quote:
Rijksmuseum en Amsterdam Museum raken topstukken kwijt
Eén van de twee zilveren zoutvaten van Johannes Lutma de Oudere uit het Amsterdam Museum uit 1643. Het zout zat in een schaaltje onder het klepje aan de bovenzijde. Foto: Amsterdam MuseumHet Rijksmuseum en het Amsterdam Museum dreigen beide een topstuk uit hun collectie kwijt te raken. Het gaat om de twee kostbaarste werken op de dinsdag verschenen
lijst van kunst die tijdens, na en zelfs voor de Tweede Wereldoorlog op verdachte wijze in museaal bezit zijn beland: twee paar zilveren zoutvaten van de Nederlandse zilversmid Johannes Lutma de Oudere (1584-1669). Kenners spreken van “de Rembrandt van het zilver”.
‘Gigantische aderlating’
Het Amsterdam Museum heeft contact gelegd met de advocaat van de erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaar, Emma Budge. Dit bevestigt Paul Spies, directeur van het museum, aan NRC Handelsblad. Hij noemt de set zilveren zoutvaten uit 1643 “een absoluut topwerk uit onze collectie”. Spies:
“De twee zoutvaten staan in het centrum van de presentatie, in de Gouden Eeuw zaal. Het verdwijnen ervan zal een gigantische aderlating zijn.”
De zoutvaten van Lutma in het Rijksmuseum, uit 1622, komen uit dezelfde collectie. Het museum heeft de erven daarentegen nog niet benaderd, omdat het onderzoek naar roofkunst uit eigen collectie nog niet is afgerond. (
Artikel op nrc.nl)
Nederlandse musea werden in 2009 door de Museumvereniging gevraagd de herkomstgeschiedenis van hun collecties te onderzoeken. Uitgangspunt was een inventarisatie van voorwerpen met een dubieuze herkomstgeschiedenis. Het kan dan gaan om (mogelijke) roof, confiscatie, gedwongen verkoop of andere verdachte omstandigheden die hebben plaatsgevonden vanaf 1933 tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dit onderzoek is afgerond en inmiddels is een lijst van verdachte werken gepubliceerd op de site van de Museumvereniging (zie hierboven).
Hier staat meer over het de methode en het belang van het onderzoek.
Met het onderzoek Museale Verwervingen wordt voldaan aan de internationale verplichting met betrekking tot de teruggave van oorlogskunst. Op
deze pagina staat meer over deze internationale afspraken.
Buiten de zilveren zoutvaten zijn er nog een aantal andere belangrijke werken met een dubieuze geschiedenis opgedoken, bijvoorbeeld 'Kinderen aan het strand' van Isaac Israëls (1864-1934), nu in het bezit van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem.
quote:
Het werk van Israëls werd in 1946 naar het politiebureau in Amsterdam gebracht. Het zou zijn gevonden in een huis in Velp, waar een Nederlandse SD-man had gewoond. Tevergeefs is vervolgens gezocht naar de rechtmatige eigenaar, waarna het schilderij in 1948 aan het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem is geschonken. In 2006 werd een soortgelijk exemplaar voor 420.000 euro bij Christie’s geveild.
Werken met dubieuze herkomst in tal van Nederlandse musea
Nog kostbaarder dan het schilderij van Israëls zijn twee zout- en pepervaten uit de zeventiende eeuw van Johannes Lutma, uit het Amsterdam Museum en het Rijksmuseum.
Verder staan op de lijst een doek van Hendrik Breitner uit het Kröller-Müller, een portret van Anna Blaeu door Cornelis van der Voort (1622) van het Amsterdam Museum, een Kandinsky uit 1910 en een Lissitzky uit 1919, beide in het Van Abbemuseum, een Matisse uit 1921 uit het Stedelijk en een Madonna met kind uit circa 1500 en een kruisafname (circa 1475) van Hans Memling in Boijmans van Beuningen.
Bijzonder zuur voor het museum Het Prinsenhof is dat Het gezicht op Delft vanaf de noordelijke kant gezien door Jan van Goyen, uit 1654, een dubieuze herkomst blijkt te hebben.
Ook het Dordrechts Museum heeft moeten constateren dat een schilderij dat het elf jaar geleden ter goeder trouw heeft gekocht, Herderin met kind in een landschap van J.G. Cuyp, alsnog een besmet verleden blijkt te hebben.(
NRC)