Gelukkig dat jij geen stuntrijders adviseert, want het autootje sodemietert wel omlaag als je in punt A start met een baansnelheid v = 2√(gr) ...quote:Op maandag 25 november 2013 07:55 schreef Amoeba het volgende:
Ik denk dat ik het begrijp. De middelpuntzoekende kracht is dus een gevolg van de zwaartekracht en de normaalkracht en het feit dat het autootje een cirkelbaan doorloopt, en niet zoals ik dacht gewoon een constante kracht naar het middelpunt van de cirkel.
Ik zou dat met energie willen doen. Je zet kinetische energie om in zwaarte-energie, dus
E = mv^2/2 = m*g*h
Dus v^2/ = 2gh, met h = 2r
En dus
v =√(4gr) = 2√(gr)
Natuurlijk maakt het niet uit of je de negatieve of positieve wortel neemt.
Dat had ik ook al bedacht, maar ik moest naar de universiteit voor het college natuurkunde.quote:Op maandag 25 november 2013 08:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Gelukkig dat jij geen stuntrijders adviseert, want het autootje sodemietert wel omlaag als je in punt A start met een baansnelheid v = 2√(gr) ...
Je baansnelheid in punt B wordt dan namelijk nul, je antwoord is dus fout.
De voorwaarde om met een minimale baansnelheid in punt B de gehele cirkelbaan te kunnen doorlopen is inderdaad dat voor dit punt geldtquote:Op maandag 25 november 2013 09:40 schreef Amoeba het volgende:
Het is net in het college uitgelegd. Ik kan het hier nog wel een keer opknallen vanmiddag, maar dat is ook weer zozo.
Bovenaan geldt dat -Fmpz = -Fn - Fz met Fn = 0, want minimale snelheid.
En dan kan je de snelheid in punt B berekenen, en met de wet v. behoud van energie kun je dan de snelheid in punt A bepalen (aangenomen dat er géén wrijving is).
Ik ben er laat mee, maar enorm bedankt!quote:Op donderdag 21 november 2013 05:50 schreef Riparius het volgende:
[..]
Lees om te beginnen mijn uitleg hier over electrische potentiaal nog eens goed.
Dit is trickier dan je wellicht denkt, maar de formulering van de opgave geeft al een hint: er wordt gevraagd in welke punten op de lijn door de beide puntladingen de coulombpotentiaal gelijk is aan nul. Meervoud: er is kennelijk meer dan één punt op de lijn door Q1 en Q2 waar de potentiaal nul is. Kun je ook zonder verder te lezen en zonder berekeningen te maken beredeneren waarom dat zo is?
We gaan nu eerst eens naar punten kijken die op het lijnstuk tussen Q1 en Q2 liggen. Kies een punt P op lijnstuk Q1Q2 en noem de afstanden van punt P tot Q1 en Q2 resp. r1 en r2, dan zijn de coulombpotentialen V1 en V2 als gevolg van de puntladingen Q1 en Q2 resp.
en
Nu weet je ook dat je bij een elektrisch veld dat is samengesteld uit meerdere elektrische velden de coulombpotentiaal in een punt verkrijgt door de potentialen van de afzonderlijke velden in dat punt op te tellen, zodat we als voorwaarde krijgen
en dus
en dit kun je door beide leden te vermenigvuldigen met 4πε0r1r2 vereenvoudigen tot
Invullen van Q1 = 0,08 en Q2 = −0,06 µC (let op het minteken!) geeft dan na vermenigvuldiging van beide leden met 50 dat
Nu heb je nog een tweede betrekking tussen r1 en r2 nodig, maar dat is gemakkelijk: het punt P bevindt zich ergens op het lijnstuk Q1Q2, zodat de som van de afstanden r1 en r2 van punt P tot Q1 resp. Q2 gelijk is aan 12 cm = 0,12 m, dus
Nu heb je twee lineaire vergelijkingen in de twee onbekenden r1 en r2, en dit stelsel kun je gemakkelijk oplossen.
Sneller en eenvoudiger gaat het als je je direct realiseert dat de coulombpotentiaal in een punt veroorzaakt door een puntlading omgekeerd evenredig is met de afstand van dat punt tot de puntlading en recht evenredig met de grootte van de puntlading. Welnu, aangezien de puntladingen Q1 en Q2 zich - afgezien van het tegengestelde teken - verhouden als 4 : 3, moet voor het gezochte punt P dus gelden
zodat d(P, Q1) = r1 = (4/7)·12 cm en d(P, Q2) = r2 = (3/7)·12 cm.
Maar hiermee zijn we meteen aangekomen bij de crux van de opgave: er is méér dan één punt waar de potentiaal nul is. De potentialen veroorzaakt door de beide puntladingen afzonderlijk heffen elkaar op in ieder punt waarvan de afstanden tot Q1 en Q2 zich verhouden als 4 staat tot 3, en deze voorwaarde wordt uitgedrukt door de vergelijking
Nu is het meteen duidelijk dat er links van Q1 geen punt P kan liggen op de lijn door Q1 en Q2 dat hieraan voldoet, want dan is d(P,Q1) < d(P,Q2) zodat d(P,Q1) : d(P,Q2) onmogelijk 4 : 3 kan zijn. Maar rechts van Q2 kunnen we wél een (tweede) punt P vinden op de lijn door Q1 en Q2 waarvoor d(P,Q1) : d(P,Q2) = 4 : 3. Aangezien de afstand tussen Q1 en Q2 nog steeds 12 cm = 0,12 m bedraagt, geldt voor een punt P op de lijn door Q1 en Q2 rechts van Q2 dat
Lossen we nu opnieuw het stelsel bestaande uit de twee bovenstaande lineaire vergelijkingen in r1 en r2 op, dan vinden we r1 = 0,48, r2 = 0,36. Het tweede van de gezochte punten bevindt zich dus 36 cm rechts van Q2 op de lijn door Q1 en Q2.
Ook de ligging van dit tweede punt kun je zonder vergelijkingen op te stellen en zonder noemenswaardig rekenwerk vinden. Alles wat je daarvoor hoeft te doen is de onderlinge afstand van Q1 en Q2 met 3 vermenigvuldigen om op 36 cm uit te komen, immers de verhouding van de afstanden van P tot Q1 en Q2 zal dan op (36 + 12) : 36 = (3 + 1) : 3 = 4 : 3 uitkomen.
Ja, je mag een bron gebruiken om iets toe te lichten, ook als je weet (of meent) dat het een oorspronkelijk idee is van jezelf, maar verwijs nooit rechtstreeks naar Wikipedia in een verslag of paper. Wikipedia wordt net als vrijwel alle andere informatie die je op internet aantreft onbetrouwbaar geacht en het is dus not done om naar Wikipedia te verwijzen in een serieus artikel of verslag. Maar dit neemt niet weg dat Wikipedia een uitstekend instrument is om betrouwbare secundaire én primaire bronnen (monografieën en gedrukte publicaties in erkende tijdschriften binnen de betreffende discipline en dergelijke) op het spoor te komen. Kijk welke (secundaire) bronnen Wikipedia aanvoert en raadpleeg die bronnen om te zien of je die kunt gebruiken.quote:Op donderdag 28 november 2013 20:51 schreef gekkeabt het volgende:
Bij een verslag voor biologie wil ik een bron gebruiken om mijn hypothese toe te lichten. De bron is afkomstig vanuit wikipedia.
Mag ik in de hypothese een bron gebruiken of niet?
Wauw. Helemaal duidelijk. Dankjequote:Op donderdag 28 november 2013 21:28 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, je mag een bron gebruiken om iets toe te lichten, ook als je weet (of meent) dat het een oorspronkelijk idee is van jezelf, maar verwijs nooit rechtstreeks naar Wikipedia in een verslag of paper. Wikipedia wordt net als vrijwel alle andere informatie die je op internet aantreft onbetrouwbaar geacht en het is dus not done om naar Wikipedia te verwijzen in een serieus artikel of verslag. Maar dit neemt niet weg dat Wikipedia een uitstekend instrument is om betrouwbare secundaire én primaire bronnen (monografieën en gedrukte publicaties in erkende tijdschriften binnen de betreffende discipline en dergelijke) op het spoor te komen. Kijk welke (secundaire) bronnen Wikipedia aanvoert en raadpleeg die bronnen om te zien of je die kunt gebruiken.
Als je gevraagd wordt een reactievergelijking te geven waarbij een verbinding reageert met water, heb je dus te maken met hydrolyse: oftewel je verbinding en water splitsen zich om zo samen nieuwe verbindingen te vormen.quote:Op zaterdag 30 november 2013 01:17 schreef Wire het volgende:
Met scheikunde heb je zo'n vraag waarin je een reactievergelijking moet geven van Titaantetrachloride (TiCl4) die reageert met water.
Het antwoord uit het antwoordenboek is : TiCl4 + 2 H2O -> 4 HCL + TiO2.
Dus ik heb 2 vragen: - Hoe moet je weten dat er HCl ontstaat? En hoe moet je weten dat er TiO2 ontstaat?
Ik snap hemquote:Op zaterdag 30 november 2013 01:31 schreef yosander het volgende:
[..]
Als je gevraagd wordt een reactievergelijking te geven waarbij een verbinding reageert met water, heb je dus te maken met hydrolyse: oftewel je verbinding en water splitsen zich om zo samen nieuwe verbindingen te vormen.
Bij deze reactie zal het titaantetrachloride dus splitsen in Ti4+ en Cl- ionen.
Als je nu naar water kijkt, zie je dat water zich kan splitsen in H+ en O2- ionen.
Kom je met dit gegeven eruit?
Dit soort opdrachten vragen om een beetje creatief te denken en te puzzelen.
De warmte die vrijkomt zou je inderdaad kunnen 'aftappen' met koudere lucht, lijkt me lastig, maar niet onmogelijk. Wat je bedoelt met 'correspondeert' in die specifieke zin snap ik dan weer niet. En je 'volgende probleem': Klopt het wel als je de verbranding ziet als het vrijkomen van energie die in het glucosemolecuul zelf zit (met bindingen etc), volgens mij de enthalpie?quote:Op maandag 2 december 2013 16:33 schreef Platina het volgende:
Heb ik dit zo goed beredeneerd? Kan ik gewoon stellen dat de vrijkomende energie (indien direct verwijderd wordt) correspondeert met 15 graden Celsius?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Enthalpiequote:Een bijzonder geval van reactie-enthalpie is de verbrandingswarmte ΔcH. Dit is een reactie met zuurstof waarin alleen CO2, H2O en metaaloxiden in hun hoogste oxidatietoestand gevormd worden (dus geen CO of C).
Ja ik vind het zelf ook lastig uit te leggenquote:Op maandag 2 december 2013 23:50 schreef Scuidward het volgende:
[..]
De warmte die vrijkomt zou je inderdaad kunnen 'aftappen' met koudere lucht, lijkt me lastig, maar niet onmogelijk. Wat je bedoelt met 'correspondeert' in die specifieke zin snap ik dan weer niet. En je 'volgende probleem':
Wat ik op internet heb gevonden komt er inderdaad energie vrij uit het glucosemolecuul, wat ook logisch is omdat je suiker gebruikt voor je metabolisme. Alleen moet dit volgens mij gerelateerd worden met de 'standaard vormingsenthalpie' (ook omdat er later in het process een fermentatie plaatsvindt). Het is alleen lastig te rijmen dat ik met bijvoorbeeld 2 kJ aan energie begin en met 3 kJ eindig, dit strookt niet echt met de eerste wet van de thermodynamica.quote:Klopt het wel als je de verbranding ziet als het vrijkomen van energie die in het glucosemolecuul zelf zit (met bindingen etc), volgens mij de enthalpie?
Calorische waarde is niet wat ik zoek, als ik het goed begrijp is de Gibbs free energy bij de oxidatie van glucose namelijk de 'verbrandingswaarde'.quote:[..]
http://nl.wikipedia.org/wiki/Enthalpie
Maar weet je ook zeker dat je hier Gibbs Free Energy zoekt en niet gewoon verbrandingswaarden? Net zoals gas iets van 36 MJ / m3 heeft bij verbranding etc? De calorische waarde? Verder niet echt mijn ding ...
G = H - T * S -> wellicht kan je hier wat mee ... maarja, niet zo'n sterk verhaal van mij ook.
Even een snelle gedachtengang maar zou het kunnen zijn dat doordat een transformator aan beide kanten een even groot vermogen moet hebben. En dus de verhouden V/I gelijk is aan beide kanten. Hierdoor verandert er aan de formule P =I^2R ook niks.quote:Op maandag 9 december 2013 23:19 schreef Moos. het volgende:
Stel je sluit op een transformator (Primair heeft 400 windingen en secundair 600 windingen) een aantal weerstanden aan op 5,0 volt primair. Uit metingen blijkt dat het rendement op 60 ohm het hoogst is, bij meer of minder weerstand gaat het rendement omlaag.
Waarom wordt het rendement dan bij een andere weerstand minder? Bij een kleinere weerstand is dit vgm omdat de stroomsterkte groter is binnen het circuit is en dus meer warmte. Maar bij een grotere weerstand zou ik de reden zo niet weten.
Bedankt,
Nee, zo simpel ligt dat allemaal niet, en ook blijft de verhouding V/I zeker niet gelijk. Als je er toch niets van begrijpt, kun je hier beter geen vragen beantwoorden.quote:Op woensdag 11 december 2013 21:43 schreef mincemeat het volgende:
[..]
Even een snelle gedachtengang maar zou het kunnen zijn dat doordat een transformator aan beide kanten een even groot vermogen moet hebben. En dus de verhouden V/I gelijk is aan beide kanten. Hierdoor verandert er aan de formule P =I^2R ook niks.
Zuurstofgas is kleurloos.quote:Op zondag 15 december 2013 14:06 schreef DefinitionX het volgende:
Hoe zit dat dan met de zuurstof moleculen? ik realiseer dat dit kleine objecten zijn, maar als er enorm veel van zijn in de lucht, immers wij ademen zuurstof in, waarom zijn deze niet te zien?
De verdunningsreeks maak je met ... ? Die wijn? Of puur sulfiet? Golflengte kan je bepalen door eerst een breed spectrum te meten (over het hele golflengtebereik) en kijken bij welke golflengte de extinctie het hoogst is.quote:Op zondag 15 december 2013 14:39 schreef pinkyyy het volgende:
Hoi allemaal,
Ik moet een po voor scheikunde uitvoeren.
Hierin moet ik de hoeveelheid sulfiet in witte wijn gaan bepalen (met een colorimetrische bepaling)
Ik dacht zelf een verdunning te maken en dan de verschillende extincties bepalen met de colorimeter.
Ik twijfel alleen of dit goed is, en ik weet ook niet welke golflengte ik moet gebruiken voor de colorimeter.
Kan iemand me hiermee helpen?
Hmm. Zo maak je inderdaad die verdunningsreeks, maar om iets te zeggen over de concentratie zou je ook een extra ijkreeks kunnen maken door een bekende hoeveelheid sulfiet op te lossen en die te verdunnen zodat je een lijn kan maken (in bijv. excel) en dan de wijn ook kan verdunnen (als dat nodig is) en zo de concentratie weer kan terugrekenen naar de bekende hoeveelheid die je in eerste instantie afgewogen had om die ijklijn mee te maken.quote:Op zondag 15 december 2013 14:43 schreef pinkyyy het volgende:
Met de wijn en gedestilleerd water dacht ik
Oke, dus alle golflengtes uit proberen met 1 cuvet, en de hoogste dus gebruiken voor alle cuvetten?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |