VRIJWILLIGERSUITJE NAAR GIETHOORN
Ik stond gisterochtend om kwart voor negen op de parkeerplaats bij het Wilminktheater. Na twee en half uur slaap was ik klaar voor het vrijwilligersuitje van filmhuis Armitage. Vriend Thomas en ik gingen boven in de dubbeldeksbus zitten met een paar lege plaatsen om ons heen, zodat we vrij konden praten. De buschauffeur heette Gerard Kist - "De achternaam mag u meteen weer vergeten" - die ons vertelde dat hij niet mag vertellen wat de bestemming van de reis was.
Na ongeveer een uur reizen, deelde theatercoördinatrice Mirjam pennen en velletjes papier van een NAW-blok uit, waarop we onze naam moesten schrijven. Dit bleek voor enkele verwarring onder de vrijwilligers te zorgen, maar Mirjam riep al snel door de microfoon dat het niet de bedoeling was om je adres en postcode op te schrijven. Daarna legde ze uit wat het plan was: we gingen een quiz doen. Vraag 1: "Wat zijn de zeven kernwoorden van Armitage?" Later bij de antwoorden, zoals 'kwalitatief' en 'verrassend', zei Mirjam: "Klantvriendelijkheid. Sommige mensen hadden klantgericht ingevuld, maar we zijn streng dus dat rekenen we fout." De volgende vraag was: "Waar wordt gaffertape het meest voor gebruikt? A. Het afplakken van het toneel. B. (...) C. (...) D. Het afplakken van Mirjams hakken." Het antwoord: "Het is waar dat ik mijn hakken afplak met gaffertape, maar de vraag is waar de tape het meest voor gebruikt wordt. Dat is het toneel, hahaha!"
Onze plek van bestemming bleek Giethoorn te zijn, wat uit grachtjes bleek te bestaan met uitsluitend restaurants en souvenirwinkeltjes langs de kades. We werden ontvangen met koffie en appeltaart, maar de machine was kapot dus er moesten handmatig potten gezet worden. Dat duurde me allemaal te lang, bovendien had ik de alcohol nog in mijn bloed zitten, dus ik bestelde een Jupiler a ¤2,90. "Gedraag je toch eens," siste een van de vrijwilligsters mij toe. Ik liep naar de directeur van Armitage, een man met een fantastische baan, hield net zo lang het bier voor zijn neus zodat hij me wel moest aankijken, en zei: "Proost Jasper, op een fantastische dag!"
We liepen naar de bootjes, want we gingen punteren. Punteren betekent met een stok in de bodem duwen zodat je vooruit komt. We kregen een picknickpakketje mee. Daarin zat: een broodje met kaas, een broodje met ham, een krentenbol, een worst, een Mars, een slaatje en een pakje Taxi. Er werden groepjes van vijf man gevormd. Je moet weten dat het vrijwilligersbestand van Armitage bijna uitsluitend bestaat uit vrouwen in de herfst van hun leven, net als de doelgroep van Armitage. Vriend Thomas en ik gingen snel bij Martin staan, een filmoperateur. Tot een half jaar geleden moest hij de filmrollen in de projector leggen, het beeld scherpstellen, overgangen aan elkaar plakken, om kunnen gaan met calamiteiten: een honderd jaar oud ambacht. Tegenwoordig drukt hij twee keer op een knop om de film te starten. Een Française en een oud vrouwtje voegden zich erbij.
Al snel waren we het punteren zat. Dat kwam ook doordat ik waardeloos was en de twee vrouwen druk bezig waren met het oplossen van een puzzelboekje dat we hadden gekregen. Martin opperde dat we ons moesten laten voorttrekken door een motorboot, waarvan er veel langs ons heen voeren. "Kijk," zei Martin, "dat zijn mensen met kinderen, die hebben altijd geld nodig." We kregen een lift totdat het oude vrouwtje voorin bedankt zei tegen de vader, die ons daarop los liet. "Communicatiestoornis," verklaarde ze.
Op het open meer zagen we een terras liggen en we twijfelden niet. Omdat ik de toon had gezet met mijn Jupiler om elf uur 's ochtends, ging opeens iedereen aan de alcohol, ook al was het nu twaalf uur 's middags. Ik stak een sigaret op waarna er drie vrijwilligsters van andere boten kwamen bietsen. Toen het rondje betaald was door Martin stapten we zuchtend weer in de kano. Een motorbootje met drie frisse blonde jongetjes van een jaar of tien vaarde achter ons. "Willen jullie een sigaret verdienen?" vroeg ik. We maakten de boten aan elkaar vast. Vriendelijk zwaaiend voeren we langs de andere vrijwilligers die zaten te ploeteren met hun stokken. Op deze manier was het eigenlijk best wel leuk! Ik stak mijn duim op toen ik zag dat directeur Jasper de vrouwen op zijn boot het werk liet doen.
We keerden als eersten terug bij het startpunt en gingen direct naar een café. Inclusief de vrouwen bestelde iedereen bier, ik nam een milkshake. Een vrijwilliger met grijze baard schraapte met zijn veel te lange nagels over de plastic koffiesteeltjes die mensen later nog in hun koffie moesten doen. De Française op mijn bootje was een hele leuke vrouw gebleken. Ze verbaasde zich over mijn uitgebreide kennis van Franse scheldwoorden, ook negermoppen vielen in de smaak. Ze liet me een foto van haar dochter zien, die naast een man stond. "O ja," zei ik. "De linker toch?" floepte ik eruit. Daarna ging ik een half uur op het toilet zitten.
Ik vond dat Giethoorn erg leek op hoe ik dacht dat Volendam er uit zou zien.