--BRON ; de Stentor 15 december 2012
Over Het Ronde Huis (1902-1967) in Nunspeet gaan vooral wilde verhalen. In de volksmond en op internet. Na veertig jaar onderzoek schreef Hans Schalkwijk een boek over het opvallende landhuis en de eigenaar Frank van Vloten. Er zijn daar vrouwen geofferd tijdens occulte sessies, stelt hij. Ook Prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina, kwam meerdere keren naar Het Ronde Huis. "Van Vloten en zijn hoge gasten waren in de ban van Germaanse rituelen ten gunste van het toenmalige Duitse keizerrijk." door Marion Groenewoud
Het is een druk stuk bos waar automobilisten, fietsers, hardlopers en vandaag in de sneeuw, zelfs langlaufers elkaar passeren. Op het hoogste punt, achter een parkeerplek, is een stuk grond met zwart-wit lint afgezet. Hier in het Zandenbos bij Nunspeet, aan de Plaggeweg, lijkt de bodem opengebarsten. We zien een kleine, onopvallende kloof. Een gevaarlijke kuil waar spelende kinderen gemakkelijk in kunnen vallen. Van 1906 tot 1967 stond hier het Ronde Huis. Naar een idee van eigenaar en geboren Deventenaar Frank van Vloten (1858-1930), zoon van de neerlandicus, rector en veelschrijver Johannes van Vloten. Over het huis en de bezitter circuleren tot op heden de wildste verhalen.
Hans Schalkwijk (65) stuitte veertig jaar geleden op de zaak en het mysterie laat hem niet meer los. Onlangs verscheen zijn boek De Geschiedenis van Het Ronde Huis. De voormalige ABN-bankmedewerker woont in de Achterhoek maar verblijft in zijn vakantiehuis in Wallonië. Hij is spaarzaam met exacte gegevens. "Ik heb de afgelopen dertig jaar veel last gehad van journalisten en andere individuen die dit boek hadden willen schrijven. Voorlopig wil ik rust", verklaart hij in een telefonisch interview. NOS-journalist Jeroen Jager is van plan een documentaire te maken over Het Ronde Huis maar Schalkwijk wil daar nog een jaartje mee wachten. Zonder twijfel heeft hij een smeuïg onderwerp in handen: schimmige seksuele en occulte rituelen, hooggeplaatste heren, het Koninklijk Huis, gedrogeerde vrouwen, angstig personeel en met als klap op de vuurpijl: een penisvormige uitgraving in het bos. Hij heeft het niet opgeschreven maar wil wel benadrukken welke onwaarheden rondzingen. "Er was géén sprake van een pedoseksueel netwerk. De betrokken vrouwen waren meerderjarige prostituées, afkomstig uit Parijs, Londen en Berlijn. Ook reed Van Vloten nimmer met een naakt meisje op zijn zwarte paard. En in 1924 is geen lijk gevonden bij Het Ronde Huis. Er zijn later ook geen menselijke resten opgegraven. Een ondergronds gangenstelsel in het bos ontbreekt eveneens. Ik heb hiervan geen enkel bewijs gevonden." Zo, dat ruimt op. Hoewel? "Die Van Vloten was een seksmaniak, of zoals veel arbeiders en de zonen van de opzichter zeiden: Een viezerik", vernam Schalkwijk. "Hij viel vrouwen van personeel lastig. Maar mensen hielden hun mond want dan waren ze weer een tijdje verzekerd van werk."
Een cruciale persoon in het boek is Johan Montenberg, wiens familie was betrokken bij Het Ronde Huis. Hij zou een fictief personage kunnen zijn maar zijn dossiers liggen bij het Gelders Archief en we zien hem ook op foto 's in zijn woonplaats Joppe, onder Deventer. Hier had hij decennialang een paardentram. Met dit voertuig begon het avontuur voor Schalkwijk. Als liefhebber van smalspoorlijntjes kwam hij in 1972 in gesprek met Montenberg. In het trammetje vervoerde hij kinderen in de bossen bij Joppe. Schalkwijk hoort al snel hoe het voertuigje ooit een andere, minder onschuldige betekenis had. Begin 20e eeuw reed het over een klein spoorlijntje van station Nunspeet naar Het Ronde Huis. Gevuld met deftige heren en mooie vrouwen. Schalkwijk verzamelde flarden informatie over Het Ronde Huis met dank aan de niet al te spraakzame Montenberg.
De schrijver van Het Ronde Huis wist dat de oma van Montenberg een bastaardkind van Koning Willem III was, dus de halfzus van koningin Emma. De belangrijkste informatie verkreeg Schalkwijk echter via een kennis van de kluizenaar. Van haar vernam hij jaren later dat de oma én de moeder van Montenberg vrouwen ronselden voor de hoge heren in Het Ronde Huis. De schrijver onderbouwt dit met drie anonieme verklaringen. Een andere bron voor Schalkwijk was J.H.W. Eldermans uit Voorburg, toen rechercheur en lid van de Politieke Opsporingsdienst. In de jaren twintig sprak deze man regelmatig met Frank van Vloten omdat zijn ouders een zomerhuis hadden bij het Het Ronde Huis. "Ze voerden gesprekken over de Germaanse riten", zegt Schalkwijk. Van Eldermans heeft hij ook de foto 's en tekeningen van "de heilige Keltische (kalk)put" op het terrein, die bij de aanleg van de A28 verdween.
Toen Schalkwijk rond 1980 vastliep met het onderzoek, wendde hij zich tot paragnost en kunstenaar Delius Pit (1913-1992) uit De Bult bij Steenwijk. Deze leidde hem naar een essentieel archiefje in Nunspeet: een doos vol tekeningen van Het Ronde Huis. Op basis van grondonderzoek, meetapparatuur en andere bronnen komt Schalkwijk tot de waarschijnlijke conclusie dat Het Ronde Huis en het landgoed volgens Germaanse rites is gebouwd.
Van bovenaf zou de god Wodan zichtbaar zijn. Met Het Ronde Huis als zijn ene oog. Schalkwijk reconstrueert de helm en speer. In het coniferenbos herkennen we een baard en snor. Aan de zuidrand ligt een penisvormige uitgraving, met een vulva op loopafstand. De fallus ligt nu op privéterrein en is dichtgegroeid. "We kregen de meest onzinnige opdrachten: heuvels verleggen, zand afgraven en sawa 's maken. Rijst hebben we nooit gezien", vertelden bosarbeiders. "Van Vloten was hartstikke gek maar we hadden werk." Tot 1990 kreeg Schalkwijk het idee dat hij werd gevolgd op zijn speurtocht. "Drie keer kwam ik bij een contactpersoon die kort daarvoor vanuit mijn naam was gebeld. En op de locatie zelf ben ik meerdere keren aangesproken. Dit waren geen argeloze voorbijgangers. Ik heb vermoedens, maar houd het op: types van hoger hand."
De naam van de auteur ontbreekt op het boek. Schalkwijk wil niet in de schijnwerpers. "Hier zit een werkgroep van zeven man achter. Ik heb dit beslist niet alleen gedaan; ik weet wel het meeste." Aanvankelijk had hij de onderzoeksjournalist Ton Biesemaat gevraagd mee te werken. Zijn naam zou op de cover prijken als er vorig jaar geen conflict was ontstaan. "Biesemaat hield zich niet aan de contractafspraken", zegt Schalkwijk kort. "Dat wat hij moest onderzoeken, liet hij liggen."
Volgens Schalkwijk is het zeker dat Het Ronde Huis in de ban was van occulte praktijken. Niet voor niets is het gebouwd op de Germaanse Mythstee waar, in het jaar negen na Christus, Romeinse soldaten van veldheer Varus aan Wodan zouden zijn geofferd. Maar welk mysterie heeft de schrijver nu eigenlijk ontrafeld? En wat is de grootste misstand? Hij denkt kort na: "Prins Hendrik bezocht het Het Ronde Huis met zijn jachtvriend en rentmeester Dirk Montenberg - de oom van Johan van de paardentram - maar ook iemand als havenbaron Anton Kröller was van de partij. Net als de pro-Duitse broer van Van Vloten, directeur van een staalfabriek bij Dortmund. En de zwager van Van Vloten, de dichter Albert Verwey. Hij maakte deel uit van Die Kosmiker, een mannenbond geobsedeerd door de Germaanse cultus. De landgoedeigenaar en zijn hoge gasten waren in de ban van Germaanse rituelen ten gunste van het toenmalige Duitse Rijk. Dit blijkt uit de inrichting van het landgoed. En bij hun seksuele sessies verdween meer dan eens een vrouw in de ongebluste kalk." Het Ronde Huis werd in 1967 afgebroken. Ondanks de bijzondere architectuur had de gemeente Nunspeet verzuimd het op de monumentenlijst te zetten.