In De mythe van Sisyphus reikt Camus ons ter ontsnapping aan deze absurditeit drie uitwegen aan. De eerste twee zijn zelfmoord en religie. Een zinloos bestaan is het niet waard geleefd te worden en we plegen zelfmoord, of we gaan actief op zoek naar zingeving en vinden die in religie. Geloof vervangt de ondragelijke chaos van het leven door georkestreerde elementen die onderdeel zijn van iets hogers. Het geloof in God is in die zin te vergelijken met het geloof in complottheorieën. Er lijkt orde in de chaos te bestaan en een onzichtbare macht (Goden, geheime diensten) beslist van bovenaf over onze dood terwijl wij stervelingen reddeloos zijn overgeleverd aan de grillen van deze Opperwezens.
Zelf wijst Camus zelfmoord en religie af en kiest voor de derde oplossing: een bestaan waarin hij de absurditeit volledig aanvaart en hierin een reden vindt voor een hartstochtelijk leven. Als voorbeeld hiervan noemt Camus Sisyphus. De sterveling die in opstand komt tegen de goden en hiervoor gestraft wordt met zinloosheid. Hij is gedoemd eeuwig een rots de berg op te duwen, te zien hoe deze weer naar beneden rolt en opnieuw te beginnen. Volgens Camus moeten wij in Sisyphus een gelukkig mens zien. Op het moment dat Sisyphus zich overgeeft aan de absurditeit van zijn taak wordt hij superieur aan zijn lot en sterker dan zijn rots. Er is geen lot dat niet kan worden overwonnen door hoon. Daarom moet deze complottheorie worden weggehoond en de absurditeit van Camus´ dood in al zijn facetten worden aanvaard. Niet omdat de theorie per definitie onwaar is, maar omdat Camus ons leert dat geluk zit in de acceptatie van het absurde.
http://hardhoofd.com/2013(...)mplottheorie-achter/