Bram_van_Loon | maandag 30 januari 2012 @ 23:37 |
Iedereen kan hier dus vanaf nu interessante artikelen en columns over het onderwijs plaatsen. De eerste bijdrage, een prikkelende column van Arabist Hans Jansen: "Als de school ze dom houdt, houdt de fiscus ze arm ". http://hoeiboei.blogspot.(...)-houdt-houdt-de.html ... Ergens in de vorige eeuw moet er een clubje topambtenaren van CDA- en PvdA-origine bij elkaar zijn gaan zitten, type Ruth Peetoom, type Aleid Wolfsen, en bedacht hebben dat een mondige bevolking niks is voor een constitutionele monarchie. Iemand moet er toen bedacht hebben dat als de kerk ‘ze’ niet meer dom hield, het onderwijs dat dan maar moest doen. Ik weet niet waarom, maar ik vermoed dat die afspraak gemaakt is na de Provo-tijd en voordat het reëel werd om te kunnen hopen dat de moskee de domhoudtaak van de kerk zou kunnen overnemen. 1970 Het mechanisme om het onderwijs te beletten haar taak te vervullen, is van een grote eenvoud: financiering per geslaagde student of leerling. De onzichtbare hand van de markt doet dan over de jaren langzaam maar zeker zijn werk. Het is niet langer het belang van de leerling dat hij slaagt, het is het belang van de opleiders. Kassa. Is er werkelijk geen Nobelprijs beschikbaar voor de gene die deze financieringsvorm bedacht heeft? Misschien die voor de vrede? Wat aan de verzoeken tot hulp die ik ontvang opvalt, zijn allereerst de vele taalfouten. (‘De werkstuk wat hun moet maken’). Verder spelfouten, en niet alleen in de werkwoordsvormen. (‘De begelijder heeft ons gevraagt’, ‘beschikt u meschien over berichtten of’, ‘aanhangers van het Coptic geloof’). Ook mijn naam kwam laatst in het werkstuk waarin ik uitgebreid geciteerd werd, ongeveer twintig maal verkeerd uit de printer: ‘Janssen zegt in ons interview hierover’, met twintig maal twee keer de letter s. ... Elk contact met de wereld van onderzoek, vooruitgang en nieuwsgierigheid ontbreekt. Ook aan de universiteiten is dat vaak zo, dus daarmee zullen we maar moeten leren leven in dit kennisland. Er wordt in de werkstukken nooit een gezaghebbend veelgebruikt boek of standaardwerk over het behandelde onderwerp geciteerd; er wordt alleen knip- en plakwerk van sites als de Wikipedia ‘aangedragen’. | |
netflanders | dinsdag 31 januari 2012 @ 07:58 |
Dit heb ik bij geen van de vier studies (natuurkunde, aardwetenschappen, archeologie en geneeskunde) gezien, van zelfs ook maar de zwakste studenten. Ik kan mij niet voorstellen dat dit door ex-havisten en vwo-ers gedaan wordt na de eerste 2 à 3 maanden op de universiteit. | |
solyaris | dinsdag 31 januari 2012 @ 09:28 |
Bij mijn opleiding mocht Wikipedia helemaal niet gebruikt worden. | |
#ANONIEM | dinsdag 31 januari 2012 @ 13:29 |
Dat is maar goed ook omdat nergens is gebleken dat Wikipedia foutloos is als het om algemene informatie gaat. | |
Bram_van_Loon | dinsdag 7 februari 2012 @ 23:06 |
Onderwijskolos Amarantis komt miljoenen tekort De instelling, die het onderwijs verzorgt voor ruim dertigduizend leerlingen in het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs in en rond Amsterdam, verkeert in menig opzicht in een crisis. Behalve met grote financiële problemen worstelt Amarantis ook met slecht onderwijs en hoge schooluitval, vooral in het beroepsonderwijs. Ook bestuurlijk is het een chaos. Van het driekoppige college van bestuur is alleen de financiële man, René s'Jacob, nog in functie. Die noemt de financiële situatie nijpend. Volgens s'Jacob dreigt Amarantis dit jaar vijf miljoen euro verlies te maken, op een begroting van 250 miljoen euro. Vorig jaar kwam de instelling ruim twee miljoen euro tekort. Volgens andere direct betrokkenen stevent Amarantis echter af op tientallen miljoenen euro's verlies. Eén van hen: 'De situatie is zeer, zeer ernstig.' http://www.parool.nl/paro(...)ljoenen-tekort.dhtml Knap hoor, met een begroting van ¤250 000 000 voor 30 000 leerlingen nog geld tekort komen. Wat wil je ook met gebouwen op de Zuidas? Verder is het misschien ook wel interessant dat de directeur van deze school 2 ton per jaar kostte. Nu is die 2 ton natuurlijk peanuts in vergelijking met het totale tekort maar wat zegt het over de mentaliteit van deze mensen dat ze bij zo'n grote financiële problemen en dus ook wanprestaties van het bestuur zichzelf zogoed betalen. Eerder besteedde Zembla aandacht aan deze school: "Wij willen les", uitgezonden op 21 maart 2010 http://zembla.vara.nl/Afl(...)972&cHash=6216b2818c | |
Bram_van_Loon | woensdag 8 februari 2012 @ 23:12 |
Tot de jaren zeventig kende Nederland een sterke kenniseconomie. Daarna hebben we die systematisch afgebroken, stelt Dick Thoenes. Heeft u het ook gehoord? Nederland moet een 'kenniseconomie' worden! Wat een belachelijk idee. We zijn nu zo'n dertig jaar bezig geweest om de kenniseconomie die we hadden systematisch en grondig af te breken. Tot de jaren zeventig hadden we een sterke kenniseconomie. De industrie richtte zich op de productie van hoogwaardige materialen en producten, welke weer gebaseerd was op geavanceerde technische kennis. Maar toen is geleidelijk op allerlei terreinen de afbraak begonnen. Het begon met een systematische aanval van de media op de natuurwetenschappen, eind jaren zestig. Natuurwetenschappen waren ineens slecht en vies, vooral chemie, want die verontreinigde het milieu. Dat alle milieuproblemen door chemici werden opgelost werd er niet bij verteld. En inderdaad is het aantal studenten in deze richtingen enorm gedaald, hoewel de daling pas goed inzette na 1985. Een tweede stroming was de 'anti-elitaire' beweging. Het werd door velen ineens niet meer nodig gevonden om je ergens speciaal voor in te spannen. Uitblinken was verdacht. Matige prestaties bij de studie waren voldoende. Je hoefde nergens veel verstand van te hebben, als je er maar over kon meepraten. De politici en de media houden ons voor dat meningen niet gebaseerd hoeven te zijn op inzicht en op kennis van feiten, als ze maar met veel overtuiging worden verkondigd. De politici hebben kans gezien om deze opvatting aan het onderwijs op te leggen. Examens moesten gemakkelijker worden; iedereen had toch recht op een diploma? Het gevolg was dat je op den duur met uiterst middelmatige prestaties en met weinig kennis zelfs academische diploma's kon verwerven. Gelukkig zijn er op veel plaatsen nog wel leraren die goed onderwijs geven, en er zijn studenten die uitstekend presteren. Maar er is een cultuur ontstaan waarin kinderen zich schamen om op school uit te blinken. Er zijn twee belangrijke uitzonderingen: de muziek en de sport. Op beide terreinen worden uitstekende prestaties wel belangrijk gevonden. Maar op bijna alle andere gebieden is uitblinken ongewenst. Er is nog een aantal factoren die verder heeft bijgedragen aan de verslechtering van ons onderwijs. De belangrijkste is het veel te ver doorvoeren van schoolfusies, waardoor onhanteerbare instituten zijn ontstaan. Persoonlijke contacten tussen leraren en leerlingen werden steeds schaarser, leerlingen werden nummers. Vanwege de organisatieproblemen die zo ontstonden werden er 'managers' aangesteld, die de relatie tussen de leraren en de leiding verder verstoorden. We weten het natuurlijk allemaal: een goede school is een kleine school. Dat fusies economisch gunstiger zouden zijn is een vergissing. Een andere kwalijke ontwikkeling is dat leerlingen op een te vroeg moment in de opleiding moeten kiezen tussen vakken en richtingen, waardoor kinderen op jonge leeftijd hun toekomstige ontwikkeling vergaand kunnen blokkeren. Nog erger zijn de herstructureringen van het onderwijs, die elkaar in een steeds hoger tempo opvolgen. Zij komen nooit voort uit het onderwijs zelf, maar ze zijn allemaal door de politiek ingefluisterd en in Den Haag achter de schrijftafel uitgewerkt. Door al die onrust zijn leraren steeds meer tijd kwijt aan vergaderingen, terwijl het onderwijs zichtbaar achteruitgaat. Het ergste is wel het idee van 'nieuwe leren', wat er op neer komt dat leerlingen eigenlijk niets meer hoeven te leren. Behalve praten! Al deze ontwikkelingen zijn dodelijk voor natuurwetenschap en techniek, waar alleen de hoogste prestaties tot succes kunnen leiden. Een andere zorgwekkende factor zijn de ontwikkelingen in het bedrijfsleven. Tot omstreeks 1980 hadden wij in Nederland een hoogwaardige industrie die voor een belangrijk deel gebaseerd was op onderzoek en ontwikkeling van topkwaliteit. Deze ondernemingen hadden een visie die je kon samenvatten als: 'wij zijn knapper en kunnen betere producten maken dan onze concurrenten en wij zullen hen vóór blijven!' In de meeste grote ondernemingen is het roer echter geleidelijk aan omgegooid. Productiebedrijven van hoogwaardige op research gebaseerde producten werden in snel tempo verkocht, meest aan buitenlandse firma's. De centra van research en ontwikkeling werden sterk ingekrompen. De loyaliteit van het personeel werd zwaar op de proef gesteld. Het personeel weet nu dat ze een grote kans lopen bij een volgende reorganisatie te worden ontslagen, ook al zijn ze nog zo goed en werken ze aan producten die vandaag nog strategisch belangrijk zijn. Maar morgen zijn ze dat misschien niet meer, want een consistente strategie is de moderne directies helemaal vreemd. Die kijken liefst niet verder dan de prognoses voor het volgende kwartaal. We kunnen nu zien dat Nederland ooit een sterke kenniseconomie had, maar dat daar nu weinig meer van over is. Het is duidelijk gebleken dat de Nederlanders van nu helemaal geen kenniseconomie willen! Eerst hebben we de hoogwaardige landbouw en veeteelt voor een belangrijk deel afgebroken, nu zijn we bezig hetzelfde te doen met de hoogwaardige industrie. En niemand vraagt zich af waarmee we over 25 jaar in dit land ons geld zullen verdienen. - De auteur is emeritus hoogleraar chemische technologie aan de TU Eindhoven http://www.ed.nl/mening/2(...)nomie-afgebroken.ece | |
Bram_van_Loon | maandag 13 februari 2012 @ 12:50 |
Een ietwat kwade reactie van een (oud-)leraar die inside-informatie heeft. http://beteronderwijsnederland.net/node/8258 Je zult maar bij Amarantis werken, bij ons ook net als Zadkine. Eerst verbouwen, zonder overleg met de werkvloer. Waardeloze lokalen met schuifdeuren en zeer gehorig. Alles voor open en zelfstandig werken, dola uren: docenten op loopafstand. Geen docent in de klas, maar leerlingen die de docent moest opzoeken omdat deze stond les te geven. Telt wel mee als een lesuur. Vorig jaar de hele verbouwing van 3 jaar geleden weer ongedaan gemaakt. Alles in het oude hersteld, een verbetering zeker maar wat een kapitaalvernietiging. Moest een Meeting point komen, gebouwd liep niet. Weer geen overleg op de werkvloer. Wordt nu gebruikt als kantoorruimte, weggegooid geld. Er moest beveiliging komen, huisje gebouwd op het schoolplein. Eén jaar beveiliging gehad, toen geen geld meer voor beschikbaar. Huisje vorig jaar gesloopt. Dit alles in 3 jaar tijd. Vind je het gek dat het geld op is????? | |
Bram_van_Loon | vrijdag 24 februari 2012 @ 21:18 |
Verdubbelde huisvestingskosten http://beteronderwijsnederland.net/node/8285 | |
Bram_van_Loon | maandag 27 februari 2012 @ 20:26 |
Het financieringsstelsel van het hoger onderwijs is momenteel dusdanig dat een opleiding ongeveer 60% van de kosten krijgt in functie van het aantal studenten en 20% in functie van het aantal geslaagde studenten. De resterende 20% is een vast bedrag, afhankelijk van de soort opleiding. Hiermee is de 'prestatie'prikkel nog groter geworden dan dat die tot vorig academiejaar was. Het is dan ook niet verrassend dat de kwaliteit van opleidingen onder druk staat. De TU/e voert naar aanleiding van bepaalde ontwikkelingen waaronder de Zijlstraboete versneld het Bachelorcollege in, Utwente en de TU Delft zijn met iets soortgelijks bezig als ik het juist heb begrepen. De Universiteit Leiden, de oudste universiteit van Nederland, is van plan om de drie talenopleidingen, een brede bachelor taal, cultuur en mediastudies Duits, Frans en Italiaans te fuseren tot 1 nieuwe opleiding. Motief: meer studenten aantrekken. Weer een onzinopleiding erbij. Opleidingsvoorzitter Smith (Frans) denkt dat zij de beste opleiding Frans in Nederland zijn en dat ze gebruikt worden als ruilmiddel in de onderhandelingen met andere universiteiten die overeenkomstig het beleid van Zijlstra moeten specialiseren. Wedden dat het aantal docenten niet meegroeit met het aantal studenten als er straks nog maar 1 of 2 universitaire opleidingen over zijn voor de Franse taal en cultuur? Bron: NRC http://beteronderwijsnederland.net/node/8290 | |
Bram_van_Loon | zondag 4 maart 2012 @ 22:19 |
Een artikel uit The Econometrist wat als titel had kunnen krijgen "It's the teacher, stupid.", hiermee refererende naar een legendarische uitspraak van Bill Clinton tijdens de verkiezingscampagne voor het presidentschap. http://www.economist.com/node/17851511?story_id=17851511 Lessons learned BUDGET, curriculum, class size—none has a greater effect on a student than his or her teacher. Given this, politicians might be expected to do all in their power to ensure that America’s teachers are good ones. For decades, they have done the opposite. The trouble begins long before a teacher enters the classroom. In Singapore, which recently came second in an international ranking of 15-year-olds’ skill in maths (America was 31st), the teacher-training programme accepts only students in the top 30% of their academic cohort. In America, most teachers were mediocre students. Only 23% of new teachers were in the top third of college graduates. Union rules make it extremely hard to fire teachers who turn out to be bad at their jobs. Younger teachers are usually the first to be let go, even though seniority does not necessarily ensure quality. In 2009 Indiana and Florida fired young staff who had been nominated for “teacher of the year”. But the debate over bad teachers ignores an equally big problem: there has been little effort to identify good ones, let alone reward them. A survey by the New Teacher Project, a non-profit organisation, found that school districts labelled more than 99% of their teachers “satisfactory”. In this section However America is slowly changing its way of recruiting, training and rewarding teachers. Last year 12% of seniors at Ivy League colleges applied to Teach for America, which sends graduates to teach at tough schools for two years. The New Teacher Project has a prestigious fellows programme that recruits and certifies new teachers. The Academy of Urban School Leadership in Chicago trains teachers in a programme modelled after a medical residency—part traditional coursework, part training in a classroom. Such models may become more common; in November the National Council for Accreditation of Teacher Education recommended that residency-style programmes become the norm. Eight states have already agreed to implement its suggestions. Most difficult, however, is finding ways to evaluate teachers, rewarding the good and dismissing the bad. In 2009 Arne Duncan, Barack Obama’s education secretary, outlined his reforms in a speech to the National Education Association (NEA), America’s biggest union. “When inflexible seniority and rigid tenure rules that we designed put adults ahead of children,” Mr Duncan insisted, “then we are not only putting kids at risk, we’re also putting the entire education system at risk.” Some members of the audience booed. Mr Duncan’s guidelines for Race to the Top, a $4.3 billion programme paid for with stimulus money, include rewards for states that evaluate teachers in new ways. As a result, some states have removed their ban on using test scores to judge teachers. Others have gone much further. Tennessee, which won a grant, now requires districts to create new evaluation systems, with at least half of the score based on students’ progress. In Colorado, Delaware and Rhode Island, teachers rated “ineffective” for two consecutive years can be sacked. The reforms have rankled with the NEA, as expected. The American Federation of Teachers (AFT), the second-largest teachers union, has a more complex stance. “Conflict has been the status quo for all my years in education,” says Randi Weingarten, the AFT’s president. She insists that unions should spur change. She praised bold reforms in Colorado, while that state’s NEA opposed them. But she clashed ferociously with Michelle Rhee, then the schools chief in Washington, DC. Ms Rhee’s new group, StudentsFirst, aims to be a counterweight to the unions. Despite this brewing battle, America has at least one model of peaceful change. In 2009 Hillsborough County, Florida, won a grant from the Gates Foundation to transform its way of evaluating, developing and rewarding teachers. Notably, the district is working productively with its union. “I want to be fair to my employees,” explains Mary Ellen Elia, Hillsborough’s superintendent. “I also want to have only good teachers in my classrooms.” Teachers will be judged on their pupils’ progress, as well as evaluations by a principal and by a peer. Teachers with high ratings, based on three years of data, will have higher salaries. Bad teachers will see their salaries shrink. A struggling teacher will receive further training. If he continues to be ineffective, Mrs Elia will act to remove him. The Gates Foundation hopes that further research will see such reforms replicated elsewhere. In seven districts, including Hillsborough, the foundation is testing methods for measuring a good teacher. Researchers are trying to answer teachers’ questions about whether such a feat is possible—are observations biased, for example, and can one isolate a teacher’s effect on a students’ progress? The biggest change may come with the reauthorisation of the Elementary and Secondary Education (ESEA) bill. Its most recent incarnation, No Child Left Behind, required that all teachers be “highly qualified”, state-certified and competent in the subjects they teach. Messrs Duncan and Obama want to value effective teachers, not “qualified” ones. Under their plan for ESEA, states would have to improve their evaluation systems. Grants would go to states and districts that develop innovative ways to train or reward good teachers. A fight over these plans is inevitable. However John Kline, the new Republican chairman of the House education committee, has praised Mr Duncan’s reforms. Mr Obama and the Republicans were remarkably productive in December. If the co-operation continues, they just might transform American education. Hetzelfde is van toepassing op Nederland, alleen heeft Nederland nog niet haar les geleerd. We zetten steeds lageropgeleide mensen voor de klas en het lerarenberoep is steeds meer een reserve-optie, niet de eerste keuze. | |
finsdefis | maandag 5 maart 2012 @ 14:08 |
Dit belabberde artikel is een tijdje terug in de Volkskrant geplaatst, over planken mis slaan gesproken zeg:
| |
Bram_van_Loon | dinsdag 3 april 2012 @ 18:02 |
Tijd voor een update. Ik denk dat het een goed idee is om toch maar de artikelen in een citaatvakje te plaatsen, ik koos er in eerste instantie voor om dat niet te doen omdat het slechter leesbaar is maar het plaatsen van het artikel dient toch voornamelijk als backup voor het geval de bron het artikel verwijdert. Meeste opleidingen van 4 naar 3 jaar. http://www.rijksoverheid.(...)-naar-drie-jaar.html Kritiek uit het buitenland m.b.t. het schrappen van talenopleidingen in het WO: http://www.nrc.nl/nieuws/(...)tiek-uit-buitenland/ Fraude bij Avans: http://www.brabantsdagbla(...)kwaliteitstoets-.ece Meisjes doen het beter dan jongens in het onderwijs: http://vorige.nrc.nl/opin(...)e_veel_jongens_kwijt http://vorige.nrc.nl/article1858755.ece Een artikel over ICT in het onderwijs uit de New York Times: http://www.nytimes.com/20(...)?_r=1&pagewanted=all De oprichting van een IPadschool in Amsterdam illustreert dat het ook in Nederland actueel is.
| |
Bram_van_Loon | dinsdag 29 mei 2012 @ 23:06 |
https://intranet.tudelft.(...)96c623f96d9f&lang=nl Met de mening van Adrienne Van Den Bogaard ben ik het grotendeels eens. Ik verschil wel met haar van mening over het aanbieden van een goede structuur aangezien ik vind dat het onderwijs moet worden afgestemd op de gemotiveerde studenten en niet op de berekende studenten. De reactie van Paul Rullman is typisch voor een onderwijskundige. Met wat open deuren denkt een naïeve lezer al snel dat hij weet waarover hij spreekt, de feiten die hij presenteert zijn niet zo feitelijk als dat wordt gesuggereerd door deze groep mensen. Beleefd gezegd gaat het eerder om een geloof dan om wetenschap. Zijn opvatting dat elke VWO-gediplomeerde moet kunnen slagen is gevaarlijk. | |
Bram_van_Loon | maandag 10 december 2012 @ 17:15 |
http://www.beteronderwijsnederland.nl/genoeg-genoeg Genoeg is genoeg: wat zit er achter de morele crisis van het onderwijsbestuur? Maandag 3 december komt het rapport uit over de gang van zaken m.b.t. de val van Amarantis. De feiten zijn schokkend. Bestuurders hebben geen enkele interesse in onderwijs getoond maar zijn al ruziënd in leaseauto’s en in een luxe kantoor op de Zuidas gerold. Studenten die klaagden over te weinig les werden door de voormalig CvB voorzitter eerst geïntimideerd en daarna afgezeken (Zembla). Mensen die waarschuwden werden door Koos Janssen, de voorzitter van de Raad van Toezicht, simpel aan de kant geschoven. Er was niets aan de hand. Zoals het onderzoeksrapport zegt: “naar buiten toe deed men een poging zich als weldoeners en werkelijk in onderwijs geinteresseerde bestuurders voor te doen, maar intern heerste er een angstcultuur.” De vraag is: hoe komt dat? Wat zit daar achter? Wij waarschuwen al jaren dat de grootschaligheid van het onderwijs, de grote bestuurlijke vrijheid, de slecht controlerende overheid, de lumpsum (ook voor gebouwen en leraarsalarissen) een combinatie van risicofactoren en perverse prikkels oplevert. Het moest zo wel misgaan. En dat is dan ook gebleken. Behalve Amartantis speelt (of speelde) er vergelijkbaar grote problemen bij Inholland (niet alleen de diplomafraude, maar eerder de graaicultuur van Jos Elbers), Zadkine, ROC-Leiden, BOOR, de onderwijsboulevard Enschede en bij het schoolbestuur Consent dat een Skybox bij FC Twente huurde en meende dat docenten daar wel onbezoldigd voor kelner en schoonmaker konden spelen. Genoemde voorbeelden komen in het nieuws vanwege wanbestuur of zelfs fraude en persoonlijk gewin maar de werkelijke problemen zijn niet beperkt tot schoolbesturen die niet functioneren. Behalve deze en andere excessen heeft de grootschaligheid ervoor gezorgd dat er nu grote gebieden in Nederland zijn waar ouders, leerlingen en docenten maar kunnen kiezen uit één schoolbestuur (o.a. in Venlo en Deventer). Dat gebrek aan keuze en het gebrek aan democratische controle over die schoolbesturen is, ongeacht de integriteit van besturen, onacceptabel. Maar er speelt nog iets anders. Slimme ondernemers hebben gezien dat er in de onderwijsmarkt heel veel geld te halen is. Dat kan het gemakkelijkste als je de besturen en directeuren in je web kan vangen. En dat is precies wat er gebeurt. Als we kijken naar de Amarantis-case dan blijkt die sterk verweven te zijn met een Amsterdams onderwijsadviesbureau (rapport Amarantis), de CBE-group. De betrokkenheid blijkt onder andere uit het feit dat voormalig ASA-bestuurder Leo Lenssen, die na de fusie van ASA tot Amarantis nog jarenlang als adviseur zonder enige werkzaamheden zijn volledige salaris heeft behouden (rapport Amarantis), op dit moment verbonden is aan diezelfde CBE-group. In de kringen van die CBE-group komen we ook andere namen tegen: VO-raad voorzitter Sjoerd Slagter is alumnus van de opleidingen van de CBE group, evenals Wim Bok (BOOR). De CBE-group promoot een bestuurscultuur van vrije jongens die dat “suffe” onderwijs wel even willen opschudden en zich graag willen meten met de groten der aarde, bijvoorbeeld uit de onroerendgoedwereld; de verstrengeling met woningcorporatie de Key is daar een voorbeeld van. Het is dan ook niet toevallig dat de onderwijskundige adviezen van CBE-groep allemaal passen in de hype van het nieuwe leren en het constructivisme: de prevelerende onderwijskundige stroming van de laatste decennia. Juist die onderwijsfilosofie is namelijk bij uitstek geschikt om de stoelpoten onder de hoog opgeleide docent weg te zagen. Dat mes snijdt aan twee kanten: minder macht voor hoog opgeleide docenten, minder hoog opgeleide docenten, het scheelt veel geld voor een autonoom schoolbestuur. Er blijft meer in kas voor leaseauto’s, voor kantoren op de Zuidas en de nodige reisjes om inspiratie op te doen. Niet minder belangrijk is ook dat die lastige academische en kritische docenten weggebonjourd kunnen worden. De nieuwe-leren-onderwijsvisie past naadloos bij de behoeften van de snelle jongens van clubs als de CBE-group. Dat wordt in alle arrogantie ook openlijk betoogd. Zo zegt Leo Lenssen: "Het onderwijs is niet van de leraar." "Directies hebben onvoldoende moed, geen ambities. Ze zouden zich meer als ondernemers moeten ontwikkelen." "Op havo, vwo en hbo geven academici les die niet wetenschappelijk genoeg zijn ingesteld om onderzoeker te worden. Ze zijn qua aanleg niet nieuwsgierig, niet creatief, niet ondernemend. Dan waren ze wel wat anders gaan doen." Overheid, grijp in! Stop deze destructie en geef de macht terug aan de man en vrouw voor de klas! Het simpelweg optuigen van extra controlemechanismen om Amarantisrampen in het vervolg tegen te gaan, zal niet helpen en zorgt alleen maar voor extra bureaucratie en meer werk voor advies- en ondersteuningsbureau. Bon probeert al jaren duidelijk te maken wat de werkelijke situatie is in het onderwijs. Dat is precies wat er steeds duidelijker wordt. Er zit veel meer in het vat. We kunnen erop wachten. | |
Bram_van_Loon | zondag 30 december 2012 @ 19:23 |
http://www.beteronderwijs(...)miljard-op-jaarbasis Het zijn schrikbarende cijfers die we dankzij @hminkema en het cbs te weten zijn gekomen. De sector onderwijs geeft t.o.v. 1995 nu 22 miljard per jaar extra uit, zonder verlaging van de werkdruk, zonder verkleining van de klassen, zonder vermindering van het aantal onbevoegden maar met ongeveer hetzelfde aantal leerlingen. Waar is dat geld dan wel aan besteed? Beter onderwijs kan het niet zijn. http://statline.cbs.nl/St(...)R=G2%2cG1&STB=T&VW=T Ik zou graag hebben dat het wat meer zou zijn onderbouwd maar het beeld is herkenbaar. De bevolkingspiramide, http://www.cbs.nl/nl-NL/m(...)xtra/piramide-fx.htm indiceert dat het aantal leerlingen en studenten sterk is gedaald. De scholingsgraad was in 1995 niet spectaculair lager dan nu. Dit staaft de stelling in het citaat. Waar is al dat geld gebleven? Kan het geld niet beter worden besteed? |