Ik heb een paar vragen over het examen biologie uit 2007 tijdvak 2 (http://www.examenblad.nl/(...)1h4i9qe/vg41h1hf76xs)
Het gaat om vraag 4, 14 en 20. Dit zijn meerkeuzevragen dus in het correctievoorschrift ontbreekt enige uitleg. Zou iemand mij misschien kunnen uitleggen waarom het gegeven antwoord juist is?
Bij vraag 4 weet ik welke som je moet maken. (78 + 182 - 169 + 13) *3 = 312. Ik snap alleen echt niet waarom het zo is. Het klinkt niet logisch...
Vraag 14 snap ik ook niet helemaal en 20 totaal niet. Bijna alle plaatsen zijn hetzelfde, behalve plaats 1.
Wie kan mij helpen? Ik waardeer het als iemand er even naar wil kijken!
Maarten
Wat er totaal in de rechterboezem komt: 78+182 = 260 mL
Wat in de rechterkamer komt is 169 mL, dus komt 260-169 = 91 mL in de linkerkamer (dus niet via de longen).
Daar komt ook nog 13 mL vanuit de rechterkamer via de longen bij.
Dus totaal: 13+91 = 104 mL
Dat moet nog maal 3 omdat het gaat over mL per kilogram.
Vraag 14:
Vrouwen hebben twee X-chromosomen. Het betreft twee loci op het X-chromosoom. Dus de mogelijkheden zijn: GGRR, GGRr, GGrr, GgRR, GgRr, Ggrr, ggRR, ggRr en ggrr. Dus in totaal 9 mogelijkheden. Er is sprake van kleurenblindheid als er gg of rr voorkomt. Dit gebeurt vijf keer en dus is antwoord E juist.
Het gaat dus over 2 soorten exopeptidasen. Exopeptidasen verbreken verbindingen dus waarschijnlijk tussen peptiden in plaats van ín het peptide (want endo= binnen/in ofzo en exo= buiten) dus dan moet het 2, 3 of 4 zijn. En omdat het een carboxypeptidase is verbreekt het een verbinding aan de kant van de carboxylgroep. Dus 2. -> B
Bedoel je dat we zo'n soort vraag nooit meer krijgen omdat het examenprogramma veranderd is, of om een andere reden?quote:Op zaterdag 12 mei 2012 22:22 schreef Proloop het volgende:
20 is een klote vraag die zul je ook nooit meer krijgen. Volgens mij is het zoiets:
Het gaat dus over 2 soorten exopeptidasen. Exopeptidasen verbreken verbindingen dus waarschijnlijk tussen peptiden in plaats van ín het peptide (want endo= binnen/in ofzo en exo= buiten) dus dan moet het 2, 3 of 4 zijn. En omdat het een carboxypeptidase is verbreekt het een verbinding aan de kant van de carboxylgroep. Dus 2. -> B
Super Bedankt!!! Ik heb alleen nog een klein vraagje over de vraag over de foetale bloedsomloop. Ik snap dat er 260 ml in de rechterboezem komt. 169 komt in de rechterkamer dus 260 - 169 = 91. Maar hoe komt deze dan volgens jou in de linkerkamer, niet via de longen? Door het foramen ovale dan? Maar dat is een opening tussen de boezems...quote:
Vraag 4:
Wat er totaal in de rechterboezem komt: 78+182 = 260 mL
Wat in de rechterkamer komt is 169 mL, dus komt 260-169 = 91 mL in de linkerkamer (dus niet via de longen).
Daar komt ook nog 13 mL vanuit de rechterkamer via de longen bij.
Dus totaal: 13+91 = 104 mL
Dat moet nog maal 3 omdat het gaat over mL per kilogram.
Vraag 14:
Vrouwen hebben twee X-chromosomen. Het betreft twee loci op het X-chromosoom. Dus de mogelijkheden zijn: GGRR, GGRr, GGrr, GgRR, GgRr, Ggrr, ggRR, ggRr en ggrr. Dus in totaal 9 mogelijkheden. Er is sprake van kleurenblindheid als er gg of rr voorkomt. Dit gebeurt vijf keer en dus is antwoord E juist.
Die kan je heus wel weer krijgen, aangezien in de Binas peptidasen wel worden uitgelegd.quote:
20 is een klote vraag die zul je ook nooit meer krijgen. Volgens mij is het zoiets:
Het gaat dus over 2 soorten exopeptidasen. Exopeptidasen verbreken verbindingen dus waarschijnlijk tussen peptiden in plaats van ín het peptide (want endo= binnen/in ofzo en exo= buiten) dus dan moet het 2, 3 of 4 zijn. En omdat het een carboxypeptidase is verbreekt het een verbinding aan de kant van de carboxylgroep. Dus 2. -> B
Via het ovale venster, naar linkerboezem en naar door naar linkerkamer. Daarbij tel je ook op wat er via de longader wordt aangevoerd. Linkerboezem staat gewoon in contact met linkerkamer via de kleppen, dus stroomt dat bloed gewoon netjes naar de kamer toe. Toevallig veel van deze vragen pas in een toets gebruikt voor mijn 5V leerlingenquote:
[..]
Super Bedankt!!! Ik heb alleen nog een klein vraagje over de vraag over de foetale bloedsomloop. Ik snap dat er 260 ml in de rechterboezem komt. 169 komt in de rechterkamer dus 260 - 169 = 91. Maar hoe komt deze dan volgens jou in de linkerkamer, niet via de longen? Door het foramen ovale dan? Maar dat is een opening tussen de boezems...
Lees Binas goed, besef ook dat de voetnoten er niets voor niets staan. En Binas gaat van groot naar klein: van moleculen tot organismen tot ecosystemen. Een dergelijke vraag zou altijd weer kunnen, maar leer vooral met Binas of Biodata te werken. Het kan je best veel puntjes schelenquote:
[..]
Bedoel je dat we zo'n soort vraag nooit meer krijgen omdat het examenprogramma veranderd is, of om een andere reden?
Omdat het een hele specifieke vraag is: het gaat erom dat je opzoekt wat exopeptidasen zijn en wat dat carboxypeptidase dan is. Ik denk tenminste, dat het enige wat je echt van deze vraag moet leren is dat je goed gebruik moet maken van de Biodata of Binas.quote:
[..]
Bedoel je dat we zo'n soort vraag nooit meer krijgen omdat het examenprogramma veranderd is, of om een andere reden?
Nou ja, ik denk dat ze zo'n specifieke opzoekvraag in ieder geval niet gelijk het jaar daarna weer vragen. Het is niet zo dat als je deze vraag niet weet je de lesstof niet goed beheerst. Ik kon overigens niet vinden in de Biodata wat carboxypeptidasen zijn, maar misschien had ik niet goed gekeken.quote:Op zondag 13 mei 2012 16:41 schreef Apostrof het volgende:
[..]
Die kan je heus wel weer krijgen, aangezien in de Binas peptidasen wel worden uitgelegd.
Nou ik toch hier post: wie weet wat we nou precies moeten leren voor bio vwo? Iemand die ook 'biologie voor jou' gebruikt?
Ik dacht zoiets: bescherming, homeostase, genetica/erfelijkheid, dna, stofwisseling, bloedsomloop, ecologie, eiwitsynthese, energie
dus niet: gedrag, planten, voortplanting, ofz?
Als je het niet zeker weet moet je even op op examenblad kijken bij de syllabus, daar staat alles precies aangegeven. Wat mij vaak is verteld dat je dus niet de groei etc van planten hoeft te weten, alleen de bouw van een plantaardige cel (Binasquote:
[..]
Omdat het een hele specifieke vraag is: het gaat erom dat je opzoekt wat exopeptidasen zijn en wat dat carboxypeptidase dan is. Ik denk tenminste, dat het enige wat je echt van deze vraag moet leren is dat je goed gebruik moet maken van de Biodata of Binas.
[..]
Nou ja, ik denk dat ze zo'n specifieke opzoekvraag in ieder geval niet gelijk het jaar daarna weer vragen. Het is niet zo dat als je deze vraag niet weet je de lesstof niet goed beheerst. Ik kon overigens niet vinden in de Biodata wat carboxypeptidasen zijn, maar misschien had ik niet goed gekeken.
Nou ik toch hier post: wie weet wat we nou precies moeten leren voor bio vwo? Iemand die ook 'biologie voor jou' gebruikt?
Ik dacht zoiets: bescherming, homeostase, genetica/erfelijkheid, dna, stofwisseling, bloedsomloop, ecologie, eiwitsynthese, energie
dus niet: gedrag, planten, voortplanting, ofz?
). Gedrag hoeft niet, maar wel weer relaties met dieren, symbiose. Voortplanting hoeft gelukkig ook niet, behalve weer die hormonen die bij de voortplanting betrokken zijn 
. Meiose en mitose hoeft ook niet.Ja ik denk dat ik het wel weet nu, je kunt het ook in de examenbundel zien, gewoon alle onderwerpen die in de inhoudsopgave staan moet je leren behalve waar een sterretje bij staat, die hoeven alleen voor het SE.quote:
[..]
Als je het niet zeker weet moet je even op op examenblad kijken bij de syllabus, daar staat alles precies aangegeven. Wat mij vaak is verteld dat je dus niet de groei etc van planten hoeft te weten, alleen de bouw van een plantaardige cel (Binas
Haha, die vraag hebben wij zelfs twee keer in een tentamen gekregen. De eerste keer snapte ik 'm niet, de tweede keer uiteraard wel. Maar als je scheikunde hebt is die goed te doen toch? Kan makkelijk weer in je examen komen.quote:
20 is een klote vraag die zul je ook nooit meer krijgen. Volgens mij is het zoiets:
Het gaat dus over 2 soorten exopeptidasen. Exopeptidasen verbreken verbindingen dus waarschijnlijk tussen peptiden in plaats van ín het peptide (want endo= binnen/in ofzo en exo= buiten) dus dan moet het 2, 3 of 4 zijn. En omdat het een carboxypeptidase is verbreekt het een verbinding aan de kant van de carboxylgroep. Dus 2. -> B