Ser_Ciappelletto | zaterdag 19 mei 2012 @ 19:28 |
Beste mensen, ik moet een opdracht doen over vertaalanalyse, en daarbij heb ik een Nederlandse vertaling van een passage uit de Aeneis gekregen. Nu was ik eens aan het kijken of de tekst ook metrisch vertaald is. Het blijkt grotendeels overeen te komen met een typische dactylische hexameter, zoals het origineel. Sommige zinnen vormen perfecte hexameters, maar bij andere stokt het een beetje. Nu vroeg ik me af of ik ernaast zit met het idee dat het hexameters zijn, of met de scandering. Zoals jullie begrijpen is het vrij belangrijk om dit te weten, voordat ik de vertaling ga analyseren. Vandaar dat ik het even hier vraag. Een fragment van de tekst in kwestie: ![]() Zwarte accenten zijn de klemtonen die overeenkomen met het metrum, rood de klemtonen die juist niet overeenkomen, en de kruizen zijn plaatsen waar een klemtoon zou moeten staan, maar die er niet staan. Zoals je ziet kloppen de verseindes perfect met de traditionele katalektische dactylus. Ook het laatste vers komt perfect overeen, en in de andere verzen zijn grotendeels correct. Daarnaast doet de ongewone woordvolgorde een metrische vertaling vermoeden. Maar ik kan helaas niet op basis van "het lijkt erop" zeggen dat het zo is. Vandaar dat ik het hier eens vraag. Het is trouwens een vertaling van Aeneis,X,877-882 van Piet Schrijvers, uit 1996. | |
SaskiaR | zondag 20 mei 2012 @ 10:05 |
Ja, dat is wel metrisch vertaald; het is lastig klemtonen direct te vertalen naar de accenten in een metrum, omdat die op de lengte van de klinkers zijn gebaseerd en niet op klemtonen. Dus bijv. Die in de tweede regel is een lange klinkercombinatie, dus lang. Evenals Mijn in de derde, en daar ligt de klemtoon/nadruk ook op 'hem'. Alleen in 'Bedreig' is het een beetje gek, maar als je de 'be' een beetje inslikt klopt het wel. | |
Ser_Ciappelletto | zondag 20 mei 2012 @ 20:48 |
Dank je voor het antwoord. Weet je zeker dat het accent niet op de klemtoon ligt? Want daarop is bovenstaande afbeelding gebaseerd. In het Latijn is het inderdaad de lengte van de lettergreep die telt, maar in het Nederlands volgens mij niet. Dat zou namelijk betekenen dat in het eerste vers "hij", "zei", "hij" en "naar" ook een accent krijgen, terwijl ze dan in de "dat" en "dat" weg moeten. | |
PizzaGeit | zondag 20 mei 2012 @ 21:32 |
Ik weet niet of je hier veel aan hebt, maar ik heb altijd geleerd dat een metrum bijna nooit 100% correct is. In het Grieks niet, in het Latijn niet en ook in het Nederlands niet. Die ''fouten'' zijn dus niet zo vreemd. | |
SaskiaR | zondag 20 mei 2012 @ 21:51 |
In Nederlandse vertalingen wordt meestal geprobeerd het Griekse accent met een klemtoon weer te geven, hoewel dat dus eigenlijk twee verschillende dingen zijn. Dus in de vertaling moet dan dus de klemtoon op de juiste plek liggen. Helaas werkt dat niet altijd even goed, want Nederlands is een heel ander soort taal, en heeft normaal gesproken een iambisch ritme. Vandaar dat het dus niet altijd even mooi uitkomt, en dan kan je dus naar lange/korte lettergrepen zoeken. In de eerste zin mist er nog een versvoet trouwens, die moet denk ik op 'zei'. | |
Riparius | zondag 20 mei 2012 @ 22:55 |
Dat is een oversimplificatie. Het klassieke Grieks had geen intensiteitsaccent maar een toonhoogteaccent (muzikaal accent), en de Homerische hexameter berust dan ook op de kwantiteit van syllaben en niet zozeer op (de positie van) het accent. De Homerische epen vormen de neerslag (en door de schriftelijke fixatie ook in zekere zin het eindpunt) van een eeuwenlange orale traditie van compositie in hexameters met een voortdurend hergebruik en adaptatie van vaste formules die deel uitmaakten van die traditie. Er zijn inderdaad anomalieën in de epische metriek, maar dat zijn geen 'fouten' maar afwijkingen die geheel verklaarbaar zijn, enerzijds door ontwikkelingen in de taal zelf gedurende de eeuwenlange orale traditie (zoals het verloren gaan van de /w/ waardoor deze consonant dus ook geen 'positie' meer maakte in bestaande oude formules) en anderzijds door de orale versificatietechniek, die grotendeels berustte op juxtapositie en adaptatie van bestaande formulaire wendingen. Het klassieke Latijn had echter een intensiteitsaccent, maar bij de adaptatie van de Griekse hexameter behielden de Romeinse dichters wel het principe dat de syllabekwantiteit en niet de positie van het accent bepalend is voor het metrum. Clashes tussen het kwantitatieve metrum en het intensiteitsaccent zijn echter frequent, vooral in de eerste helft van de Latijnse hexameter, en dat is ook bewust zo gedaan. Zie dit artikel voor meer bijzonderheden over de klassiek Griekse en de Latijnse hexameter. In een taal als het Nederlands bestaat geen traditie van een correlatie tussen lengtes van syllabes en het ritme maar berust een versmaat alleen op een regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde syllaben, bijvoorbeeld Geef me m'n hoed en m'n jas en m'n tas want ik ga me bedrinken. Toch wordt de traditionele notatie van lange en korte syllaben ook voor het Nederlands op een oneigenlijke manier gebruikt om het metrum te noteren, waarbij de conventie is dat het teken — voor een lange syllabe wordt gebruikt om beklemtoonde lettergrepen weer te geven en het teken ∪voor een korte syllabe wordt gebruikt om onbeklemtoonde lettergrepen weer te geven. Bovenstaande regel is dus een Nederlandse louter 'dactylische' hexameter: — ∪ ∪ | — ∪ ∪ | — ∪ ∪ | — ∪ ∪ | — ∪ ∪ | — ∪|| Wat Schrijvers nu probeert in zijn vertaling is eigenlijk vlees noch vis, want hij doet een poging om een op de positie van de ictus gebaseerd ritme te combineren met een kwantitatief ritme als hem dat zo uitkomt, zodat hij veel meer vrijheid heeft om een dactylus door een spondee te vervangen. Maar de hexameters die hij produceert zijn op zijn zachtst gezegd nogal rammelend, en ik zie dat ik niet de enige ben die er zo over denkt. |