Alleen al het gegeven dat je je de volgende middag een stuk beter voelt dan de depressieve avond ervoor, zou de elke dag terugkerende quarterlifecrisis moeten relativeren. Maar dat is niet besteed aan de korte termijn-denker die ik ben. Zelfs de herinneringen aan avonden dat ik er echt slecht aan toe was door redenen waar ik nu om lach, zijn slechts een schamele troost. Op de momenten zelf denk je alleen: wat doe ik hier; het is koud; waar ben ik mee bezig; en vooral: wat als. Onnozele vragen waarmee iemand die zich verveelt zich eindeloos bezig kan houden.
Een vriend zei tegen me: er zijn bepaalde dingen, zoals een goede film of een goed boek, waarover je nooit cynisch kunt zijn, deze dingen zijn waardevast. Dat is waar, maar die dingen scheppen een wereld waar je nooit deel van kunt uitmaken, waardoor je je des te bewuster bent van de tekortkomingen van je eigen leven. Is geluk het leiden van een gezond bestaan om af en toe te genieten van lekker eten en een mooi uitzicht? Een andere vriend zei: iedereen gaat zes jaar studeren om een goede baan te krijgen, maar niemand trekt zes jaar uit om een passende levenspartner te vinden. ‘Een leven dat slechts driftmatig ondergaan kan worden wil het de mens werkelijk uit zijn eenzaamheid bevrijden’ is uiteindelijk ook maar een korte termijn-oplossing, voor de romanticus.
Graag op anoniem