svg
Vikinövlərdə
sistematika Commons-logo.svg
Şəkil
axtarışı
ÜTMX 180640
MBMM 9709
HE 8821272

Əsl suitilər (lat. Phocidae) – yırtıcılar dəstəsinə aid heyvan fəsiləsi.
Cinsləri[redaktə]

Cystophora
Erignathus
Halichoerus
Histriophoca
Hydrurga
Leptonychotes
Lobodon
Mirounga
Monachus
Ommatophoca
Pagophilus
Phoca
Pusa
Hmm, deze taal ken ik niet echt, is het Armeens?
pi_134885881
Tuleňovitķ
Wikipedie:Jak čķst taxoboxtuleňovitķ
tuleň obecnż (Phoca vitulina)
tuleň obecnż (Phoca vitulina)
Vědeckį klasifikace
ŘķØe: živočichové (Animalia)
Kmen: strunatci (Chordata)
Třķda: savci (Mammalia)
Řįd: Øelmy (Carnivora)
Podřįd: psotvįrnķ (Caniformia)
Nadčeleď: ploutvonožci (Phocoidea)
Čeleď: tuleňovitķ (Phocidae)
Gray, 1821
Tuleňovitķ (Phocidae) jsou nejpočetnějØķ a životu ve vodě nejlépe přizpůsobenou čeledķ ploutvonožců (Pinipedia). O co dokonaleji se pohybujķ ve vodě, o to větØķ majķ problémy s pohybem na souØi. Nemohou již vůbec podsouvat zadnķ končetiny pod tělo a tak se pohybujķ jen plazenķm po břiØe. Kromě toho již śplně ztratili uØnķ boltce (v angličtině se jim řķkį earless seals – bezuØķ "tuleni"). V této čeledi je 19 žijķcķch druhů ve 13 rodech. ČeØtina mį jméno jen pro rody čepcol (Cystophora) a rypouØ (Mirounga), ostatnķ pojmenovįvį společnżm jménem "tuleň". U tuleně karibského (Monachus tropicalis) se předpoklįdį, že byl okolo roku 1950 vyhuben.
Obsah [skrżt]
1 Popis
2 Biologie
3 Taxonomie
4 RozØķřenķ
5 Evoluce
6 Reference
7 Externķ odkazy
Popis[editovat | editovat zdroj]

Tuleni mohou dorůstat velikosti 1,2 – 6 metrů (hmotnost 65 – 370 kg). Pouze u čepcola a rypouØů se samice vżrazně velikostně liØķ od samců. Zadnķ ploutve trvale směřujķ dozadu a při plavįnķ sloužķ i ke kormidlovįnķ. Přednķ nepřķliØ vyvinuté pomįhajķ udržovat rovnovįhu a na souØi se o ně opķrajķ při plazenķ. Ploutve lemujķ dobře vyvinuté drįpy. Mķsto boltců jim uØnķ otvory kryjķ jen zįhyby kůže. Mohou mķt 26–34 zubů, dominantnķ jsou dlouhé Øpičįky, stoličky sekodontnķho typu jsou téměř stejné. Srst dospělce je krįtkį tuhį se Øpatně vyvinutou podsadou, tepelnou izolaci zajiØťuje silnį vrstva podkožnķho tuku. Mlįďata majķ jemnou chundelatou srst
Biologie[editovat | editovat zdroj]

Tuleňovitķ jsou velmi dobře přizpůsobeni pohybu ve vodě a dokįžou s vynaloženķm minimįlnķ nįmahy uplavat obrovské vzdįlenosti. Tuleni dokonce i spķ pod vodou a jen pro nįdech v pravidelnżch intervalech vyplouvajķ na hladinu [1]. Pod vodou dokįžou zůstat až 45 minut, obvykle se vØak potįpějķ spķØe na 5 – 10 minut. Aktivnķ jsou ve dne i v noci a pod vodou se orientujķ nejen zrakem, ale i sluchem. VětØinou se živķ rybami, hlavonožci a kraby, některé druhy vØak dokįžou ulovit i tučňįky nebo dokonce ostatnķ ploutvonožce. Jejich přirozenżmi nepřįteli jsou člověk, kosatka dravį a žraloci.
Tuleni dokįžou dlouho hladovět, což využķvajķ zvlįØtě při rozmnožovįnķ, kdy samice před porodem vylezou na souØ a zde pak zůstanou a kojķ svį mlįďata. VeØkerou energii a lįtky potřebné pro tvorbu mléka berou jen ze svżch tukovżch zįsob. Tulenķ mléko mį velmi vysokż obsah tuku a mlįďata velmi rychle přibķrajķ (až 2,5 kg denně). Jedna samice neuživķ vķce než jedno mlįdě; délka kojenķ je u různżch druhů rozdķlnį. Do moře se vracķ jeØtě před tķm, než je mlįdě schopno jķt do vody. Mlįďata v tomto obdobķ (i několik tżdnů) žijķ ze zįsob, které si vytvořila z tučného mateřského mléka.
Taxonomie[editovat | editovat zdroj]

Navzdory desetiletķm studia čeledě tuleňovitżch nejsou jeØtě vØechny aspekty fylogeneze vyřeØeny. Rozpory mezi molekulįrnķmi a morfologickżmi poznatky jsou u některżch druhů stįle diskutabilnķ. V současnosti uznįvanį varianta rozděluje čeleď tuleňovitżch do 13 rodů seskupenżch do 4 podčeledķ: [2][3][4]
Podčeleď čepcolové (Cystophorinae)
Rod čepcol (Cystophora) Nilsson, 1820
čepcol hřebenatż (Cystophora cristata) Erxleben, 1777
Rod rypouØ (Mirounga) Gray, 1827
rypouØ severnķ (Mirounga angustirostris) Gill, 1866
rypouØ slonķ (Mirounga leonina) Linnaeus, 1758
Podčeleď tuleni krabožravķ (Lobodontinae)
Rod Hydrurga Gistel, 1848
tuleň leopardķ (Hydrurga leptonyx) Blainville, 1820
Rod Leptonychotes Gill, 1872
tuleň Weddellův (Leptonychotes weddellii) (Lesson, 1826)
Rod Lobodon Gray, 1844
tuleň krabožravż (Lobodon carcinophagus) (Hombron & Jacquinot, 1842)
Rod Ommatophoca Gray, 1844
tuleň Rossův (Ommatophoca rossii) Gray, 1844
Podčeleď tuleni Øedķ (Monachinae)
Rod Monachus Fleming, 1822
tuleň středomořskż (Monachus monachus) Hermann, 1779
tuleň havajskż (Monachus schauinslandi) Matschie, 1905
† tuleň karibskż (Monachus tropicalis) Gray, 1850
Podčeleď tuleni pravķ (Phocinae)
Rod Erignathus Gill, 1866
tuleň vousatż (Erignathus barbatus) Erxleben, 1777
Rod Halichoerus Nilsson, 1820
tuleň kuželozubż (Halichoerus grypus) Fabricius, 1791
Rod Histriophoca Gill, 1873
tuleň pruhovanż (Histriophoca fasciata) (Zimmermann, 1783)
Rod Pagophilus Gray, 1844
tuleň grónskż (Pagophilus groenlandicus) (Erxleben, 1777)
Rod Phoca Linnaeus, 1758
tuleň pacifickż (Phoca largha) Pallas, 1811
tuleň obecnż (Phoca vitulina) Linnaeus, 1758
Rod Pusa Scopoli, 1771
tuleň kaspickż Pusa caspica (Gmelin, 1788)
tuleň kroužkovanż Pusa hispida (Schreber, 1775)
tuleň bajkalskż Pusa sibirica Gmelin, 1788
RozØķřenķ[editovat | editovat zdroj]

Mapa rozØķřenķ tuleně obecného
Žijķ předevØķm v mořķch chladného a mķrného pįsu, vżjimečně i v tropech a ve sladkovodnķch jezerech.
Evoluce[editovat | editovat zdroj]

NejstarØķ doklady o tuleňovitżch jsou znįmy ze střednķho miocénu severnķho Atlantiku, z doby před zhruba 15 miliony lety. K nejstarØķm patřķ rody Leptophoca a Monotherium.
pi_134885904
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:33 schreef spiritusbus het volgende:

[..]

Hmm, deze taal ken ik niet echt, is het Armeens?
Ja, volgens mij wel.
pi_134885914
Jij gebruikt gewoon google vertaler he, zemmel.
pi_134885927
pi_134885933
Ęgte sęler
Fra Wikipedia, den frie encyklopędi
Ęgte sęler ?
Spęttet sęlungefra Fiskerimuseet i Esbjerg, 1999Foto: Kirsten Poulsen
Spęttet sęlunge
fra Fiskerimuseet i Esbjerg, 1999
Foto: Kirsten Poulsen
Videnskabelig klassifikation
Domęne: Eukaryota
Rige: Animalia (Dyr)
Rękke: Chordata (Chordater)
Klasse: Mammalia (Pattedyr)
Orden: Carnivora (Rovdyr)
Underorden: Pinnipedia (sęler)
Familie: Phocidae
Slęgt
Phoca
Erignathus
Halichoerus
Cystophora
Mirounga
Monachus
Ommatophoca
Lobodon
Hydrurga
Leptonychotes
De ęgte sęler eller ųrelųse sęler er den ene af to hovedgrupper af pattedyr inden for underordenen sęler Pinnipedia. Ęgte sęler adskilles fra Ųresęlerne (Otariidae, pelssęler og sųlųver) på kraniekarakterer, fravęret af et ydre ųre og bagluffernes anatomi. De ęgte sęler kan således ikke folde baglufferne ind under kroppen og gå på dem, men må nųjes med at mave sig frem på land.
Gruppen inddeles normalt i 2 undergrupper, baseret bl.a. på kranieanatomi:
Nordlige ęgte sęler – Phocini
Indeholder alle sęler fra Arktis og nordlige Atlanterhav
Munkesęler og Antarktiske ęgte sęler – Monachini
Indeholder Munkesęlerne, de Antarktiske ęgte sęler og sųelefanterne
Klassifikation[redigér | redigér wikikode]

Sydlig sųelefant
Familie: Phocidae
Tribus: Phocini
Slęgt: Phoca
Phoca largha (Larghasęl)
Phoca vitulina (Spęttet sęl)
Slęgt: Pusa
Pusa hispida (Ringsęl)
Pusa sibirica (Bajkalsęl)
Pusa caspica
Slęgt: Pagophilus
Pagophilus groenlandica (Grųnlandssęl)
Slęgt: Histriophoca
Histriophoca fasciata (Harlekinsęl)
Slęgt: Erignathus
Erignathus barbatus (Remmesęl)
Slęgt: Halichoerus
Halichoerus grypus (Gråsęl)
Slęgt: Cystophora
Cystophora cristata (Klapmyds)
Tribus: Monachini
Undertribus: Monachina
Slęgt: Mirounga (Sųelefanter)
Mirounga angustirostris (Nordlig sųelefant)
Mirounga leonina (Sydlig sųelefant)
Slęgt: Monachus
Monachus schauinslandi (Stillehavsmunkesęl)
Monachus monachus (Middelhavsmunkesęl)
Monarchus tropicalis (Karibisk munkesęl) (Formodet uddųd omkring 1950)
Undertribus: Lobodontina
Slęgt: Ommatophoca
Ommatophoca rossi (Ross-sęl)
Slęgt: Lobodon
Lobodon carcinophagus (Krabbeędende sęl / Krillsęl)
Slęgt: Hydrurga
Hydrurga leptonyx (Sųleopard)
Slęgt: Leptonychotes
Leptonychotes weddelli (Weddellsęl)
pi_134885945
Loop het topic van Roadtrip eens niet naar de kk te helpen, hij sloeg de spijker op zijn kop met die plaatjes van zeehonden.

TR gemacht.
  maandag 30 december 2013 @ 18:34:53 #94
360470 TwentyFourr
Dat zeg ik ook altijd
pi_134885951
pi_134885966
quote:
14s.gif Op maandag 30 december 2013 18:33 schreef Guus_Geluk7 het volgende:

[..]

Ja, volgens mij wel.
Aight.

アザラシ
Gnome-globe.svg
この項目はその主題が日本に置かれた記述になっており、世界的観点からの説明がされていない可能性があります。ノートでの議論と記事の発展への協力をお願いします。(2013年9月)
アザラシ
Spotted Seal mombestu2.jpg
ゴマフアザラシ
分類
界 : 動物界 Animalia
門 : 脊索動物門 Chordata
亜門 : 脊椎動物亜門 Vertebrata
綱 : 哺乳綱 Mammalia
目 : ネコ目(食肉目) Carnivora
亜目 : イヌ亜目 Caniformia
下目 : 鰭脚下目 Pinnipedia
科 : アザラシ科 Phocidae
学名
Phocidae Gray, 1821
シノニム
Phocinae Gray, 1821
和名
アザラシ、トッカリ
英名
earless seal
下位分類群
アゴヒゲアザラシ属 Erignathus
ウェッデルアザラシ属 Leptonychotes
カニクイアザラシ属 Lobodon
ゴマフアザラシ属 Phoca
ズキンアザラシ属 Cystophora
ゾウアザラシ属 Mirounga
ハイイロアザラシ属 Halichoerus
ヒョウアザラシ属 Hydrurga
モンクアザラシ属 Monachus
ロスアザラシ属 Ommatophoca
アザラシ(海豹)は、鰭脚類に含まれる海棲哺乳類のグループである。アザラシ科、もしくはアザラシ科アザラシ亜科に分類される。
北極圏から熱帯、南極まで幅広い海域に生息する。日本近海では北海道を中心にゴマフアザラシ、ワモンアザラシ、ゼニガタアザラシ、クラカケアザラシ、アゴヒゲアザラシの5種のアザラシが見られる。
北海道ではアイヌ語より「トッカリ」とも呼ばれている。
目次 [非表示]
1 形態
2 分布
3 繁殖
4 食物
5 感覚
5.1 視覚
5.2 聴覚
5.3 嗅覚
6 アシカとの違い
7 アザラシ猟
7.1 日本
7.2 北極圏
8 分類
9 ギャラリー
10 参考文献
10.1 エッセイ
11 外部リンク
形態[編集]

アザラシには体重50kgのワモンアザラシから3700kgに及ぶミナミゾウアザラシまでおりその体は変化に富む。体格については多くの種で雌雄にそれほど顕著な差は無いが、ミナミゾウアザラシではオスの体重はメスの10倍になる。逆にモンクアザラシやヒョウアザラシではメスのほうがオスより大きい。
ゾウアザラシ属(右写真参照)とズキンアザラシは繁殖のディスプレイのため鼻が特異な形をしている。
首は短く、四肢には5本指があり指の間には水かきが付きヒレに変化している。アザラシの前ビレのうち空気中に露出している部分はヒトの手首より先の部分にあたる。

ミナミゾウアザラシ
体には短い毛が隙間なく生えており毛皮として利用されてきた。
アザラシは優れた潜水能力をもつことで知られている。キタゾウアザラシは1,500mまで潜水した記録がある。鼻腔を閉じることができ、肺の中の空気をほとんどすべて吐き出すことで高い水圧に耐えられるなど、潜水に適応した特徴をもつ。
かつて、アザラシはイタチとの共通祖先から分岐し、アシカはクマとの共通祖先から分岐し、収斂進化によって類似した形態を獲得したとする2系統説が主流であったが、近年は分子系統学的研究により、いずれもクマに近い共通の祖先をもつという単系統説が主流になっている。
分布[編集]

アザラシ科は10属19種からなり頭蓋骨や四肢骨の特徴からモンクアザラシ亜科とアザラシ亜科に分けられる。モンクアザラシ亜科に属する種は主に南半球に、アザラシ亜科に分類される種は北半球に生息する。
日本近海には5種のアザラシが生息しているが彼らは「すみわけ」をしているように見える。大雑把に言うとワモンアザラシは氷や流氷の多い地域に多く、大型プランクトンと小型魚類を食べている。アゴヒゲアザラシは流氷の移動する浅い海域を好み底性の魚類やカニ・貝を食べている。ゴマフアザラシとクラカケアザラシはこれらより南に分布し、冬から春にかけては流氷上で出産する。流氷期が終わるとゴマフアザラシは分散して沿岸で生活するがクラカケアザラシは外洋で回遊する。ゼニガタアザラシはその南に分布し流氷のあまり来ない北海道から千島列島の結氷しない地域で暮らす。以上が日本近海のアザラシの分布の定説であるが、2002年に東京都の多摩川に出現し日本を騒がせたアゴヒゲアザラシのタマちゃんのように定説どおりに動かないアザラシも少数おり、日本各地に出現するケースも稀にある。「Category:著名なアザラシ」に例が挙げられる。
繁殖[編集]

ゴマフアザラシの幼獣
アザラシの夫婦形式は一雄一雌型のゴマフアザラシのような種もいる一方、ミナミゾウアザラシは一夫多妻型、ハーレムを作る種もおり多様である。
アザラシは陸上・もしくは海氷上で出産する。一産一仔で妊娠期間はほとんどの種で一年である。新生児の産毛は保護色になっている種も多い。すなわち海氷上で出産する種(ゴマフアザラシ・ワモンアザラシなど)は白色の産毛を持って産まれてくる。

食物[編集]

アザラシは一般的に魚やイカなどを食べている。種によって食物に偏りがあるが詳細は各種項目参照。
感覚[編集]

視覚[編集]
アザラシを含む鰭脚類の眼球は陸生の食肉類に比べて大きい。南半球ではロスアザラシ・北半球ではクラカケアザラシが特に大きい。網膜には色を識別する錐体はなく明るさを感じる桿体だけなので彼らに色の概念は無い。 なお陸上にアザラシがいる際、目の下が濡れて泣いているように見えるときがあるが、これは涙を鼻腔に流す鼻涙管が無いためでヒトのように泣いているわけではない。
聴覚[編集]

ゴマフアザラシの頭部。目の後ろの穴が耳。
両極地方の暗い水の中で魚を取らなければならない種もおり、視覚以外の感覚も鋭い。アザラシには耳たぶは無いが目の横に耳の穴がある。ゴマフアザラシなどのいくつかの種では水中でクリック音を発してエコロケーションを行っている。また飼育下のアザラシでも周囲の物音に敏感に反応する様子を観察する事ができる。
嗅覚[編集]
アザラシの母親が自分の子供を見分けるための重要な情報が匂いであると言われている。なおアザラシと近縁のアシカ科でも親が子を確認するのに嗅覚が使われている。
アシカとの違い[編集]

アシカとは外見がよく似ているが、いくつか明確な相違点が見られる。
アシカには耳たぶがあるが、アザラシの耳は穴が開いているだけである。
アシカは後肢に比較して前肢が発達している。泳ぐ際の主たる推進力は前肢から得て左右の前肢を同調させて泳ぐ。逆に、アザラシは後肢が発達しており、泳ぐ際には前肢は体側に添えるのみで、左右の後肢を交互に動かして推進力を得る。
陸上における移動を見ても異なっている。アシカは後肢を前方に折り曲げ、主に前肢を使って陸上でも比較的上手に移動できる。一方、アザラシは後肢を前方に折り曲げることはできず、前肢はあまり発達していないので、前肢を補助的に使いながら全身を蠕動させイモムシのように移動する。
このような差異もあって、かつてアザラシ類とアシカ・セイウチ類は異なる祖先からそれぞれ独自に進化したとみられていたが、研究が進んだことでアンフィキオン類(クマに近い化石種の系統)から進化した共通の祖先を持ったグループであることが解っている。
アザラシ猟[編集]

日本[編集]
日本では古くからアザラシ猟が行われてきた。北海道の先住民であるアイヌ民族や開拓期の入植者も利用した。 皮は水濡れに強く、馬の手綱やかんじきの紐に好んで使われた。また脂肪は照明用に燃やされた。 昭和以降になると皮がスキーシールやかばんの材料になったり、脂肪から石鹸が作られたりした。 昭和30年代以降はみやげ物の革製品の材料として多く捕獲された。この頃になると猟も大規模になり北海道近海からサハリン沖にまで及んだ。最盛期の年間捕獲頭数は2500頭ほどと推定されている。 その後、環境保護の流れが盛んになりファッションの材料としての需要の低迷、ソ連の200海里水域経済水域宣言、輸入アザラシ皮の流入等の理由により昭和50年代には商業的なアザラシ猟は終わりを迎えた。 現在では北海道の限られた地域で有害獣駆除を目的としてわずかな数が捕獲されているのみである。
北極圏[編集]
北極圏にはアザラシを食料として狩る民族が現在も存在する。アラスカ及びその他北極圏を拠点とするエスキモーにとってアザラシの肉は数少ない貴重なタンパク源であるとともに、脂肪分を多量に含むアザラシ肉は極地環境で消費される大量のカロリーを補う優れた食物である。キビヤックなどの民族独自のアザラシ料理が存在する。 またカナダなどでは、アザラシの子供が商業狩猟の対象となっており、棍棒で殴り殺して、上質の毛皮を得る。
分類[編集]

アザラシ科 Phocidae
アゴヒゲアザラシ属 Erignathus
アゴヒゲアザラシ Bearded seal, Erignathus barbatus
ウェッデルアザラシ属 Leptonychotes
ウェッデルアザラシ Weddell seal, Leptonychotes weddellii
カニクイアザラシ属 Lobodon
カニクイアザラシ Crabeater seal, Lobodon carcinophagus
ゴマフアザラシ属 Phoca
カスピカイアザラシ Caspian seal, Phoca caspica
クラカケアザラシ Ribbon seal, Phoca fasciata
ゴマフアザラシ Spotted seal, Phoca largha
ゼニガタアザラシ Common seal (Harbor seal), Phoca vitulina
タテゴトアザラシ Harp seal, Phoca groenlandica
バイカルアザラシ Nerpa (Baikal seal), Phoca sibirica
ワモンアザラシ Ringed seal, Phoca hispida
ズキンアザラシ属 Cystophora
ズキンアザラシ Hooded seal, Cystophora cristata
ゾウアザラシ属 Mirounga
キタゾウアザラシ Northern elephant seal, Mirounga angustirostris
ミナミゾウアザラシ Southern elephant seal, Mirounga leonina
ハイイロアザラシ属 Halichoerus
ハイイロアザラシ Grey seal, Halichoerus grypus
ヒョウアザラシ属 Hydrurga
ヒョウアザラシ Leopard seal, Hydrurga leptonyx
モンクアザラシ属 Monachus
†カリブモンクアザラシ Caribbean monk seal, Monachus tropicalis
チチュウカイモンクアザラシ Mediterranean monk seal, Monachus monachus
ハワイモンクアザラシ Hawaiian monk seal, Monachus schauinslandi
ロスアザラシ属 Ommatophoca
ロスアザラシ Ross seal, Ommatophoca rossi
ギャラリー[編集]

ゴマフアザラシ



バイカルアザラシ



ワモンアザラシ



カスピカイアザラシ



ゼニガタアザラシ



ゼニガタアザラシ

参考文献[編集]

Ronald M. Nowak " Walker's Mammals of the World (Walker's Mammals of the World)" Baltimore : Johns Hopkins University Press (1999). ISBN 0801857899
和田一雄・伊藤徹魯 『鰭脚類 : アシカ・アザラシの自然史』東京 : 東京大学出版会 、1999年、284頁。 ISBN 4130601733
和田一雄編著 『海のけもの達の物語 : オットセイ・トド・アザラシ・ラッコ』東京 : 成山堂書店、2004年 172頁。 ISBN 4425981316
斜里町立知床博物館編 『知床のほ乳類』斜里町 : 斜里町教育委員会、 2000年。 ISBN 4894530813
エッセイ[編集]
大江健三郎『「自分の木」の下で』朝日新聞社, 2001, 193p-
外部リンク[編集]
pi_134885984
quote:
_O-
  maandag 30 december 2013 @ 18:36:16 #97
360470 TwentyFourr
Dat zeg ik ook altijd
pi_134886017
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:35 schreef spiritusbus het volgende:

[..]

_O-
Paintskills
pi_134886024
Φώκιες
Από τη Βικιπαίδεια, την ελεύθερη εγκυκλοπαίδεια
Παρά το γεγονός ότι όλα τα πτερυγιόποδα, θηλαστικά προσαρμοσμένα πολύ στη ζωή στο νερό, μπορούν να ονομαστούν φώκιες, οι αληθινές φώκιες, γνωστές αλλιώς και σαν άωτες, ανήκουν, αποκλειστικά, στην οικογένεια των φωκιδών. Οι φώκιες δεν έχουν εξωτερικά αυτιά. Δεν μπορούν επίσης να κατευθύνουν τα πίσω πτερύγιά τους προς τα εμπρός, κάτω από το σώμα τους και το τρίχωμά τους αποτελείται κυρίως από μεγάλες τρίχες. Η ταξινόμηση των ζώων που ανήκουν στις γνήσιες φώκιες, συμπίπτει σχεδόν με τη φυσική τους διαίρεση σε φώκιες του βορείου και του νοτίου ημισφαίριου.
Πίνακας περιεχομένων [Απόκρυψη]
1 Ταξινόμηση
2 Χαρακτηριστικά - Διαφορές Μοναχινών και Φωκινών
3 Τα πιο γνωστά είδη και τα χαρακτηριστικά τους γνωρίσματα
3.1 Φώκια η δακτυλιωτή
3.2 Φώκια της Κασπίας και φώκια της Βαϊκάλης
3.3 Γενειοφόρος φώκια
3.4 Φώκια η ραβδωτή
3.5 Παγόφιλος ο γροιλανδικός
3.6 Κυστοφόρος φώκια
3.7 Γκρίζα φώκια
3.8 Φώκια η κοινή
3.9 Φώκια λεοπάρδαλη
3.10 Καρκινοφάγος φώκια
3.11 Ομματοφώκη
3.12 Φώκια του Βέντελ
4 Πηγές
Ταξινόμηση[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Η οικογένεια των "Φωκιδών" διαιρείται σε δύο υποοικογένειες: στις Φωκίνες και στις Μοναχίνες.
Οι Φωκίνες, περιλαμβάνουν φώκιες του βορείου ημισφαιρίου, όπως τον «Ερύγναθο τον Γενειοφόρο», τη φώκια την «Κυστοφόρο» και τον «Αλίκερω». Επίσης τη φώκια την «Κοινή», τη φώκια της «Κασπίας», τη φώκια της «Βαϊκάλης», τη φώκια την «Παγόφιλο - τον γροιλανδικό» και πολλά άλλα είδη.
Οι Μοναχίνες περιλαμβάνουν τη φώκια τη «μοναχή», τον «θαλάσσιο ελέφαντα», τη φώκη τη «Μακρόρρινο», τη φώκια του «Βέντελ», τη φώκια την «καρκινοφάγο», τη φώκια - «λεοπάρδαλη» και τη φώκια του «Ρος». Σε παλαιότερες ταξινομήσεις, ο θαλάσσιος ελέφαντας, όπως και η φώκια η κυστοφόρος, συγκροτούσαν μια υποοικογένεια, την υποοικογένεια των «κυστοφοριδών». Η λεπτομερειακή όμως σύγκριση των κρανίων και των σκελετών τους, απέδειξε ότι δε συγγενεύουν τόσο στενά και ότι η κυστοφόρος συγγενεύει περισσότερο με τις άλλες ανταρκτικές φώκιες.
Χαρακτηριστικά - Διαφορές Μοναχινών και Φωκινών[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Τα χαρακτηριστικά που ξεχωρίζουν τις δύο αυτές υποοικογένειες των μοναχινών και των φωκινών είναι μερικές λεπτομέρειες του κρανίου και του σκελετού μεταξύ των οποίων, μπορούν να αναφερθούν η σμικρυμένη σπονδυλική στήλη στην ωμοπλάτη και το πρώτο μετακάρπιο, που είναι αισθητά μακρύτερο από τα άλλα, και τα μικρότερα νύχια, στα πίσω πτερύγια των μοναχινών. Στις φωκίνες υπάρχει μια καλά αναπτυγμένη σπονδυλική στήλη στην ωμοπλάτη και τα μετακάρπια του 1ου και του 2ου δαχτύλου είναι σχεδόν του ίδιου μεγέθους. Καθώς και τα νύχια στα πίσω πτερύγια είναι το ίδιο μακριά με των μπροστινών.
Τα πιο γνωστά είδη και τα χαρακτηριστικά τους γνωρίσματα[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Φώκια η δακτυλιωτή[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Δακτυλιωτή φώκια
Στις βορειότερες περιοχές του βορείου ημισφαιρίου ζει η «φώκια η δακτυλιωτή». Η φώκια αυτή ζει κατά μήκος των πολικών αρκτικών ακτών. Ζει στο νερό των κενών εκείνων ανάμεσα στον αδιάπλευστο πάγο και κατά μήκος των φιόρδ και των όρμων. Αλλά συνήθως δεν παρουσιάζεται στο ανοιχτό πέλαγος κι ανάμεσα στους επιπλέοντες πάγους. Δύο χαρακτηριστικές μορφές της φώκιας αυτής ζουν στις λίμνες με γλυκό νερό, όπως η Σάιμαα και η Λαντόγκα στη Φινλανδία.
Οι φώκιες αυτές, μαζί με μερικές άλλες, έχουν αποκτήσει ξεχωριστά ονόματα υποειδών. Οι φώκιες οι δακτυλιωτές είναι μικρά ζώα, που φτάνουν μόνο το 1,4 μ. σε μήκος και ζυγίζουν γύρω στα 90,7 κιλά. Οι χρωματισμός της γούνας ποικίλλει, αλλά συνήθως αποτελείται από μαύρα μικρά στίγματα που περιβάλλονται από ένα ανοιχτόχρωμο δαχτυλίδι, σε ανοιχτό γκρίζο φόντο, - που δίνει και την ονομασία στα σπάνια αυτά είδη.
Φώκια της Κασπίας και φώκια της Βαϊκάλης[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Φώκια της Κασπίας
Δυο άλλες μικρές φώκιες, που συγγενεύουν στενά με την προηγούμενη είναι η «φώκια της Κασπίας» και η «φώκια της Βαϊκάλης». Στη φώκια Κασπία αποδόθηκε αυτό το όνομα, γιατί εμφανίζεται στην Κασπία θάλασσα. Εντούτοις καθ' όλη τη διάρκεια του χρόνου στη λιμνοθάλασσα της Κασπίας διαμένει πολύ λίγο, καθώς προτιμά να ζει το μεγαλύτερο μέρος της ζωής της σε δροσερότερα μέρη.
Σε αντίθεση με την αεικίνητη Κασπία, η φώκια της Βαϊκάλης ζει αποκλειστικά όλο το χρόνο στη λίμνη της Βαϊκάλης της ανατολικής Ρωσίας, μιας λίμνης τεράστιας έκτασης με γλυκό νερό.
Και τα δύο μικρά και επιλεκτικά αυτά είδη, είναι περίπου στο ίδιο μέγεθος με τη δακτυλιωτή και έχουν γκριζοκίτρινες αποχρώσεις στη γούνα τους. Η φώκια της Κασπίας φέρει ακανόνιστες διάστικτες μαύρες πινελιές στο τρίχωμά της, που την κάνουν να ξεχωρίζει.
Γενειοφόρος φώκια[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Γενειοφόρος φώκια
Ένα ακόμα πιο σπάνιο είδος Αρκτικής Πολικής φώκιας είναι η «γενειοφόρος». Το είδος αυτό δε ζει τόσο βόρεια όσο η δακτυλιωτή, καθώς προτιμά να κολυμπά σε νερά που είναι ρηχά και κοντά και σε ακτές. Δεν κινείται με κοπάδι και σ' όποια τοποθεσία κι αν την έχουμε συναντήσει δεν είναι πολυάριθμη.
Τα πλούσια γένια, μουστάκια που την κάνουν να ξεχωρίζει, της προσδίδουν και το όνομά της. Η Γενειοφόρος φώκια είναι μόλις στα 2 μ. μήκος και ζυγίζει γύρω στα 202 κιλά. Η γούνα της λάμπει από τις μοναδικές γκρίζες και καφέ παλ (παστέλ) αποχρώσεις του μπεζ που έχει στο τρίχωμά της.
Οι μικρές δεν ξεπερνούν το 1μ. μήκος κι όταν γεννιούνται (από τον Απρίλιο έως τον Μάιο), μένουν με τους γονείς τους για λίγο καιρό. Μία μικρή γενειοφόρος φώκια γεννιέται κάθε δεύτερο χρόνο, πράγμα αξιοσημείωτο για την οικογένεια των φωκινών που συνήθως γεννιέται ένα κάθε χρόνο.
Η γενειοφόρος φώκια τρέφεται με ψάρια του παγωμένου ωκεανού κι από την ώρα που γεννιέται ζει στις παραθαλάσσιες βραχώδεις ακτές των μεγάλων παγόβουνων. Αν και δεν έχει μεγάλη ζήτηση, οι Εσκιμώοι κι όχι μόνο, εξασφαλίζουν τροφή και ένδυση και καθώς το δέρμα της είναι πολύ σκληρό, το βρίσκουν κατάλληλο για την κατασκευή καγιάκ και παλαμαριών.
Φώκια η ραβδωτή[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Ραβδωτή φώκια
Αυτή η λιγότερο γνωστή φώκια, έχει μόνο 1,7 μ. μήκους κι αναμφισβήτητα είναι μία από τις λίγες γνωστές φωκίδες, που έχουν ένα τόσο ξεχωριστό σχέδιο στο τρίχωμά τους.
Η «ραβδωτή» ζει κατά μήκος της ανατολικής ακτής της Ρωσίας, στη βορειοδυτική θάλασσα του Βερίγγειου και στη θάλασσα του Οκότσκ.
Παρόλο που και οι αρσενικές και οι θηλυκές έχουν παρόμοιο σχέδιο στη γούνα τους, τα θηλυκά και τα μικρά έχουν πιο ανοιχτόχρωμη. Οι ενήλικες αρσενικές έχουν καστανό χρώμα, με πλατιές κρεμ λωρίδες γύρω από το λαιμό και το πίσω άκρο του κεφαλιού τους, και ένα μεγάλο κύκλο στα πλευρά γύρω από την άρθρωση του κάθε μπροστινού πτερυγίου. Τα μικρά γεννιούνται κατά την περίοδο της Άνοιξης και έχουν μακρύ άσπρο τρίχωμα.
Παγόφιλος ο γροιλανδικός[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Παγόφιλος ο γροιλανδικός (νεαρό)
Η φώκια «παγόφιλος ο γροιλανδικός» είναι αρκτική και πολύ πιο γνωστή από τη ραβδωτή. Κινείται από τις βόρειες ακτές της Ευρώπης, της Ασίας και της Νέας Ζέμλιας και φτάνει ως τη Σπιτσβέργη. Επίσης εμφανίζεται από τη Γροιλανδία, τις βορειοανατολικές ακτές του Καναδά αλλά και τον κόλπο του Αγ. Λαυρεντίου και περνά ως και το νησί Μπάφιν. Απουσιάζει όμως από τον κόλπος του Χάντσον.
Η φωκίδα αυτή έχει 1,8 μ.μήκος κι έχει ανοιχτό γκρίζο χρώμα. Η αρσενική έχει μια μαύρη λωρίδα, σε σχήμα πετάλου, κατά μήκος των πλευρών και στην πλάτη της. Η λωρίδα αυτή υπάρχει και στον θηλυκό αλλά είναι λιγότερο έντονη.
Τα νεογέννητα είναι μόνο στα 80 εκατοστά μήκος κι έχουν ένα πλούσιο λευκό τρίχωμα, που πέφτει μετά ένα μήνα, για να αντικατασταθεί με γκρίζο διάστικτο, σε πιο σκούρο γκρίζο και μαύρο. Υπάρχει τεράστια ποικιλία στο σχέδιο του τριχώματος των ανήλικων αυτών ζώων. Αλλά και το χρώμα των ενήλικων αλλάζει συχνά, στη διάρκεια της ζωής τους.
Τα μικρά γεννιούνται στο τέλος Φεβρουαρίου και θηλάζονται μόνο 10 ως 12 μέρες. Καθώς αναπτύσσονται, αποκτούν ένα παχύ μονωτικό στρώμα λίπους, το οποίο λειτουργεί ως απόθεμα τροφής έως ότου μάθουν να βρίσκουν μόνα τους την τροφή τους. Αυτό το είδος φώκιας είναι πολυάριθμο. Μια στατιστική που βασίζεται στη μέτρηση των μελών αυτών από αεροφωτογραφίες, έχει ανεβάσει τον αριθμό του στα 5 εκατομμύρια.
Οι φώκιες αυτές είναι μεγάλης εμπορικής αξίας, γιατί τα μικρά τους, έως δέκα ημερών έχουν μεγάλη ζήτηση, για το απαλό χοντρό τρίχωμά τους. Οι πιο μεγάλες ανήλικες φώκιες καθώς και ενήλικες «συλλαμβάνονται» για το λάδι και το δέρμα τους. Το λάδι τους αποτελεί το μισό από το ανατολικό εισόδημα, που προέρχεται από τα ζώα αυτά. Διεθνής συμφωνία καθορίζει τον αριθμό των ζώων αυτών, που πρέπει να σκοτώνονται κάθε χρόνο.
Κυστοφόρος φώκια[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]
pi_134886034
Κυστοφόρος φώκια
Η «κυστοφόρος φώκια» ζει από τη Νέα Γη και το νησί Μπάφιν ως τη Γροιλανδία, την Ισλανδία και το Σπιτσμπέργκεν, συμπίπτοντας, κατά προσέγγιση, με το δυτικό μέρος της εξάπλωσης του Παγόφιλου του γροιλανδικού.
Οι κυστοφόρες ζουν σε πιο ανοιχτά νερά από τους παγόφιλους, αλλά γεννάνε τα μικρά τους τον ίδιο καιρό. Κατά συνέπεια ακολουθείται το ίδιο δρομολόγιο φαλαινοθηρίας και για τα δύο είδη μικρών, και είναι σχεδόν αδύνατον να εκτιμηθούν οι αναφορές της παλαιότερης λογοτεχνίας, σχετικά με το σημερινό κι ακριβή αριθμό των φαλαινοθήρων.
Οι κυστοφόρες φώκιες ως επί το πλείστον είναι μοναχικά ζώα, αλλά, κατά την περίοδο της αναπαραγωγής τον Μάρτιο, σχηματίζουν πολυάριθμες ομάδες, με βασικό τόπο συγκέντρωσης τη Νέα Γη κοντά στο Ζαν Μαγιέν. Πριν ακόμα γεννηθούν τα μικρά της φώκιας αυτής, αποβάλλουν το πρώτο τρίχωμά τους, που το αποτελούν μακριές τρίχες και αποκτούν ένα άλλο πολύ όμορφο, γκριζογάλανο στην πλάτη και κρεμ στην κοιλιά. Τα γουνάκια από τα μικρά έχουν μεγάλη ζήτηση κυρίως για γυναικεία παλτά.
Οι ενήλικες κυστοφόρες φώκιες έχουν περίπου 3 μ. μήκους και ζυγίζουν γύρω στα 408 κιλά. Είναι γκρίζες, με μεγάλες, ακανόνιστες, μαύρες κηλίδες στην πλάτη και μικρότερες στην κοιλιά.
Το πιο γνωστό χαρακτηριστικό της κυστοφόρου είναι η μεγάλη της κύστη, που φουσκώνει. Μια προέκταση της ρινικής κοιλότητας που υπάρχει μόνο στον ενήλικα αρσενικό. Όταν δεν είναι φουσκωμένη, είναι χαλαρή και ζαρωμένη και κρέμεται μπρος από το στόμα, αλλά όταν φουσκώνει, στέκεται σαν μαξιλάρι στην κορφή του κεφαλιού. Ένα άλλο ενδιαφέρον χαρακτηριστικό των κυστοφόρων είναι η ικανότητά τους να βγάζουν ένα παράξενο κόκκινο δερμάτωμα, φυσώντας από το ένα ρουθούνι, το οποίο έχει σχήμα μπαλονιού. Αυτό σχηματίζεται από το ζαρωμένο και πολύ εκτατό εσωτερικό διάφραγμα, που μπορεί να φουσκώνει έξω από το ρουθούνι. Η αιτία αυτής της συμπεριφοράς είναι ακόμη άγνωστη, γιατί παρατηρείται τόσο σε αγριεμένες όσο και σε τελείως ήρεμες φώκιες, είτε βρίσκονται σε αιχμαλωσία είτε σε άγρια κατάσταση.
Γκρίζα φώκια[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Γκρίζα φώκια
Σε κάπως πιο εύκρατα νερά ζει η «γκρίζα φώκια», που επισημάνθηκε και στις δύο πλευρές των ακτών του Βόρειου Ατλαντικού. Στη δυτική πλευρά βρίσκεται στις ακτές του κόλπου του Αγ. Λαυρεντίου και της Νέας Γης. Στην ανατολική πλευρά, ζει στην Ισλανδία, στα Νησιά Φάροους, στις Βρετανικές νήσους, στη Νορβηγική ακτή και στη Βαλτική θάλασσα.
Οι μεγαλύτερες αποικίες αναπαραγωγής βρίσκονται στις βρετανικές ακτές, στη Βόρεια Ρόνα και στις Ορκάδες. Άλλες αποικίες υπάρχουν στα Νησιά Σέτλαντ και στις Εβρίδες καθώς και σε πολλά κατάλληλα βραχώδη μέρη, κυρίως κατά μήκος της δυτικής ακτής της Μεγ. Βρετανίας όπως επίσης και στα νησιά Φάρνε, στην ανατολική πλευρά. Στα τελευταία χρόνια οι επιστήμονες παρακολούθησαν πολλά νεαρά ζώα για να διαπιστώσουν αν αποδημούν. Παρά το γεγονός ότι δεν παρατηρήθηκε πραγματική αποδημία, σημειώνεται ένας διασκορπισμός, μετά την εποχή του πολλαπλασιασμού, ιδιαίτερα των πολύ μικρών ζώων, που ενώ τριγυρίζουν μακριά, τείνουν πάντοτε να γυρίζουν κάθε χρόνο, στο μέρος που γεννήθηκαν.
Οι γκρίζες φώκιες δεν είναι τόσο μεγάλες όσο οι κυστοφόρες. Φτάνουν γύρω στα 2,9 μ. σε μήκος κι έχουν βάρος γύρω στα 294 κιλά. Παρόλο που υπάρχει μια τεράστια ποικιλία στο χρώμα, βρίσκονται δηλαδή όλες οι αποχρώσεις του σκούρου και ανοιχτού γκρι και καφέ, έχει προσδιοριστεί ότι στα αρσενικά ο βασικός χρωματισμός είναι σκουρότερος με ανοιχτόχρωμα στίγματα, ενώ στα θηλυκά είναι ανοιχτότερου χρώματος, πάνω στο οποίο υπάρχουν στίγματα, πιο σκούρα.
Εκτός από τη διαφορά στο χρώμα, τα ενήλικα αρσενικά έχουν και μια προτεταμένη «ρωμαϊκή» μύτη. Τα μικρά της γκρίζας φώκιας γεννιούνται σε διαφορετικές εποχές, ανάλογα με την τοποθεσία της αποικίας. Τα μικρά της Βαλτικής και του Αγ. Λαυρεντίου γεννιούνται τον Φεβρουάριο και τον Μάρτιο, ενώ στη Βρετανία γεννιούνται μεταξύ του Σεπτεμβρίου και του Δεκεμβρίου.
Τα νεογέννητα είναι γύρω στα 80 εκ. στο μήκος και, όπως τόσα άλλα μέλη των φωκίδων, είναι σκεπασμένα με μακρότριχη άσπρη γούνα, που κρατά επί τρεις περίπου εβδομάδες. Έπειτα αποκτούν ένα κοντό μπλε - γκρι χρώμα. Ο θηλασμός κρατά δύο - τρεις εβδομάδες και το καθημερινό ζύγισμα μια αιχμάλωτης μητέρας και ενός μικρού, απόδειξε ότι ένα μικρό τριών ημερών έχει βάρος 19,4 κιλά, το οποίο φτάνει στα 41,7 κιλά όταν είναι 18 ημερών οπότε και αποκόβει.
Η θηλυκιά ενήλικη, η οποία νηστεύει κατά το θηλασμό, χάνει 43 κιλά την περίοδο αυτή, το βάρος της δηλαδή. πέφτει από 168 στα 125 κιλά. Οι αρσενικές γκρίζες φώκιες, κατά την εποχή του πολλαπλασιασμού, ζουν σε μόνιμες περιοχές.
Φώκια η κοινή[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Φώκια μονάχους μονάχους
Η «φώκια η κοινή», παρά την ονομασία της, δεν είναι τόσο κοινή στις βρετανικές τουλάχιστον ακτές. Ζει σε λιμνοθάλασσες και σε αμμώδεις όχθες, που μένουν ακάλυπτες στην άμπωτη. Είναι πολύ διαδομένη και διάφορες ονομασίες υποείδους έχουν δοθεί στις διάφορες γεωγραφικές ομάδες.
Οι φώκιες, οι γνωστές ως μοναχές, ζουν σε πιο ζεστά νερά από πολλές άλλες.
Υπάρχουν τρία είδη: η φώκια η μοναχή της Μεσογείου, η Δυτικοϊνδιάνικη και η φώκια Λαϊζάν. Εικάζεται ότι ονομάστηκαν μοναχές, εξαιτίας των κυλίνδρων λίπους, που έχουν πίσω από το κεφάλι τους και που μοιάζουν με κουκούλες. Η φώκια η Μοναχή της Μεσογείου φαίνεται να είναι η πρώτη που γνώρισε ο άνθρωπος στους ιστορικούς χρόνους. Επειδή μάλιστα ζει και στη Μεσόγειο, ήταν πολύ γνωστή στους αρχαίους Έλληνες και Ρωμαίους.
Φώκια λεοπάρδαλη[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Φώκια λεοπάρδαλη
Οι υπόλοιπες φώκιες ζουν στα κρύα νερά της Ανταρκτικής. Είναι όλες πολικές, αλλά ζουν σε διαφορετικές περιοχές και με διαφορετικές συνθήκες διατροφής.
Η «φώκια λεοπάρδαλη» συναντάται πιο βόρεια και ζει στα κράσπεδα των παγετώνων. Τα περισσότερα από τα ζώα αυτά είναι αποδημητικά και μετακινούνται προς τα βόρεια το χειμώνα. Την εποχή αυτή, οι φώκιες λεοπαρδάλεις συναντώνται στα περισσότερα υποανταρκτικά νησιά, όπως τη Μακουαρία, Κεργκουελέν και τη Νότια Γεωργία. Μερικές, σποραδικά, ζουν στις νότιες ακτές της Αυστραλίας και της Νέας Ζηλανδίας και μία μάλιστα βρέθηκε τόσο βόρεια, στο νησί Ραροτόγκα, στα Νησιά του Κουκ.
Τα μικρά τους, μάλιστα, πηγαίνουν πιο μακριά από τα ενήλικα. Οι φώκιες λεοπαρδάλεις είναι μεγάλα, μοναχικά ζώα, που φτάνουν γύρω στα 3,3 μ. σε μήκος και ζυγίζουν γύρω στα 272 κιλά.
Οι μεγάλες θηλυκές μπορεί να είναι ως 60 εκ. μακρύτερες από τις μεγάλες αρσενικές. Οι φώκιες αυτές στο τρίχωμά τους είναι σκούρες γκρι στην πλάτη και ανοιχτές γκρι στην κοιλιά κι έχουν και μια πολύμορφη ποικιλία από στίγματα στις πλευρές και στο λαιμό. Έχουν πολύ λεπτά σώματα και το κεφάλι δείχνει δυσανάλογα μεγάλο, μ' ένα φαρδύ στόμα, οπλισμένο με μεγάλα δόντια, που έχουν το καθένα τρεις μύτες. Η εμφάνισή της είναι υπεύθυνη για τη φήμη της, γιατί επιδεικνύει εξαιρετική αγριότητα, αλλά εάν δεν ενοχληθεί είναι απλώς επικίνδυνη μόνο για τους πιγκουίνους, τα ψάρια και τα καλαμάρια, με τα οποία τρέφεται.
Όπως κι οι άλλοι πτερυγιόποδες πιγκουινοφάγοι, η φώκια λεοπάρδαλη χτυπά δυνατά το νεκρό πουλί στους βράχους έως ότου αποβάλει το δέρμα του. (Δέρματα πιγκουίνων, βρίσκονται συχνά στους πάγους). Επειδή ζει σε παγετώνες δεν ξέρουμε πολλά για τη γενική ιστορία της ζωής της, αλλά πιστεύεται ότι γεννάει τα μικρά της στο διάστημα μεταξύ των μηνών Νοέμβριο και Ιανουάριο.
Καρκινοφάγος φώκια[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]
Αρχείο:Phoques crabiers.ogg

Βίντεο της καρκινοφάγου φώκιας
Η «φώκια η καρκινοφάγος» είναι, ίσως, η πιο πολυάριθμη φώκια της Ανταρκτικής. Βρίσκεται στους επιπλέοντες πάγους, μετακινούμενη προς τα βόρεια με τον πάγο το χειμώνα και το καλοκαίρι, όταν ο βαρύτερος πάγος σπάει , στα νότια. Είναι αγελαίο ζώο, που ζει το καλοκαίρι, συγκεντρωμένο σε μεγάλες ομάδες. Κάπου - κάπου, μερικές φτάνουν ως την Αυστραλία και τη Νέα Ζηλανδία. Οι φώκιες αυτές φτάνουν γύρω στα 2,5 μ. σε μήκος και έχουν ασημί και καφέ - γκρι χρώμα, αλλά το χρώμα ξεθωριάζει το χειμώνα καθώς επίσης και με την ηλικία, έτσι ώστε τα γηραιότερα ζώα, μπορεί να είναι σχεδόν άσπρα. Πάλι, λίγες λεπτομέρειες είναι γνωστές για τις συνήθειές τους, αλλά από όσες πληροφορίες υπάρχουν, συμπεραίνουμε ότι γεννά στα τέλη Σεπτεμβρίου. Η ονομασία τους είναι παραπλανητική, μια και δεν τρέφονται με καβούρια αλλά με ένα οστρακόδερμο που μοιάζει με γαρίδα και ονομάζεται κριλ. Κολυμπώντας μέσα στα κοπάδια των κριλ στο νερό, τα συλλέγει με τη βοήθεια των δοντιών της, των οποίων οι περίπλοκες αιχμές σχηματίζουν κόσκινο.
Ομματοφώκη[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]

Ομματοφώκη
Η «ομματοφώκη» είναι, ίσως, η λιγότερη γνωστή από τις φώκιες της Ανταρκτικής. Βρίσκεται στους μεγάλους παγετώνες, γύρω από τα κράσπεδα της Ανταρκτικής Ηπείρου, αλλά επισημαίνεται σπάνια.
Φώκια του Βέντελ[Επεξεργασία | επεξεργασία κώδικα]
Η «φώκια του Βέντελ» ζει πιο νότια από τους παγετώνες, συνήθως κοντά στην ξηρά ή σε αδιάπλευστους πάγους. Είναι η πιο νότια από τις φώκιες της Ανταρκτικής και δεν αποδημεί, παρά το γεγονός ότι μερικές φτάνουν ως το νησί Μακουάρα, τα νησιά Φώκλαντ και τη Νέα Ζηλανδία. Οι ενήλικες είναι γύρω στα 2,7 μ. σε μήκος και οι θηλυκές λίγο μεγαλύτερες. Είναι σκούρες καφέ ή μαύρες στην πλάτη που ξεθωριάζει προς το άσπρο στην κοιλιά, με διάφορες άσπρες λουρίδες και πιτσιλιές πάνω στο σκούρο φόντο. Το τρίχωμά τους ξεθωριάζει το καλοκαίρι, αλλά όχι τόσο όσο της καρκινοφάγου. Η συνηθισμένη τροφή τους είναι τα ψάρια, αν και μπορεί να φάνε και πολλά ασπόνδυλα, όπως καλαμάρια, οστρακόδερμα και ολοθούρια. Οι φώκιες αυτές χρησιμοποιούνται πολύ για τροφή των σκύλων των ανταρκτικών αποστολών. Επειδή βρίσκονται σε περιοχές όπου ζει και ο άνθρωπος, έχουν μελετηθεί και ξέρουμε περισσότερα γι' αυτές απ' όσα για τις άλλες φώκιες της Ανταρκτικής. Ιδιαίτερα μελετήθηκαν το βάθος των καταδύσεών τους και οι υποβρύχιοι ήχοι που εκβάλλουν. Βαθύμετρα που προσδέθηκαν στο σώμα τους, έδειξαν ότι βουτάνε συχνά σε βάθος 300 και 400 μ. αλλά, σπάνια, πηγαίνουν και βαθύτερα. Ο χρόνος που μένουν κάτω από το νερό είναι συνήθως γύρω στα 20 λεπτά, που φαίνεται ότι είναι και το όριο αντοχής τους. Πολλοί υποβρύχιοι ήχοι έχουν καταγραφεί. Χρησιμοποιούνται από τις φώκιες για να επικοινωνήσουν μεταξύ τους και για να εντοπίσουν την τροφή τους και τα ανοίγματα στους πάγους., που επιτρέπουν στα ζώα να αναπνέουν. Τα μικρά τους που έχουν, περίπου 1,5 μ. μήκος κατά τη γέννησή τους, γεννιούνται το Σεπτέμβριο ή τον Οκτώβριο και έχουν γκριζωπό τρίχωμα.
Φώκιες ζουν και στην Ελλάδα, αν και ο αριθμός τους δεν είναι μεγάλος. Αρκετές ωστόσο ζουν στα ερημονήσια, όπου δεν ενοχλούνται από την παρουσία του ανθρώπου.
pi_134886045
quote:
:D
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')