Polacco | dinsdag 26 maart 2013 @ 14:51 |
Op 1 september 1939, om 5:45 in de ochtend, begon de Duitse inval in Polen. Doel van deze invasie was het liquideren van de onafhankelijke Poolse staat, alsmede de "biologische vernietiging" van het Poolse volk omdat deze volgens de nationaal-socialistische doctrine als een minderwaardig ras moest worden beschouwd. De voorbereidingen voor deze totale oorlog, welke niet alleen voorzag in de vernietiging van de Poolse strijdkrachten maar ook in die van de civiele bevolking, waren in het Derde Rijk al reeds enkele jaren voor de daadwerkelijke invasie in gang gezet. Met behulp van een in Polen actief netwerk van vertrouwenspersonen en spionnen, begonnen de Duitsers lijsten samen te stellen van Poolse mensen die, politiek of maatschappelijk gezien, een potentiële bedreiging konden vormen voor een Duitse overheersing. Uiteindelijk zijn deze lijsten door de Sicherheitsdienst samengevoegd tot het zogenaamde "Sonderfahndungsbuch Polen", een boekwerk bevattende de namen, gerangschikt op alfabetische volgorde, van meer dan 61 duizend Polen. Behalve naam en achternaam vermelde de lijst ook zaken als functie, beroep en de woonplaats van de gezochte persoon. Politici, mensen die de Poolse cultuur vertegenwoordigden, Poolse adel, geleerden, kunstenaars, geestelijken, deelnemers van de Poolse onafhankelijkheidsstrijd en mensen die werden gezien als tegenstanders van het Reich stonden in dit boek vermeld. Deze mensen moesten tijdens de invasie, en de daarop volgende bezetting, worden gearresteerd en geliquideerd. ![]() Een voorbeeldpagina uit het boek. De personen achter welke EK (Einsatzkommando) of EG (Einsatzgruppen) staat vermeld, waren bestemd voor liquidatie. Op 22 augustus '39 sprak Hitler de hogere bevelhebbers van de Wehrmacht toe in zijn beruchte Obersalzberg speech. Hij maakte daarin duidelijk dat er tijdens de invasie paramilitaire eenheden zullen deelnemen welke als opdracht hebben het plegen van moorden op het Poolse volk. "De eenheden van de Totenkopf staan, in ieder geval in het oosten, in staat van gereedheid en ik heb hen bevelen om zonder genade of pardon mannen, vrouwen of kinderen van Poolse afkomst of die de Poolse taal machtig zijn te vermoorden. Alleen op deze manier kunnen wij de Lebensraum krijgen, die we nodig hebben." Tegen zijn generaals beval de Führer: "Sluit jullie harten voor enig medeleven (...) 80 miljoen mensen moet dat krijgen, wat hen rechtmatig toekomt. Hun voortbestaan moet worden gegarandeerd. Er dient te worden opgetreden met de grootst mogelijke brutaliteit". In tegenstelling tot de leugenachtige officiële verklaring van de Wehrmacht, stellende dat de civiele bevolking niet als vijand was aangemerkt, vielen de Duitse vliegtuigen en artillerie vanaf het allereerste moment van de invasie meedogenloos burgerlijke objecten aan, welke geen enkele militaire betekenis hadden. Duitse bommen vielen op ziekenhuizen, kerken, woonwijken, vluchtelingencolonnes en op evaluatietreinen. Als gevolg van deze air-raids en artilleriebeschietingen zijn naar schatting meer dan 10 duizend Poolse mensen omgekomen. De Luftwaffe heeft tijdens de september campagne 158 Poolse steden en dorpen gebombardeerd. In vele daarvan waren geen Poolse strijdkrachten gestationeerd en eveneens bezaten deze geen enkele strategische waarde. Al op 1 september werd Wieluń gebombardeerd, waarbij 1200 Poolse burgers omkwamen. Onder andere Sulejów, Janów Lubelski, Biłgoraj, Frampol en natuurlijk Warschau kregen het zwaar te verduren onder de Duitse bommen. ![]() Wieluń op 1 september 1939. Tijdens de inval zijn er meer dan 400 Poolse dorpen verbrand, vaak bewust en opzettelijk, als represaille voor de weerstand die werd geboden of als wraakvoor partizanenacties. Duizenden burgers welke woonachtig waren op de routes van de Duitse opmars - ouderen, mannen, vrouwen en kinderen - kwamen om in de branden, ten gevolge van kogels of van granaten die opzettelijk in huizen en kelders werden gegooid. Voorbeelden zijn de dorpen Zimnowoda, Parzymiechy, Torzeniec en Wyszanów welke in de eerste twee dagen van de oorlog door Duitse Wehrmachtsoldaten zijn verbrand en er respectievelijk 75, 40 en 60 (naar schatting) mensen werden vermoord. In de dagen van 3-4 september werd Złoczew verbrand door zowel soldaten van de Wehrmacht, als SS mannen van de Leibstandarte Adolf Hitler. 200 mensen, bestaande uit lokale bewoners als vluchtelingen, moesten het met de dood bekopen. In de nacht van 5 september ging Kajetanowice in vlammen op, waar de 46 infanterie divisie van de Wehrmacht verantwoordelijk was voor de dood van ong. 80 burgers. Een fataal lot wachtte tevens de Poolse krijgsgevangen. In september '39 kwamen meer dan 3000 Poolse soldaten om, zonder dat er sprake was van gevechtshandelingen. De grootste slachtingen zijn gepleegd in Zakroczym (ong. 500 slachtoffers), Ciepielów (ong. 300), Zambrów (ong. 200), Śladów (ong. 300), Urycz (tussen de 70-100 slachtoffers; deze werden levend verbrand door de Wehrmacht), Szczucin (ong. 90), Serock (tussen de 60 en 80 slachtoffers), Boryszew (50), Majdan Wielki (42 slachtoffers) en op vele andere plaatsen. Hier komt nog bij dat veel Poolse krijgsgevangenen omkwamen doordat zij lange tijd werden ondergebracht in zeer slechte leefomstandigheden, zonder voldoende voedsel of medische verzorging. ![]() Poolse krijgsgevangen nadat ze zijn gefusilleerd door de Wehrmacht, bij Ciepielów. Wehrmachtsoldaten namen actief deel aan de misdaden die werden gepleegd op de Poolse en joodse bevolking, niet alleen door zelf de trekker over te halen maar ook door als dekking of afscherming te fungeren voor andere groepering welke massale moordpartijen pleegden. Te denken valt aan de Selbstschutze (bestaande uit Volksduitsers die met zo'n grote brutaliteit optraden dat op sommige momenten zelfs de SS ervan verlegen werd), natuurlijk de SS zelf en eenheden van de SD (Einsatzgruppen), welke nog voor de invasie aan elk leger van de Wehrmacht waren toebedeeld. Tijdens de september campagne maakten de Duitsers zich ook schuldig aan misdaden van antisemitische aard. In de veroverde plaatsen hebben de Wehrmacht, SS-Verfügungstruppe en Einsatzgruppen zogenaamde "bliksem pogroms" verricht. Synagogen werden daarbij verbrand, joodse winkels werden leeggeroofd en vernield en gevangengenomen joden werden in elkaar geslagen, vernederd of tot slavenarbeid gedwongen en vervolgens vermoord. Soms namen deze pogroms het karakter aan van ware slachtingen, waar honderdtallen joden het leven verloren. De grootste slachting vond plaats tussen 16 en 19 september in Przemyśl, waar Einsatzgruppen ten minste 500 tot 600 joden hebben vermoord. ![]() Einsatzkommando's voeren een executie uit in oktober '39. Het grootste gedeelte van de misdaden tijdens de september campagne werden gepleegd in het kader van Operatie Tannenberg - tijdens de duur van deze operatie, van 1 september tot 25 oktober 1939, zijn tegen de 20 duizend Poolse burgers vermoord. Verschillende historici nemen aan dat in die periode 714 executies zijn uitgevoerd (waarvan 311 door of met deelneming van de Wehrmacht), waarin 16 336 Polen en joden het leven verloren. 75% procent van de slachtoffers was al reeds in september '39 gefusilleerd. Na de inval van de Sovjets op 17 september was de situatie van Polen vrijwel kansloos geworden. Op 27 september gaf Warschau, murw gebeukt door de onophoudelijke bombardementen en de latere artillerie beschietingen, zich over en op 6 oktober waren de laatste verzetshaarden opgeruimd. Op 8 oktober vaardigde Hitler een decreet uit, welke inhield dat bepaalde delen van de voormalige Poolse staat bij Duitsland zouden worden geannexeerd. Het ging uiteindelijk om 92 duizend km˛ en 9,5 miljoen Poolse burgers. Het resterende deel van de veroverde gebieden werd omgevormd tot een aparte administratieve eenheid, welke in de praktijk volledig afhankelijk was van het derde Reich. In dit Generaal-Gouvernement pasten de Duitsers massale terreur toe, roofden ze alles wat los en vast zat, lieten ze de bevolking slavenarbeid verrichten en pleegden zij een van de grootste genociden uit de geschiedenis van de mensheid. ![]() De situatie in kaart na afloop van de september campagne. In de herfst van '39 gingen verschillende Duitse eenheden onmiddellijk over tot het uitvoeren van de zogenaamde "Intelligenzaktion", inhoudende het liquideren van de Poolse elite, welke met tussenpozen duurde tot 1943. De grootste moordpartijen vonden plaats in Pomorze (ong. 30.000 doden), Mazowszu (ong. 6700), Silezië (ong. 2000) en Poznań (ong. 2000). Vermelding verdient ook de moord op professoren, geleerden en docenten van de universiteiten van Krakau en Lwow (respectievelijk 187 en 27). Schattingen over het aantal doden ten gevolgen van deze Intelligenzaktion liggen rond de 100.000 Polen, waarvan ongeveer de helft is omgebracht door de kogel. De andere helft is afgevoerd naar de concentratiekampen, waarvan uiteindelijk een luttele 1% deze heeft overleefd. De gebieden die aan het Reich werden toegevoegd werden het zwaarst getroffen: 40.000 mensen zijn daar gefusilleerd en 20.000 anderen zijn naar de kampen afgevoerd. Een element van de terreur die de Duitsers toepasten waren de massale executies, meestal zonder dat er een rechterlijk proces aan vooraf was gegaan. Het was een methode waarmee getracht werd de gemeenschap in toom te houden en af te schrikken, om de wil van de bevolking te breken. Daarnaast diende het ook het doel van de raciale vernietiging van de Polen. Meestal vonden deze executies plaats op openbare plaatsen en waren zij aan de orde van de dag. Mensen die zich schuldig hadden gemaakt aan daden die als "anti-Duits" werden beschouwd, stond deze doodstraf te wachten. Ook zij die hulp boden aan krijgsgevangen of partizanen, alsmede het verbergen van joodse mensen vanaf 1942, stond eenzelfde lot te wachten. Ook een systeem van collectieve verantwoordelijk werd ingevoerd; een hele groep was verantwoordelijk voor de daden van 1 persoon uit die groep. Berucht was het gevangennemen van gijzelaars welke voor verzetsdaden tegen de Duitsers werden geëxecuteerd. In de regel werden er voor sabotage of aanslagen op Duitsers ten minste 20 Polen ter dood gebracht, 50 voor een aanslag op een Duitse ambtenaar en 100 tot 150 indien er een trein of transport was overvallen/aangevallen. ![]() Publieke ophanging in Litzmanstadt. Dit soort praktijken waren aan de orde van de dag, de hele bezetting lang door. Tijdens de bezetting werden cijfermatig de grootste misdaden gepleegd o.a. in Warschau, geschat wordt dat tegen de 32000 mensen door deze vorm van terreur om het leven zijn gebracht (dat is overigens zonder de slachtoffers van de opstand van 1944). Andere beruchte slachtingen hebben plaats gevonden in Pomorze en omstreken, waar over verschillende executies gezien ong. 45000 Poolse burgers zijn vermoord. In deze regio vonden de meeste executies plaats tussen september '39 en januari '40, met een hoofdrol voor de Selbstschutze en de Einsatzgruppen. Noemenswaardig van de talloze executies zijn nog die van Nowy Sącz, waar 25000 Polen en joden werden vermoord, de bossen van Ciechanow (12000), van Białystok (16000), Lublin (30000), Łódź (11000), Poznań (12000) en Vilnius en omgeving waar de Duitsers, samen met de vrijwillige Litouwse Ypatingasis būrys, tot 90.000 mensen hebben vermoord waarvan ongeveer 60% joden waren. Tot slot nog de massale executies ten tijden van de opstand van Warschau in 1944. Als reactie op de opstand gingen de Duitsers over naar het doodschieten van willekeurige burgers, in de hoop zo de wil van de opstandelingen te breken en de opstand zo snel mogelijk te kunnen beëindigen. Als gevolg van deze massale executies zijn nog eens tegen de 80.000 mensen omgebracht. ![]() Poolse burgers, vermoord tijdens de opstand in Warschau. Een van de vormen waarop de Duitsers uitvoering gaven aan de beginselen van collectieve verantwoordelijkheid waren strafexpedities, voornamelijk toegepast op het Poolse platteland en haar boeren. Dit stond bekend als het "pacificeren" van het platteland, erop neerkomend in het vermoorden van de boeren ter plaatse en het verbranden van de dorpen, vaak gecombineerd met andere vormen van misdadigheid zoals massale verkrachtingen. In de meeste gevallen waren deze pacificaties een reactie op verzetsdaden (bijvoorbeeld een aanslag op Duitsers in een nabijgelegen dorp), maar ook als represaille voor hulp van dorpsbewoners aan het ondergrondse verzet, voor het verbergen van joden of krijgsgevangenen, het niet voldoen aan de verplichtingen die de bezetter had opgelegd aan het dorp of het vermijden van deportaties naar Duitsland om te werken. Deze strafexpedities werden uitgevoerd door eenheden van de SS, Wehrmacht en andere Duitse (politie) formaties. Niet alle gepacificeerde dorpen zijn platgebrand, er zijn ook gevallen bekend waar dorpen zijn vernietigd door middel van artillerie beschietingen of door vliegtuigbommen. Het grootste aantal pacificaties vond plaats tijdens de Poolse partizanen operaties, te weten "Hubal" (april 1940), de operaties van herfst '42 tot eind '43 en de anti-partizanenacties van '43 tot '44. Over het aantal dorpen dat door de Duitsers en hun handlangers is gepacificeerd bestaat geen eenduidigheid. De cijfers lopen uiteen van tussen de 800 en 900 dorpen. Volgens Andrzej Jankowski, een Pools historicus, hebben er meer dan 800 pacificaties plaatsgevonden, waarvan er 84 gevallen tussen zaten waar de dorpen volledig werden verwoest en de bevolking, ongeacht geslacht of leeftijd, allemaal werden vermoord. Van deze 800 tot 900 gevallen zijn wel de 434 verbrande dorpen ten tijden van de september campagne meegerekend. ![]() Poolse boeren, vermoord door de Duitse bezetters, 1943. In overeenstemming met de nationaal-socialistische rassenleer werden er misdaden begaan tegen mensen beschouwd als "minderwaardig", in het bijzonder op geestelijke gehandicapten en psychisch zieken. Deze misdaden werden door de Duitsers aangeduid met het eufemisme "euthanasie", welke diende als een masker voor de daadwerkelijke exterminatie doeleinden, uitgevoerd op duizenden zieken. De in Duitsland al van kracht zijnde T4 aktion, inhoudende het vermoorden van psychisch zieken (waaronder ook kinderen), werd ook gerealiseerd in het bezette Polen. Enkele 10 duizenden geestelijk gehandicapte en psychisch zieke Poolse burgers kwamen daar om het leven, waarvan ong. 16000 uit de gebieden die werden geannexeerd door het Reich. Voorbeelden zijn Chełm Lubelski, waar in januari 1940 tot 500 patiënten van een psychiatrisch ziekenhuis zijn vermoord, Kobierzyn, waar zich een instelling voor geestelijk gehandicapten bevond waarvan de helft van de zieken werd gefusilleerd, de rest werd gedeporteerd naar Auschwitz (500 slachtoffers) en het Ziekenhuis voor Psychisch Zieken in Kochborowo, waar de Duitsers in de jaren '39-'44 2842 zieken hebben gedood, zowel door de kogel als door dodelijke injecties. Een ander element van de vernietiging van de Poolse samenleving was de massale en gedwongen expulsie van Poolse burgers. In oktober 1939 werd het besluit genomen over de expulsie van 700 duizend Polen uit de gebieden die geannexeerd waren door het Reich. Met het oog op dit besluit werd in Poznań een speciale instelling opgericht welke was belast met zaken betreffende de "expulsie van Polen en joden". In de loop van 1940 werd dit plan gerealiseerd, met als gevolg dat tegen de 750.000 Polen gedwongen de geannexeerde gebieden moesten verlaten. Een deel van deze mensen werden dieper het Reich in gestuurd om gedwongen arbeid te verrichten. De expulsies vonden plaats onder zware omstandigheden, zo werden deze mensen tijdens de koude winter van 1940 ondergebracht in niet verwarmde "doorvoergebouwen" en vond het vervoer plaats in benauwde goederenwagons. Vele stierven tijdens de deportaties, in het bijzonder de kinderen. Voorbeelden van enkele grote expulsies zijn Radom, Dębica en Lublin, waar tussen '40 en '41 tegen de 170 000 mensen zijn verjaagd. Een ander voorbeeld zijn de dorpen van Zamojszczyźna, waar 110 000 mensen, waarvan 30.000 kinderen, gedwongen weg moesten, vele kwamen daarbij om tijdens het transport. De meeste volwassenen werden conform de uitroeiingsdoelen naar Auschwitz of Majdanek gestuurd. De laatste grote expulsie vond plaats tijdens de opstand van Warschau in 1944, toen 500.000 tot 550.000 mensen de stad uit werden gejaagd en nog eens 100.000 uit de omringde woonplaatsen rond Warschau, als reactie van de Duitsers op de opstand zelf. In het algemeen staat vast dat tussen de 2 en 2,5 miljoen Poolse burgers het slachtoffer waren geworden van de gedwongen Duitse expulsies. ![]() Het verjagen van Poolse burgers uit het door het Reich geannexeerd gebied Wartheland. Het dwingen van de Poolse mensen tot het verrichten van dwangarbeid was een veel gebruikt instrument en had niet alleen een economisch voordeel voor Duitsland maar het was ook een vorm van de vernietiging van het Poolse volk en samenleving. De Duitsers voerden een verplichting tot werk in en hielden van tijd tot tijd razzia's, waarbij de gevangengenomen personen naar het Reich werden gestuurd om dwangarbeid te verrichten. Uit de gebieden welke waren geannexeerd door het Reich zijn enkele honderd duizenden mensen tot arbeid gedwongen, uit het Generaal-Gouvernement daarentegen zijn tegen de 1.3 miljoen menen naar Duitsland gebracht om te werken, daarvan ong. 700.000 jongeren waarvan het meer dan eens kinderen van 12 jaar betrof. De Polen werden tewerkgesteld in zowel private als in staatsbedrijven (voorbeelden zijn IG Farben, Kruppa, Siemens, Messerschmitt, Thyssen, Rochling, AEG, Hermann-Göring-Werke etc.). Verder werden zij gedwongen tot het verrichten van werkzaamheden aan verschillende strategische objecten, fortificaties, moesten zij arbeid verrichten voor de Wehrmacht, plattelandswerkzaamheden of in de onderdelen van de organisatie Todt. De Duitse bedrijven en economie hebben uitstekend geprofiteerd van deze dwangarbeiders, enorme winsten zijn er bereikt door deze uitbuiting, tellende in de miljarden Duitse marken. Polen was het enige land waar verhoudingsgewijs op zo'n grote schaal gedwongen arbeid plaatsvond. Op de piekmomenten waren er 7.000.000 dwangarbeiders werkzaam in het Reich, waarvan er tegen de 3.000.000 uit Polen afkomstig was of Poolse burger waren. In de jaren '43 - '45 werden de peuters en kinderen van Poolse dwangarbeiders ondergebracht in speciale instellingen voor kinderen van buitenlandse arbeiders, waar de sterftecijfers soms de grens van 50% overschreden. Zwangere vrouwen werden gedwongen tot het plegen van abortus, andere kinderen (geselecteerd op basis van de rassenleer en geschikt werden geacht voor een germanisering) werden toegewezen aan de daarvoor bestemde instituties of aan Duitse gezinnen. Verordening tot de verplichting tot plattelandsarbeid, 30 september 1939. Hij die geen gehoor geeft aan de verplichting of er tegenin gaat, staat de doodstraf te wachten In de jaren 1939-1945 vervolgende de Duitsers de joden, welke naast de Polen, zigeuners en andere volkeren, in overeenstemming met de misdadige rassenleer van het nationaal-socialisme, beschouwd werden als üntermenschen die bestreden en uitgeroeid moesten worden. Het kwam tot de totale expulsie vanuit de geannexeerde gebieden richting het Generaal-Gouvernement, het confiskeren van de bezittingen, de exploitatie van arbeidskracht, het opsluiten in ghetto's, in werkkampen en uiteindelijk de deportatie naar de vernietigingskampen. Een van de eerste racistische maatregelen was de verplichting voor joden om de gele davidster te dragen, bedoeld om de joden te vernederen en te vervreemden van de rest van de samenleving. Vervolgens gingen de anti-joodse restricties steeds een stap verder, zoals de confiscatie van bezittingen, een verbod voor joden om als ambtenaar te mogen functioneren, strenge regels voor verplaatsingen en daarbij ook een verbod op openbaar vervoer of een verbod op het verlaten van de ghetto's met de doodstraf als gevolgen. Noemenswaardig is dan nog dat Polen het enige bezette land was waar de doodstraf stond op het verbergen, of zelfs maar het enige hulp bieden (levensmiddelen etc.), aan joden. ![]() Bekendmaking, inhoudende de doodstraf voor joden die het ghetto verlaten. Polen kregen de doodstraf voor ook maar enige hulp die ze aan joden boden De eerste ghetto's werden gecreëerd vlak na de september campagne in 1939 (Piotrków), vervolgens in Łodzi (februari '40) en in Warschau in oktober 1940. Op heel het Poolse grondgebied zijn tegen de 500 joodse ghetto's gecreëerd, waar mensonterende omstandigheden speelden en er sprake was van een enorme bevolkingsdichtheid. Sterftecijfers lagen hoog, vooral door het gebrek aan levensmiddelen (normaal gesproken 400 calorieën per dag maar er zijn periodes geweest dat het aantal calorieën per dag lag rond de 180) en het gebrek aan medicatie (waardoor er vaak enorme tyfusepidemieën uitbraken, vele doden tot gevolg hebbende). Alleen al in het ghetto van Warschau kwamen tussen '40 en '42 100.000 joden door honger en ziekte om het leven, meer dan eens kwamen er gevallen van kannibalisme voor als gevolg van de honger. De joodse ghetto's werden in de daaropvolgende twee jaren systematisch geliquideerd, de bewoners werden gedeporteerd naar de concentratiekampen of de vernietigingskampen, waar ze werden vergast en verband. In het Generaal-Gouvernement begon de "Endlösung" onder de naam Aktion Reinhard. Joden werden gedeporteerd naar de vernietigingskampen in Belzec, Sobibor, Majdanek en Treblinka in 1942, waar vervolgens 1.280.000 joden uit 4 districten van het GG werden vermoord, 530.000 joden uit het district Galizien (toegevoegd aan het GG in augustus '41) en 130.000 joden uit de Białystok regio welke naar onder andere Treblinka zijn gedeporteerd. Ten tijden van de Aktion Reinhard zijn er bij elkaar tegen de 2.000.000 joden vermoord in het Generaal-Gouvernement. In zijn totaalheid hebben de Duitsers in de Poolse gebieden 2.700.000 joden uit Polen vermoord, waarvan ong. 600-700.000 in individuele executies, ong. 600.000 zijn omgekomen in de ghetto's en tegen de 1.400.000 zijn vernietigd in de kampen. In het Generaal-Gouvernement zijn daarbij nog eens 4.000.000 joden uit heel Europa vermoord. Tijdens de bezetting ambieerden en brachten de Duitsers ook tot daad het vernietigen van elk element van "Poolsheid", door denationalisatie en door germanisering van het land. De bezetter gaf hier uiting aan door de discriminatie van de Poolse taal, zowel in het privé als in het publieke leven, het onderwijzen van de Duitse taal op scholen, het gebruik van Duits als administratieve taal, het vernederen en verlagen van de Poolse volkswaardigheid, het bemoeilijken van de toegang tot bepaalde beroepen, het bemoeilijken van de toegang tot de Poolse cultuur, het vernietigen van diezelfde Poolse cultuur door de verbranding van boeken en het vernielen van ander Pools cultureel goed, het vernederen door middel van het organiseren van primitief vermaak, het proberen veranderen van de etnische samenstelling van de bevolking (ondermeer door kolonisatieprogramma's welke Duitse en Germaanse elementen in de Poolse samenleving moesten planten) en andere zelfde soort daden. ![]() Het monument ter herdenken van Grunwald, vernield door de Duitsers. Ook dit was een vorm van denationalisatie van het Poolse volk Het proces van germanisering en "Wiedereindeutschung" werd ook gerealiseerd door segregatie en categorisering van de Poolse bevolking in bepaalde, omschreven groepen. Met deze doelen in het achterhoofd werden mensen gedwongen tot het ondertekenen van zogenaamde Deutsche Volksliste. Criterium voor deze lijst waren een bewijs dat men een Duitse afstamming had en een kleinschalig rassenonderzoek. Tegen de 1.800.000 Polen is gedwongen geweest om deze Volksliste te ondertekenen. Een ander onderdeel van de germanisering was de roof van Poolse peuters en kinderen. Kinderen welke op basis van de raciale criteria als meerwaardig werden beschouwd, werden weggevoerd naar Duitsland. De roof van peuters en kinderen, als element van de denationalisatie en germanisering, was een onderdeel van het Generalplan Ost. De kinderen werden in de meeste gevallen gedwongen meegenomen, vaak na het gebruik van geweld of het vermoorden van de ouders. In Duitsland aangekomen werden de kinderen in speciale onderkomens ondergebracht, in de Duitse propaganda eufemistisch aangeduid als "kinderdorpen". In werkelijkheid waren dit kampen waar de raciale selectie verder werd uitgevoerd (Kindererziehungslager), waar de originele metriek van geboorte werd vernietigd en vervangen door een nieuwe, de kinderen Duitse namen kregen en ze werden verstuurd naar Duitse gezinnen of instanties. Leidend in deze operaties was de organisatie Lebensborn (later als een misdadige organisatie aangemerkt). Kinderen die niet geschikt werden geacht, die niet voldeden aan de raciale eisen, werden teruggestuurd naar de vernietigingskampen in het GG. In totaal zijn er ong. 200.000 Poolse kinderen naar Duitsland vervoerd, na de oorlog is het gelukt om 15% daarvan terug te krijgen. De voorbereidingen voor de massale diefstal van Pools cultureel goed en kunst waren in Duitsland reeds voor de invasie in '39 begonnen. Het plan was de systematische roof van werken, zowel in privaat als in publiek bezit, waarvan een lijst was gemaakt door Duitse historici met behulp van vooroorlogse contacten en veelvuldige bezoeken aan musea en Poolse collecties. Het kwam tot de oprichting van een aantal organisaties, welke samen met de Wehrmacht op 1 september 1939 de Poolse grens overgingen, met als doel de van te voren geselecteerde werken te bemachtigen. Het roven van kunstwerken, confiscaties of gewone diefstallen ging de hele bezetting lang door. Toen het Duitse leger zich tegen het einde van de bezetting moest terug trekken namen de confiscaties de vorm aan van massale roofpartijen, waarbij alles werd gestolen wat los en vast zat. Naoorlogse schattingen van verloren Poolse kunst en cultureel goed aan de Duitse bezetter wijzen op ong. 2800 schilderijen van verschillende Europese schilders afkomstig uit bekende schilderscholen, 11.000 schilderijen van Poolse schilders, 15.000.000 boeken uit verschillende tijdperken, 1400 waardevolle sculpturen, 75.000 manuscripten, 22.000 oude prenten, 25.000 kaarten, 300.000 grafieken, 50.000 muzikale manuscripten, het verlies van 26.000 schoolbibliotheken, 4500 openbare bibliotheken,1000 wetenschappelijke bibliotheken en vele andere, niet gedocumenteerde verliezen en andere waardevolle voorwerpen (zoals 5000 kerkklokken). De totale waarde van de geroofde kunst wordt geschat op meer dan 11 miljard dollar (naar de koers van 2001), waarvan Polen uiteindelijk niet meer dan 1% van heeft terug gezien. ![]() Rafael - "Portret van een jongeman" - één van de meest kostbare stukken die Polen verloor, gestolen door de Duitsers in 1940 uit de collectie van een museum in Krakau. Tot op de dag van vandaag is het werk niet gevonden en teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar. Duitse plannen met betrekking tot de (grotere) Poolse steden, voorzagen in het vernietigen van deze, in een verbouwing of germanisering (bijvoorbeeld door het veranderen van de architectuur, door naamswijzigingen en het geven van andere wapens aan de steden). Men was voornemens het aantal inwoners te verminderen door middel van liquidatie van de aldaar wonende joden en tot het verminderen van de toevloed van Polen. Warschau, de hoofdstad van Polen, zou worden vernietigd en uit de as zou "Die Neue Deutsche Stadt Warschau" herrijzen. In het kader van deze plannen kan men ook het doelmatige vernietigen van het ghetto van Warschau in '43 en het (bijna) totale vernietigen van de stad na de opstand (in overeenstemming met het bevel van de Führer) plaatsen. Łódź viel binnen de grenzen van de door het Reich geannexeerde gebieden. De stad kreeg daarmee ook een nieuwe Germaanse naam: Litzmanstadt. Duitse architecten uit Berlijn en Danzig hadden een verbouwing uitgedokterd, resulterende in het slopen van het centrum van de stad en in de plaats zou er een enorme volkshal worden gebouwd, gescheiden door een strook groen van de Duitse wijken van de stad. Het wapen van Łódź werd veranderd in dat van een urn, afkomstig uit de tijd van de Vandalen. Krakau, stad waar de Generaal-Gouverneur Hans Frank verbleef, moest volledig worden ge-germaniseerd en een belangrijke plek van de Duitse administratie en communicatie worden. Poolse dwangarbeiders werden tewerkgesteld door de Baudienst om de stad zo snel mogelijk een Duits uiterlijk te geven, waarbij architectuur, wegen en bruggen werden verbouwd. In 1942 werden uitsluitend Duitse namen ingevoerd voor de straten, pleinen, instituties en culturele objecten. Rzeszów werd in 1941 veranderd in Reichshof, maar al in november '39 kregen alle straten Duitse namen of werden de vroegere Oostenrijkse namen weer uit de kast gehaald. Duitse stadsgedeelten werden gecreëerd, met in het achterhoofd de separatie van Duitsers en Polen in de naam van raszuiverheid. Lublin werd in de Duitse propaganda benoemd als de Deutsche Stadt Lublin, vanwege de welgevallige architectuur. Lublin zou moeten worden verduitst, de Poolse bevolking gedeporteerd en herbevolkt met kolonisten uit Duitsland, wat er in Lublin toe leidde dat de bevolking op een gegeven moment voor 40% uit Duitsers bestond. Lublin zou een centrum worden voor verdere expansie richting het oosten en een basis vormen voor de SS en politie. ![]() Germanisering van Łódź. Op de plek van dit bord stond eerst een standbeeld van de Poolse volksheld Kościuszko Tot slot de functie van de Duitse concentratiekampen, waarvan er zich in Polen tegen de 3000 bevonden, in het realiseren van het biologische vernietigen van het Poolse volk door middel van terreur en exterminatie. Himmler stelde in zijn bespreking van 15 februari '40 met de commandanten van de kampen dat, ter realisering van het programma de Polen volledig uit te roeien, de volgende stappen moeten worden volbracht: 1. Vaststelling van de leiders/elite van de Polen in het kader van hun onschadelijkmaking. 2. Vervolgens moeten de Polen snel en in vastgestelde etappes worden uitgeroeid. 3. Het Duitse volk moet inzien dat het haar hoofdtaak is om alle Polen te vernietigen. Nog voor het begin van de invasie werden er kampen gecreëerd voor Poolse mensen, zo zijn ong. 2000 mensen van de Poolse minderheid in het Reich daar het slachtoffer van geworden. Gelijk vanaf het begin van de Duitse bezetting werden Polen afgevoerd naar de concentratiekampen. In Stutthof, Skalmierzyce, Potulice, Poznań, Łódź, Działów, Toruń en Inowrocław werden deze kampen uit de grond gestampt. De Poolse mensen die slachtoffer waren geworden van de expulsies uit de geannexeerde gebieden kwamen in hier terecht. De slachtoffers van de expulsies tussen '40-'44 uit de omgevingen van Radom, Lublin en Zamosc werden gedeporteerd naar Auschwitz, Treblinka of naar kampen in het Reich (zo zijn bijvoorbeeld de 184 professoren en medewerkers van de universiteit van Krakau gedeporteerd naar Sachsenhausen). Naar schattingen wordt aangenomen dat in de Duitse kampen ong. 1.300.000 tot 1.500.000 etnische Polen het leven hebben verloren. Tijdens de hele bezetting van 39 tot 45 liggen de schattingen op en rond de 3 miljoen etnische Polen, samen met de schattingen van de Poolse joden (2.7 tot 3 miljoen, geeft dat een getal van tegen de 6.000.000 miljoen Poolse burgers dat de dood vond door toedoen van de Duitsers. ![]() Warschau in januari 1945. Het symboliseert (depoging tot) de totale vernietiging van Polen door de Duitsers. De balans opmakend hebben de Duitse misdaden in Polen ong. 6.000.000 Poolse burgers het leven gekost. Van iedere 1000 inwoners verloor Polen er 220, het staat in schrijnend contrast in vergelijking met andere landen (USA 2,9, België 7, Groot-Brittannië 8, Frankrijk 15, Nederland 22 en de USSR 116). - In het kader van het germanisatie proces zijn er 200.000 kinderen geroofd, het hoogste aantal van de landen waar dit programma is toegepast. Ong. 15% is terugkeerde naar Polen. - ca. 2.500.000 mensen zijn tot dwangarbeiders gemaakt. - 2.500.000 mensen zijn slachtoffer geworden van de gedwongen expulsies. - 38% van het nationale erfgoed van voor 1939 was verloren gegaan. - De verliezen aan onroerend goed waren enorm; huizen (162.190), boerderijen (353.876), fabrieken en industrie (14.000), private als publieke winkels (199.751), werkplaatsen (84.436) en bijna tegen de miljoen aan huishoudens. - De roof van Pools cultureel goed lag op ca. 45%. 25 musea zijn gesloopt, 35 theaters, 665 bioscopen en 323 buurthuizen. De schattingen van onomkeerbare verliezen aan musea, archieven en bibliotheken zijn niet mogelijk om vast te stellen. Wat wel vast staat is dat de Duitsers tegen de 22 miljoen boeken hebben vernietigd en meer dan een half miljoen aan (kunst)werken en andere hebben geroofd. - Er zijn 17 hogere scholen vernietigd, 271 middelbare scholen, 4880 basisscholen en 768 andere scholen. Instellingen/foundations die zich bezig hielden met onderzoek, wetenschap werden ook vernietigd. - 55% van de gezondheidszorg van voor 1939 ging verloren. O.a. 352 ziekenhuizen, 29 sanatoriums, 24 gezondheidsinstellingen en 1450 dokter en tandarts kantoren. - 50% van de infrastructuur was vernietigd. 5948 km aan spoor, 14.900 km aan verharde wegen en 15.500 meter aan bruggen was verloren gegaan. Tevens zijn er 2465 locomotieven (gestolen of vernield), 6250 treinwagons, 83.636 goederenwagons en 65 schepen verloren gegaan. De totale waarde van alle verliezen wordt geschat op 258 miljard vooroorlogse złoty, wat gelijk staat aan 50 miljard Amerikaanse dollars (koers 1939). Naar de huidige tijd zouden de verliezen tegen de 650 á 700 miljard dollar aanlopen, alleen al Warschau zou goed genoeg zijn voor 45 miljard aan schade. [ Bericht 0% gewijzigd door Polacco op 26-03-2013 14:56:17 ] | |
Mierenneuker. | dinsdag 26 maart 2013 @ 15:01 |
Indrukwekkend en verschrikkelijk. En dan te bedenken dat sommige mensen nog niet eens de moeite nemen om op 4 mei even stil te staan bij degenen die zijn gevallen om ons van deze ellende te verlossen. | |
Jumparound | dinsdag 26 maart 2013 @ 15:07 |
indrukwekkend inderdaad ![]() | |
Nibb-it | dinsdag 26 maart 2013 @ 15:27 |
Zo, dat ziet er interessant uit. Straks eens lezen. Heb je het zelf geschreven? | |
Woestijnvos | dinsdag 26 maart 2013 @ 15:30 |
De Duitsers hebben er inderdaad lelijk huis gehouden. | |
Polacco | dinsdag 26 maart 2013 @ 15:35 |
Vertaald vanuit het Pools. Dus in die zin wel zelf geschreven. [ Bericht 3% gewijzigd door Polacco op 27-03-2013 01:27:34 ] | |
Prowl | dinsdag 26 maart 2013 @ 15:38 |
haha [ Bericht 98% gewijzigd door Nibb-it op 26-03-2013 18:11:33 ] | |
ruimteaapje | dinsdag 26 maart 2013 @ 16:34 |
Eind januari 1940 maakte Himmler een treinreis met de 'Heinrich' naar Przemyls. Zijn omvangrijke gevolg kreeg een plaatsje in een tweede wagon: zijn adjudant, Karl Wolff, zijn persoonlijke referent, Rudolf Brandt, zijn lijfwacht, zijn lievelingsdichter, Hans Johst, zijn Tibet-expert, Ernst Schäfer, en verschillende anderen. (1) Onderweg vertelde Himmlers jeugdige adjudant Jochen Peiper aan Schäfer dat Hitler de uitroeiing van de Poolse intelligentsia had toevertrouwd en dat Himmler persoonlijk aan een executie had deelgenomen. Volgens Peiper had Himmler daarna dagenlang niet tegen hem gesproken. Peiper sprak ook over een incident waarbij Ludolf von Alvensleben zijn eigen verwanten had laten doodschieten; ze lagen allemaal onder de groene zoden, grapte Peiper.(2) Von Alvensleben had zijn verwanten vlak voor de executie gezegd dat hij hen in de volgende oorlog zou tegenkomen wanneer hij hen nu niet doodschoot.(3) (1) Himmlers agenda, Brandts kantoorjournaal en Himmlers reisplan 2) Peiper zou - tijdens deze dagen - tegen een SS-Sturmbannführer Dr. Ernst Schäfer gezegd hebben dat :"[...] die Polnische Intelligenz die Kartoffeln nun von unten ansehe.." (3) Ondervraging van Ernst Schäfer Bron: "Heinrich Himmler, de architect van de holocaust" van Richard Breitman. [ Bericht 5% gewijzigd door ruimteaapje op 26-03-2013 16:42:03 ] | |
Polacco | vrijdag 29 maart 2013 @ 00:40 |
Heb je het gelezen? Tips, feedback, aanmerkingen? ![]() [ Bericht 0% gewijzigd door Polacco op 29-03-2013 01:00:04 ] | |
TheThirdMark | vrijdag 29 maart 2013 @ 00:51 |
Wat is nu het schokkende eigenlijk? Zelfs wij Nederlanders hebben van elk land in Europa, en van verdomd veel landen buiten Europa lijsten met mensen die in geval van oorlog direct uitgeschakeld dienen te worden. Hetzij door arrestatie hetzij door liquidatie. Wij hebben gelukkig de luxe dat het onder het mom van ''Wargames'' gespeeld wordt, maar de lijsten bestaan hoe dan ook. Begrijp mij niet verkeerd, het was en is afschuwelijk dat het gebeurd is, maar het gebeurd tot op de dag van vandaag nog steeds, met openlijke steun van onze eigen overheid. | |
ruimteaapje | vrijdag 29 maart 2013 @ 01:32 |
Ojee, waar is m'n alu hoedje | |
arjan1212 | vrijdag 29 maart 2013 @ 04:20 |
. [ Bericht 2% gewijzigd door arjan1212 op 29-03-2013 04:58:45 ] | |
Nibb-it | vrijdag 29 maart 2013 @ 08:21 |
Ik ben er nog niet helemaal aan toegekomen (foei) ![]() | |
Polacco | vrijdag 29 maart 2013 @ 10:49 |
Het is een vertaling van een samenvatting van verschillende werken over dit onderwerp (Wiki dus ![]() Bronnenlijst Het is vooral opgebouwd uit Poolse werken omtrent dit onderwerp. [ Bericht 33% gewijzigd door Polacco op 29-03-2013 10:57:32 ] | |
Polacco | vrijdag 29 maart 2013 @ 11:02 |
De aard van de misdaden, de planning, de geraffineerdheid, het precies uitgedokterde plan omtrent hoe en wat is wat ik het meest schokkende vind. Vergelijk de bezetting en behandeling van Nederlanders maar eens met de situatie beschreven in de OP. Een wereld van verschil. Waar in Nederland de "fluwelen handschoen" aanpak in het begin werd gebruikt, werd in Polen vanaf het begin met een keiharde ijzeren vuist opgetreden. |