![194eJ]()
![14icrr8.jpg]()
Hij gaat de geschiedenis in als de eerste echte aankoop van de nieuwe Ajax-directeur Marc Overmars. Zijn naam: Tobias Tigjani Sana. De 23-jarige aanvaller, kind van een Zweedse moeder en een vader uit Burkina Faso, lijkt al in een vroeg stadium en na een flitsende start de harten van de Ajax-aanhang te hebben gestolen.
Hoe komt het dat we vaak een lachende Sana zien?"Ik wil gewoon de hele dag happy zijn. Ik ben eigenlijk mijn hele leven al vrolijk. Ook als het met voetballen tegenzit. Ik heb wel eens maanden op de bank gezeten. Dan had ik wel de hele dag chagrijnig kunnen rondlopen en alles en iedereen de schuld geven, maar daar koop je helemaal niets voor. Je moet gewoon positief zijn. Van een negatieve instelling wordt geen mens beter."
Hoe ben je geworden zoals je nu bent als buitenspeler?" Bij Goteborg speelde ik als buitenste middenvelder, moest ik negentig minuten lang naar voren en naar achter lopen. En maar buffelen, had ik geen energie meer in mijn lijf om er een beslissende actie uit te slingeren."
Hoe kijk je terug op je tijd bij je eerste profclub Qviding, dat uitkomt in de tweede divisie?"Daar werd ik getraind door de beste coach die ik ooit in Zweden heb gehad: Zoran Lukic.
Ik denk dat hij de enige trainer was in het Zweedse profvoetbal die zijn ploegen 4-3-3 liet spelen. Hij is echt een liefhebber van het pure voetbal. Aanvallen met technisch verzorgd voetbal. Qviding speelde als Ajax, met vleugelspelers en een diepe spits. Héérlijk. Tegen mij zei hij: Focus je vooral op het aanvallen. Natuurlijk moest ik ook meeverdedigen, maar dat diende ik vooral niet te overdrijven. Anders heb je geen kracht meer om acties te maken, zo bleef hij mij voorhouden. Lukic gaf mij vrijheid. Bij IFK voelde het soms alsof ik aan de ketting gelegd moest voetballen, werd ik me een karrenvracht aan verdedigende taken het veld ingestuurd. Alle creativiteit sijpelde uit mijn lichaam."
Ben je zoals iedere profvoetballer zegt, al van jongst af aan verliefd op de bal?"Ja, van mijn jongste jaren herinner ik me vooral dat ik de hele dag aan het voetballen was. Als we niet met zijn allen naar de wedstrijden of trainingen van mijn vader gingen kijken, waren we zelf wel ergens op straat aan het voetballen. Tot we er bij neervielen. Nee, rottigheid haalden we niet uit. Mijn broers en ik gingen gewoon naar school en voetbalden. In tegenstelling tot sommige vrienden, die het verkeerde pad kozen en in de criminialiteit belandden. Ik was altijd de jongste en met afstand de kleinste. Mijn drie broers zijn niet bepaald balkunstenaars, maar groot en sterk zijn ze wel. Ik ben echt het opdondertje van de familie. Ik moest het dus van mijn techniek hebben, op kracht legde ik het altijd af. Op straat heb ik geleerd mijn mannetje te staan, en om slim te zijn. Mijn vader is ook niet zo groot, maar hij heeft wel een oersterk lijf.'He's a real Africian boy'. Tegenwoordig is hij coach, van het clubje waar we ooit zijn begonnen: Marieholms. Twee van mijn broers voetballen onder hem."
Na Marieholms belandde je bij Vatra Frolunda, die bekend staat om zijn goede jeugdopleiding, hoe kijk je daarop terug?"Daar werd ik gescout door Qviding, een bescheiden profclub uit Goteborg. Ik tekende er mijn eerste contract toen ik zeventien was, goed voor een paar honderd euro per maand en gratis voetbalschoenen. Ik zat nog op school en voelde me de koning te rijk. Mijn eerste echt grote contract kreeg ik op mijn negentiende, toen ik naar Goteborg ging. Toen wist ik: nu wordt het serieus. Het was de ultieme kans om me volledig te focussen op het voebtal. Om keihard te trainen en een betere speler te worden. Maar het allermooiste vond ik eigenlijk dat ik met voetbal mijn geld ging verdienen. Want dat doe ik nu eenmaal het liefst, voetballen. Een droom kwam uit. Het eerste seizoen bij Goteborg was rampzalig. De coach vond mij bij nader inzien te licht en stelde mij maar drie maal op. Ik verpieterde op de bank. Toen ik in het tweede seizoen opnieuw buiten de boot dreigde te vallen, ben ik op de trainer afgestapt. Niet op hoge poten, maar op een normale manier. Ik zei: als je mij nooit opstelt, zal ik nooit zelfvertrouwen krijgen. Laat me gewoon eens een paar weken staan en dan zal ik laten zien dat ik kan voetballen."
Mede door Ajax-icoon Stefan Petterson ben je naar Ajax gekomen. Klopt dat?"Stefan is een icoon in Zweden, die ook voor Goteborg heeft gespeeld. Als hij naar de wedstrijd kwam kijken, bleef hij altijd hangen. Dan praatten we even bij. Ik vond en vind hem een held. En voor een held is hij echt ongelooflijk sympathiek. Rond de Johan Cruijff Schaal was hij toevallig in Amsterdam. Hij belde me gelijk op. Hebben we samen gegeten in mijn hoten en ik heb nog een paar nuttige tips gekregen. Zijn belangstelling is oprecht."
Wat ging er in je om toen je hoorde dat Ajax interesse in je had?"Aanvankelijk dacht ik heel even dat ik in de maling werd genomen. Ik wist dat clubs mij volgden, maar niet of en hoe serieus het was. En toen bleek uitgerekend Ajax, de club waar ik als jochie helemaal gek van was, mij aan te willen trekken. Ajax is in Zweden de club van Stefan Pettersson en Zlatan Ibrahimovic, maar voor mij is het vooral de club van Patrick Kluivert. Hij is altijd mijn idool geweest; geen spits was in mijn ogen zo compleet als Kluivert. En als dan zijn eerste vereniging, één van de grootste clubs uit de historie van het voetbal, jou wil hebben, dan hoef je daar niet over na te denken. Dan pak je je koffers en ben je vertrokken. Ik zie het als een levensgrote kans. Ik ben zo blij dat ik hier ben, er komen zoveel grote spelers bij Ajax vandaan. Maar niet alleen dat. Ook als ik hier maar één of twee jaar zou mogen spelen, dan nog zal ik als een veel betere speler mijn weg vervolgen. Zoals er hier wordt getraind. One touch, two touch, iedere training is weer een feestje. Alleen als je één tegen één komt te staan, mag je de bal vaker aanraken. Ajax wil mooi voetbal spelen, maar alles is gebaseerd op winnen. Daar houd ik van, van die denkwijze. De coaches leren je hier ook écht voetballen, ik word elke dag beter. En dan de trainers: Frank ( De Boer, red ), Bergkamp, zij hebben samen meer titels gewonnen dan heel Zweden bij elkaar."
Je beschikt naast een Zweeds paspoort ook over een paspoort van Burkina Faso. Waarom ben je daar nog nooit voor uitgekomen?"Vanaf het moment dat ik bij Goteborg speelde, kregen ze mij in de gaten. Twee jaar geleden hebben ze mij gevraagd of ik voor Burkina Faso wil uitkomen, maar daar ben ik nog niet op ingegaan. Waarom niet? Omdat het Zweedse elftal veel hoger in aanzien staat, zich vaak kwalificeert voor de grote toernooien. En wie wil er niet op een groot toernooit spelen, zoals een EK of WK? Maar oke, dan zal ik om te beginnen wel een keer geselecteerd moeten worden. Ik blijf rustig, wil me voorlopig focussen op Ajax. Maar als Zweden komt, ja, dan zal ik gaan. Daar hoop ik stilletjes ook op. Ik ben er geboren en het is vanuit Amsterdam makkelijk te bereizen. Maar als ik binnen twee jaar nog niet ben gebeld, dan ga ik serieus over Burkina Faso nadenken. Mijn vader zou het schitterend vinden als ik voor zijn vaderland zou spelen. Als het aan hem ligt, was de keuze als gemaakt. Maar hij zegt ook: het is jouw beslissing. Het nationale voetbalteam is behoorlijk in opkomst. Ik weet niet precies hoe hoog Burkina Faso op de FIFA-ranking staat, maar ze hebben veel goede spelers uit de Franse competitie. En tijdens de laatste edities waren ze steevast van de partij op de Afrika Cup. Ik heb er wel eens over nagedacht hoe het zal zijn om daar aan mee te doen. Het zal een behoorlijke cultuurschok zijn, vermoed ik. Maar het lijkt me wel een enorme ervaring, een verrijking mij als mens."
Hoe kijk je terug op je eerste periode bij Ajax?"Als er in zo'n groot stadion zo massaal mijn naam wordt gescandeerd, mooi kan bijna niet. Ik weet nog hoe blij ik was dat ik tegen AZ mocht invallen, want ik wilde de fans graag laten zien wie ik was. En dan zingen even later 50.000 fans jouw naam. Ongelofelijk. Drie goals en een assist in drie wedstrijden. Ik denk dat ze dat bij IFK Goteborg ook amper kunnen geloven. Ik ben in mijn leven nog nooit naast mijn schoenen gaan lopen en dat gaat ook niet gebeuren. Maar ik denk wel dat dit het levende bewijs is dat ik in het systeem dat Ajax speelt, veel beter tot mijn recht kom. Of ik nou op de linker of rechterflank speel, maakt mij niet zoveel uit."
Ben je klaar voor je debuut in de Champions League?"Ja, daar verheug ik me enorm op. In de Champions League lopen de grote jongens rond: Messi, Iniesta, Ronaldo, Van Persie, noem maa rop. Nee, ik ben niet bang voor die jongens, als je een topspeler wil worden, dan moet je juist dit soort wedstrijden willen spelen. Het grappige is: ik heb nog nooit Europees voetbal gespeeld. Toen we met Goteborg Europa League speelden, zat ik op de tribune. Of ik bang ben voor de concurrentie? Nee, absoluut niet. Daarom heb ik onder andere voor Ajax gekozen. Als team heb je meer dan elf goede spelers nodig. Concurrentie haalt het beste in een voetballer naar boven. Als ik er naast sta, zal ik knokken voor die basisplaats. Als ik bang zou zijn of ik wel aan spelen toe kom, had ik niet naar Ajax moeten gaan."
[ Bericht 0% gewijzigd door j0rdiiii op 27-09-2012 12:10:39 ]