quote:
Cacaoboeren in Afrika die zijn aangesloten bij de stichting Max Havelaar schieten daar niets mee op. Van het extra geld dat de consument betaalt voor de chocolade, gaat tweederde naar de stichting. Het overige geld bereikt de boer vaak niet. Dat meldt het Nederlands Dagblad op basis van eigen onderzoek in samenwerking met Afrikaanse journalisten.
Voor het onderzoek werd gesproken met meer dan zeventig cacaoproducenten in onder meer Ivoorkust, Ghana, Kameroen en Nigeria. Ook werden de financiën van verschillende coöperaties en Max Havelaar onderzocht.
Veel boeren bleken niet eens bewust te zijn dat hun oogst als 'fairtrade-cacao' wordt verkocht en dat het lidmaatschap aan coöperaties hen geld kost. Vaak hebben ze niet eerder gehoord van het begrip fairtrade, zelfs al zijn ze aangesloten bij Max Havelaar.
Bij de besteding van de zogenaamde fairtrade-premie kwamen talrijke gebreken aan het licht. Boeren ontvangen soms een kleine individuele bonus, maar dat is eerder uitzondering dan regel, zeggen de onderzoekers.
Max Havelaar erkent in een reactie in de krant dat boeren te weinig krijgen voor hun producten, maar ontkent beloften te breken. "Wij doen zaken met de coöperatie, niet met de individuele boer. Van de prijs die wij betalen gaan nog allerlei kosten af, daar hebben wij geen grip op."
Gekopieerd van de
FP.
In het Fair Trade
jaarverslag (blz. 11) van 2011 lees ik echter het volgende:
quote:
Er zijn 1,2 miljoen producenten aangesloten bij Fairtrade. Daarbij gaat het om boeren en arbeiders in Latijns-Amerika, Afrika en Azië. Gezamenlijk ontvingen zij in 2011 ruim 4,6 miljoen dollar aan extra inkomsten, bovenop de reguliere marktprijs. Dat is het resultaat van de opnieuw forse groei die Fairtrade in Nederland doormaakte. Verkopen onder Max Havelaar, het keurmerk voor Fairtrade in Nederland, bereikten het afgelopen jaar een omzet van ¤ 147,3 miljoen. Dat was een toename van 24% vergeleken met een jaar eerder. De verkopen stegen naar 27,5 miljoen kilo (een groei van 20% ten opzichte van 2010), bloemen en katoen buiten beschouwing latend.
Kleine boeren en plantagearbeiders. Zo’n 75% van de Fairtrade partners bestaat uit kleine boeren, die producten als koffie, cacao, suiker, noten en rijst leveren. De overige producenten zijn arbeiders op grote plantagebedrijven die met name thee, bloemen en fruit telen. De boerenorganisaties, zo bleek in 2011 uit onderzoek van Fairtrade International , investeren 30% van de extra inkomsten in de productie en verwerking van hun gewassen. Een kwart investeren ze in hun organisatie en bijna 20% besteden ze in hun leefomgeving aan onderwijs, gezondheidszorg en milieu.
Op de plantages geldt een ander patroon, omdat de arbeiders de extra inkomsten niet investeren in het bedrijf van hun werkgever. Arbeiders kiezen vooral voor besteding in hun lokale gemeenschap. Meer dan 60% wordt gebruikt voor onderwijs, huisvesting, drinkwater, gezondheidszorg en milieu. Overige gelden gaan naar scholing van werknemers en individuele hulp aan arbeiders en hun gezinnen, bijvoorbeeld in de vorm van leningen.
Dus van de extra marge die Fair Trade verrekent in hun prijs gaat slechts 4,6 mln / 1,2 mln = ¤3,83 extra naar één producent bovenop hun marktprijs in heel 2011? En daarvan wordt 3,83 / 100 * 30 = ¤1,15 geïnvesteerd in de productie en verwerking van gewassen?
Kortom, deze organisatie profileert zich als een weldoener/directe afnemer van boeren, terwijl ze dus gewoon lokaal bij een tussenhandelaar inkopen. Als de boeren het verschil niet tot nauwelijks merken, dan faal je toch enorm als stichting die juist meent een fair trade keuze te zijn?