Parafernalia | woensdag 23 november 2011 @ 03:10 |
Laatst die BBC docu Atom weer eens bekeken. Ben toch wel gefascineerd geraakt door deze dingen. Als ik het goed begrijp onstaan ze in tweetallen, één positief en één negatief, en dan heffen ze elkaar meteen weer op omdat ze botsen.![]() Wat zijn dit dan voor deeltjes? En waarvan zijn ze gemaakt. En wtf komen ze dan vandaan? ![]() | |
Jegorex | woensdag 23 november 2011 @ 05:52 |
De deeltjes zijn (tot vorige week?) nog nooit waargenomen. Afgelopen zondag was er op Tweakers een nieuwsbericht dat ze nu een methode zouden hebben gevonden om deze deeltjes "zichtbaar" te laten worden. http://tweakers.net/nieuw(...)icht-uit-vacuum.html | |
Ruv | woensdag 23 november 2011 @ 06:55 |
Wiskundig gezien is er nog niks bewezen, er is inderdaad een wiskundig model uitgewerkt dat de natuur probeert te beschrijven. Maar zolang je geen experimenten doet met die theorie is de theorie niet veel waard. We zullen het even moeten afwachten. | |
DumDaDum | woensdag 23 november 2011 @ 08:44 |
![]() Volgens sommigen worden al deze deeltjes gevormd door miniscule trillende 'snaartjes' ![]() | |
Haushofer | woensdag 23 november 2011 @ 09:58 |
In de QM moet je je bijna altijd wenden tot benaderingen, zo ook in het standaardmodel. Stel je voor dat je de "botsing" tussen 2 elektronen wilt beschrijven. Daarvoor moet je een zogenaamde "amplitude" uitrekenen. Dat kun je niet analytisch doen, maar moet je benaderen, op dezelfde manier als dat je bijvoorbeeld Hier weten we dat het exacte antwoord 2 is, maar in de reeksen die je in het standaardmodel tegenkomt weet je dat exacte antwoord niet. Het enige wat je kunt doen is term voor term uitrekenen, en dat is nogal vervelend werk aangezien de uitdrukkingen nogal stevig zijn. Gelukkig heeft Feynman diagrammen bedacht; elk Feynman diagram stelt zo een term in je reeks voor, en dat maakt de boekhouding een stuk eenvoudiger. Een voorbeeld kun je hier zien: ![]() De vier pootjes aan de buitenkant stellen je elektronen voor. Hoe verder je nu in die reeks komt, des te nauwkeuriger je antwoord wordt. Nou blijken er in die berekeningen deeltjes voor te komen die niet aan Einsteins energievoorwaarden voldoen. Je kunt ze niet direct meten, maar ze komen als tussenstappen in je berekening voor en beïnvloeden het eindantwoord wel degelijk. Die toestanden noemen we "virtuele deeltjes". Het is het gevolg van de manier waarop je berekeningen doet, namelijk via benaderingen. Het zijn de deeltjes binnen de 4 pootjes in de diagrammen. Als je die amplitude analytisch zou kunnen oplossen, zou je die virtuele deeltjes niet hebben in je berekening ![]() -edit: misschien vind je het leuk om het artikeltje op pagina 20 hiervan over virtuele deeltjes te lezen. [ Bericht 4% gewijzigd door Haushofer op 23-11-2011 10:48:43 ] | |
Parafernalia | donderdag 24 november 2011 @ 01:48 |
boven de pet ![]() | |
Haushofer | donderdag 24 november 2011 @ 10:54 |
Ok, laat ik het dan zo zeggen: virtuele deeltjes zijn eigenlijk gewoon tussenstappen in je berekeningen, die je gedwongen bent te doen omdat je het exacte antwoord niet kent; je moet benaderen. Je zult virtuele deeltjes nooit direct meten omdat ze niet aan Einsteins energievergelijking voldoen. Maar ze dragen natuurlijk wel bij aan het eindantwoord! Om het met die reeks te vergelijken: in de reeks zou je de breuken als tussenstappen kunnen zien. Hoe meer tussenstappen je neemt, des te dichter kom je bij het antwoord. Die tussenstappen zou je met die virtuele deeltjes kunnen vergelijken. Maar voor deze reeks weten we dat ze exact sommeert tot 2: In het eindantwoord "2" zien we die tussenstappen helemaal niet meer. Het punt is dat we in de kwantummechanica het exacte antwoord van een proces niet weten. En dus moeten we tussenstapjes maken, die zich manifesteren als "virtuele deeltjes". ![]() | |
Haushofer | donderdag 24 november 2011 @ 15:39 |
Euh, er worden al decennialang experimenten uitgevoerd die het standaardmodel bevestigen. | |
Haushofer | maandag 28 november 2011 @ 09:59 |
Kun je hier iets mee, Parafernalia? ![]() |