FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / Kort wiskundig vraagje
Arfalaswoensdag 11 juli 2012 @ 09:11
Beste Fok!ers,

Voor school heb ik aankomend jaar veel kennis nodig van Wiskunde/Statistiek. Omwille van mijn beperkte kennis van Wiskunde/Statistiek ben ik deze vakantie begonnen met zelfstudie, wat op dit moment nog redelijk goed gaat.

Maar ik ben even tegen een klein vraagstukje aan gelopen m.b.t. Algebra. Ik gebruik een boekenserie van Manhattan die de lezer voorbereid op de GMAT om mijn Wiskunde/Statistiek bij te schaven.

Het volgende gebeurt binnen een stuk uitleg over Algebra:

x² - x - 12 = 0
(x-4)(x+3) = 0

Nu is mijn vraag: hoe komen ze aan het bovenstaande? Ik kom er zelf helaas niet op uit waarom het zo moet gebeuren. Het zou fijn zijn als iemand mij zou kunnen helpen ;).
Jesse_woensdag 11 juli 2012 @ 09:15
Onderstaande is het bovenstaande alleen dan ontbonden in factoren.
Een tweedegraads vergelijking heeft altijd de vorm (x+-a)(x+/-b)
In jouw geval is a*b= -12 zijn en a+b= -1.
Het handige aan ontbinden in factoren is dat je direct kan zien voor welke x'en de oplossing nul is.
Iets meer (en betere) uitleg:
http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1521
Thormodowoensdag 11 juli 2012 @ 09:25
En als je bovenstaande niet ziet (in dit geval vrij simpel, soms wat lastiger), kun je altijd nog met de abc-formule de nulpunten bepalen.
Dan zul je vinden dat de oplossing van x² - x - 12 = 0 gelijk is aan x=4 of x=-3. En dus kun je het ontbinden naar (x-4)(x+3)=0.
Arfalaswoensdag 11 juli 2012 @ 12:55
Beide hartelijk bedankt voor jullie antwoorden :). Ik kende de site wisfaq.nl nog niet, maar ik ben blij dat ik hem wel heb leren kennen. Ik heb namelijk een korte cursus algebra gevonden waar ik veel plezier (ahum) zal gaan hebben.
hello_moto1992woensdag 11 juli 2012 @ 23:05
Je hebt twee getallen nodig waarbij de tweede term de som van beide is en de derde term het product is. Dat is soms ff puzzelen, maar de simpelere herken je na een tijdje oefenen wel.
chrisje013donderdag 12 juli 2012 @ 05:21
nog een tip... je weet hoe je haakjes moet uitwerken als het goed is. probeer dit op te lossen:

(x-5)(x+3)=?

je zult zien dat je iets krijgt in de vorm x2-2x-15. dit wetende, kun je het voortaan ook andersom doen. -5+3=-2 (die zit in het midden) en -5*3=-15, die zit aan het einde.

daarom is x2-2x-15 gelijk aan (x-5)(x+3). daarna neem je elk haakje apart en doe je:

x-5=0 of x+3=0

dus x = 5 of x = -3!

:7
#ANONIEMdonderdag 12 juli 2012 @ 06:13
TS, ik wil niet mierenneuken maar er is ook een wiskundetopic, daar kun je beter terecht voor je vragen. Alhoewel de antwoorden hier uiteraard goed zijn.